Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Subsidieregeling doelgroeparrangementen Jeugd en Onderwijs 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling doelgroeparrangementen Jeugd en Onderwijs 2024
CiteertitelSubsidieregeling Doelgroeparrangementen Jeugd en Onderwijs Zuid-Limburg 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieregeling Doelgroeparrangementen Jeugd en Onderwijs 2023.

Deze regeling vervalt op 31 december 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-11-2023nieuwe regeling

24-10-2023

gmb-2023-466843

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling doelgroeparrangementen Jeugd en Onderwijs 2024

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 oktober 2023; korr.no. 2023. 2023.04276;

 

Besluit:

Vaststellen van de subsidieregeling Doelgroeparrangementen Onderwijs-Jeugdhulp Zuid-Limburg 2024 vast te stellen.

 

Aanvraagvereisten

Artikel 1 Algemeen

  • 1.

    Deze subsidieregeling is gebaseerd op de Algemene Subsidieverordening 2020 Maastricht (hierna: ASV) en afdeling 4.2 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

  • 2.

    Conform artikel 3 ASV wordt met deze subsidieregeling nadere regels opgesteld voor alle subsidies die bij de gemeente Maastricht worden aangevraagd in het kader van de Doelgroeparrangementen Onderwijs – Jeugdhulp voor de regio Zuid-Limburg.

Artikel 2 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie vallende onder deze subsidieregeling kan alleen worden aangevraagd door een schoolbestuur van een school voor speciaal basisonderwijs (sbo), speciaal onderwijs (so) en speciaal voortgezet onderwijs (vso). Deze school dient te zijn gehuisvest binnen een van de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    De aanvraag dient in gezamenlijkheid met alle samenwerkingspartner(s) binnen de projectgroep te worden opgesteld. Het schoolbestuur van de desbetreffende school dient formeel de subsidie aan te vragen namens alle samenwerkingspartners. De aanvragende partij blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het nakomen van de voorwaarden, verbonden aan een toegekende subsidie.

  • 3.

    De subsidieaanvraag dient voor akkoord te worden ondertekend door alle samenwerkingspartners.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan onderstaand maatschappelijk effect, doel en resultaten.

 

Maatschappelijk effect

De doelgroeparrangementen Onderwijs-Jeugdhulp zijn een manier om meer samenhang te creëren in de ondersteuning die vanuit verschillende kolommen en perspectieven geboden wordt: de afspraken voor de ondersteuning worden generiek gemaakt voor de jeugdigen die behoren bij de doelgroep, maar per individuele jeugdige worden de doelen van school en thuis in gezamenlijkheid en gelijkwaardigheid en in bijzijn van ouders in een knooppunt besproken en met elkaar verbonden (in het gezinsplan). In de werkplaats, in school, wordt het gezinsplan afgestemd en verbonden met het plan van school (Duiden en Doen). Door de afspraken voor de ondersteuning voor groepen jeugdigen in één keer collectief te organiseren verminderen we de administratieve lasten en zijn er minder / lichtere individuele arrangementen jeugdhulp c.q. een andere inzet vanuit jeugdhulp nodig. Ook het aantal partners met wie de school de jeugdhulp afstemt, zal daardoor afnemen.

 

Doel

Subsidieverlening heeft tot doel het ontwikkelingsperspectief- inclusief de schoolloopbaan van de jeugdige te bevorderen via een integrale aanpak op school, in de vrije tijd en/of thuis.

 

Resultaten

De inrichting van de doelgroeparrangementen onderwijs-jeugdhulp hebben als doel het positieve maatschappelijke effect vanuit onderwijs en jeugdhulp te vergroten tijdens en buiten onderwijstijd en is tevens gericht op een aantoonbare afbouw van de kosten waaronder:

  • Kosten van individuele arrangementen jeugdhulp en/of

  • Organisatorische kosten en/of

  • Administratieve lasten.

