Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Barneveld

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Barneveld

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBarneveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Barneveld
CiteertitelBeleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Barneveld
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35, vierde lid, van de Participatiewet
  3. artikel 35, vijfde lid, van de Participatiewet
  4. artikel 35, zesde lid, van de Participatiewet
  5. Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Barneveld
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-04-202407-10-2023artikel 1, 4

16-04-2024

gmb-2024-177932

31-10-202307-10-202326-04-2024nieuwe regeling

24-10-2023

gmb-2023-459440

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Barneveld

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld;

 

gelet op:

  • -

    titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 35, leden 4, 5 en 6, van de Participatiewet, zoals van kracht met ingang van 7 oktober 2023;

overwegende dat:

  • -

    het college gebruik wenst te maken van de bevoegdheid uit artikel 35, lid 4, van de Participatiewet om in 2023 een eenmalige energietoeslag toe te kennen;

  • -

    het college het in dat kader wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden aanspraak kan bestaan op de eenmalige energietoeslag 2023;

  • -

    het in verband daarmee noodzakelijk is om beleidsregels vast te stellen in aanvulling op de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Barneveld;

besluit:

 

vast te stellen de Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Barneveld.

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld;

b. inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Barneveld, met dien verstande dat artikel 3, lid 3, van die beleidsregels en artikel 34 van de wet buiten toepassing blijven;

c. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemer;

d. IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

e. peildatum: de eerste dag van de maand waarin de aanvraag voor de eenmalige energietoeslag is ontvangen;

f. referteperiode: een periode van 3 aaneengesloten kalendermaanden voorafgaand aan de peildatum;

g. SVB: de Sociale Verzekeringsbank;

h. wet: de Participatiewet.

Artikel 2: Doelgroep

  • 1.

    Aanspraak op de eenmalige energietoeslag 2023 kan bestaan voor de alleenstaande, de alleenstaande ouder of het gezin als bedoeld in artikel 4 van de wet, die beschikt over een laag inkomen.

  • 2.

    Van een laag inkomen als bedoeld in het eerste lid, onder b, is sprake als gedurende de referteperiode het daadwerkelijk beschikbare en in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 150% van de toepasselijke bijstandsnorm (exclusief vakantiegeld).

  • 3.

    Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt het eventueel aanwezige vermogen buiten beschouwing gelaten.

  • 4.

    Onder de doelgroep als bedoeld in het eerste lid valt niet degene die op de peildatum:

    • a.

      jonger is dan 21 jaar; of

    • b.

      studerend is en in verband daarmee recht heeft op studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, lid 1 of 2, van de Wet studiefinanciering 2000; of

    • c.

      is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres; of

    • d.

      in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel f, van de wet, waarbij de inrichting voorziet in de energiekosten en die kosten niet in rekening brengt bij de bewoners; of

    • e.

      een kostendelende medebewoner van de hoofdbewoner(s) is als bedoeld in artikel 19a van de wet.

  • 5.

    Geen aanspraak op de eenmalige energietoeslag 2023 bestaat als in 2023 door het college of door een college van een andere gemeente op grond van artikel 35 van de wet al een eenmalige energietoeslag 2023 is verleend.

  • 6.

    Er wordt per huishouden respectievelijk per adres eenmaal een energietoeslag verstrekt.

Artikel 3: Wijze van toekenning

De eenmalige energietoeslag 2023 wordt ambtshalve of op aanvraag als bijzondere bijstand verleend.

Artikel 4: Ambtshalve toekenning

  • 1.

    De eenmalige energietoeslag 2023 wordt ambtshalve toegekend en uitbetaald aan huishoudens die tot de doelgroep behoren en:

    • a.

      aan wie in 2022 of 2023 een eenmalige energietoeslag 2022 is verstrekt; of

    • b.

      in de periode van 1 juli 2023 tot 7 oktober 2023, of een gedeelte van deze periode, van de gemeente Barneveld algemene bijstand hebben ontvangen op grond van de wet respectievelijk het Bbz 2004 dan wel een uitkering op grond van de IOAW of de IOAZ; of

    • c.

      in de periode van 1 juli 2023 tot 7 oktober 2023 een aanvraag hebben ingediend op grond van de minimaregelingen van de gemeente Barneveld, waarbij die aanvraag uiterlijk 7 oktober 2023 daadwerkelijk is toegekend; of

    • d.

      een aanvullende inkomensvoorziening ouderen ontvangen van de SVB op grond van artikel 47a van de wet op de datum waarop de SVB een bestandsselectie heeft gedaan en gegevens heeft verstrekt aan het college ter uitvoering van deze beleidsregels; of

    • e.

      waarbij op 7 oktober 2023 sprake was van een lopend minnelijk schuldregelingstraject op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • 2.

    Bij de ambtshalve toekenning wordt de referteperiode buiten beschouwing gelaten.

Artikel 5: Toekenning op aanvraag

  • 1.

    Huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de eenmalige energietoeslag 2023 kunnen vanaf 1 december 2023 een aanvraag indienen door gebruik te maken van het door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag voor de eenmalige energietoeslag 2023 kan digitaal of schriftelijk via het daartoe bestemde aanvraagformulier.

  • 3.

    Een aanvraag voor de energietoeslag 2023 kan worden ingediend tot en met 30 juni 2024.

Artikel 6: Hoogte

De eenmalige energietoeslag 2023 bedraagt € 800,00.

Artikel 7: Afwijkingsbevoegdheid

Het college handelt in overeenstemming met deze beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen.

