Organisatie | Barneveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening nadeelcompensatie Barneveld |
Citeertitel | Verordening nadeelcompensatie Barneveld |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 15-12-2021 | 1652 |
Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 300,- geheven.
Artikel 5. Werkwijze adviseur of adviescommissie
De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meerdere hoorzittingen, waar de aanvrager en de in het tweede lid bedoelde ambtelijke vertegenwoordiger(s) in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten, onderscheidenlijk de voor de advisering over de aanvraag relevante informatie te verschaffen, dan wel een standpunt van de gemeente over de aanvraag aan de adviseur of de adviescommissie kenbaar te maken. Eventuele andere betrokken bestuursorganen en belanghebbenden worden eveneens in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken.
Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.
Het college kan, vooruitlopend op de beslissing op een aanvraag om schadevergoeding, een voorschot verlenen als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een verplichting tot betaling zal worden vastgesteld.
Als een aanvraag als bedoeld in deze verordening samenhangt met een oorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening, zoals dit luidde voordat deze wet ingetrokken werd, wordt deze niet overeenkomstig deze verordening maar de ‘Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade 2011’ behandeld
Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2021.
De raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter,
Toelichting bij Verordening nadeelcompensatie Barneveld
In deze toelichting worden de artikelen nader beschreven met de mogelijkheden die de gemeente heeft en welke keuzes gemaakt zijn.
Aanvullende werking verordening
De Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), in combinatie met de Omgevingswet (hierna: Ow), bevat regels voor de afwikkeling van aanvragen om schadevergoeding (titel 4.5 Awb). Zo bevat de regeling in de Awb procedureregels voor het afhandelen van die aanvragen (zoals beslistermijnen). Ook zijn regels opgenomen over de maximale hoogte van het te heffen recht voor het in behandeling nemen van aanvragen. Deze regelingen zijn grotendeels uitputtend bedoeld. Slechts over enkele onderwerpen is het tot op zekere hoogte mogelijk om aanvullend regels op te nemen in een gemeentelijke verordening. Die onderwerpen zijn uitgewerkt in de “Verordening nadeelcompensatie Barneveld”.
De hoofdkeuzes bij het opstellen van de gemeentelijke verordening betreffen de vragen of het wenselijk is om:
Het is een keuze de verordening te betrekken op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere regeling van toepassing is. Hier is gekozen om lid 2 op te nemen om bijzondere regelingen mogelijk te maken of te houden naast deze verordening. Op deze bijzondere regelingen is deze verordening niet van toepassing.
In de Model Verordening nadeelcompensatie is het heffen van een recht (met een maximum van € 500,- per aanvraag) voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding opgenomen (zie artikel 4:128 van de Awb). Hoe hoog het recht voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding is, is op grond van artikel 4:128 van de Awb een lokale keuze. Het recht kan ten hoogste € 500,- bedragen. Voor dit bedrag is gekozen, omdat het goed aansluit bij de regeling voor planschade van artikel 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro). Artikel 6.4, derde lid, van de Wro bepaalt dat burgemeester en wethouders van de aanvrager een recht heffen ten bedrage van € 300,- welk bedrag bij verordening van de gemeenteraad met ten hoogste twee derde deel kan worden verhoogd of verlaagd. Het daaruit voortvloeiende maximale recht bedraagt dus ook € 500,-. Onder de Wro bedroeg dit bedrag € 300,-- voor het in behandeling nemen van planschadeverzoeken in de gemeente Barneveld. De raad van Barneveld kiest er voor om hetzelfde bedrag aan te houden voor nadeelcompensatie, dus € 300,-.
In de Awb zijn al verschillende aanvraagvereisten genoemd, waardoor het niet strikt noodzakelijk is om dit artikel op te nemen. Artikel 3 is daarom facultatief. Gemeenten kunnen ervoor kiezen dit artikel op te nemen, omdat het kan helpen om de aanvrager duidelijk te maken welke stukken nodig zijn voor de aanvraag. In het eerste lid is geregeld dat de aanvrager van schadevergoeding gebruik maakt van een door het bestuursorgaan vastgesteld formulier. Onder de huidige verordening “Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade 2011” wordt gebruik gemaakt van een elektronisch formulier. Dit zal ook zo blijven onder de nieuwe verordening “Verordening nadeelcompensatie Barneveld”. Dit kan wanneer wenselijk ook worden toegepast op de STTR-standaard (Standaard toepasbare regels) voor een elektronisch formulier dat wellicht ook in het omgevingsloket beschikbaar gesteld kan worden.
