Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Nadere regels vergunning deelfietsen en deelscooters gemeente Amersfoort 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels vergunning deelfietsen en deelscooters gemeente Amersfoort 2024
CiteertitelNadere regels vergunning deelfietsen en deelscooters 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nadere regels vergunning deelmobiliteit worden.

Deze nadere regels vervallen op 31 december 2027.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-11-2023nieuwe regeling

24-10-2023

gmb-2023-462542

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels vergunning deelfietsen en deelscooters gemeente Amersfoort 2024

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

gelet op artikel 2:8 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

overwegende dat het gewenst is nadere regels te stellen voor het verlenen van vergunningen voor het bedrijfsmatig voertuigen op de weg plaatsen ten behoeve van gebruik door derden ; zodat vergunningen kunnen worden verleend met daarbij behorende verplichtingen voor plaatsing van deeltweewielers in de openbare ruimte;

 

besluit vast te stellen:

Nadere regels vergunning deelfietsen en deelscooters 2024

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Verordening: Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort;

  • b.

    elektrische snorfiets: snorfiets, als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990, met een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW;

  • c.

    elektrische bromfiets: motorrijtuig op twee wielen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h, uitgerust met een elektromotor met een nominaal maximumvermogen van niet meer dan 4 kW, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig of een motorrijtuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • d.

    elektrische fiets: fiets met trapondersteuning, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder ea, van de Wegenverkeerswet 1994;

Artikel 2 Aanwijzing wegen en wegvakken

Als wegen en wegvakken bedoeld in artikel 2:8, vijfde lid van de Verordening, worden aangewezen de wegen en wegvakken zoals opgenomen in Bijlage 1 bij deze nadere regels.

Artikel 3 Vergunning

  • 1)

    Het college kan een vergunning verlenen als bedoeld in artikel 2:8, eerste lid van de Verordening voor de volgende voertuigcategorieën:

    • a)

      elektrische brom- /snorfiets;

    • b)

      (elektrische) fiets;

  • 2)

    Een vergunning wordt verleend voor een maximaal aantal voertuigen per voertuigcategorie:

    Voertuigcategorie

    Aantal

    elektrische brom- /snorfiets

    250

    (elektrische) fiets

    250

  • 3)

    Na vergunningverlening kan het college op aanvraag van de vergunninghouder het aantal voertuigen verbonden aan de vergunning telkens uitbreiden met maximaal het in artikel 3 lid 2 gestelde aantal voertuigen, als:

    • a)

      de vergunninghouder minimaal zes maanden de al vergunde voertuigen aanbiedt in de gemeente Amersfoort;

    • b)

      de vergunninghouder in de drie maanden voorafgaand aan het indienen van de vergunningsaanvraag voor uitbreiding, heeft gehandeld conform de voorschriften opgenomen in artikel 6.

  • 4)

    In afwijking van artikel 1:7 van de Verordening geldt de vergunning tot en met 31 december 2026.

  • 5)

    Verlenging van de vergunning na 31 december 2026 is mogelijk met maximaal 1 jaar als het college daartoe besluit.

  • 6)

    De vergunning wordt geacht te zijn geëindigd vanaf het moment dat de vergunninghouder bij de gemeente aankondigt de activiteiten te stoppen.

  • 7)

    Als de vergunninghouder zijn activiteiten beëindigt, brengt hij de gemeente daarvan onmiddellijk op de hoogte. Bij beëindiging van de vergunning verwijdert de vergunninghouder binnen 1 maand zijn voertuigen uit de openbare ruimte. Als de vergunninghouder de voertuigen niet weghaalt, dan gaat de gemeente over tot het verwijderen van de voertuigen. De kosten die daarmee gemoeid zijn, zijn voor rekening van de vergunninghouder.

Artikel 4 Aanvraagvereisten

Een vergunning kan worden verleend als voldaan is aan de volgende aanvraagvereisten:

 

  • 1.

    de aanvrager is een rechtspersoon die is ingeschreven in het handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel of een vergelijkbare instantie van één van de EU-lidstaten;

  • 2.

    de aanvrager is geen moeder-, dochter-, of zusteronderneming van of op een andere wijze verweven met een andere onderneming die voor dezelfde periode voor dezelfde voertuigcategorie een vergunning heeft aangevraagd;

  • 3.

    een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 3 wordt gedaan met het door het college vastgestelde aanvraagformulier en gaat vergezeld van een plan van aanpak waarin aangetoond wordt dat de aanvrager kan voldoen aan de voorschriften die zijn opgenomen in artikel 6.

