Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen en crematorium 2023 |
Citeertitel | Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen en crematorium 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen en crematorium 2014.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-10-2023 | nieuwe regeling | 07-09-2023 | 2023, nummer 175 |
De Raad van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 juni 2023
(raadsvoorstel nr. 23bb004401/23bo004554);
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet;
het gewenst is een nieuwe Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen en crematorium vast te stellen;
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 2 Delegatie aan het college
Het college stelt ter uitvoering van deze verordening nadere regels vast waaronder in ieder geval regels betreffende de dagelijkse gang van zaken op de begraafplaatsen en het crematorium.
Hoofdstuk 2 Uitgifte van rechten
Artikel 4 Rechten en termijnen
Begraving of bijzetting in een particulier graf of urnengraf, waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke grafrusttermijn afloopt, vindt alleen plaats onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met ten miste zoveel jaren als nodig is om te voldoen aan de minimale grafrusttermijn van tien jaar. Het voorgaande is niet van toepassing op de bijzetting van asbussen.
Een ieder die handelt in strijd met artikel 3, zesde lid, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Besluiten die zijn genomen op grond van de Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen en crematorium 2014 gelden als besluiten die zijn genomen op grond van deze verordening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 september 2023.
De griffier,
I.C.M. Broeders
De voorzitter,
A. Aboutaleb
Het juridische kader voor de lijkbezorging wordt voornamelijk bepaald door de Wet op de lijkbezorging (Wlb) en het Besluit op de lijkbezorging (Blb). Waar dat relevant is, wordt in deze toelichting naar de hogere regelgeving verwezen.
Deze verordening is een nadere invulling van de hogere regelgeving. De bevoegdheid van de gemeenteraad om een verordening vast te stellen staat in artikel 90 Wlb.
De verordening regelt de volgende onderwerpen:
delegatie aan het college om het dagelijks beheer en de dienstverlening te reguleren;
openingstijden voor begraven en cremeren (artikel 35 en 56 Wlb) respectievelijk bezoek;
de gedragsregels/ verboden op de begraafplaatsen;
het vestigen, verlengen en overdragen van grafrechten;
grafbedekking en de delegatie aan het college om de grafbedekking nader te reguleren;
het eindigen en beëindigen van grafrechten.
Algemene graven worden slechts uitgegeven voor directe teraardebestelling. Een algemeen graf kenmerkt zich daarnaast doordat de belanghebbende geen zeggenschap heeft over wie er verder in het graf wordt begraven. In of op een algemeen graf kunnen geen asbussen worden bijgezet en kan er geen asverstrooiing plaatsvinden. De wettelijke grafrustermijn is een termijn van 10 jaar is. Rotterdams beleid is een termijn van 15 jaar.
De belanghebbende wordt op de hoogte gesteld van het moment waarop de ruiming van het graf plaats gaat vinden. Op dat moment kan de belanghebbende het college verzoeken de overledene tegen de dan geldende regels en tarieven te laten opgraven, te laten herbegraven in een particulier graf of alsnog te laten cremeren.
Het grafrecht is het recht om gebruik te kunnen maken van een algemeen graf, een particulier graf of een urnennis.
Bij een algemeen graf heeft de belanghebbende het recht om één overledene te begraven, maar heeft hij geen zeggenschap over wie verder in dit graf wordt bijgezet.
De uitgifte van een ruimte waarin een of meer lijken en/of asbussen kunnen worden bewaard wordt altijd schriftelijk bevestigd (art 28 Wlb). De brief waarmee dit geschiedt is een beschikking in de zin van artikel 1:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Dat wil zeggen dat bezwaar kan worden gemaakt, indien men het niet eens is met de inhoud van dit besluit.
Dit is een verplichte bijdrage in de kosten van het jaarlijkse onderhoud van de grafvakken en van alle voorzieningen op de begraafplaatsen. De rechthebbenden en belanghebbenden zijn zelf verantwoordelijk voor het onderhoud aan de grafbedekking van het individuele graf of urnenplaats.
Bij particuliere graven is er sprake van een uitsluitend grafrecht. Bij vestiging van dit grafrecht is er sprake van een rechthebbende in de zin van de Wlb. Een particulier graf kenmerkt zich doordat de rechthebbende het uitsluitend recht heeft om te bepalen wie er in het graf begraven wordt en voor hoe lang deze overledene(n) begraven worden gehouden.