In artikel 4, tweede lid, onder d van deze verordening is een bagateldrempel opgenomen. Met een dergelijke drempel hoeft geen advies te worden ingewonnen bij aanvragen tot een bepaald bedrag. Deze claims kunnen direct worden afgewezen. Gekozen is voor bedragen van € 500,- voor particulieren en € 1.000,- voor bedrijven, op basis van de bagateldrempel van Rijkswaterstaat.
Artikel 5. Werkwijze adviseur of adviescommissie
Dit artikel gaat nader in op de werkwijze van de adviseur en/of adviescommissie. Dit is op basis van de huidige planschade verordening vorm gegeven. Er is niet gekozen voor een termijn voor de adviseur om het eerste concept op te leveren aangezien het niet in te schatten is in dit stadium hoelang de beoordeling van een verzoek kan duren. Vervolgens als het advies is gestuurd aan betrokken partijen gelden weer dezelfde termijnen als onder de planschadeverordening.
Dit artikel gaat met name over de manier waarop de adviseur en/of adviescommissie wordt aangesteld. Binnen de huidige wetgeving heeft de gemeente de mogelijkheid om wraking te regelen in de beleidsregels. Conform de oude planschadeverordening is deze ook weer mogelijk in de nieuwe verordening nadeelcompensatie Barneveld.
In dit artikel wordt de uitbetaling van de toegewezen nadeelcompensatie geregeld. Dit geschiedt na het onherroepelijk worden van het besluit.
Dit artikel kan naar behoefte in alle gevallen worden ingezet, of alleen als sprake is van bijzondere omstandigheden. Daarvan kan bijvoorbeeld sprake zijn als de aanvrager als gevolg van het rechtmatige overheidsbesluit in een faillissementssituatie terecht is gekomen. Het uitkeren van een voorschot kan in sommige gevallen schadebeperkend werken. Het is aan het college om te bepalen hoe groot dit voorschot zal zijn en in welke gevallen zij dit toe staat.
In dit artikel wordt de overgangsbepaling ten opzichte van de oude regelingen geregeld. De verordening is vanwege het overgangsrecht nog wel relevant voor het afhandelen van planschadeverzoeken en aanvragen om schadevergoeding. Er mag namelijk nog een ‘oud’ planschadeverzoek gedaan worden op basis van de Wet ruimtelijke ordening genomen besluiten.
In artikel 22.12 van de Ow is vastgelegd dat een omgevingsvergunning die wordt verleend op grond van een regel in het tijdelijk deel van het omgevingsplan – voor zover sprake is van een oud ruimtelijk plan – niet als schadeveroorzakend besluit geldt.
Onder het huidig recht is het mogelijk om binnen vijf jaar na het onherroepelijk worden van bijvoorbeeld een bestemmingsplan een verzoek om planschade in te dienen. Uiteraard kunnen bestemmingsplannen tot vlak voor de inwerkingtreding van de Ow worden vastgesteld. Daarnaast is het zo dat lopende bestemmingsplanprocedures op grond van het voorheen geldende recht worden afgerond.
Overgangsrecht bij nadeelcompensatie
De overgangsbepalingen voor de toepassing van titel 4.5 van de Awb zijn opgenomen in artikel IV van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten. Daar is vastgelegd dat het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing blijft:
De overgangsbepalingen voor nadeelcompensatie in het omgevingsrecht zijn vastgelegd in paragraaf 4.2.7 van de Invoeringswet Omgevingswet (hierna: Iw). In artikel 4.17 van de Iw is vastgelegd op welke schadeveroorzakende besluiten of handelingen het oude recht van toepassing blijft bij een aanvraag om schadevergoeding die wordt ingediend binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Ow. Voor aanvragen om schadevergoeding als gevolg van specifiek genoemde schadeveroorzakende besluiten op basis van de Wro (bestemmingsplan, beheersverordening, inpassingsplan, wijzigingsplan, uitwerkingsplan, nadere eis, provinciale verordening, algemene maatregel van bestuur (onder voorwaarden), of een exploitatieplan (onder voorwaarden)) is in artikel 4.19 van de Iw een specifieke regeling opgenomen. In die gevallen geldt dat de termijn van vijf jaar start bij het van kracht worden van het besluit als de procedure voor het besluit is gestart voor de inwerkingtreding, en is afgerond na inwerkingtreding van de Ow.
Het oude recht blijft in die gevallen van toepassing op aanvraag om schadevergoeding tot het besluit onherroepelijk wordt en, bij toewijzing van het verzoek, de toegewezen schadevergoeding volledig is betaald (artikel 4.19 van de Iw).
Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel.
Dit artikel gaat in op de inwerkingtreding. De inwerkingtreding zal op een nader moment door het college bepaald worden. Het is nog niet met volledige zekerheid te zeggen of de Omgevingswet op 1 juli 2022 inwerking zal treden. Daarom is gekozen dit op een nader moment te laten doen door het college.