Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oude IJsselstreek

Beleidsregels Terug- en invordering Bedrijfskapitaal Tozo Gemeente Oude IJsselstreek

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOude IJsselstreek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Terug- en invordering Bedrijfskapitaal Tozo Gemeente Oude IJsselstreek
CiteertitelBeleidsregels terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo gemeente Oude IJsselstreek
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2023nieuwe regeling

24-10-2023

gmb-2023-465714

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Terug- en invordering Bedrijfskapitaal Tozo Gemeente Oude IJsselstreek

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek

gelet op:

- artikel 17 lid 2, 58 lid 2, 59, 60 en 62f onderdeel b van de Participatiewet (Pw);

- artikel 16 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo);

- titel 4.3 en art. 4:94 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat:

- de Tozo een bijzondere, tijdelijke regeling is ten behoeve van zelfstandig ondernemers die

financieel getroffen zijn door de coronacrisis;

- het bedrijfskapitaal Tozo in de vorm van een geldlening wordt verstrekt en daaraan voorwaarden

zijn verbonden;

 

het belangrijk is om

- de zelfstandige te ondersteunen als dit nodig is,

- de betalingsverplichtingen te laten nakomen zodra dit vereist en mogelijk is,

- een betalingsregeling te treffen als dit grotere problemen dan wel faillissement kan voorkomen;

en

- het bedrijfskapitaal Tozo terug te vorderen als niet aan de verplichtingen wordt voldaan;

- het wenselijk is om in aanvulling op de beleidsregels Terug- en invordering Participatiewet

uniforme regelgeving voor de terugvordering en invordering van het bedrijfskapitaal Tozo vast te

leggen;

 

besluit vast te stellen

de Beleidsregels terug – en invordering bedrijfskapitaal Tozo gemeente Oude IJsselstreek

 

Hoofdstuk 1: Algemeen

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a. bedrijfskapitaal: bijstand in de vorm van een rentedragende geldlening op grond van de Tozo van

  • in totaal maximaal € 10.157,--;

  • b. Bbz: Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

  • c. gemeente: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;

  • d. Pw: Participatiewet;

  • e. Tozo: Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers;

  • f. zelfstandige: de rechthebbende volgens artikel 1 van de Tozo.

 

Artikel 2: Bevoegdheid tot terugvordering bedrijfskapitaal

De gemeente maakt gebruik van de bevoegdheid tot het terugvorderen van het bedrijfskapitaal op

grond van de artikelen 58 lid 2, 59 en 60 van de Pw.

 

Artikel 3: Opeisbaar stellen bedrijfskapitaal

1. De gemeente merkt de lening bedrijfskapitaal als direct opeisbaar aan wanneer:

  • a. de zelfstandige de terugbetalingsverplichtingen niet nakomt;

  • b. de zelfstandige zijn bedrijf of beroep geheel of gedeeltelijk overdraagt of beëindigt;

  • c. er sprake is van surseance van betaling of faillissement van de zelfstandige, van één van de

  • vennoten of leden waarmee het bedrijf of zelfstandig beroep in een samenwerkingsverband

  • wordt uitgeoefend, of van de rechtspersoon;

  • d. er sprake is van curatele van de zelfstandige, of bij onderbewindstelling van het vermogen

  • van de zelfstandige en/of het bedrijf;

  • e. de zelfstandige het bedrijfskapitaal niet besteedt aan de overeengekomen bestemming;

  • f. de zelfstandige komt te overlijden.

 

2. Terug- en invordering vindt plaats bij de zelfstandige en/of diens (ex-)partner, als deze partner bij de

bijstand is inbegrepen.

 

Artikel 4: Rente- en aflossingsverplichtingen bedrijfskapitaal

1. De gemeente stelt de aflossing van het verstrekte bedrijfskapitaal vast op basis van de looptijd

van de geldlening en kan hierbij rekening houden met de aflossingscapaciteit van de zelfstandige.

 

2. Wanneer de zelfstandige niet aan de rente- en aflossingsverplichtingen voldoet, zal de gemeente

contact opnemen met de zelfstandige. Daarna volgen, als dit nodig is, een 1e en een 2e

aanmaning.

 

3. Als de zelfstandige ook na een 2e aanmaning niet aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen

voldoet, gaat de gemeente direct over tot terugvordering van de openstaande vordering plus

achterstallige rente.

 

4. Als sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de rente- en aflossingsverplichtingen, betaalt

de zelfstandige over de achterstallige rente- en aflossingsbedragen de wettelijke rente.

 

Hoofdstuk 2: Invordering en betalingsverplichting

Artikel 5: Aflossingscapaciteit en betalingsregeling

1. De gemeente biedt de zelfstandige wanneer de vordering, bestaande uit de rentedragende

geldlening plus achterstallige rente, direct opeisbaar is geworden, een termijn van 6 weken om

het volledige openstaande bedrag te voldoen. Ook biedt de gemeente de zelfstandige de

mogelijkheid om een betalingsregeling te treffen. Dit wordt in de beschikking vermeld.

 

2. De zelfstandige kan zelf een betalingsregeling voorstellen. Hiermee stemt de gemeente in als:

  • a. daarmee de vordering binnen een periode van 72 maanden in zijn geheel kan worden

  • afgelost;

  • b. de voorgestelde aflossing ten minste € 158,- per maand bedraagt.

     

3. Wanneer een betalingsregeling zoals genoemd in het 2e lid niet tot stand kan komen, wordt de

aflossing vastgesteld op 5% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm plus 35% van

het inkomen boven deze norm, maar maximaal het bedrag dat berekend met de rekenmodule

beslagvrije voet is in te vorderen.

