De Raad van de gemeente Gulpen-Wittem
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 september 2010
Gelet op het bepaalde in de artikel 150 van de Gemeentewet;
Besluit:
vast te stellen de volgende wijziging van de inspraakverordening Gulpen-Wittem.
Inspraakverordening Gulpen-Wittem
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
- 1.
inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;
- 2.
inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;
- 3.
beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid;
- 4.
bestuursorgaan: hetgeen de Algemene wet bestuursrecht daaronder verstaat;
- 5.
ingezetenen: personen die hun werkelijke woonplaats in de gemeente hebben;
- 6.
belanghebbende: hetgeen de Algemene wet bestuursrecht daaronder verstaat.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
- 1.
Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.
- 2.
Inspraak wordt altijd verleend, indien de wet daartoe verplicht.
- 3.
In het kader van de ruimtelijke regelgeving wordt inspraak in ieder geval verleend ten aanzien van de voorbereiding van:
- a.
structuurvisies als bedoeld in artikel 2.1 Wro;
- b.
beheersverordeningen als bedoeld 3.38 Wro;
- c.
bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 3.1 Wro met uitzondering van de besluiten als bedoeld in artikel 4 onder g van dit artikel.
- 4.
Geen inspraak wordt verleend:
- a.
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;
- b.
indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
- c.
indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
- d.
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
- e.
indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;
- f.
indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.;
- g.
inzake de voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 Wro (bestemmingsplan) indien deze besluiten betrekking hebben op bestemmingsplannen met een geringe planologische betekenis. (postzegelbestemmingsplannen)
- h.
inzake de voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 2.12 eerste lid sub 30 Wabo, indien deze besluiten betrekking hebben op projecten van geringe planologische betekenis.
Artikel 3 Inspraakgerechtigden
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
Artikel 4 Inspraakprocedure
- 1.
Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
- 2.
Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens of ruimtelijke ontwikkelingen een andere inspraakprocedure vaststellen.
Artikel 5 Eindverslag
- 1.
Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.
- 2.
Het eindverslag bevat in elk geval:
- a.
een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
- b.
een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
- c.
een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.
- 3.
Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.
- 4.
De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.
Artikel 6 Intrekking oude verordening
1.De “Inspraakverordening gemeente Gulpen-Wittem 2004” zoals vastgesteld op 27 september 2004 wordt ingetrokken.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt een dag na de bekendmaking in werking.
Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening Gulpen-Wittem 2010.
Vastgesteld door de gemeenteraad van Gulpen-Wittem in zijn vergadering van 18 november 2010
De griffier,
Mw. F.G.J.M. van der Walle
De voorzitter,
drs. A.R.B. van den Tillaar