Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Orionis Walcheren

Verordening financieel beleid, beheer en organisatie (artikel 212 Gemeentewet)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOrionis Walcheren
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingVerordening financieel beleid, beheer en organisatie (artikel 212 Gemeentewet)
CiteertitelVerordening financieel beleid, beheer en organisatie (art. 212 GW) Orionis Walcheren 2023
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening financieel beleid, beheer en organisatie (art. 212 GW) Orionis Walcheren 2023

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 212 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Artikel 212 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-09-2023Nieuwe regeling

14-09-2023

bgr-2023-1049

AB nota 23 046 Besluitnummer a20230914-02

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening financieel beleid, beheer en organisatie (artikel 212 Gemeentewet)

Besluit van het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren tot vaststelling van de Verordening financieel beleid, beheer en organisatie (artikel 212 Gemeentewet) Orionis Walcheren 2023

 

Inhoudsopgave

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen 3

Artikel 1. Definities 3

Paragraaf 2. Begroting en verantwoording 3

Artikel 2. Vaststelling programma-indeling en paragrafen 3

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken 3

Artikel 4. Kaders begroting en meerjarenraming 4

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten 4

Artikel 6. Tussentijdse rapportages 4

Artikel 7. Jaarstukken 5

Artikel 8. Wensen en bedenkingen over grote onderwerpen 5

Paragraaf 3. Rechtmatigheidsverantwoording 5

Artikel 9. Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording 5

Artikel 10. Voorwaardencriterium 5

Artikel 11 Begrotingscriterium 5

Artikel 12 Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium 6

Paragraaf 4. Financieel beleid 6

Artikel 13. Waardering en afschrijving vaste activa 6

Artikel 14. Kostprijsberekening 6

Artikel 15. Prijzen economische activiteiten 7

Artikel 16. Financieringsfunctie 7

Paragraaf 5. Paragrafen bij de begroting en jaarstukken 7

Artikel 17. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 7

Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen 7

Artikel 19. Bedrijfsvoering 8

Paragraaf 6. Financiële organisatie en financieel beheer 8

Artikel 20. Administratie 8

Artikel 21. Financiële organisatie 8

Artikel 22. Interne controle 9

Paragraaf 7. Slotbepalingen 9

Artikel 23. Intrekking oude regeling 9

Artikel 24. Inwerkingtreding en citeertitel 9

Bijlage afschrijvingsbeleid bij artikel 14 10

 

 

 

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Definities

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van Orionis Walcheren en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

    • overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin Orionis Walcheren, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.

    • rechtmatigheidsverantwoording: de rapportage van het Dagelijks Bestuur waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving.

 

Paragraaf 2. Begroting en verantwoording Artikel 2. Vaststelling programma-indeling en paragrafen

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur stelt bij aanvang van iedere bestuursperiode een programma-indeling voor die periode vast.

  • 2.

    Het Algemeen Bestuur stelt bij aanvang van iedere bestuursperiode op voorstel van het Dagelijks Bestuur per programma vast:

    • a.

      de taakvelden, en

    • b.

      de beleidsindicatoren. Het voorstel van het Dagelijks Bestuur bevat in ieder geval de verplichte beleidsindicatoren, bedoeld in artikel 25, tweede lid, onder a, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

  • 3.

    Het Algemeen Bestuur stelt bij aanvang van iedere bestuursperiode vast over welke onderwerpen hij in extra paragrafen naast de verplichte paragrafen van de begroting en de jaarstukken kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd.

 

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt:

    • a.

      van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het investeringskrediet in het lopende boekjaar weergegeven, en

    • b.

      in aanvulling op het bepaalde in de artikelen 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.

  • 2.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven en inkomsten weergegeven.

  • 3.

    In het overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per programma worden posten vanaf € 50.000 afzonderlijk gespecificeerd.

 

Artikel 4. Kaders begroting en meerjarenraming

  • 1.

    De gemeenteraden stellen eens per 4 jaar een Kadernota vast met het beleid en bieden deze aan het Algemeen Bestuur aan. De VZG biedt eens per jaar de financiële kaders van de begroting aan voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming door middel van de VZG-norm.

  • 2.

    In de begroting wordt een post onvoorzien van nihil opgenomen.

 

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten per programma.

  • 2.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft het Algemeen Bestuur aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringskredieten worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur informeert het Algemeen Bestuur als zij verwacht dat de lasten van een programma of een prioriteit de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te overschrijden, of de baten van een programma of een prioriteit de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden. Het Algemeen Bestuur geeft aan of hij een voorstel wil voor het wijzigen van de geautoriseerde lasten van het programma of de prioriteit, voor het wijzigen van het geautoriseerde investeringskrediet, of voor het bijstellen van het beleid.

  • 4.

    Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages in het Algemeen Bestuur bedoeld in artikel 6, eerste lid, doet het Dagelijks Bestuur voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doet het Dagelijks Bestuur indien nodig ook bij iedere begroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.

  • 5.

    Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het Dagelijks Bestuur voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan het Algemeen Bestuur voor. Bij investeringen groter dan € 500.000 informeert het Dagelijks Bestuur het Algemeen Bestuur in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van Orionis Walcheren.

 

Artikel 6. Tussentijdse rapportages

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur informeert het Algemeen Bestuur door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van Orionis Walcheren over de eerste vier maanden en de eerste acht maanden van het lopende boekjaar.

  • 2.

    De tussentijdse rapportages (‘dashboard’) bevatten in ieder geval de in de begroting opgenomen doelstellingen per programma met de realisatie daarvan en een overzicht met de bijgestelde raming van:

    • a.

      het BUIG-saldo

    • b.

      het Wsw-saldo

    • c.

      de rendementsdoelstelling Werkleerbedrijf;

  • 3.

    In de tussentijdse rapportages worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten of saldi van taakvelden, prioriteiten en investeringskredieten in de begroting groter dan € 250.000 toegelicht.

 

Artikel 7. Jaarstukken

  • 1.

    Gelijktijdig met het aanbieden van de jaarstukken biedt het Dagelijks Bestuur het Algemeen Bestuur het voorstel aan over de bestemming van het jaarrekeningresultaat.

  • 2.

    Vooruitlopend op het bestemmingsvoorstel over het jaarrekeningresultaat kan het Dagelijks Bestuur het Algemeen Bestuur voorstellen om restantmiddelen op onderdelen van het rekeningresultaat over te hevelen naar het volgende begrotingsjaar.

 

Artikel 8. Wensen en bedenkingen over grote onderwerpen

In het kader van de actieve informatieplicht beslist het Dagelijks Bestuur niet over:

  • a.

    de aan- en verkoop van goederen, werken en diensten groter dan € 1.000.000;

  • b.

    het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 100.000, en

  • c.

    het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen,

dan nadat het Algemeen Bestuur is geïnformeerd over het voornemen en hiertoe in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het Dagelijks Bestuur te brengen.

 

Paragraaf 3. Rechtmatigheidsverantwoording Artikel 9. Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur stelt vast op welke wijze hij door middel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken, naast de verplichte onderdelen van deze paragraaf, wil worden geïnformeerd over rechtmatigheid.

  • 2.

    In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening rapporteert het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur over afwijkingen met een verantwoordingsgrens van 1% van de totale lasten van Orionis Walcheren, inclusief de dotaties aan de reserves.

  • 3.

    In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan € 100.000 nader toegelicht.

 

Artikel 10. Voorwaardencriterium

  • 1.

    Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur biedt het Algemeen Bestuur jaarlijks uiterlijk op1 oktober ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien.

 

Artikel 11 Begrotingscriterium

  • 1.

    Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door het Algemeen Bestuur geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;

  • 2.

    De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door het Algemeen Bestuur is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 5.

  • 3.

    Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaal bedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.

  • 4.

    Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd. Afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:

    • a.

      Er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren.

    • b.

      Er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling.

    • c.

      De overschrijding is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een tussentijdse rapportage.

  • 5.

    Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van het Algemeen Bestuur, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

 

Artikel 12 Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium

  • 1.

    Het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

 

Paragraaf 4. Financieel beleid Artikel 13. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Immateriële en materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de methodiek en de termijnen zoals vermeld in de Bijlage afschrijvingsbeleid bij deze verordening.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur biedt het Algemeen Bestuur jaarlijks een meerjaren investeringsplan aan als bijlage bij de begroting, waarbij inzicht wordt verschaft in de geplande investeringen en de daarmee gepaard gaande kapitaallasten voor de komende meerjaren periode.

 

Artikel 14. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.

  • 2.

    Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden toegerekend aan activiteiten welke geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten.

  • 3.

    Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden betrokken in de aangifte vennootschapsbelasting, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en voor de belastingaangifte aan de kostprijs van de vennootschapsbelastingplichtige activiteiten toegerekend.

  • 4.

    Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het tweede en derde lid betreffen, wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel.

  • 5.

    In afwijking van artikel 14 eerste lid wordt bij een verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.

 

Artikel 15. Prijzen economische activiteiten

  • 1.

    Voor de levering van goederen, diensten en werken door Orionis Walcheren aan overheidsbedrijven en derden waarbij Orionis Walcheren in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht.

  • 2.

    Bij het verstrekken van leningen of garanties door Orionis Walcheren aan overheidsbedrijven en derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht.

  • 3.

    Bij het verstrekken van kapitaal door Orionis Walcheren aan overheidsbedrijven en derden gaat het Dagelijks Bestuur uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen.

  • 4.

    Bij afwijking van het eerste, tweede of derde lid vanwege een publiek belang doet het Dagelijks Bestuur vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een besluit van het Algemeen Bestuur, waarin het publiek belang van de activiteiten wordt gemotiveerd.

  • 5.

    Besluiten met de motivering van het publiek belang als bedoeld in het vorige lid zijn niet nodig als minder dan de integrale kostprijs in rekening wordt gebracht en er sprake is van een van de uitzonderingen zoals genoemd in artikel 25h van de Mededingingswet.