Artikel 4 Vereisten aanvraag

Een aanvraag tot subsidieverlening bevat naast de vereisten zoals genoemd in de Awb en ASV de volgende gegevens:

  • 1.

    Een sluitende en gespecificeerde begroting die voldoet aan de vereisten.

  • 2.

    Welke financiële bijdrage het schoolbestuur en welke het samenwerkingsverband Passend Onderwijs levert aan de ontwikkeling van de doelgroeparrangementen onderwijs-jeugdhulp binnen de school waar het doelgroeparrangement dient plaats te vinden.

  • 3.

    Een berekening van de mogelijke besparing in de kosten Jeugdhulp die een direct gevolg zijn van de inzet van het beoogde doelgroeparrangement.

Artikel 5 Doelgroep

  • 1.

    Er kan, conform de Wet op de expertisecentra, artikel 116, lid 1, alleen subsidie worden aangevraagd voor jeugdigen, die op 1 februari 2023 door een samenwerkingsverband toelaatbaar zijn verklaard tot het speciaal onderwijs of voorgezet speciaal onderwijs en volgens het woonplaatsbeginsel woonachtig zijn in één van de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    Onder jeugdige in het voorgaande lid wordt verstaan: een jeugdige, die deel uitmaakt van de voor dit doel omschreven groep jeugdigen die een school voor speciaal (basis) onderwijs (so/sbo) of voorgezet speciaal onderwijs (vso) bezoekt en die een specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoefte heeft waarvoor een zorgstructuur dient te worden opgezet.

  • 3.

    Indien de jeugdige een voorziening ontvangt vanuit een andere regeling bijvoorbeeld Wet langdurige zorg (Wlz) of Zorgverzekeringswet (Zvw) valt deze niet onder de doelgroep waarvoor een subsidie kan worden aangevraagd.

Artikel 6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Kosten voor de inzet van de ondersteuning aan de doelgroep door de samenwerkingspartner(s) waarbij rekening wordt gehouden met het feitelijke salarisniveau van de benodigde inzet.

  • 2.

    Accountantskosten die noodzakelijk zijn voor de vereisten met betrekking tot de subsidievaststelling.

Artikel 7 Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • 1.

    Alle kosten die onder de basisondersteuning of extra ondersteuning van een schoolbestuur vallen.

  • 2.

    Alle vormen van exploitatiekosten die zijn gerelateerd aan gebouwen en systemen welke niet direct toe te schrijven zijn aan en/of noodzakelijk zijn voor de organisatie en/of uitvoering van de doelgroeparrangementen onderwijs-jeugdhulp.

  • 3.

    Kosten voor onderhoud of verbouwing van gebouwen en inventaris welke niet direct zijn toe te schrijven aan en/of noodzakelijk zijn voor de organisatie en/of uitvoering doelgroeparrangementen onderwijs-jeugdhulp.

  • 4.

    Alle overige kosten die geen verband houden met of noodzakelijk zijn voor de organisatie en/of uitvoering van doelgroeparrangementen onderwijs-jeugdhulp maar die organisatie breed worden gemaakt;

  • 5.

    Onvoorziene kosten.

Artikel 8 Verdelingen kosten per gemeente

De subsidieaanvraag brengt overzichtelijk in beeld: de totaal kosten per leerling, het aantal leerlingen dat op de in artikel 5 genoemde teldatum valt onder de doelgroep per deelnemende gemeente en het gevraagde subsidiebedrag per gemeente.

Artikel 9 Indieningstermijn

In afwijking van de genoemde termijnen in artikel 7 van de ASV dient een subsidieaanvraag op grond van deze subsidieregeling door gemeente Maastricht te zijn ontvangen vóór 1 november 2023, teneinde het aangevraagde doelgroeparrangement te kunnen starten per 1 januari 2024.

Beoordeling en beslissing op de aanvraag

Artikel 10 Buiten behandeling stellen van de subsidieaanvraag

  • 1.

