Organisatie | Steenbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | De beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Steenbergen |
Citeertitel | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag (EET) 2023 gemeente Steenbergen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | energietoeslag |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-10-2023 | 01-01-2023 | 01-09-2024 | Nieuwe regeling | 24-10-2023 | 2332974 |
Namens het college kan met toepassing van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van deze beleidsregels, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Aldus vastgesteld door de burgemeester en wethouders van Steenbergen op 24 oktober 2023.
De secretaris, De burgemeester,
J. van Delden R.P. van den Belt, MBA
De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2023 staat niet op zichzelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 6 in.
De referteperiode voor het inkomen wat in aanmerking wordt genomen, is bij een vast inkomen welke vastgesteld op 1 maand direct voorafgaand aan de maand van aanvraag. (Dit betreft het netto-inkomen excl. vakantietoeslag). In geval van wisselende inkomsten wordt er uit gegaan van het netto-inkomen (excl. vakantietoeslag) over drie maanden direct voorafgaand aan de maand van aanvraag. De eenmalige energietoeslag kan daardoor worden toegekend aan een aanvrager die gedurende een periode van 1 of 3 maanden is aangewezen op een inkomen wat gemiddeld per maand niet uitkomt boven 120% van de geldende vergelijkingsnorm.
Voor de inwoners die in 2022 energietoeslag hebben ontvangen en die in 2023 geen uitkering levensonderhoud, IOAW, IOAZ, BBz 2004, AIO of kwijtschelding 2023 hebben ontvangen, zal er een controle via het inlichtingbureau plaatsvinden. Hierdoor kan ambtshalve beoordeeld worden of zij recht hebben op de energietoeslag 2023. Het inlichtingenbureau controleert of de inwoner niet is overleden, verhuisd of in de kalendermaand twee maanden voorafgaand (T-2) aan de aanleverdatum een inkomen boven de norm van 120 % heeft ontvangen. In verband met vakantiegeld worden de maanden juni en december uitgesloten als controlemaanden. Dit wijkt af van de referteperiode van 1 maand bij vast inkomen en 3 maanden bij wisselende inkomsten, dit door de onmogelijkheid om dit anders aan te leveren door het inlichtingenbureau.
Er wordt gesproken over een laag inkomen als het inkomen exclusief vakantiegeld lager is dan of gelijk aan 120 procent van de vergelijkingsnorm. Vanwege een snelle uitvoerbaarheid van de regeling wordt het vermogen van de aanvrager en eventuele partner buiten beschouwing gelaten. De draagkracht wordt dus beperkt tot het inkomen.
De eenmalige energietoeslag wordt onbelast uitgekeerd. Dit betekent dat de ontvangst ervan geen gevolgen heeft voor andere inkomensafhankelijke regelingen, zoals de huurtoeslag, de zorgtoeslag, de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget.
Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:
wanneer de onderhuurder of kostganger een zelfstandig huishouden voert, waartoe ook energiekosten ten laste komen van de huurder of kostganger, kan de inwoner aanspraak maken op de energietoeslag. Bij de vraag of sprake is van een commerciële huurprijs moet een afweging worden gemaakt van alle daarbij van belang zijnde, specifieke omstandigheden. In ieder geval zal daarbij beoordeeld moeten worden of de huurprijs voor de betreffende woonruimte in het economisch verkeer gebruikelijk is en of de prijs in verhouding staat tot de geleverde diensten. In essentie komt het erop neer dat de huurprijs, gelet op de individuele situatie, marktconform moet zijn. Het hanteren van een vaste ondergrens voor de vaststelling of sprake is van een commerciële huurprijs is niet in overeenstemming met de Participatiewet. Deze beleidsbepaling gaat de grenzen van een redelijke wetsuitleg te buiten. Het beoordelen van de vraag of er sprake is van een commerciële huurprijs wordt gedaan door middel van de Huurprijscheck. Huurprijscheck en puntentelling | Huurcommissie Bij gebrek aan gegevens die gedetailleerd genoeg zijn voor het doen van een Huurprijscheck, kan een vergelijking kan worden gemaakt met de gemiddelde huurprijzen voor de van toepassing zijnde woonruimte.
op grond van artikel 19a van de Participatiewet worden aangemerkt als kostendelende medebewoner tenzij men hoofdbewoner is. Dit om stapeling van de energietoeslag te voorkomen. Over het algemeen is er per huishouden één contract met de energieleverancier. Om die reden wordt de toeslag alleen verstrekt aan de hoofdbewoner.
op grond van 78 e.e. van de wet hebben uitwonende studenten met een aanvullende beurs via DUO recht op een gift 400 euro ter compensatie van verhoogde energiekosten. Door deze tegemoetkoming worden studenten die financieel in de knel komen geholpen en kunnen ze als groep uitgesloten worden van de energietoeslag 2023. Deze regeling wordt uitgevoerd door DUO.
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon recht heeft, volgens de genoemde voorwaarden met de gehanteerde termijnen. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die in aanmerking kwamen voor een energietoeslag 2022 en volgens de toets op inkomen door het Inlichtingbureau ook voor de energietoeslag 2023 in aanmerking komen, die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ-Bbz2004 of een aio-uitkering vanuit de Sociale verzekeringsbank.
Inwoners die voor 1 januari 2024 een kwijtschelding hebben ontvangen voor de gemeentelijke belastingen vanuit de Belastingsamenwerking West-Brabant voor het jaar 2023 zullen de toeslag ook ambtshalve ontvangen.
In de periode van november 2023 – januari 2024 zal de nieuwe instroom in de PW-verstrekkingen (PW/IOAW/IOAZ/Bbz2004) de energietoeslag ambtshalve ontvangen.
Dit geldt niet voor de overige groepen (AIO en minimavoorzieningen). Als zij na de genoemde data in dit artikel in aanmerking willen komen voor de energietoeslag, kunnen zij een aanvraag indienen.
Om de inwoners voldoende kans te geven om aanspraak te maken de energietoeslag 2023 is de uiterlijke datum voor het aanvragen van de eenmalige energietoeslag gezet op 1 april 2024. Bij de beoordeling van de aanvraag gaat het om het inkomen in 2023.
Met deze beleidsregels wordt beoogd zoveel mogelijk duidelijkheid, rechtsgelijkheid en rechtszekerheid te waarborgen. Desalniettemin kunnen er zich situaties voordoen, waarin onverkorte handhaving van deze regels onrecht zou doen aan de doelstelling van bijzondere bijstandsverlening. In uitzonderlijke gevallen dient dan ook de mogelijkheid te bestaan om af te wijken van de hier neergelegde regels. Uiteraard zal het besluit in een dergelijk geval ook de motivering moeten omvatten, waarom in de situatie van de beleidsregels wordt afgeweken.
Deze beleidsregels treden in werking met terugwerkende kracht ingang van 01-01-2023. Deze beleidsregels vervallen op 31 augustus 2024, tegelijk met het de tijdelijke aanpassing van artikel 35 B van de participatiewet voor het jaar 2023.
De aanvraag energietoeslag 2023 kan worden ingediend tot 1 april 2024. De ISD kan na deze datum alsnog terugvallen op deze beleidsregels, wanneer dat nodig is.
De titel van de beleidsregels is aangepast om aan te geven dat het om nieuwe regels gaat voor het jaar 2023.