Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leiden

Gedragscode voor burgemeester en wethouders 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeiden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode voor burgemeester en wethouders 2022
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlageToelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Gedragscode voor burgemeester en wethouders 2014 (RV 14.0077).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 41c, tweede lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 69, tweede lid, van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2023nieuwe regeling

10-03-2022

gmb-2022-120833

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode voor burgemeester en wethouders 2022

De raad van de gemeente Leiden:

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (Raadsvoorstel RV 22.0016 van 1 februari 2022), mede gezien het advies van de commissie Leefbaarheid en Bereikbaarheid,

 

gelet op de artikelen 41c lid 2 en 69 lid 2 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

Vast te stellen de navolgende gedragscode:

 

Gedragscode voor burgemeester en wethouders 2022

 

Kernbegrippen integriteit van burgemeester en wethouders

 

Leden van het college van een gemeente stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeenten en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Integriteit van het college houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders en volksvertegenwoordigers hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van het college in een breder perspectief:

 

Dienstbaarheid Het handelen van de burgemeester of wethouder is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

 

Functionaliteit Het handelen van de burgemeester of wethouder heeft een herkenbaar verband met de functie die hij/zij vervult in het bestuur.

 

Onafhankelijkheid Het handelen van de burgemeester of wethouder wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

 

Openheid Het handelen van de burgemeester of wethouder is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de burgemeester of wethouder en zijn/haar beweegredenen daarbij.

 

Betrouwbaarheid Op de burgemeester of wethouder moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan afspraken. Kennis en informatie waarover hij/zij uit hoofde van zijn/haar functie beschikt, wendt hij/zij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

 

Zorgvuldigheid Het handelen van de burgemeester of wethouder is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op concrete wijze worden afgewogen.

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.

    Deze gedragscode geldt voor de burgemeester en de wethouders van de gemeente Leiden, tenzij uit de tekst van een gedragsregel anders blijkt.

  • 2.

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is vindt bespreking plaats in het college.

  • 3.

    De code is openbaar en voor iedereen makkelijk toegankelijk.

  • 4.

    De burgemeester en de wethouder ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 5.

    De burgemeester en de wethouder zijn aanspreekbaar op de naleving van deze code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling

  • 1.

     

    • a.

      De burgemeester en de wethouders leveren de gemeentesecretaris de informatie aan over de nevenfuncties die openbaar gemaakt moeten worden, bij aanvang van het ambt, dan wel binnen één maand na aanvaarding van de nevenfunctie en geven aan de gemeentesecretaris de wijzigingen daarin door.

    • b.

      De informatie betreft in ieder geval de omschrijving van de nevenfunctie, de organisatie voor wie de nevenfunctie wordt verricht, wat het (verwachte) tijdsbeslag is en wat de inkomsten daaruit zijn.

    • c.

      De gemeentesecretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 2.

    De burgemeester of de wethouder vervult geen nevenfuncties die een risico vormen voor een integere invulling van de politiek functie.

  • 3.

    De burgemeester of de wethouder behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De inkomsten komen ten goede aan de kas van de gemeente. Voor een voltijds bestuurder vindt verrekening plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties.

  • 4.

     

    • a.

      De burgemeester en de wethouders handelen in de uitoefening van hun ambt niet zodanig dat zij vooruitlopen op een functie na aftreden.

    • b.

      De wethouder bespreekt het voornemen tot aanvaarding van een functie met de burgemeester.

    • c.

      De burgemeester bespreekt het voornemen tot aanvaarding van een functie met de commissaris van de Koning.

  • 5.

     

    • a.

      Het college van burgemeester en wethouders sluit de burgemeester en wethouders gedurende een jaar na aftreden uit van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente.

    • b.

      De uitsluiting geldt niet bij aanvaarding van een dienstbetrekking bij de gemeente waar hij/zij burgemeester, dan wel wethouder was. Voor werving, selectie en indiensttreding bij de gemeente zijn de voor het ambtelijk personeel geldende regels ter zake van overeenkomstige toepassing.

  • 6.

    De burgemeester en de wethouders doen opgave van hun financiële belangen.

  • 7.

    Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van de burgemeester of de wethouder over een onderwerp in het geding kan zijn (bijvoorbeeld bij een financieel belang, bij familie- of vriendschaps-betrekkingen of een anderszins persoonlijke betrekking met een aanbieder van diensten of zaken), geeft hij/zij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat. Hij/zij draagt, indien dit wenselijk is, dit dossier over en onthoudt zich van deelname aan besluitvorming.

  • 8.

    De burgemeester of de wethouder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen persoonlijke geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn/haar onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

Artikel 3 Informatie

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij/zij uit hoofde van het ambt beschikt. Hij/zij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 2.

    De burgemeester of de wethouder verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 3.

    De burgemeester of de wethouder maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn/haar persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen inf3.ormatie.

  • 4.