Artikel 5 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 1:8 en artikel 2:8 van de Verordening kan het college een vergunning weigeren, als in het ingediende plan van aanpak als bedoeld in artikel 4, onder c niet aannemelijk is gemaakt dat aanvrager kan voldoen aan hetgeen opgenomen is in artikel 2, artikel 4 en de voorschriften die zijn opgenomen in artikel 6.

Artikel 6 Voorschriften

  • 1.

    Aan de vergunning worden in elk geval de voorschriften in dit artikel verbonden.

    Voertuigen

  • 2.

    De voertuigen waarvoor vergunning wordt gevraagd voldoen aan de eisen die zijn gesteld bij of krachtens de Wegenverkeerswet.

  • 3.

    Vergunninghouder waarborgt de kwaliteit van de voertuigen en heeft een onderhoudsplan opgesteld en voert dit uit.

  • 4.

    De aandrijving van de voertuigen en voertuigen die worden ingezet voor de bedrijfsvoering zijn uitstootvrij aan de uitlaat.

  • 5.

    De voertuigen hebben een uniek ID-nummer en zijn op ieder moment te lokaliseren met een trackingsysteem.

  • 6.

    De voertuigen zijn visueel herkenbaar als deelvoertuig met duidelijk leesbare merkaanduiding en contactmogelijkheid.

    Exploitatie

  • 7.

    De vergunde voertuigen worden niet eerder geplaatst dan 1 januari 2024.

  • 8.

    Onverlet het vorige lid plaatst de vergunninghouder binnen 12 weken na vergunningverlening ten minste de helft van de vergunde voertuigen, waarbij de percentages zoals opgenomen in artikel 6 lid 9 van toepassing blijft.

  • 9.

    De vergunninghouder dient gemiddeld per maand onderstaande van toepassing zijnde percentage van zijn vergunde aantal voertuigen beschikbaar te hebben in aanbod op straat óf in gebruik in de gemeente.

    Deelmobiliteitsvorm

    Zomer

    Winter

    Deelfiets

    80%

    60%

    Deelscooter

    80%

    60%

  • 10.

    De vergunninghouder zorgt voor de herverdeling van de voertuigen naar behoefte van de gebruikers of op verzoek van de gemeente, en om clustering van te veel voertuigen op één locatie te voorkomen.

  • 11.

    De vergunninghouder moet de vergunde voertuigen dag en nacht beschikbaar stellen aan gebruikers.

    Accountmanagement

  • 12.

    Aanbieder heeft één vast Nederlands sprekend aanspreekpunt voor de gemeente die bevoegd is namens de vergunninghouder afspraken te maken en die telefonisch en per e-mail bereikbaar is op maandag tot en met vrijdag van 9:00 uur tot 17:00 uur CET, met uitzondering van nationale feestdagen.

    Klantenservice

  • 13.

    De vergunninghouder zorgt dat de volgende informatie in de Nederlandse taal voor klanten en anderen makkelijk vindbaar is via de gangbare kanalen, waaronder in ieder geval een website: basisinformatie van de vergunninghouder, contactgegevens en telefoonnummer van de helpdesk inclusief openingstijden.

  • 14.

    Via de app van de vergunninghouder kunnen gebruikers makkelijk zien waar zij mogen parkeren. Parkeerplekken/hubs die de gemeente heeft ingesteld, zijn goed zichtbaar en vindbaar voor gebruikers in de app van de vergunninghouder. De app moet Nederlandstalig zijn.

  • 15.

    Er moet een klantenservice gegarandeerd zijn, die 24/7 bereikbaar is, een klachtenregeling kent en telefonische ondersteuning biedt aan klanten en anderen tijdens kantooruren in de Nederlandse taal.

  • 16.

    De vergunninghouder behandelt en registreert klachten. De vergunninghouder rapporteert op verzoek de klachten aan de gemeente volgens een door de gemeente aangeleverd format in de Nederlandse taal.

    Openbare ruimte

  • 17.

    De vergunninghouder biedt de voertuigen niet aan op de wegen en wegvakken die zijn opgenomen in Bijlage 1.

  • 18.