 

Artikel 16. Financieringsfunctie

Het Dagelijks Bestuur biedt het Algemeen Bestuur minimaal eens per 6 jaar een treasurystatuut aan, waarin nadere regelgeving is opgenomen met betrekking tot

  • a.

    Risicobeheer,

  • b.

    Financiering,

  • c.

    Kasbeheer,

  • d.

    Administratieve organisatie en interne controle en

  • e.

    Informatievoorziening

in het kader van de treasuryfunctie.

 

Paragraaf 5. Paragrafen bij de begroting en jaarstukken Artikel 17. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Het Dagelijks Bestuur neemt in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op: de wijze waarop met conjuncturele risico’s en de omvang van het weerstandsvermogen wordt omgegaan.

 

Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen

De directie biedt het Dagelijks Bestuur ten minste eens in de vier jaar een onderhoudsplan gebouwen aan. Het onderhoudsplan gebouwen bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan gebouwen in eigendom van Orionis Walcheren. Het Dagelijks Bestuur stelt het onderhoudsplan gebouwen vast.

 

Artikel 19. Bedrijfsvoering

Het Dagelijks Bestuur neemt in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • a.

    de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten, inclusief de kosten van inhuur derden;

  • b.

    de huisvestingskosten;

  • c.

    de automatiseringskosten;

  • d.

    een toelichting op alle afwijkingen in rechtmatigheid, die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen voor zover deze de rapportagegrens, zoals bedoeld in artikel 10 overschrijden en eventueel welke maatregelen worden genomen om deze afwijkingen in de toekomst te voorkomen;

  • e.

    een overzicht van en toelichting op niet-financiële onrechtmatigheden in verband met het niet naleven van bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden en de bijbehorende ministeriële regelingen, als deze voorkomen;

  • f.

    geconstateerde fraude door eigen medewerkers, als dit voorkomt,

 

Paragraaf 6. Financiële organisatie en financieel beheer Artikel 20. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in Orionis Walcheren als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden, contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot productie van goederen en diensten door Orionis Walcheren en de maatschappelijke effecten van het beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording door Het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving, en

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

  •  

 

Artikel 21. Financiële organisatie

Het Dagelijks Bestuur draagt in ieder geval zorg voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de organisatie en een eenduidig toewijzing van taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen;

  • h.

    het beleid en de interne regels voor het voorkomen van fraude van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan, en

  • i.

    het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde prestaties en de maatschappelijke effecten zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur, kunnen worden getoetst.

 

Artikel 22. Interne controle

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteert het Dagelijks Bestuur daarover in de rechtmatigheidsverantwoording. Daarnaast informeert het Dagelijks Bestuur het Algemeen Bestuur over genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur zorgt voor de systematische controle van de administratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van Orionis Walcheren met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de 5 jaar. Bij afwijkingen in de administratie neemt het Dagelijks Bestuur maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.

  •  

 

Paragraaf 7. Slotbepalingen Artikel 23. Intrekking oude regeling

De Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.

 

Artikel 24. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 15 september 2023.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening financieel beleid, beheer en organisatie (art. 212 GW) Orionis Walcheren 2023.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 14 september 2023.

 

 

 

Bijlage afschrijvingsbeleid bij artikel 14

 

Afschrijvingsbeleid immateriële vaste activa

De volgende immateriële vaste activa worden lineair afgeschreven in:

  • a.

    maximaal levensduur voorziening: bijdragen aan activa in eigendom van derden;

  • b.

    5 jaar: kosten voor onderzoek en ontwikkeling;

  • c.

    3 tot 5 jaar: computerapplicaties;

 

Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut

Activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan € 3.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd.

 

Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.

 

De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven in:

  • a.

    20 tot 40 jaar: nieuwbouw kantoren en bedrijfsgebouwen;

  • b.

    10 tot 25 jaar: renovatie, restauratie en aankoop kantoren en bedrijfsgebouwen;

  • c.

    10 tot 15 jaar: technische installaties in bedrijfsgebouwen;

  • d.

    3 tot 5 jaar: automatiseringsapparatuur; ICT-componenten;

  • e.

    4 tot 10 jaar: veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; telefooninstallaties; kantoormeubilair; machines;

  • f.

    5 tot 7 jaar: vervoermiddelen o.a. aanhangwagens, personenauto’s en lichte motorvoertuigen.

 

Afwijkend fiscaal Afschrijvingsbeleid

Ten behoeve van het bepalen van de vennootschapsbelastingplicht dienen fiscale afschrijvingsregels te worden toegepast. Afwijkende fiscale regels met betrekking tot het hierboven genoemde beleid zijn:

  • a.

    afschrijvingsduur computerapplicaties: 5 jaar;

  • b.

    afschrijvingsduur nieuwbouw kantoor en bedrijfsgebouwen: 20 tot 40 jaar; met dien verstande dat de afschrijving stopt op het moment dat de fiscale bodemwaarde, zijnde 50% van de WOZ-waarde wordt bereikt;

  • c.

    verkrijgingsprijs vanaf grensbedrag € 450.

 

De voorzitter De secretaris

J.S. Louws H.M.A. Guise