Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bunschoten

Beleidsregel Standplaatsenbeleid gemeente Bunschoten 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBunschoten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Standplaatsenbeleid gemeente Bunschoten 2023
CiteertitelStandplaatsenbeleid gemeente Bunschoten 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nota Standplaatsenbeleid Gemeente Bunschoten.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Plaatselijke Verordening
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2023nieuwe regeling

17-10-2023

gmb-2023-462301

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Standplaatsenbeleid gemeente Bunschoten 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunschoten,

 

Gelet op:

  • artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bunschoten;

  • artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende:

  • dat het noodzakelijk is het Standplaatsenbeleid gemeente Bunschoten te actualiseren;

Besluit vast te stellen:

 

Beleidsregel Standplaatsenbeleid gemeente Bunschoten 2023

 

 

Inleiding

In de gemeente Bunschoten kunnen op een aantal locaties standplaatsen worden ingenomen. Standplaatsen zorgen voor de nodige levendigheid en zijn een verrijking van het voorzieningenaanbod. We willen daarom als gemeente hiervoor ruimte bieden. Om duidelijkheid te geven om welke locaties het gaat, welke vergunningsprocedure gevolgd wordt en welke voorschriften aan de vergunning worden verbonden, zijn de regels hiervoor vastgelegd in het Standplaatsenbeleid gemeente Bunschoten 2023.

 

Juridisch kader

Het standplaatsenbeleid heeft een directe relatie met de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) gemeente Bunschoten. De standplaatsvergunningen worden door het college verleend op grond van artikel 5:18 van de APV. Daarom zijn de algemene bepalingen van de APV, de bepalingen in afdeling 4 van de APV en de bepalingen in hoofdstuk 6 van de APV van toepassing op de standplaatsvergunningen.

Verder is er een relatie met de Marktverordening gemeente Bunschoten, de Warenwet, de Wet Milieubeheer en de Winkeltijdenwet en de Europese Dienstenrichtlijn.

 

Definities

APV

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bunschoten;

College

college van burgemeester en wethouders;

Marktverordening

Marktverordening gemeente Bunschoten;

Rechthebbende

degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht;

Standplaats:

het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen, dan wel diensten aanbieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;

Vergunning:

vergunning voor het innemen van een standplaats, standplaatsvergunning;

Vergunninghouder:

de persoon op wiens naam de vergunning is geregistreerd;

Verkoopinrichting:

de fysieke middelen, die worden gebruikt op de standplaats.

 

Locatie standplaatsen

Voor het innemen van een standplaats zijn in onze gemeente de volgende locaties beschikbaar:

 

Kolkplein

3 standplaatsen

per dag/per dagdeel

Tuinfluiter

2 standplaatsen

per dag/per dagdeel

Anthon van der Horstlaan

1 standplaats

per dag/per dagdeel

Rengerswetering

1 standplaats

per dag/per dagdeel

Spuiplein

1 standplaats

per dag/per dagdeel

Eemdijk

1 standplaats

per dag/per dagdeel

 

De standplaatsen mogen van maandag tot en met zaterdag worden ingenomen.

Hiervoor gelden de tijden overeenkomstig de Winkeltijdenwet, te weten van 6.00 uur ’s ochtends tot 22.00 uur ’s avonds. Per standplaats kan een vergunning worden verleend voor de gehele dag of voor een dagdeel.

Op zon- en feestdagen mag geen standplaats worden ingenomen.

 

De standplaats aan de Anthon van der Horstlaan ligt op particulier terrein.

Ook op een standplaats op particulier terrein zijn de regels uit dit standplaatsenbeleid van toepassing. Bij een vergunningaanvraag moet een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de eigenaar en aanvrager worden overlegd aan het college. De rechthebbende kan naast de vergunningvoorschriften van de gemeente, eigen criteria hanteren voor het al dan niet toelaten van een standplaatshouder op zijn terrein.

 

Incidentele standplaatsen

Een incidentele standplaats is een standplaats die gedurende een korte periode (meestal één dag) mag worden ingenomen. Hiervoor moet bij het college vergunning worden aangevraagd. Voor incidentele standplaatsen zijn geen specifieke locaties aangewezen.

Voor incidentele standplaatsen op de Broerswetering en incidentele standplaatsen tijdens de Avondvierdaagse geldt het volgende:

 

Broerswetering

Deze locatie bevindt zich naast het marktterrein, waar op zaterdag de markt wordt gehouden. Voor deze locatie mogen op zaterdag incidentele standplaatsvergunningen worden verleend voor uitsluitend politieke partijen en charitatieve instellingen.

 

Avondvierdaagse

Tijdens de avondvierdaagse mag per standplaatslocatie één incidentele standplaats worden ingenomen.

Een aanvraag voor een standplaatsvergunning voor de avondvierdaagse moet voor 1 april van het betreffende jaar worden ingediend. Bij meerdere aanvragen voor dezelfde standplaats wordt door loting bepaald aan wie de vergunning wordt verleend.

Voor de standplaatslocatie bij de Anthon van der Horstlaan moet hiervoor toestemming worden gevraagd aan de rechthebbende.

 

Standplaatsen tijdens een evenement

Uitgangspunt is dat een standplaatshouder zijn plaats moet kunnen blijven innemen als er op de locatie een evenement plaatsvindt. Vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid kan het echter voorkomen dat dit niet mogelijk is. In dat geval zal de gemeente in overleg met de organisator van het evenement en de standplaatshouder een alternatieve locatie zoeken.

 

Vergunningsprocedure

 

1. Aanvraag vergunning

 

Een vergunning wordt schriftelijk aangevraagd op een daarvoor beschikbaar gesteld formulier, dat volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend moet worden ingediend.

Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

 

2. Vergunning

 

  • 1.

    Het is verboden een standplaats in te nemen zonder vergunning van het college. Het college verleent de vergunning op grond van artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bunschoten.

  • 2.

    De vergunning geldt voor de op de vergunning vermelde standplaats. Het college kan in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3.

    De vergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een omschrijving van de toegewezen vaste standplaats;

    • c.

      een omschrijving van de verkoopinrichting;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      de dag of dagen en het tijdvak waarop van de standplaats gebruik mag worden gemaakt;

    • f.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend.

  • 4.

    Aan de vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 5.

    Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

  • 6.

    De aanvrager toont aan dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

  • 7.

    Per persoon wordt niet meer dan één vergunning per locatie per dag of dagdeel afgegeven.

3. Geldigheidsduur vergunning

 

Aan de vergunning wordt een termijn verbonden. Hiertoe is het college verplicht op grond van de Europese dienstenrichtlijn. Een vergunning wordt verleend voor een periode van 12 jaar.

Na afloop van de vergunningstermijn moet de standplaats openbaar worden aangeboden aan andere gegadigden. Mochten er geen andere gegadigden in aanmerking komen, dan kan de vergunninghouder weer in aanmerking komen voor de standplaats.

De termijn voor standplaatsen op privéterrein mag afwijken van de termijn, zoals gesteld in dit beleid en wordt opgenomen in de privaatrechtelijke overeenkomst tussen de rechthebbende en de standplaatshouder.

 

4. Toewijzing vrije plaatsen

 

Het college maakt openbaar bekend dat een standplaats beschikbaar is.

Bij meerdere aanvragen voor een standplaats vindt toewijzing van de vergunning plaats door middel van loting. De gegadigden worden uitgenodigd bij de loting aanwezig te zijn.

 

5. Overschrijven standplaatsvergunning

 

  • 1.

    Wenst de houder van de standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2.

    Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste drie jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

  • 3.

    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4.

    De aanvraag tot overschrijving wordt geweigerd, als

    • a.

      niet wordt voldaan aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen;

    • b.

      de nieuwe vergunninghouder al over een standplaatsvergunning voor dezelfde locatie en dezelfde dag/hetzelfde dagdeel beschikt.

  • 5.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

6. Weigering vergunning

 

Een vergunning kan worden geweigerd:

  • a.

    in het belang van de openbare orde;

  • b.

    in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;

  • c.

    in het belang van de bescherming van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

  • d.

    als het kan leiden tot verstoring van het straatbeeld;

  • e.

    in het belang van de verkeersvrijheid of –veiligheid;

  • f.

    wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van een vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;

  • g.

    vanwege strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

    Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt dit als volgt gewijzigd: vanwege strijd met het Omgevingsplan

7. Intrekking en vervallen vergunning

 

Het college trekt de standplaatsvergunning in:

  • a.

    op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder;

  • b.

    twee maanden na diens overlijden of onder curatelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend, overeenkomstig punt 7.

Het college kan een standplaatsvergunning intrekken:

  • a.

    als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

  • b.

    als de vergunninghouder het bij of krachtens deze beleidsregels bepaalde overtreedt;

  • c.

    als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat op de standplaats, zich schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens de vergunning gesteld voorschrift heeft overtreden;

  • d.

    als de vergunninghouder gedurende drie achtereenvolgende weken of gedurende zes weken binnen een tijdvak van drie maanden zijn standplaats niet heeft ingenomen, behoudens bijzondere omstandigheden (zie hierna);

  • e.

    als de vergunninghouder niet of niet tijdig de verschuldigde precario heeft betaald;

  • f.

    in het belang van de bescherming van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

  • g.

    als het innemen van de standplaats leidt tot verstoring van het straatbeeld;

  • h.

    in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid.

8. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

 

  • 1.

    De houder van een standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2.

    In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kan het college toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 3.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens de vergunning en deze beleidsregels gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

9. Bijzondere omstandigheden

 

  • 1.

    De houder van een standplaatsvergunning, die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn standplaats in te nemen, deelt dit tijdig mee aan het college. Bij vakantie geeft hij aan hoelang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    Het college kan op aanvraag van de houder van een vaste standplaatsvergunning hem in bijzondere omstandigheden voor bepaalde tijd ontheffing verlenen van de verplichting om zijn standplaats in te nemen.

10. Precario

 

Voor het innemen van een standplaats wordt precario opgelegd. Dit is geregeld in de precarioverordening gemeente Bunschoten.

 

11. Stroomvoorziening

 

Op de standplaatslocaties is een stroomvoorziening aanwezig voor gebruik door de vergunninghouders. Op de locatie Eemdijk mogen de standplaatshouders gebruik maken van de stroomvoorziening bij het pontje.

Bij gebruik van de stroomvoorziening wordt hiervoor een vast bedrag per dag/dagdeel in rekening gebracht. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met het inflatiepercentage van de gemeente.

Voor de sleutel van de stroomkast wordt een waarborgsom in rekening gebracht.

De stroomvoorziening op de locatie aan de Anthon van der Horstlaan is eigendom van de grondeigenaar. Het gebruik van deze stroomvoorziening regelt de eigenaar privaatrechtelijk met de standplaatshouder.

 

12. Toezicht en handhaving

 

Toezicht en handhaving vindt plaats overeenkomstig hetgeen hierover is vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bunschoten.

 

Intrekken oude nota

Na vaststelling van het standplaatsenbeleid gemeente Bunschoten 2023, wordt de nota standplaatsenbeleid gemeente Bunschoten 2005 ingetrokken.

 

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Standplaatsenbeleid gemeente Bunschoten 2023 en treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 17 oktober 2023

M. van de Groep

burgemeester

J. Jennekes

gemeentesecretaris