    Als een aanvraag tot subsidieverlening niet binnen de gestelde termijn is ingediend besluit het college deze aanvraag buiten behandeling te laten.

  • 2.

    Als een instelling niet alle voorgeschreven, dan wel door het college gevraagde informatie verstrekt die naar het oordeel van het college nodig is voor de beoordeling van de subsidieaanvraag, besluit het college deze aanvraag buiten behandeling te stellen;

  • 3.

    Alvorens over te gaan tot buiten behandeling stelling zoals bedoeld in lid 2 en 4, biedt het college de aanvrager een hersteltermijn waarbinnen men het verzuim kan herstellen. Als daaraan binnen de gestelde hersteltermijn niet is voldaan, besluit het college de aanvraag buiten behandeling te stellen. De lengte van de hersteltermijn is zodanig dat de instelling in staat kan worden geacht alle gevraagde gegevens voor afloop van hersteltermijn aan het college aan te leveren

Artikel 11 Weigeringsgronden

In aanvulling op de in de Algemene wet bestuursrecht en de in artikel 9 van de ASV genoemde weigeringsgronden kan een subsidie vallende onder deze subsidieregeling worden geweigerd als:

  • 1.

    De subsidieaanvraag betrekking heeft op jeugdigen die niet volgens het woonplaatsbeginsel woonachtig zijn in een van de deelnemende gemeenten en/of als de school waarvoor de aanvraag wordt gedaan niet is gevestigd in een van de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    De activiteit(en) in het kader van het doelgroeparrangement niet bijdraagt aan het te behalen maatschappelijke effect en het doel zoals beschreven in artikel 3.

  • 3.

    De activiteit(en) in het kader van het doelgroeparrangement geen bijdrage levert aan minimaal één van de in artikel 3 beschreven resultaten.

  • 4.

    De subsidieaanvraag betrekking heeft op jeugdigen die vanuit een andere regeling al een vorm van bekostiging ontvangen zoals bijvoorbeeld de Wet langdurige zorg (WLZ) of de Zorgverzekeringswet (ZVW).

  • 5.

    Bij de subsidieaanvrager en/of de samenwerkingspartner(s) onvoldoende organisatiekracht en inhoudelijke kwaliteiten beschikbaar is voor de uitvoering van het ingediende plan en voor de afstemming tussen school en thuis.

Artikel 12 Subsidieplafond

Het subsidieplafond is voor de uitvoering van deze subsidieregeling vastgesteld op € 6.106.489,-.

 

Hierbij geldt:

  • 1.

    Het college verleent nooit meer subsidie dan is aangevraagd.

  • 2.

    Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover de raden van de Zuid-Limburgse gemeenten de benodigde gelden beschikbaar stellen.

Artikel 13 Verdeling van het subsidieplafond

Alle ingediende aanvragen worden getoetst door een toetsingscommissie. Deze toetsingscommissie beoordeelt of de aanvragen voldoen aan de gestelde eisen. De toetsingscommissie stelt een conceptvoorstel op voor Werkgroep doelgroeparrangementen onderwijs jeugdhulp.

Het (deel)plafond per school is gebaseerd op het toegekende bedrag aan de school voor schooljaar 2023 (augustus tot en met december 2023) en wordt omgerekend naar een jaarbedrag. De verdeelsleutel richting de deelnemende gemeenten en JENS wordt berekend aan de hand van de leerlingenaantallen op de teldatum (zie artikel 5, lid 1).

Artikel 14 Beslistermijn aanvraag tot subsidieverlening

Op grond van artikel 8 lid 3 van de ASV beslissen het college van burgemeester en wethouders van gemeente Maastricht binnen 8 weken na ontvangst op de volledige subsidieaanvraag.

Artikel 15 Looptijd van de subsidiebeschikking

In afwijking op het bepaalde in de ASV worden aanvragen tot subsidieverlening, die worden ingediend vóór 1 november 2023, na een positieve besluitvorming tot de datum 31 december 2024 verstrekt.

