Uitvoeringsbeleid (grondgebonden) zonnepanelen bij particuliere woningen

Bij het realiseren van zonnepanelen voor particulier gebruik hanteert de gemeente Rijssen-Holten een zonneladder. Met deze zonneladder wordt aangesloten op de zonneladder uit de omgevingsvisie van de provincie Overijssel. Deze zonneladder bestaat uit 4 treden, namelijk:

• •

  Trede 1: op het dak.

• •

  Trede 2: op het erf.

• •

  Trede 3: aansluitend aan het erf.

• •

  Trede 4: op een grotere afstand van het bestaande erf.

De zonneladder betreft een voorkeursvolgorde. Hiermee wilt de gemeente Rijssen-Holten stimuleren om eerst de mogelijkheden te onderzoeken om op daken, op erven of aansluitend aan het bestaande erven (grondgebonden) zonnepanelen te realiseren. Mocht dit niet mogelijk zijn of door verzoekers niet wenselijk worden geacht biedt de gemeente Rijssen-Holten de mogelijkheid om onder (ruimtelijke) voorwaarden medewerking te verlenen aan grondgebonden zonnepanelen op een grotere afstand van het bestaande erf. De (ruimtelijke) voorwaarden per trede en de bijbehorende procedure zijn nader toegelicht in dit beleidsstuk.

Trede 1: Op het dak

Binnenstedelijk

Het uitgangspunt is altijd: eerst zonnepanelen op het dak. Dit is vergunningsvrij. Er gelden geen beperkingen qua oppervlakte.

Buitengebied

Het uitgangspunt is altijd: eerst zonnepanelen op het dak. Dit is vergunningsvrij. Er gelden geen beperkingen qua oppervlakte.

Trede 2: op het erf

Mocht zon op dak geen optie zijn of niet wenselijk worden geacht door de verzoekers biedt de gemeente de mogelijkheid om grondgebonden zonnepanelen te realiseren op het bestaande erf. Zonnepanelen op bestaande erven dragen bij aan het principe van meervoudig en zorgvuldig ruimtegebruik.

Binnenstedelijk

Grondgebonden zonnepanelen worden vergund als een ‘bouwwerk, geen gebouw zijnde’ met een maximale hoogte van 2,5 meter. Dit kan met een reguliere omgevingsvergunning.

Buitengebied

Grondgebonden zonnepanelen worden aangemerkt als ‘bouwwerk, geen gebouw zijnde’ en in het Chw Omgevingsplan Buitengebied Rijssen-Holten zijn hiervoor regels opgenomen:

Grondgebonden zonnepanelen op het erf bij woningen worden met een reguliere vergunning vergund tot een maximaal oppervlak van 50 m2 en een maximale bouwhoogte van 2,5 meter onder voorwaarde van landschappelijke inpassing aan de hand van het geldende gebiedstype en de welstandsnota.

Mocht de opgenomen 50 m2 aan grondgebonden zonnepanelen niet voldoende zijn, dan biedt het ‘Delegatiebesluit omgevingsplan Rijssen-Holten 2022’ de mogelijkheid om in het buitengebied meer vierkante meter grondgebonden zonnepanelen te realiseren. Dit wordt beperkt tot het eigen gebruik en de panelen moeten landschappelijk worden ingepast. Deze mogelijkheid wordt nader toegelicht verderop in dit beleidsstuk.

Trede 3: aansluitend aan het erf

Mochten trede 1 en trede 2 niet mogelijk zijn of niet wenselijk worden geacht door de verzoeker biedt trede 3 de mogelijkheid om grondgebonden zonnepanelen te realiseren aansluitend aan het erf. Deze mogelijkheid geldt enkel voor het buitengebied. In deze derde trede worden mogelijkheden geboden om grondgebonden zonnepanelen aansluitend aan bestaande erven te realiseren, waardoor er een beroep wordt gedaan op de groene omgeving.

Zowel bij het realiseren van grondgebonden zonnepanelen tussen de bebouwing als aansluitend aan het erf gelden nagenoeg dezelfde regels. Inwoners kunnen middels een reguliere vergunning tot 50 m2 zonnepanelen in veldopstelling plaatsen met een maximale bouwhoogte van 2,5 meter aansluitend aan het bestaande erf. Voor zonnepanelen in een veldopstelling gelden daarnaast ook de algemene regels voor bouwwerken.

Zo mogen er op basis van het beginsel van bebouwingsconcentratie nooit verder dan 25 meter van bestaande bouwwerken, nieuwe bouwwerken (dus ook nieuwe grondgebonden zonnepanelen) gerealiseerd worden. Bij het zoeken naar zo’n locatie is de landschappelijke inpassing een must en wordt ook gekeken naar ruimtelijke kwaliteit. Het toevoegen van ruimtelijke kwaliteit is tenslotte een voorwaarde voor ontwikkelingen in het buitengebied. Grondgebonden zonnepanelen aansluitend aan het bestaande erf worden met een reguliere vergunning vergund.

Ook voor trede 3 geldt dat een maximum geldt van 50 m2. Mocht de opgenomen 50 m2 aan grondgebonden zonnepanelen niet voldoende zijn, dan biedt het ‘Delegatiebesluit omgevingsplan Rijssen-Holten 2022’ de mogelijkheid om in het buitengebied meer vierkante meter grondgebonden zonnepanelen te realiseren. Dit wordt beperkt tot het eigen gebruik en de panelen moeten landschappelijk worden ingepast. Deze mogelijkheid wordt nader toegelicht verderop in dit beleidsstuk.

Trede 4: op een grotere afstand van het erf.

Tot slot biedt de gemeente Rijssen-Holten de mogelijkheid om via trede 4 grondgebonden zonnepanelen te realiseren op een grotere afstand van het bestaande erf. Deze trede 4 biedt de gemeente Rijssen-Holten aan haar inwoners om een bijdrage te leveren aan de duurzaamheidsambities. De zogeheten “trede 4” ziet op de realisatie van particuliere grondgebonden zonnepanelen waarbij de link naar het erf minder duidelijk is, omdat het of op een grotere afstand dan 25 meter van een erf wordt gerealiseerd of omdat het gaat om een collectief vanuit een buurt.

Om in aanmerking te komen voor trede 4 zijn een aantal extra (rand)voorwaarden van toepassing. De reden voor deze extra randvoorwaarden is dat de impact op de groene omgeving groter is. De impact is groter, omdat het meervoudig en zorgvuldig ruimtegebruik op bestaande erven wordt losgelaten, het beginsel van bebouwingsconcentratie wordt losgelaten en dat de lusten en de lasten uit elkaar worden gehaald. De (ruimtelijke) randvoorwaarden die gelden voor verzoeken uit trede 4 zijn als volgt:

• •

  dat landschappelijke inpassing plaatsvindt op basis van het geldende landschapstype en de welstandsnota;

• •

  de grondgebonden zonnepanelen verdiept worden aangelegd;

• •

  de zonnepanelen zijn ten behoeve van eigen gebruik;

• •

  dat advies aan de leidingbeheerder wordt gevraagd, indien de opstelling binnen 200 m is gelegen van de hartlijn van een aardgastransportleiding;

• •

  er verplichte participatie met direct belanghebbenden plaatsvindt;

  • o

    Waarbij een uitgebreid participatieverslag wordt opgemaakt, waarin staat wat vanuit de omgeving is opgehaald en wat met deze input gedaan is.

• •

  de volledige legeskosten in rekening worden gebracht.

Het geldend Chw Omgevingsplan buitengebied Rijssen-Holten biedt geen mogelijkheid om medewerking te verlenen met dergelijke verzoeken, waardoor verzoeken onder trede 4 enkel vergund kunnen worden middels uitgebreide omgevingsvergunning (uitgebreide procedure). Het realiseren van grondgebonden zonnepaneelvelden met een maximum oppervlakte van 499 m2 is opgenomen op de lijst met categorieën waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. Dit betekent dat het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag is voor het verlenen van de omgevingsvergunning voor verzoeken, die vallen onder “Trede 4”. Indien er sprake is van een groter oppervlakte dan 499 m2 is de gemeenteraad bevoegd gezag.

Mogelijkheden delegatiebesluit Omgevingsplan Rijssen-Holten 2022

Mocht de opgenomen 50 m2 in trede 2 en trede 3 aan grondgebonden zonnepanelen niet voldoende zijn, dan biedt het ‘Delegatiebesluit omgevingsplan Rijssen-Holten 2022’ ook nog de mogelijkheid om meer vierkante meter grondgebonden zonnepanelen te realiseren, mits is aangetoond dat dit voor eigen gebruik is. Initiatiefnemers kunnen hiervoor een principeverzoek indienen om gebruik te maken van de mogelijkheid in artikel 3 onder g uit het Delegatiebesluit Omgevingsplan gemeente Rijssen-Holten 2022: “het realiseren van een veldopstelling met zonnepanelen ten behoeve van de eigen energiebehoefte. Hiervoor zijn enkele voorwaarden opgenomen:

In aanvulling op de algemene voorwaarden geldt dat:

• 1.

  de maximale bouwhoogte van de opstelling 2,5 meter is;

• 2.

  de veldopstelling wordt landschappelijk ingepast aan de hand van het geldende landschapstype en de welstandsnota en

• 3.

  als de opstelling binnen 200 m is gelegen van de hartlijn van een aardgastransportleiding wordt advies aan de leidingbeheerder gevraagd voordat het omgevingsplan gewijzigd kan worden.”

De algemene voorwaarden zijn de volgende: “Een nieuwe ontwikkeling zoals opgenomen in deze lijst kan plaats vinden als er geen sprake is van:

• a.

  afbreuk van de stedenbouwkundige structuur;

• b.

  gevaar voor de verkeersveiligheid;

• c.

  verslechtering van de sociale veiligheid;

• d.

  aantasting van de landschappelijke en/of natuurlijke waarden één en ander aan te tonen door middel van landschappelijke inpassing (landschapsplan);

• e.

  aantasting van de cultuurhistorische en monumentale waarden;

• f.

  strijd met het gemeentelijk beleid;

• g.

  onaanvaardbare verslechtering van de milieusituatie;

• h.

  onaanvaardbare aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en

• i.

  bouwwerken moeten altijd voldoen aan de redelijke eisen van welstand tenzij een hogere beeldkwaliteit wordt gevraagd.”

Als uit het principeverzoek blijkt dat aan de algemene en specifieke voorwaarden voldaan wordt en het college akkoord is, dan kunnen de zonnepanelen in veldopstelling via een uitgebreide vergunningenprocedure aangevraagd worden. In de legesverordening is voor deze mogelijkheid een teruggave van 85% opgenomen, omdat het een duurzame maatregel betreft.