Artikel 8: Inwerkingtreding en vervallen besluit

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot en met 7 oktober 2023.

  • 2.

    Deze beleidsregels vervallen op 1 september 2024.

Artikel 9: Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Barneveld.

Aldus vastgesteld op 24 oktober 2023,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

W. Wieringa

Secretaris

J. van der Tak,

Burgemeester

Toelichting

De Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 Barneveld staan niet op zich zelf. Die zijn gebaseerd op artikel 35, leden 4, 5 en 6, van de Participatiewet (Pw), zoals die per 7 oktober 2023 van kracht zijn. Ook zijn deze beleidsregels aanvullend op de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Barneveld.

 

In de basis vinden deze beleidsregels dus hun oorsprong in de Pw. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de Pw voldoet, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Dit geldt bijvoorbeeld voor de persoon die op de peildatum geen rechthebbende is (artikel 11 van de Pw) of als een uitsluitingsgrond van toepassing is (artikel 13 van de Pw).

 

Het college heeft gemeend er goed aan te doen om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de richtlijnen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Die richtlijnen zien op de wijze van gebruikmaking van de bevoegdheden die artikel 35, leden 4 en 5, van de Pw biedt. Op deze wijze wordt zoveel mogelijk een landelijk uniforme uitvoering bewerkstelligd.

 

Artikel 1: Begripsbepalingen

Voor de begrippen ‘inkomen’ en ‘referteperiode’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt op grond van de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Barneveld.

 

Artikel 2: Doelgroep

In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat gekeken wordt naar het daadwerkelijk beschikbare en in aanmerking te nemen inkomen. Dit betekent dat als sprake is van een minnelijk of wettelijk schuldsaneringstraject of van beslag op het inkomen, alleen wordt gekeken naar het daadwerkelijk beschikbare en in aanmerking te nemen inkomen. Er wordt in zo’n geval dus niet gerekend met het totale inkomen. Daardoor kan in veel situaties alsnog aanspraak op de Eenmalige energietoeslag 2023 bestaan. Verder houdt deze formulering in dat wordt aangesloten bij de systematiek van de Pw.

 

In het derde lid van dit artikel is bepaald dat het vermogen buiten beschouwing wordt gelaten. Dit is met name ingegeven door uitvoeringstechnische redenen. Het beoordelen van het vermogen in het kader van deze regeling maakt de uitvoering nodeloos gecompliceerd.

 

Er zijn diverse groepen uitgezonderd van de doelgroep:

  • jongeren tot 21 jaar: daarvoor zijn de ouders (nog) onderhoudsplichtig (artikel 1:395a van het BW en artikel 12 van de Pw). De ouders worden geacht bij te dragen in de (extra) kosten. Bovendien wonen veel jongeren van deze leeftijd vaak nog thuis, waardoor zij geen energiekosten hebben;

  • studenten: veel studenten wonen thuis waardoor zij geen energierekening hoeven te betalen. Daarnaast kunnen uitwonende studenten met een aanvullende beurs in 2023 een tegemoetkoming van DUO ontvangen;

  • inwoners met enkele een briefadres (dak- en thuislozen): zij hebben geen energiekosten;

  • bewoners van een instelling: in de meeste gevallen hebben hoeven zij geen energierekening te betalen;

  • kostendelende medebewoners: de hoofdbewoner is verantwoordelijk voor het voldoen van de energienota, waardoor het niet in de rede ligt om ook aan de kostendelende medebewoner een eenmalige energietoeslag 2023 toe te kennen.

Artikel 3: Wijze van toekenning

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 4: Ambtshalve toekenning

Een ambtshalve toekenning is mogelijk op grond van artikel 35, lid 5, van de Pw. Hiervoor moet vaststaan dat de aanvrager een laag inkomen heeft in de zin van deze beleidsregels. Van de in het eerste lid van dit artikel opgesomde groepen is bij het college in beginsel bekend dat sprake is van een laag inkomen als bedoeld in deze beleidsregels. Ook zijn de overige noodzakelijke gegevens voor het vaststellen van het recht op de energietoeslag en de uitbetaling daarvan bekend.

 

Voor zover sprake is van een AIO-aanvulling die door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) wordt verstrekt geldt het volgende. De SVB zal de gegevens van deze groep beschikbaar stellen door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.

 

Vanuit dienstverlenend oogpunt is ervoor gekozen om de energietoeslag 2023 aan al deze groepen ambtshalve toe te kennen en uit te betalen. Dit is minder belastend voor de inwoner. Daarnaast voorkomt het dubbele uitvraag van gegevens. Ook is het minder belastend voor de uitvoering die minder aanvragen hoeft te behandelen.

 

Artikel 5: Toekenning op aanvraag

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 6: Hoogte

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 7: Afwijkingsbevoegdheid

Er zijn situaties denkbaar waarbij niet aan alle voorwaarden wordt voldaan om in aanmerking te komen voor de energietoeslag. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat een uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. Of bijvoorbeeld als het strikt vasthouden aan de bepalingen onevenredig nadelig uitpakt in het licht van het doel van deze beleidsregels. In dat soort situaties kan een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing worden uitgevoerd op grond dit artikel. De dringende redenen als bedoeld in artikel 16 van de Pw voorzien hier niet in.

 

Artikel 8: Inwerkingtreding en vervallen van het besluit

Hiermee wordt aangesloten bij de werkingsduur van artikel 35, leden 4 en 5, van de Pw.

 

Artikel 9: Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.