Organisatie | Oude IJsselstreek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels jobcoaching Gemeente Oude IJsselstreek |
Citeertitel | Nadere regels jobcoaching gemeente Oude IJsselstreek |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2023 | nieuwe regeling | 24-10-2023 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;
- titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
- artikel 7.2.5 van de verordening Sociaal Domein gemeente Oude IJsselstreek 2023
- het college het wenselijk vindt om de werkwijze rondom jobcoaching verder vast te stellen;
- het daarom wenselijk is voor dit doel nadere regels vast te stellen.
1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a. college: college van burgemeester en wethouders van Oude IJsselstreek;
c. jobcoaching: het gedurende een langere periode de werknemer bij het verrichten
d. coachplan: een plan waarin de leerdoelen van de werknemer beschreven staat. Het coachplan is een ontwikkeldocument.
Jobcoaching heeft als doel dat een werknemer (uiteindelijk) zonder ondersteuning van een jobcoach bij een reguliere werkgever zijn werk goed kan uitvoeren. Dit betekent dat de werknemer aan het einde van de jobcoachingsperiode zelfstandig zijn werk kan uitvoeren en/of de werkgever zelf in staat is hem (verder) te begeleiden op zijn werkplek.
Jobcoaching kan worden ingezet voor werknemers als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de Participatiewet voor zover zij:
1. behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie op grond van artikel 6, eerste lid, sub e, van de Participatiewet; of
2. niet tot deze doelgroep behoren maar voor wie het, als gevolg van hun psychische, sociale, medische of functionele beperking, wel noodzakelijk is om jobcoaching in te zetten.
Artikel 4: Taken en verantwoordelijkheden
1. Een jobcoach begeleidt een werknemer gedurende een maximale periode op de werkplek bij het verrichten van zijn of haar werkzaamheden. Daarnaast heeft de jobcoach de taak om belemmeringen weg te nemen. Deze ondersteuning heeft als doel de werknemer in staat te stellen na afloop van de jobcoaching zelfstandig het werk uit te voeren.
2. De jobcoach zorgt dat bij de werkgever en collega’s kennis en begrip komt voor de beperkingen en mogelijkheden van de werknemer die gecoacht wordt.
1. Jobcoaching kan worden verricht door een:
2. Samenloop van verschillende soorten jobcoaching in dezelfde periode is niet mogelijk.
Artikel 6: Voorwaarden inzet jobcoaching
1. De dienstbetrekking voldoet aan de volgende voorwaarden:
2. Bij een proefplaatsing voorafgaand aan de dienstbetrekking kan ook jobcoaching worden ingezet. Na de proefplaatsing geldt de maximale verstrekkingsduur van de jobcoaching zoals vermeld in artikel 7.
1. Jobcoaching kan voor maximaal vier keer een half jaar worden toegekend.
2. In specifieke gevallen kan de periode genoemd in het vorige lid worden verlengd met twee keer een half jaar.
3. In beginsel wordt per half jaar bepaald of jobcoaching nog noodzakelijk is, aan de hand van het coachplan.
4. De gemeente kan tussentijds de intensiteit van de jobcoaching verhogen of verlagen binnen de gestelde kaders.
5. Een werknemer kan bij een andere werkgever opnieuw in aanmerking komen voor een jobcoach, indien het college dit noodzakelijk acht.
1. Bij aanvang van iedere jobcoachperiode wordt er binnen zes weken een coachplan opgesteld.
2. Na afloop van iedere jobcoachperiode van zes maanden wordt binnen vier weken door de jobcoach een rapportage en urenregistratie waarin de voortgang wordt beschreven ingediend bij de loopbaanbegeleider van Stoer.
3. De volgende zaken dienen na afloop van de jobcoachperiode te worden ingeleverd:
4. Als voor afloop van de toegekende periode een aanvraag voor een verlenging van de jobcoachperiode wordt ingediend, dient hierbij een tussentijdse verantwoording te worden ingediend.
In zeer uitzonderlijke gevallen kan het college van de gemeente Oude IJsselstreek in geval de regeling onredelijk en onbillijk uitpakt in de geest van deze beleidsregels ten gunste van de inwoner afwijken van het in deze beleidsregels gestelde.