| Organisatie | Papendrecht |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | De teamleider Grondzaken, Ruimtelijke Ontwikkeling en Vastgoed (GROV) van de gemeente Papendrecht |
| Citeertitel | Ondermandaat Grondzaken, Ruimtelijke Ontwikkeling en Vastgoed |
| Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-11-2023 | nieuwe regeling | 21-09-2023 |
Het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;
De bepalingen van het Algemeen Mandaatbesluit, vastgesteld 21 december 2021;
Dat in het Algemeen Mandaatbesluit mandaat is verleend ten behoeve van het aangaan van bepaalde overeenkomsten;
Dat er per functie een maximumbedrag is vastgesteld, waarvoor financiële verplichtingen aangegaan kunnen worden;
Dat een teamleider een overeenkomst tot een maximumbedrag van € 100.000,- mag aangaan;
Dat er binnen het directieteam (DT) is aangegeven dat de behoefte wordt gevoeld om ook bepaalde werknemers lager in de organisatie de bevoegdheid toe te kennen om financiële overeenkomsten aan te kunnen gaan;
Dat het college hiertoe heeft besloten in het Algemeen mandaatbesluit;
Dat in artikel 5.2.6.3 is opgenomen dat de teamleider de bevoegdheid heeft een ondermandaat te verlenen aan een aan te wijzen medewerker (behandelend ambtenaar) ten behoeve van het aangaan van een overeenkomst voor going concernzaken;
Ondermandaat wordt verleend aan de heer E. Versteeg (technisch beheerder vastgoed), de heer H. van Dam (financieel/administratief medewerker vastgoed), mevrouw C. van der Vlies (projectleider grondzaken en snippergrond) en mevrouw E.A.D. Johnson (projectmedewerker grondzaken en snippergrond), tot het sluiten van
Het verleende ondermandaat dient te worden gebruikt met inachtneming van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en het Algemeen mandaatbesluit, zoals vastgesteld bij besluit van het college van Burgemeester en wethouders van 21 december 2021.