    De vergunninghouder biedt brom- en snorfietsen en (elektrische) fietsen, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a en b, niet aan vanaf een vaste locatie, met uitzondering van de gebieden die opgenomen zijn in Bijlage 1.

  • 19.

    Defecte of niet te gebruiken voertuigen dienen door de vergunninghouder gerepareerd of verwijderd te worden uit de openbare ruimte, na de ontvangen melding. 90% van de defecte voertuigen moet binnen 12 uur zijn verwijderd of gerepareerd, en 100% binnen 48 uur.

  • 20.

    De vergunninghouder is altijd verantwoordelijk voor het correct stallen/parkeren van de voertuigen en neemt de nodige maatregelen om hinderlijk of foutief geparkeerde voertuigen te voorkomen. De vergunninghouder zorgt ervoor dat 90% van alle voertuigen die toch verkeerd geparkeerd staan, binnen onderstaande tijden zijn gecorrigeerd:

    • a.)

      Gevaarlijk: 12 uur

    • b)

      Onjuist: 12 uur

    • c)

      Hinderlijk: 24 uur (ook in geval van clustering van voertuigen)

  • 21.

    De vergunninghouder dient bij schade aan de openbare ruimte (bijvoorbeeld na een brand), deze te reinigen en te herstellen. De vergunninghouder is ook verantwoordelijk voor vervolgschade.

  • 22.

    De vergunninghouder zorgt ervoor dat de voertuigen niet te lang stil staan in de openbare ruimte, waarbij wordt uitgegaan van onderstaande Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI’s):

    • a.

      de voertuigen dienen per dag gemiddeld minimaal een bepaald aantal keer gebruikt te worden:

      KPI zomer in gebied waar gebruik hoog is

      KPI zomer in gebied waar vraag laag is

      KPI winter in gebied waar gebruik hoog is

      KPI winter in gebied waar vraag laag is

      1x p24h

      1x pwk

      1x pwk

      -

      1x p24h

      1x pwk

      1x pwk

      -

    • b.

      Een voertuig mag, in aanvulling op bovenstaand lid (artikel 6 lid 22a) maximaal 7 dagen aaneengesloten stil staan in de openbare ruimte.

      Data

  • 23.

    De vergunninghouder is zelfstandig verwerkingsverantwoordelijke voor de verzameling van persoonsgegevens.

  • 24.

    De aanvrager heeft een privacyverklaring in de Nederlandse taal en de vergunninghouder handelt volgens de AVG-wetgeving.

  • 25.

    De vergunninghouder levert geanonimiseerde data aan de gemeente voor monitorings- en evaluatiedoeleinden en staat toe dat de gemeente deze bekend mag maken zonder dat deze te herleiden zijn tot het bedrijf.

  • 26.

    De vergunninghouder dient binnen 3 maanden na vergunningverlening de gemeente of een door de gemeente aangewezen derde partij, actuele geanonimiseerde gegevens over haar voertuigen geautomatiseerd te verstrekken volgens de CDS-M werkwijze en datastandaarden.

  • 27.

    Vergunninghouder doet mee aan een periodieke, landelijke enquête onder gebruikers van de deelmobiliteit, en levert indien van toepassing aan de uitvoerend onderzoekspartij de relevante ruwe, geanonimiseerde enquêteresultaten.

    Regionaal aanbod

  • 28.

    Als de vergunninghouder in buurgemeenten van de gemeente Amersfoort aanbod plaatst, mag het aanbod van vergunde voertuigen binnen de gemeente Amersfoort met maximaal 20% overschreden worden.

Artikel 7 Slotbepaling

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op de dag na de dag van publicatie.

  • 2.

    De Nadere regels vergunning deelmobiliteit worden ingetrokken.

  • 3.

    Deze nadere regels vervallen op 31 december 2027.

  • 4.

    Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels vergunning deelfietsen en deelscooters 2024.

ALGEMENE TOELICHTING

Amersfoort groeit, en het aantal voertuigen en verkeersbewegingen daardoor ook. Dit mag niet ten koste gaan van de leefbaarheid, veiligheid en openbare ruimte in de stad. De gemeente stimuleert daarom nieuwe mobiliteitsconcepten zoals deelmobiliteit. De deelvoertuigen leggen ook een druk op de schaarse openbare ruimte. Daarom is volgens de APV een vergunning nodig voor het toelaten van deelmobiliteit in de openbare ruimte. Via de vergunning worden onder meer voorwaarden verbonden aan de dienstverlening en het aantal voertuigen dat een aanbieder neerzet. We stellen onder meer eisen aan het verwijderen van defecte en hinderlijke voertuigen, de klantenservice en het gebruik. Zo willen we de overlast beperken en het gebruik van de voertuigen op straat stimuleren. Ook het verder uitbreiden van de zogeheten hubs voor deelfietsen en deelscooters draagt bij aan het voorkomen van overlast.