Artikel 16 Bevoorschotting

  • 1.

    Verleende subsidies worden in één termijn als voorschot betaalbaar gesteld, tenzij bij beschikking anders is bepaald;

  • 2.

    Voor het betaalbaar stellen van subsidies worden de afspraken zoals opgenomen in bijlage 1 gehanteerd.

Bijzondere criteria en/of voorwaarden subsidieverlening

Artikel 17 Verplichtingen

De subsidieontvanger en de deelnemende gemeenten c.q. JENS dienen tijdig met elkaar in overleg te treden over de deelname van leerlingen aan het desbetreffende doelgroeparrangement. Hierbij gelden onderstaande uitgangspunten:

  • 1.

    Als een leerling al deelneemt aan een doelgroeparrangement of de school is (zowel bij toeleiding als bij zittende leerlingen) van mening dat deelname aan een doelgroeparrangement noodzakelijk is, voert de school volgens afspraak hierover een knooppunt overleg waarbij het gemeentelijke jeugdteam c.q. JENS is aangesloten.

  • 2.

    Indien een deelnemende gemeente voornemens is om een gemeentelijke beschikking voor een individueel arrangement af te geven ten behoeve van een kind of diens ouders, welk kind staat ingeschreven op een school met doelgroeparrangement neemt deze gemeente contact op met de desbetreffende school en wordt overgegaan tot het organiseren van een knooppunt overleg.

  • 3.

    Als er op 1 januari 2024 sprake is van een voortzetting van de doelgroeparrangementen, waarvoor de schoolbesturen een beschikking hebben ontvangen over de periode augustus-december 2023, worden bij aanvang van de nieuwe periode de namen en bsn-nummers gedeeld met het gemeentelijke jeugdteam c.q. JENS. Van de subsidieontvanger wordt verwacht dat tijdig wordt geregeld, dat ouder(s)/verzorger(s) van de betreffende leerling hier schriftelijk toestemming voor hebben gegeven. Als de gemeente hierom vraagt wordt deze toestemmingsverklaring overlegd.

Subsidievaststelling  

Artikel 18 Subsidievaststelling

De subsidieontvanger dient een aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 13 weken nadat het jaar waarvoor een subsidie is ontvangen is afgelopen. De voorwaarden waaraan een aanvraag tot subsidievaststelling moet voldoen staan beschreven in artikel 13 tot 16 van de Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht (ASV).

Artikel 19 Aanvraag subsidievaststelling

In aanvulling op de in de Algemene wet bestuursrecht en de in artikel 15 van de Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht (ASV) genoemde vereisten voor een aanvraag tot subsidievaststelling dient een aanvraag ook te worden voorzien van de volgende gegevens:

  • 1.

    Een overzicht van het aantal leerlingen dat daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt van het gesubsidieerde doelgroeparrangement inclusief de daaraan verbonden kosten per leerling.

  • 2.

    Een overzicht van het maatschappelijk effect en het resultaat van de doelgroeparrangementen. Dit overzicht dient overeenkomstig de aanvraag te worden beschreven.

  • 3.

    Een evaluatie over de wijze waarop vorm is gegeven aan de aansluiting tussen school en thuis en de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de samenwerking tussen alle samenwerkingspartners en de projectgroep.

Artikel 20 Beslistermijn aanvraag tot subsidievaststelling

Overeenkomstig artikel 16 lid 1 van de ASV stelt het college van burgemeester en wethouders een subsidie vast binnen 13 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 21 Slotbepalingen

  • 1.

    De vigerende Subsidieregeling Doelgroeparrangementen Jeugd en Onderwijs 2023 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

  • 3.

    Deze regeling vervalt van rechtswege op 31 december 2024.

  • 4.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Doelgroeparrangementen Jeugd en Onderwijs Zuid-Limburg 2024.

  • 5.

    In het kader van het onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de doelgroeparrangementen in Zuid-Limburg, kunnen aan deze regeling geen rechten ontleend worden. De onderzoeksresultaten kunnen ertoe leiden dat er vanaf 2025 minder, danwel geen subsidie wordt toegekend.

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d.24 OKTOBER 2023.

De Secretaris,

G.J.C. Kusters

De Burgemeester,

W.A.G. Hillenaar

BIJLAGE 1: Financiële afspraken HLV-gemeenten

 

De gemeenten Heerlen, Voerendaal en Landgraaf (HLV) zijn inhoudelijk aangesloten op deze subsidieregeling, maar hebben feitelijk een aparte opdracht verstrekt aan JENS voor de basishulp Jeugd aan hun jeugdigen op scholen.

 

Voor de financiële verrekening van de subsidie die in het kader van deze subsidieregeling aan de subsidieaanvragers wordt verstrekt gelden de volgende afspraken:

  • 1.

    Subsidies die worden verstrekt aan een schoolbestuur waarvan de scholen zijn gehuisvest binnen het grensgebied van de HLV-gemeente worden betaalbaar gesteld aan de gemeente Heerlen die fungeert als administratiekantoor van JENS;

  • 2.

    Subsidies die worden verstrekt aan een schoolbestuur waarvan de scholen niet zijn gehuisvest binnen het grensgebied van de HLV-gemeenten worden betaalbaar gesteld aan het desbetreffende schoolbestuur. De gemeente Heerlen die fungeert als administratiekantoor van JENS ontvangt voor de kinderen die op grond van het woonplaatsbeginsel vallen onder de verantwoordelijkheid van de HLV-gemeenten een factuur.

  • 3.

    Subsidies die worden verstrekt aan het schoolbestuur Adelante worden minus de bijdrage van de HLV-gemeenten betaalbaar gesteld aan dit schoolbestuur. Over de facturatie die betrekking heeft op de inzet van Jeugdhulp aan kinderen die op grond van het woonplaatsbeginsel vallen onder de verantwoordelijkheid van de HLV-gemeenten zijn in onderling overleg tussen JENS en het schoolbestuur separate afspraken gemaakt.

  • 4.

    De kosten voor de inzet van Jeugdhulp die op grond van het woonplaatsbeginsel vallen onder de verantwoordelijkheid van de overige deelnemende gemeenten worden via de gemeente Maastricht bij de desbetreffende gemeente gedeclareerd overeenkomstig het besluit van de Stuurgroep Jeugd Zuid-Limburg.

 

BIJLAGE 2: Begripsomschrijvingen

 

1. Basisondersteuning onderwijs

Tot de basisondersteuning onderwijs behoren alle ondersteuningsvormen die iedere school in huis heeft. Dit zijn alle binnen het samenwerkingsverband passend onderwijs overeengekomen preventieve en lichte curatieve interventies die eenduidig gelden voor alle scholen binnen het samenwerkingsverband passend onderwijs. Iedere school beschrijft haar mogelijkheden in het schoolondersteuningsprofiel (SOP). In het samenwerkingsverband passend onderwijs stemmen scholen die (gevalideerde) ondersteuningsprofielen af met het doel om op samenwerkingsverbandniveau tot een dekkend netwerk in ondersteuningsaanbod te komen. Streven is jeugdigen met een ondersteuningsbehoefte zoveel mogelijk binnen de basisondersteuning van een school op te vangen.

 

2. Begroting

Een sluitende en gespecificeerde begroting. Voor de uitgaven dient te worden uitgegaan van de feitelijke kosten gebaseerd op de benodigde expertise die nodig is voor de uitvoering van het beoogde doelgroeparrangement. Bij de uitgaven dient ook de wijze waarop cofinanciering vanuit het schoolbestuur en/of samenwerkingsverband wordt vormgegeven te worden vermeld.

