Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Barneveld

Besluit aanwijzing gedelegeerde bevoegdheden, alsmede advies- en participatieverplichting Omgevingswet gemeente Barneveld

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBarneveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit aanwijzing gedelegeerde bevoegdheden, alsmede advies- en participatieverplichting Omgevingswet gemeente Barneveld
CiteertitelBesluit aanwijzing gedelegeerde bevoegdheden, alsmede advies- en participatieverplichting Omgevingswet gemeente Barneveld
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

[Deze regeling is reeds voor inwerkingtreding gewijzigd bij besluit van 27 september 2023. Dit besluit is bekendgemaakt op 13 november 2023 in Gemeenteblad 2023, 466767.]

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

09-02-2022

gmb-2023-466977

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit aanwijzing gedelegeerde bevoegdheden, alsmede advies- en participatieverplichting Omgevingswet gemeente Barneveld

De raad van de gemeente Barneveld;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 1826;

 

gelet op artikel 2.8 van de Omgevingswet;

 

gelet op artikel 16.15a, onder b, juncto artikel 4.21 van het Omgevingsbesluit;

 

gelet op artikel 16.55, lid 7 van de Omgevingswet;

 

besluit:

 

vast te stellen het Besluit aanwijzing gedelegeerde bevoegdheden, alsmede advies- en participatieverplichting Omgevingswet gemeente Barneveld.

Artikel 1  

  • 1.

    In de volgende gevallen wordt de bevoegdheid tot het vaststellen van delen van het omgevingsplan gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders:

    • a.

      wijzigingen van technische aard, inclusief de opbouw van het omgevingsplan;

    • b.

      wijzigingen die noodzakelijk zijn vanwege gewijzigde hogere wet- of regelgeving;

    • c.

      wijzigingen in de toelichting van het omgevingsplan;

    • d.

      het inpassen in het omgevingsplan van een omgevingsvergunning verleend onder de Omgevingswet (ex artikel 4.17 Omgevingswet), waarbij is afgeweken van het omgevingsplan, nadat deze omgevingsvergunning onherroepelijk in werking is getreden;

    • e.

      wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten (ex artikel 3.6, eerste lid onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening) die in het tijdelijke omgevingsplan van rechtswege zijn vermeld.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders brengt jaarlijks een overzicht van de besluiten, zoals genoemd in het eerste lid, ter kennis aan de gemeenteraad.

  • 3.

    Onder de bevoegdheid tot vaststellen van delen van het omgevingsplan als bedoeld in het eerste lid wordt mede de weigering om een omgevingsplan te wijzigen verstaan.

Artikel 2  

De beleidsnotitie ‘Adviesrecht gemeenteraad en verplichte participatie’ vaststellen, en als gevallen waarvoor bij een buitenplanse omgevingsplanactiviteit advies van de gemeenteraad nodig is aan te wijzen de gevallen die als zodanig zijn weergegeven in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 3  

De beleidsnotitie ‘Adviesrecht gemeenteraad en verplichte participatie’ vaststellen en als gevallen waarvoor bij een buitenplanse omgevingsplanactiviteit participatie verplicht is aan te wijzen de gevallen die als zodanig zijn weergegeven in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 4  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet), in werking treedt.

Artikel 5  

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing gedelegeerde bevoegdheden, alsmede advies- en participatieverplichting Omgevingswet gemeente Barneveld.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 9 februari 2022.

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage: document met:

 

  • “Lijst met gevallen waarvoor advies van de gemeenteraad nodig is voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit” (categorieën voor adviesrecht, kolom 2)

  • “Lijst met gevallen waarbij participatie verplicht is voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit” (categorieën verplichte participatie, kolom 3)

Initiatieven die onder kolom 1, onder 1 t/m 9, in deze tabel staan genoemd en die passen binnen het door de raad vastgestelde beleid en/of de kaders voor de fysieke leefomgeving, worden niet aan de raad voorgelegd en kunnen als zodanig zelfstandig door het college worden afgedaan. Hiervoor staat in kolom 2 van deze tabel een ‘Nee’ aangegeven

 

Past een initiatief niet in het door de raad vastgestelde beleid en/of kaders en komt het voor op onderstaande lijst (punten 1 t/m 9) dan wordt dit aan de raad voor advies voorgelegd. Hiervoor staat in kolom 2 van deze tabel een ‘Ja’ aangegeven.

 

Indien er in kolom 2 (bij ‘Adviesrecht’) een ‘Nee’ staat, en er is geen sprake van strijdigheid met beleid, kan er nog wel een participatieplicht (kolom 3) aan de orde zijn.

 

Indien er sprake is van een activiteit die in de zgn. kruimelgevallenregeling ex artikel 4, onderdeel 1 tot en met 10, van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) is opgenomen, dan geldt er geen adviesrecht (kolom 2).

 

Gevallen van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit

Adviesrecht (artikel 16.15a onder b Ow)

Participatieplicht

(artikel16.55 lid 7 Ow)

1.1 Het toevoegen van 1 of meer woningen op een bedrijventerrein.

Ja

Ja

1.2 Het toevoegen of bouwen van 12 of meer woningen binnen de bebouwde kom.

Ja

Ja

1.3 Het toevoegen of bouwen van 1 woning of meer (tot en met 11 woningen) binnen de bouwde kom.

Nee

Ja

1.4 Het toevoegen of bouwen van 1 of meer woningen buiten de bebouwde kom.

Ja

Ja

1.5 Het omvormen en/of gebruiken van een recreatiepark voor permanente bewoning.

Ja

Ja

2.1 (Bouw)projecten voor recreatieve dan wel maatschappelijke doeleinden functies gesitueerd op een bedrijventerrein.

Ja

Ja

3.1 Het nieuw bouwen van een hoofdgebouw in de bebouwde kom voor onder andere detailhandel, horecagelegenheden, maatschappelijke voorzieningen, sport, recreatie, ontspanning, cultuur, kantoren en bedrijven, combinaties daarvan of gecombineerd met wonen waarbij de functie van de onbebouwde grond wijzigt en de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume wordt vergroot.

Ja

Ja

4.1 Het nieuwvestigen van (dag)recreatie met grootschalige verkeersaantrekkende werking en/of verblijfsrecreatie, inclusief de daarbij behorende voorzieningen (zoals paden, ontsluiting en groen).

Ja

Ja

5.1 Het realiseren van een windpark en/of één of meer windturbine(s) op een locatie strijdig met de “Structuurvisie Wind”.

Ja

Ja

5.2 Het realiseren van een zonneveldopstelling op een locatie strijdig met de “Barneveldse Zonneladder”.

Ja

Ja

5.3 Het opwekken en/of opslag van andere vormen van energie (buurtbatterij, biomassa-installatie, waterstof en warmtepompcentrales), niet zijnde een buurtmestverwerkingsinstallatie.

Ja

Ja

5.4 Het oprichten van een buurtmestverwerkingsinstallatie ex artikel 3.7, lid 3 van het bestemmingsplan “Buitengebied 2012”.

Nee

Ja

5.5 Het oprichten van een buurtmestverwerkingsinstallatie indien niet voldaan wordt aan de voorwaarden ex artikel 3.7, lid 3 van het bestemmingsplan “Buitengebied 2012”.

Ja

Ja

5.6 Het realiseren van een windpark en/of één of meer windturbine(s) op een locatie passend binnen de “Structuurvisie Wind”.

Nee

Ja

5.7 Het realiseren van een zonneveldopstelling op een locatie passend binnen de “Barneveldse Zonneladder”.

Nee

Ja

6.1 Nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf en/of een niet-agrarisch bedrijf (anders dan zijnde een in categorie 4.1 genoemd recreatiebedrijf) op agrarische gronden onbebouwd (geen bouwvlak).

Ja

Ja

6.2 Uitbreiding van een agrarisch bedrijf groter dan 1,5 ha.

Ja

Ja

6.3 Projecten voor niet-agrarische bedrijvigheid, niet passend binnen het regionale functieveranderingsbeleid.

Ja

Ja

7.1 Er is sprake van een grootschalige ontwikkeling c.q. transformatie van een gebied in de bebouwde kom voor detailhandel, bedrijvigheid en/of kantoren in gevallen waarin vastgesteld beleid niet voorziet, waaronder in ieder geval het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van bouwwerken en/of functiewijziging ten behoeve van volumineuze en grootschalige detailhandel.

Ja

Ja

8.1 Als sprake is van een MER plicht.

Ja

Ja

8.2 Het gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor (gebruikswijziging) inzake logiesfuncties voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen.

Nee

Ja

8.3 Het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • c.

    hoger dan 10 m, en

  • d.

    de oppervlakte meer dan 50 m2.

Nee

Ja

9.1 De activiteit past niet binnen de doelen van de Omgevingsvisie.

Ja

Ja