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

ARTIKEL 1 Begripsbepaling

ARTIKEL 2 Aanwijzing wegen en wegvakken

De voertuigen mogen in principe overal in de stad geparkeerd worden, volgens het zogeheten free floating systeem. Dat houdt in dat de voertuigen kunnen worden aangeboden binnen het hele servicegebied (gemeentegrens van Amersfoort) met uitzondering van aangewezen wegen en wegvakken. Dit gaat onder meer over drukke gebieden rond stations en winkelcentra. In Bijlage 1 is opgenomen welke wegen en wegvakken het college heeft aangewezen waar je wel/niet mag parkeren en wel/niet mag in- en uitchecken. In de binnenstad hebben we begin 2023 vaste parkeerplekken (hubs) voor de deelfietsen en deelvoertuigen aangelegd en het winkelgebied uitgesloten van parkeren. Ook in het Soesterkwartier, Kruiskamp en De Nieuwe Stad hebben we vaste parkeerplekken voor deelfietsen-/deelscooters aangelegd, in combinatie met het free floating systeem. In de komende jaren komen er meer hubs in de stad. Vooral in de drukke gebieden en bij voorzieningen willen we in eerste instantie hubs gaan aanleggen. Die hubs zullen dan ook toegevoegd worden aan Bijlage 1. In de tussentijd gaan we meer virtuele hubs aanleggen die de aanbieders in hun apps kunnen toevoegen. Dat stimuleert het parkeren op de juiste plekken en voorkomt het parkeren op de stoepen, wat de toegankelijkheid van de stad ten goede komt.

 

Naast deze gebieden gelden uiteraard de algemene parkeerverboden. In het servicegebied mag een gebruiker het deelvoertuig in- en uitchecken en parkeren (zie witte delen in bijlage 1). Binnen het servicegebied zijn er gebieden aangewezen waar je niet mag parkeren en waarin je niet mag in-/ en uitchecken (zie rood gearceerde delen in bijlage 1). Definitief uitchecken en de dienstverlening stopzetten kan alleen in het (witte) servicegebied.

 

Een actuele kaart is ook te vinden op www.amersfoort.nl/deelvervoer.

 

ARTIKEL 3 Vergunning

  • 1)

    De elektrische snor- en bromfiets, elektrische fiets en de fiets zijn de toegestane deelvoertuigen waarvoor een vergunning aangevraagd kan worden. Een aanvrager mag maximaal 1 vergunning aanvragen per voertuigcategorie.

  • 5)

    Het college kan de vergunning verlengen met maximaal een jaar, tot uiterlijk 31 december 2027. Aanleiding voor de verlenging kan zijn dat het beëindigen van de vergunning meer nadelige gevolgen heeft dan verlenging. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid dat vergunninghouder na 31 december 2026 nog wel aanbod in regiogemeenten kan plaatsen, terwijl de vergunning in Amersfoort ophoudt te bestaan. Dit heeft voor het gebruik van het deelvervoer in stad en regio nadelige gevolgen. Ook is de deelmobiliteitsmarkt erg in ontwikkeling, denk aan de discussies over samenwerking met het ov en concessies. Wellicht is het dan nodig/efficiënt om de vergunning te verlengen.

ARTIKEL 4 Aanvraagvereisten

In dit artikel zijn de eisen opgenomen om in aanmerking te komen voor een vergunning. Als niet aan deze vereisten wordt voldaan, dan wordt de vergunning geweigerd.

  • 2)

    Als een aanvrager gelieerd is aan een onderneming die al een vergunning heeft voor dezelfde voertuigcategorie, dan komt de aanvrager niet in aanmerking voor de vergunning voor diezelfde voertuigcategorie.

  • 3)

    Een aanvraag moet worden gedaan met het aanvraagformulier dat te vinden is op http://www.amersfoort.nl/deelvervoer. De aanvraag gaat vergezeld van een plan van aanpak waarin de aanvrager onder andere aannemelijk maakt dat kan worden voldaan aan de voorschriften die zijn opgenomen in artikel 6. Dit kan door het toevoegen van een onderhoudsplan en herverdelingsplan.

ARTIKEL 5 Weigeringsgronden

Een aanvraag kan worden geweigerd in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de bescherming van het milieu. Dit is opgenomen in artikel 1:8 van de APV. Daarnaast kan de vergunning worden geweigerd:

 

  • a.

    in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente;

  • b.

    in het belang van de veiligheid van het publiek;

  • c.

    in het belang van de doorstroming van het verkeer;

  • d.

    ter voorkoming van onevenredig ruimtegebruik. (artikel 2:8 van de APV).

Een aanvraag wordt geweigerd als de aanvrager de voertuigen wil aanbieden op wegen of wegvakken die zijn opgenomen in Bijlage 1 als uitgesloten wegen en wegvakken. Een aanvraag wordt geweigerd als de aanvrager de voertuigen wil aanbieden vanaf een vaste locatie (station based) in plaats van free floating met uitzondering van (elektrische) bakfietsen en deels de steps. Ten slotte wordt de vergunning geweigerd als de stukken van artikel 4 niet worden ingediend, nadat de aanvrager twee weken de tijd is gegund om alsnog de ontbrekende/niet complete stukken aan te leveren.

 

Bovendien moet er worden gehandeld conform die stukken. Gebeurt dit niet dan wordt de vergunning ingetrokken. Dit wordt ook opgenomen in de vergunningvoorschriften.

 

ARTIKEL 6 Voorschriften

  • 1.

    In artikel 6 zijn de voorschriften beschreven waaraan voldoen met worden door de vergunninghouder.

  • 3.

    Kwaliteit van de voertuigen en onderhoudsplan: de voertuigen voldoen aan de wettelijke eisen. De aanvrager heeft een onderhoudsplan waarin staat beschreven hoe de voertuigen worden onderhouden, hoe vaak de voertuigen worden gecheckt op onder meer vandalisme, defecten en accucapaciteit. Ook wordt beschreven welk type voertuig, welke omvang en zwaarte de voertuigen hebben, zodat ze niet makkelijk verplaatst en omgegooid kunnen worden, en de mate waarin de voertuigen vandalisme-/en windbestendig zijn.

  • 4.

    Uitstootvrij: de vergunninghouder zorgt ervoor dat de voertuigen die worden ingezet in de stad voor de logistieke operationele werkzaamheden (onder meer het onderhoud en verplaatsing van voertuigen) uitstootvrij aan de uitlaat zijn. De binnenstad van Amersfoort is autoluw. De vergunninghouder is verantwoordelijk voor het aanvragen van een ontheffing voor de autoluwe binnenstad.

  • 5.

    Lokaliseren: de vergunninghouder kan te allen tijde de voertuigen lokaliseren. Dit betekent ook dat de accucapaciteit op een bepaald minimum ingesteld moet worden, zodat bij het uitvallen van de accu, er nog voldoende tijd is om het voertuig te lokaliseren.

  • 8.

    Termijn van plaatsing: in uitzonderlijke gevallen kan, in overleg met de gemeente, afgeweken worden van de termijn waarop de voertuigen in de stad geplaatst moeten worden. Dan kan gedacht worden aan bijvoorbeeld leveringsproblemen van de voertuigen, personeelstekort of andere onvoorziene omstandigheden.

  • 9.

    Minimaal aanbod in de stad: de vergunninghouder zorgt ervoor dat de voertuigen goed gebruikt worden. Tegelijkertijd zorgt de vergunninghouder ervoor dat in de zomer en ook in de winter voldoende aanbod in de stad aanwezig is. Zo willen we continuïteit in het aanbod en betrouwbaarheid van deelvervoer garanderen. In uitzonderlijke gevallen kan in overleg met de gemeente van de genoemde % in dit artikel afgeweken worden, bijvoorbeeld in geval van te veel stilstand/onvoldoende vraag of onvoorziene omstandigheden.

  • 10.

    Herverdeling: om clustering van veel voertuigen te voorkomen waardoor overlast ontstaat, dient er herverdeling plaats te vinden. Ook voor voldoende spreiding over de stad is veelal herverdeling gewenst. In een herverdelingsplan, dat bij de aanvraag wordt ingediend, maakt de vergunninghouder duidelijk op welke wijze de voertuigen worden verspreid over de stad en herverdeeld.

  • 12.

    t/m 16. Gemeente Amersfoort hecht veel belang aan toegankelijkheid. Dit betekent ook dat de klantenservice zo toegankelijk mogelijk moet zijn. We gaan er vanuit dat het contact via de Nederlandse taal verloopt, en de app en website voldoen aan de wet digitale toegankelijkheid. Ook is de vergunninghouder bereid de teletolk-dienst toe te staan.

  • 17.

    Uitgesloten gebieden: de vergunninghouder biedt de voertuigen alleen aan op locaties waar ze mogen staan. In bepaalde gebieden in de stad, zoals de binnenstad, bij stations en drukke winkelgebieden mogen de deelvoertuigen veelal niet geparkeerd worden of alleen in een hub. Die locaties zijn aangegeven in bijlage 1 bij deze nadere regels.

  • 18.

    In Amersfoort geldt over het algemeen het zogeheten ‘free floating systeem’. De voertuigen mogen volgens de geldende parkeer- en verkeersregels overal geparkeerd worden in de stad, met uitzondering van de parkeerplekken die speciaal zijn aangewezen voor deelvervoer, de zogenaamde hubs en de locaties die zijn aangewezen in bijlage 1 bij deze nadere regels.

  • 20.

    Parkeren: onder hinderlijk parkeren verstaan we het blokkeren van wegen en stoepen waardoor mensen niet meer hun weg via de reguliere weg kunnen vervolgen. Ook het stallen voor uitritten en uitgangen van bijvoorbeeld appartementencomplexen en garages, valt onder hinderlijk parkeren. Foutief en hinderlijk parkeren gaat ook over de toegankelijkheid van de openbare ruimte/de stoepen. Voorkomen moet worden dat de voertuigen obstakels worden en daarmee overlast voor mensen met een beperking veroorzaken. Het gaat dan om mensen die gebruik maken van een rolstoel of rollator of slechtzienden. De aanbieder neemt in de voorwaarden op dat gebruikers de deelvoertuigen niet hinderlijk mogen parkeren en op de stoep ruimte laten zodat de gebruikers van onder meer een kinderwagen en hulpmiddelen zoals een rolstoel, taststok en rollator langs het deelvoertuig over de stoep kunnen. Gebruikers worden hierover geïnformeerd vóórdat ze gebruik kunnen maken van het voertuig.

  • 21.

    Schade openbare ruimte: de vergunninghouder is verantwoordelijk voor het herstellen en reinigen van de openbare ruimte, na bijvoorbeeld brand. Dit betekent dat de locatie goed gereinigd moet worden. Als de stoepen of andere zaken in de openbare ruimte beschadigd zijn, dan dienen het volgens de voorschriften van de gemeente gerepareerd/hersteld te worden of de kosten die gemoeid zijn met het herstel, dient door de vergunninghouder betaald te worden.

  • 25.

    Geanonimiseerde data delen: de gemeente ontvangt geen persoonsgegevens maar geanonimiseerde data voor het gebruik van monitoring en evaluatie. Deze data mag de gemeente openbaar bekend maken als die maar niet te herleiden zijn tot een specifiek bedrijf. Dit betekent dat bij één aanbieder van een voertuigcategorie, deze data samengevoegd moeten worden bij bekendmaking

  • 26.

    Data delen: de gemeente dient toegang te krijgen tot actuele data, die geanonimiseerd zijn. Die data worden volgens de geldende standaarden gedeeld. Denk bijvoorbeeld aan de koppeling met het CROW-datadashboard.

  • 28.

    Bij voorkeur wordt het aanbod van de vergunninghouder ook in omliggende gemeenten geplaatst (uiteraard alleen als dit is toegestaan door de desbetreffende gemeenten). Als de voertuigen van de vergunninghouder in de regio beschikbaar zijn, dan mogen er 20% extra voertuigen, bovenop het aantal vergunde voertuigen in Amersfoort komen te staan. De vergunninghouder neemt in het herverdelingsplan op hoe de voertuigen binnen de regio worden herverdeeld.

Bijlage 1 behorend bij de nadere regels

Wegen en wegvlakken als bedoeld in art. 2.8, 5e lid, van de verordening

 

Deelvoertuigen gebruiken en parkeren volgens de al. verkeer- en parkeerregels