Hetzelfde geldt voor de asbussen in het graf. Voor elke begraving of bijzetting van een asbus is daarom altijd toestemming nodig van de rechthebbende.
Daarnaast heeft de rechthebbende, in tegenstelling tot de belanghebbende van een algemeen graf, het wettelijk recht het grafrecht telkens opnieuw te verlengen.
Particuliere graven kunnen ook worden gereserveerd. Het is dan bij vestiging van het grafrecht niet noodzakelijk dat het graf direct voor een begraving wordt gebruikt.
Artikel 2 Delegatie aan het college
In artikel 2 is geregeld dat het college ter uitvoering van de verordening nadere regels vaststelt over in ieder geval de dagelijkse gang van zaken op de begraafplaatsen en het crematorium
Deze nadere regels worden opgenomen in het zgn. uitvoeringsbesluit beheer begraafplaatsen en crematorium waarin het volgende wordt geregeld:
verruiming van openingstijden in de zomermaanden
wijze van uitgifte van algemene en particuliere graven
dienstverlening bij uitvaarten, herdenkingen en plechtigheden
ruiming van graven en verstrooiing van as.
Beheer van de begraafplaatsen en crematorium
De taken van de beheerder betreffen het beheer van gemeentewege in ruime zin. Het voeren van de administratie en het aanleggen, openen, sluiten en ruimen van graven, het begraven, opgraven en herbegraven van lijken, het cremeren van lijken, het bijzetten en wegnemen van asbussen, het afnemen en plaatsen van gedenktekens, het verstrooien van as en het onderhouden van het terrein vallen er allemaal onder. De tarieven voor de onderscheidene diensten worden door de gemeenteraad vastgesteld in de Verordening lijkbezorgingsrechten.
Op grond van de artikelen 27, 50 en 65 Wlb is de houder van een begraafplaats of crematorium verplicht registers bij te houden van de begraven of gecremeerde lijken, de bestemming die aan de as is gegeven en de bijgezette asbussen, met een nauwkeurige aanduiding van de plaats van begraving of bijzetting. Artikel 10 van het Besluit op de lijkbezorging bevat nadere voorschriften ten aanzien van de gegevens die moeten worden opgenomen inzake de gecremeerde lijken, de bestemming van de as en de bijgezette asbussen.
De registers zijn geen zelfstandige boekwerken of computerbestanden, maar een onderdeel van de begraafplaatsadministratie. Deze administratie is voor derden niet toegankelijk.
De wet legt de verantwoordelijkheid voor de aanwezigheid van het juiste adres van de rechthebbende of belanghebbende in de administratie bij de rechthebbende of belanghebbende.
Bij opgraven wordt een stoffelijk overschot of stoffelijke resten individueel herbegraven in een ander graf (op dezelfde of op een andere begraafplaats) of gecremeerd. Het initiatief voor een opgraving ligt bij de rechthebbende. Het komt niet vaak voor, maar als daar gewichtige redenen voor bestaan kan de burgemeester besluiten een opgraving tijdens de grafrusttermijn toe te staan.
Voor opgraving is altijd toestemming van de burgemeester nodig. Bij een particulier graf moet ook de rechthebbende akkoord gaan. De wet schrijft voor dat als de opgraving binnen een jaar na de begraving plaats vindt én het stoffelijk overschot wordt gecremeerd ook de toestemming van de officier van justitie nodig is.
Ruimen van een graf kan pas plaats vinden nadat het grafrecht is vervallen. Om tot ruiming over te kunnen gaan moet ook de grafrusttermijn zijn verstreken. Het initiatief tot ruimen ligt bij de houder van de begraafplaats. Bij ruimen wordt een graf leeggemaakt, waarbij de stoffelijke resten anoniem in het verzamelgraf op de begraafplaats opnieuw ter aarde worden besteld.
Artikel 3 Openingstijden begraafplaatsen en crematorium
Op basis van het tweede lid kan het college in het uitvoeringsbesluit ruimere openingstijden vaststellen voor bezoekers, bijvoorbeeld voor in de zomermaanden.