 

4. In afwijking van het 2e en 3e lid kan de gemeente met een betalingsvoorstel van de zelfstandige

instemmen als daarmee wordt bereikt dat de zelfstandige de vordering via minnelijke weg blijft

betalen.

 

Artikel 6. Mogelijkheden tot wijziging van een betalingsverplichting

1. De gemeente kan op verzoek van de zelfstandige de eerder vastgestelde betalingsverplichting

wijzigen als dit naar het oordeel van de gemeente noodzakelijk is in verband met wijzigingen in

de (financiële) situatie van de zelfstandige.

 

2. De gemeente kan de betalingsverplichting wijzigen wanneer uit een draagkrachtonderzoek blijkt

dat de zelfstandige over onvoldoende draagkracht beschikt, of als daarmee wordt bereikt dat de

zelfstandige de vordering via minnelijke weg blijft betalen.

 

3. De gemeente voert periodiek of op basis van signalen onderzoek uit naar mogelijk gewijzigde

financiële omstandigheden.

 

Artikel 7. Uitstel van betaling

1. De gemeente kan op schriftelijk verzoek van de zelfstandige uitstel van de betalingsverplichting

verlenen voor de duur van telkens maximaal 6 maanden. Dit kan alleen als de

(financiële) omstandigheden daartoe aanleiding geven en de zelfstandige dit onderbouwt met

bewijsstukken.

 

2. De gemeente stemt zonder onderzoek in met een verzoek tot uitstel van betaling als:

  • a. aan de zelfstandige in de periode van 24 maanden voor het verzoek niet eerder een

  • uitstel van betaling is toegekend; en

  • b. het uitstel van betaling niet langer duurt dan 6 maanden.

 

3. De gemeente trekt het besluit tot uitstel van betaling in wanneer:

  • a. op een later tijdstip blijkt dat de zelfstandige onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt

  • en op basis van de juiste of volledige gegevens een ander besluit zou zijn genomen; en/of

  • b. de gronden voor verlening van het uitstel als bedoeld in het 1e lid zijn komen te vervallen.

 

Artikel 8. Niet of niet meer voldoen aan de betalingsverplichting

1. Als de zelfstandige na terugvordering van het bedrijfskapitaal niet bereid is een betalingsregeling

te treffen of een eerder opgelegde betalingsverplichting niet meer nakomt, kan de gemeente

invorderen bij dwangbevel. De invordering kan dan worden overgedragen aan de deurwaarder.

 

2. Bij inschakeling van een deurwaarder betaalt de zelfstandige de in rekening gebrachte kosten.

 

Hoofdstuk 3: Afzien van invordering

Artikel 9. Afzien van (verdere) invordering na het voldoen aan de betalingsverplichting

1. De gemeente kan ambtshalve van (verdere) invordering afzien als de zelfstandige:

  • a. gedurende 6 jaar volledig aan de betalingsverplichtingen heeft voldaan,

  • mits die betalingsverplichtingen minimaal 5% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm

  • bedragen;

  • b. gedurende 6 jaar niet volledig aan de betalingsverplichtingen heeft

  • voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode alsnog heeft betaald, mits de

  • betalingsverplichtingen minimaal 5% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm bedragen;

  • c. gedurende 6 jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk

  • is dat de zelfstandige deze binnen afzienbare tijd zal gaan verrichten;

  • d. gedurende 6 jaar geen of onregelmatig betalingen heeft verricht en de

  • openstaande vordering minder bedraagt dan € 1000,-; of

  • e. gedurende 6 jaar volledig aan de betalingsverplichtingen heeft voldaan

  • of in totaal 25% of meer van de hoofdsom heeft afgelost, en een bedrag van ten minste 50%

  • van de restsom in één keer aflost.

 

2. Als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn kan de gemeente, in afwijking van het 1e lid,

besluiten geheel of gedeeltelijk van invordering af te zien.

 

Artikel 10. Kwijtschelding van de vordering in verband met een schuldregeling

1. Op grond van artikel 58 lid 2 onder b van de Pw en artikel 3 lid 1 onder a van de Wet

gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) kan de gemeente de vordering kwijtschelden als:

  • a. redelijkerwijs te voorzien is dat de zelfstandige de schuld niet binnen afzienbare tijd zal

  • kunnen afbetalen; en

  • b. redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen van

  • de overige schuldeisers zonder kwijtschelding van de Tozo-vordering niet tot stand zal

  • komen; en

  • c. de vordering van de gemeente ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de

  • vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

 

2. De gemeente trekt het besluit om mee te werken aan een schuldregeling in als:

  • a. niet binnen 12 maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling tot stand is

  • gekomen die voldoet aan de eisen bedoeld in het 1e lid;

  • b. de zelfstandige de aan de schuldregeling verbonden verplichtingen ondanks waarschuwing

  • blijft schenden; of

  • c. op een later tijdstip blijkt dat onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en op basis van

  • de juiste of volledige gegevens een ander besluit zou zijn genomen.

 

3. De gemeente kan op schriftelijk verzoek uitstel van de betalingsverplichting verlenen voor de duur die nodig is voor de totstandkoming van de schuldenregeling.

 

Hoofstuk 4: Slotbepalingen

Artikel 11: Hardheidsclausule

In zeer uitzonderlijke gevallen kan het college van de gemeente Oude IJsselstreek in geval de regeling onredelijk en onbillijk uitpakt in de geest van deze beleidsregels ten gunste van de inwoner afwijken van het in deze beleidsregels gestelde.

 

Artikel 12: Inwerkingtreding en duur

De beleidsregels treden in werking één dag na publicatie

 

Artikel 13: Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

Beleidsregels terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo gemeente Oude IJsselstreek

 

Aldus vastgesteld op 24 oktober 2023

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, de secretaris,