    De burgemeester of de wethouder gaat verantwoord om met de e-mail en internetfaciliteiten alsmede met de sociale media van de gemeente.

  • 5.

    De burgemeester of de wethouder houdt geen informatie achter.

Artikel 4 Geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten (en biedt deze niet aan) indien zijn/haar onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij/zij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen (zie ook artikel 2.8).

  • 2.

    Geschenken en giften die de burgemeester of de wethouder uit hoofde van zijn/haar functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50,00 vertegenwoordigen worden, indien zij niet worden teruggestuurd, overgedragen aan en eigendom van de gemeente en worden geregistreerd. Voor dergelijke geschenken wordt een gemeentelijke bestemming gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50,00 of minder vertegenwoordigen kunnen worden behouden en behoeven niet te worden gemeld en geregistreerd.

  • 3.

    Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt de burgemeester of de wethouder dit in het college, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 4.

    De gemeentesecretaris legt een register aan van de geschenken met een geschatte hogere waarde dan € 50. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 5.

    Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen worden niet geaccepteerd.

  • 6.

     

    • a.

      Invitaties voor excursies, evenementen en buitenlandse reizen op rekening van anderen dan de gemeente legt de burgemeester respectievelijk de wethouder vooraf ter bespreking voor aan het college van burgemeester en wethouders.

    • b.

      De burgemeester, dan wel de wethouder maakt de excursies en evenementen die hij/zij heeft aanvaard openbaar binnen één week nadat de excursie, dan wel het evenement heeft plaatsgevonden, onder vermelding van wie deze kosten voor zijn/haar/hun rekening heeft/hebben genomen. De informatie is via internet beschikbaar.

    • c.

      De informatie over buitenlandse reizen voor rekening van derden wordt binnen één week na terugkeer in Nederland opgenomen in het register, bedoeld in artikel 5.12.

  • 7.

    Bij twijfel legt de burgemeester, respectievelijk de wethouder, de uitnodiging ter bespreking voor aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 5 Voorzieningen, bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen en buitenlandse reizen

  • 1.

     

    • a.

      Het college van burgemeester en wethouders richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven, met heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.

    • b.

      De burgemeester en wethouders verantwoorden zich over hun gebruik van de voorzieningen volgens de in het eerste lid onder a vastgestelde regels en procedures.

  • 2.

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 3.

    De burgemeester of de wethouder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 4.

    In geval van twijfel over een declaratie van de burgemeester of een wethouder wordt dit voorgelegd aan de gemeentesecretaris en zo nodig legt hij/zij dit ter besluitvorming aan het college voor. Het college van burgemeester en wethouders betrekt alle aspecten in de besluitvorming en informeert de gemeenteraad zo spoedig mogelijk over het genomen besluit.

  • 5.

    Gebruik van gemeentelijke voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan tenzij het bruikleen betreft of dit wettelijk of volgens interne regels is toegestaan.

  • 6.

    De burgemeester of de wethouder die het voornemen heeft uit hoofde van zijn/haar functie een buitenlandse reis (daaronder valt ook een reis naar de landen van het Koninkrijk in de Caraïben en de BES-eilanden) te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het college. Het gemeentebelang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 7.

    De burgemeester of de wethouder meldt het voornemen tot een buitenlandse reis (of een meerjarige reeks van opeenvolgende reizen met hetzelfde doel) of een uitnodiging daartoe in het college en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 8.

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van de burgemeester of de wethouder naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan als dit gebeurt op uitnodiging en kosten van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarbij gediend is. Afwijking van het voorgaande kan alleen door een besluit van het college.

  • 9.

    Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan.

  • 10.

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden moet betrokken worden bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten en de fiscale gevolgen komen volledig voor rekening van de burgemeester of de wethouder.

  • 11.

    De burgemeester respectievelijk een wethouder legt verantwoording af over afgelegde buitenlandse dienstreizen. Hij/zij maakt in ieder geval openbaar wat het doel, de bestemming en de duur van de buitenlandse dienstreis is geweest en wat daarvan de kosten waren voor de gemeente.

  • 12.

    De gemeentesecretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 13.

    Voor de toepassing van dit artikel 5 wordt onder buitenlandse dienstreis niet verstaan een dienstreis naar een Europese instelling.

Artikel 6 Uitvoering gedragscode

  • 1.

    De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van de gedragscode. Ingeval van leemtes en onduidelijkheden in deze gedragscode voorziet de gemeenteraad daarin.

  • 2.

    Twee keer per raadsperiode wordt bespreking van deze gedragscode geagendeerd.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze gedragscode treedt in werking een dag na bekendmaking.

  • 2.

    Bij de inwerkingtreding vervalt de Gedragscode voor burgemeester en wethouders 2014 (RV 14.0077), vastgesteld op 1 oktober 2014.

Gedaan in de openbare raadsvergadering van 10 maart 2022,

de Griffier,

dhr. G.F.C. Van Leiden

de Voorzitter,

drs. H.J.J. Lenferink