 

3. College van burgemeester en wethouder

Indien door de Stuurgroep Jeugd Zuid-Limburg is ingestemd met de verdeling van de beschikbaar gestelde subsidiemiddelen besluit, overeenkomstig artikel 3 lid 5 van de Centrumregeling verwerving jeugdhulp regio Zuid-Limburg 2019, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht over de subsidieaanvraag en de aanvraag tot subsidievaststelling.

 

4. Doelgroeparrangement onderwijs-jeugdhulp

Een arrangement dat zich richt op een groep van jeugdigen met een onderwijs- en zorgbehoefte en diens omgeving, waarin het speciaal (basis)onderwijs of speciaal voortgezet onderwijs niet alleen kan voorzien. De afstemming tussen school en thuis is een wezenlijk kenmerk van het doelgroeparrangement onderwijs-jeugdhulp. De jeugdige en de ouder(s)/verzorger(s) zijn daarin partner. Daar waar arrangementen in een collectieve vorm op school worden geleverd, kan er geen individueel arrangement meer worden ingezet voor dezelfde leerling(en) met hetzelfde doel.

 

5. Extra ondersteuning onderwijs

Wanneer de basisondersteuning ontoereikend is, is toeleiding naar extra ondersteuning in een gespecialiseerde onderwijsvoorziening aan de orde. Het samenwerkingsverband passend onderwijs bepaalt het onderscheid tussen basis ondersteuning (niveau 1-4) en extra ondersteuning (niveau 5). Binnen dit geheel ontvangt het samenwerkingsverband een budgetfinanciering voor lichte en zware ondersteuning. Het ondersteuningsaanbod varieert van licht en curatief en tijdelijk tot intensief, langdurig of structureel.

 

6. Knooppuntoverleg

Het knooppunt overleg is het verbindingsinstrument tussen kinderopvang, onderwijs en netwerkpartners. Het is bedoeld om integraal beeld te verkrijgen van de leerling en zijn leefomgeving, het vaststellen van de ondersteuningsbehoeften en hierop gebaseerde afspraken over (gelijktijdige en afgestemde) interventies van onderwijs, gemeente en/of zorg gericht op thuis en school. Voor alle leerlingen die deelnemen aan de doelgroeparrangement vindt een knooppunt overleg plaats. Het gemeentelijke jeugdteam sluit bij elk knooppunt aan die door de school wordt georganiseerd vanuit de visie van de doelgroeparrangementen. De afstemming tussen school en thuis is daarnaast een wezenlijk doel van het knooppuntoverleg.

 

7. Plan van aanpak

Een plan dat door de subsidieaanvrager wordt opgesteld waarin de inrichting van het doelgroeparrangement onderwijs-jeugdhulp beschreven wordt conform de eisen uit deze subsidieregel

 

8. Projectgroep

Een door de subsidieaanvrager geformeerde projectgroep die gezamenlijk de aanvraag opstellen. Deze projectgroep bestaat in ieder geval uit:

  • Vertegenwoordiger van de school waarop het doelgroeparrangement wordt uitgevoerd;

  • Vertegenwoordiger van de gemeente waar de school is gevestigd;

  • Vertegenwoordiging van het schoolbestuur;

  • Vertegenwoordiging van de beoogde samenwerkingspartner(s).

9. Samenwerkingspartner(s)

Elke persoon of organisatie die voor preventie en/of jeugdhulp door de betreffende gemeente of door de deelnemende gemeenten is gecontracteerd voor een of meerdere arrangementen jeugdhulp en voldoet aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in de Jeugdwet.

 

10. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs

Schoolbesturen hebben vanaf 1 augustus 2014 de zorgplicht, de middelen en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de wet Passend Onderwijs. Om dit te realiseren werken de schoolbesturen primair onderwijs (po) en voorgezet onderwijs (vo) binnen Zuid-Limburg samen in een samenwerkingsverband Passend Onderwijs.