Lid 3 bespreekt de openstelling voor begraving of crematie vanwege bijzondere noodzaak. Een bijzonder geval kan zich voordoen als de burgemeester toestemming heeft gegeven om een lijk binnen 36 uur te begraven. Sommige nabestaanden vragen om deze toestemming om godsdienstige redenen. Daarnaast kan spoed geboden zijn in geval van lijkvinding.
Overtreding van het verbod in lid 6 buiten openingstijden zonder toestemming van de beheerder op de terreinen te zijn leidt tot een strafbaarstelling in artikel 10.
Artikel 4 Rechten en termijnen
Bij de uitgifte van een particulier graf kan de aanvrager een keuze maken of het een graf voor één, twee of maximaal drie personen wordt. Hier wordt bij de eerste begrafenis rekening mee gehouden. De uitgiftetermijn hangt met deze keuze samen: 15 jaar, 30 jaar of onbepaalde tijd.
Voor de natuurbegraafplaats van Hofwijk gelden andere termijnen: 20, 30, 40 of 50 jaar of voor onbepaalde tijd. Een dubbel graf wordt voor minstens 30 jaar uitgegeven.
Een particulier graf kan ook slechts worden gebruikt als gedenkplaats bijvoorbeeld om er een gedenkteken op te plaatsen voor één of meer personen die elders begraven zijn, maar van wie het graf inmiddels is geruimd of personen die gecremeerd zijn.
Lid 4 van dit artikel regelt dat bij elke begraving of bijzetting van een volgende overledene de grafrusttermijn voor die overledene zal worden gerespecteerd. Dit gebeurt onder de voorwaarde dat het grafrecht met zoveel jaren als nodig is om een periode van 10 jaar te bereiken wordt verlengd.
Voor alle graven en urnenplaatsen wordt belasting geheven. Dus zowel voor een algemeen graf als een particulier graf. En er moeten onderhoudsrechten worden betaald. Dit geldt ook voor gereserveerde graven. De basis voor de heffing is de Verordening Lijkbezorgingsrechten. Het belastbaar feit is het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
Graven die voor onbepaalde tijd zijn uitgegeven en waarvan ook de onderhoudsbijdragen in het verleden voor onbepaalde tijd zijn afgekocht, worden in stand gehouden zolang de begraafplaats blijft bestaan. Echter, voor deze graven geldt ook de wettelijke regel dat bij ernstige verwaarlozing van de grafbedekking na een bepaalde aanmaningsprocedure het grafrecht vervalt.
In het achtste lid wordt bepaald dat de rechthebbende en belanghebbende ervoor zorgt dat zijn adres bij de gemeente bekend en actueel is. Dit is van belang om te informeren over de grafrechten.
Artikel 5 Reserveren particulier graf
In geval van reservering is de maximale termijn voor de vestiging van het grafrecht 5 jaar.
Deze termijn kan maximaal 2 keer voor een periode van 5 jaar worden verlengd. De totale termijn is dus maximaal 15 jaar.
Algemene graven worden per definitie slechts uitgegeven voor directe teraardebestelling. Het is dus niet mogelijk een algemeen graf te reserveren. Een lijk kan wel na afloop van de termijn op verzoek van de belanghebbende worden gecremeerd of worden herbegraven.
Artikel 6 Vergunning grafbedekking
Zowel de rechthebbende als belanghebbende heeft het recht om grafbedekking te (laten) plaatsen. Er moet wel vooraf een vergunning worden aangevraagd.
In lid 4 van dit artkel is geregeld dat het college in nadere regels bepaalt hoe de grafbedekking er mag uitzien. Dit gebeurt in het uitvoeringsbesluit beheer begraafplaatsen en crematorium. Er worden eisen gesteld aan maatvoering en materialen van gedenktekens. Ook kan het college voorschriften aan de vergunning verbinden.
Voor losse voorwerpen is geen vergunning vereist. Voor beplanting wel. Dit volgt uit de begripsbepaling van grafbedekking. Deze omvat het gedenkteken en de beplanting.
Rechthebbenden en belanghebbenden zijn verplicht de grafbedekking goed te onderhouden. Indien rechthebbenden en belanghebbenden de grafbedekking niet goed onderhouden of zich niet aan de vergunning of andere regels houden en ook na een waarschuwing in gebreke blijven, kan op grond van het bepaalde in artikel 28 van de wet en artikel 9, tweede lid, onder b, van deze verordening het grafrecht vervallen worden verklaard. Dit gebeurt uiteraard met inachtneming van de wettelijke grafrusttermijn.