 

11. School

Alleen voor scholen voor speciaal (basis) onderwijs (so/sbo) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) kan een subsidieaanvraag in het kader van deze subsidieregeling worden ingediend. Deze scholen worden vertegenwoordigd door het schoolbestuur waar de desbetreffende school onder valt.

 

12. Schoolbestuur

Het schoolbestuur is het eindverantwoordelijke orgaan voor de beslissingen die in verband met school worden genomen zowel over het onderwijs dat wordt gegeven als over de school als geheel.

 

13. Schoolondersteuningsprofiel

Het schoolondersteuningsprofiel is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die ondersteuning behoeven. Het schoolondersteuningsprofiel geeft een beeld van de wijze waarop scholen de ondersteuning heeft vormgegeven. Basisscholen beschrijven de basisondersteuning; gespecialiseerde onderwijsvoorzieningen beschrijven de extra ondersteuning.

 

14. Stuurgroep Jeugd Zuid-Limburg

Vertegenwoordiging van wethouders Jeugdhulp Zuid-Limburg. De Stuurgroep heeft een adviserende rol aan het college van burgemeester en wethouders.

 

15. Subsidieplafond

Een subsidieplafond is het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies. Het subsidieplafond zoals opgenomen in deze subsidieregeling is voor de looptijd van deze subsidieregeling. Bij de bepaling van de hoogte is rekening gehouden met de financiële afspraken die zijn gemaakt met de HLV-gemeenten (zie bijlage 1: financiële afspraken HLV-gemeenten).

 

16. Subsidieaanvrager

Het schoolbestuur van een school voor speciaal onderwijs is verantwoordelijk voor het indienen van de subsidieaanvraag namens alle samenwerkingspartners.

 

17. Toetsingscommissie doelgroeparrangementen onderwijs jeugdhulp

Alle ingediende aanvragen worden getoetst door een toetsingscommissie. De toetsingscommissie

doelgroeparrangementen onderwijs jeugdhulp bestaat uit de volgende leden:

  • Regionale coördinator doelgroeparrangementen namens de deelnemende gemeenten;

  • Vertegenwoordiging namens de gemeenten vallende onder de subregio Westelijke mijnstreek:

  • Vertegenwoordiging namens één van de gemeenten Brunssum, Kerkrade en Simpelveld (hierna: BKS-gemeenten;

  • Vertegenwoordiging namens één van de gemeenten Heerlen, Landgraaf en Voerendaal (hierna; HLV-gemeenten);

  • Vertegenwoordiging namens de gemeenten vallende onder de subregio Maastricht-Heuvelland;

  • Vertegenwoordiging namens de regio Zuid-Limburg op het gebied van financiën.

18. Werkgroep doelgroeparrangementen onderwijs jeugdhulp

De werkgroep doelgroeparrangementen onderwijs jeugdhulp beoordeelt het voorstel van de toetsingscommissie. Na de bespreking in de werkgroep doelgroeparrangementen onderwijs jeugdhulp wordt het voorstel aan de Stuurgroep Jeugd Zuid-Limburg opgesteld en in het besluitvormingsproces gebracht.

De Werkgroep doelgroeparrangementen onderwijs jeugdhulp bestaat uit de volgende leden:

  • Regionale coördinator doelgroeparrangementen namens de deelnemende gemeenten;

  • Vertegenwoordiging vanuit de samenwerkingsverbanden PO en VO;

  • Vertegenwoordiging beleidsmedewerkers uit de drie subregio’s: voor Parkstad BKS- en de HLV-gemeenten;

  • Vertegenwoordiging Inkoop namens de deelnemende gemeenten;

  • Vertegenwoordiging Toegang namens de deelnemende gemeenten;

  • Vertegenwoordiging Financiën namens de deelnemende gemeenten;

  • Vertegenwoordiging Programmagroep G16 met aandachtsgebied onderwijs.