Grafbedekking wordt aangebracht voor risico van de rechthebbende of belanghebbende. Schade als gevolg van brand, vandalisme, diefstal, verzakking, vorst, storm, hagel, wateroverlast en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het in opdracht van de rechthebbende of belanghebbende weghalen en terugplaatsen van een grafbedekking en eventuele vervolgschade voor derden, is voor rekening van de rechthebbende of belanghebbende.
Indien een gedenkteken wordt beschadigd door onzorgvuldig handelen of opzet van medewerkers van de begraafplaats, is de gemeente uiteraard wel gehouden tot vergoeding van de schade.
Losse voorwerpen zijn vergunningsvrij. De begraafplaats is openbaar gebied en staat niet onder voortdurend toezicht. Voorwerpen kunnen wegwaaien of verdwijnen. De gemeente is niet aansprakelijk voor verdwenen of beschadigde losse voorwerpen op een graf. Verwelkte bloemen, verwaarloosde planten, losse en glazen voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving en enig recht op vergoeding worden verwijderd.
Artikel 7 Overschrijven van verleende rechten
Het grafrecht moet altijd op naam van één natuurlijk persoon staan, omdat dan duidelijk is wie over de rechten kan beschikken en aan de plichten kan worden herinnerd. Het grafrecht gaat niet automatisch over op grond van erfrecht, zoals vaak ten onrechte wordt gedacht.
Het grafrecht kan overgeschreven worden op naam van één van de erfgenamen, maar dat is niet noodzakelijk. Als er geen overschrijving plaats vindt, vervalt het grafrecht van rechtswege.
De termijn voor overschrijving van een graf wordt gesteld op maximaal één jaar. Het is ongewenst dat graven van personen waarvan geen nabestaanden bekend zijn of waarvoor niemand zich meer verantwoordelijk voelt voor lange tijd in stand blijven. Dit omdat de ruimte schaars is en de gemeente dan toch de kosten voor rekening moet nemen van onderhoud aan gedentekens en grafkelders om verdere schade te voorkomen.
Als de rechthebbende overlijdt en zelf in het betreffende graf begraven moet worden, vindt de overschrijving direct plaats aan degene die in de uitvaart voorziet, die daarmee rechthebbende wordt. Immers alleen een rechthebbende kan de begraving toestaan.
In artikel 4, achtste lid is bepaald dat de rechthebbende en belanghebbende ervoor zorgt dat zijn adres bij de gemeente bekend en actueel is. Dit om bovengenoemde redenen.
Artikel 8 Verlengen, omzetten en afstand doen van rechten
Afgezien van de graven voor onbepaalde tijd, worden particuliere graven in beginsel voor minimaal 15 jaar en maximaal vijftig jaar uitgegeven. Mits tijdig aangevraagd heeft elke rechthebbende het recht deze uitgiftetermijn te verlengen met minimaal vijf en maximaal twintig jaar.
De wet schrijft in artikel 28, eerste lid, voor dat de verlenging van het grafrecht binnen twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt aangevraagd. Het tweede lid verplicht de beheerder van de begraafplaats de rechthebbende een jaar voor het vervallen van het grafrecht aan te schrijven.
Indien de rechthebbende na het verstrijken van de termijn te kennen geeft alsnog te willen verlengen, heeft hij gezien de wet het recht op verlenging verloren. Het college kan op verzoek besluiten tot verlenging met terugwerkende kracht, als het graf nog bestaat.Deze optie van de rechthebbende die dan inmiddels belanghebbende is geworden staat in lid 4. Ook is mogelijk het graf opnieuw aan te kopen.
Het zesde lid bepaalt dat een rechthebbende afstand kan doen van het grafrecht, zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding. Het afstand doen van rechten kan een keuze zijn, wanneer het gedenkteken beschadigd of verwaarloosd is en de rechthebbende geen kosten voor herstel of een opknapbeurt wil maken.
In lid 1 wordt het opheffen van een begraafplaats genoemd als grond voor het vervallen van grafrecht. De gemeente zal hier niet licht toe overgaan.
Naast de in lid 2 genoemde mogelijkheden bevat artikel 28 van Wlb een regeling voor een graf in verwaarloosde staat terwijl de rechthebbende niet te vinden is.
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl