Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berg en Dal

Beleidsregels inburgering gemeente Berg en Dal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerg en Dal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels inburgering gemeente Berg en Dal
CiteertitelBeleidsregels inburgering gemeente Berg en Dal
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 121 van de Gemeentewet
  3. artikel 147 van de Gemeentewet
  4. artikel 13 van de Wet inburgering 2021
  5. artikel 14 van de Wet inburgering 2021
  6. artikel 15 van de Wet inburgering 2021
  7. artikel 16 van de Wet inburgering 2021
  8. artikel 17 van de Wet inburgering 2021
  9. artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht
  10. artikel 5.1 van het Besluit inburgering 2021
  11. artikel 5.2 van het Besluit inburgering 2021
  12. artikel 5.3 van het Besluit inburgering 2021
  13. artikel 5.4 van het Besluit inburgering 2021
  14. artikel 5.5 van het Besluit inburgering 2021
  15. artikel 7.1 van het Besluit inburgering 2021
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-10-2023nieuwe regeling

17-08-2023

gmb-2023-456068

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels inburgering gemeente Berg en Dal

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal;

 

Gelet op artikel 4:81 Awb, artikel 121 en 147 Gemeentewet, de artikelen 13 tot en met 17, 22, 23 en 26 van de Wet inburgering 2021 en artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 5.1 t/m 5.5 en 7.1 van het Besluit inburgering 2021.

 

besluit vast te stellen de Beleidsregels Inburgering gemeente Berg en Dal.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

-

Asielmigrant:

inburgeringsplichtige als bedoeld in artikel 13 van de Wet inburgering 2021;

-

AZC:

Asielzoekerscentrum;

-

Besluit:

het Besluit inburgering 2021;

-

Blik op Werk:

stichting die het keurmerk Inburgering verstrekt en toezicht houdt op de naleving van de aan het keurmerk verbonden voorwaarden;

-

Brede intake:

het intakegesprek als bedoeld in artikel 14 van de Wet inburgering 2021;

-

BRP:

basisregistratie personen;

-

COA:

Centraal Orgaan opvang asielzoekers; 

-

Duaal traject:

traject waarbinnen taalverwerving wordt gecombineerd met (toeleiding naar) participatie;

-

Financieel ontzorgen:

het inzetten van individuele begeleiding en groepscoaching en de mogelijkheid van het rechtstreeks betalen uit de bijstand van huur en de zorgverzekeringspremie, voor asielmigranten met een bijstandsuitkering.

-

Financieel zelfredzaam:

iemand is financieel redzaam wanneer hij zijn inkomsten en uitgaven in balans houdt, nu en in de toekomst.

-

Gemeente:

gemeente Berg en Dal;

-

Gezinsmigranten en overige migranten:

inburgeringsplichtigen, als bedoeld in artikel 19 van de Wet inburgering 2021;

-

Inburgeringsplichtige:

de inwoner die volgens artikel 3 van de Wet inburgering 2021 inburgeringsplichtig is;

-

Inburgeringstraject:

het traject dat is gericht op het afronden van het participatieverklaringstraject, het afronden van de Module Arbeidsmarkt en Participatie i en het behalen van het inburgeringsexamen, de onderwijsroute of de zelfredzaamheidsroute en/of werk;

-

Leerbaarheidstoets:

de toets als bedoeld in artikel 14, van de Wet inburgering 2021;

-

Leerroutes:

de leerroutes zoals bedoeld in artikel 7, van de Wet inburgering 2021;

-

Maatschappelijke begeleiding:

de begeleiding zoals geregeld in artikel 13 van de Wet inburgering 2021;

-

MAP:

de Module Arbeidsmarkt en Participatie, als bedoeld in artikel 6, van de Wet inburgering 2021

 

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet.

Artikel 1:2 Reikwijdte beleidsregels

Deze beleidsregels zijn van toepassing op alle inburgeringsplichtigen woonachtig in de gemeente Berg en Dal die onder de Wet inburgering 2021 vallen.

Artikel 1:3 Taken college

  • 1.

    Het college biedt asielmigranten de volgende onderdelen van de inburgering aan:

    • a.

      brede intake en PIP, en de daarbij horende advies- en voortgangsgesprekken;

    • b.

      leerroutes inclusief KNM;

    • c.

      MAP;

    • d.

      PVT;

    • e.

      maatschappelijke begeleiding;

    • f.

      financieel ontzorgen en financiële zelfredzaamheid.

  • 2.

    Het college biedt gezinsmigranten en overige migranten (die vallen onder de inburgeringsplicht) de volgende onderdelen van de inburgering aan:

    • a.

      brede intake en PIP, en de daarbij horende advies- en voortgangsgesprekken;

    • b.

      MAP;

    • c.

      PVT.

Hoofdstuk 2 Kernpunten inburgering

Artikel 2:1 Uitgangspunten

De volgende uitgangspunten voor de inburgering in de gemeente zijn van toepassing:

  • a.

    in het geval van asielmigranten zorgt het college voor een doorlopende lijn vanaf koppeling met de gemeente tot het afronden van het inburgeringstraject;

  • b.

    het college zorgt voor inburgeringstrajecten gericht op inburgering én (arbeids-) participatie;

  • c.

    het college adviseert iedere inburgeringsplichtige over een passend traject dat aansluit op zijn of haar ambitieniveau en leervermogen;

  • d.

    het college zorgt indien nodig voor de financiële ontzorging van bijstandsgerechtigde asielmigranten. Ook biedt het college ondersteuning om de asielmigranten financieel zelfredzaam te maken;

  • e.

    het college bevordert de zeggenschap bij de inburgeringsplichtige door hem of haar waar mogelijk invulling te laten geven aan zijn of haar inburgeringstraject;

  • f.

    het college maakt zo veel mogelijk gebruik van (al bestaande) initiatieven voor inburgeringsplichtigen in de gemeente en werkt zo veel mogelijk samen met partners in de gemeente en in de regio.

Artikel 2:2 Regierol consulent inburgering

  • 1.

    Het college wijst aan de inburgeringsplichtige een consulent inburgering toe die de regie voert op het hele inburgeringstraject.

  • 2.

    De consulent inburgering voor asielmigranten:

    • a.

      zorgt ervoor dat de inburgeringsplichtige uitgenodigd wordt voor een intakegesprek, en aangemeld wordt voor MAP en PVT;

    • b.

      zorgt ervoor dat de inburgeringsplichtige aangemeld wordt bij de verschillende voorzieningen en monitort de voortgang;

    • c.

      zorgt voor periodiek overleg met en over de voortgang van de inburgeringsplichtige;

  • 3.

    De consulent inburgering voor gezins- en overige migranten:

    • a.

      zorgt ervoor dat de inburgeringsplichtige uitgenodigd wordt voor een intakegesprek, en aangemeld wordt voor MAP en PVT;

    • b.

      zorgt voor periodiek overleg met en over de voortgang van de inburgeringsplichtige en de betrokken interne partners en aanbieders MAP en PVT.

Artikel 2:3 Kwalitatief aanbod voor asielmigranten

Het college draagt er zorg voor dat de kwaliteit van het taalaanbod voor asielmigrant wordt gewaarborgd door:

  • a.

    gecontracteerde Taalaanbieders te verplichten tot het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst met Blik op Werk gedurende de contractperiode.

  • b.

    het opstellen van Samenwerkingsafspraken tussen de gemeenten van Rijk van Nijmegen en de taalaanbieders, waardoor er een nauwere samenwerking ontstaat met de taalaanbieders in Rijk van Nijmegen. Dit is ook een landelijke eis;

  • c.

    het opstellen van Samenwerkingsafspraken tussen de gemeenten van Rijk van Nijmegen en de aanbieders van PVT en MAP;

  • d.

    het aanstellen van een contractmanager voor de Samenwerkingsafspraken onder b. door het Regionaal ondersteuningsbureau regio Rijk van Nijmegen (ROB).

Hoofdstuk 3 Welkom

Artikel 3:1 Onderdelen Welkom

  • 1.

    Het Welkom bestaat voor asielmigranten uit:

    • a.

      een kennismakingsgesprek tijdens het verblijf in het AZC Nijmegen met, bij voorkeur, een driegesprek tussen de casemanager COA, de asielmigrant en de consulent inburgering;

    • b.

      bij verblijf in een AZC buiten de regio, het opnemen van contact door de consulent met de betreffende casemanager COA. Het kennismakingsgesprek met de asielmigrant vindt digitaal plaats;

    • c.

      een regeldag;

    • d.

      een brede intake, inclusief leerbaarheidstoets.

  • 2.

    Het Welkom bestaat voor gezins- en andere migranten uit:

    • a.

      een brede intake, inclusief leerbaarheidstoets.

  • 3.

    De onderdelen genoemd onder het eerste en tweede lid vormen de basis voor het opstellen van het PIP.

Artikel 3:2 Regeldag

  • 1.

    Asielmigranten die in de gemeente voor het eerst een woning betrekken, hebben recht op een (digitale) regeldag.

  • 2.

    De regeldag voor asielmigranten wordt uitgevoerd door de aanbieder van de maatschappelijke begeleiding.

  • 3.

    Tijdens de regeldag worden de basisvoorzieningen aangevraagd en geregeld. Het betreft in ieder geval het inschrijven in de gemeentelijke basisadministratie personen, het aanvragen van een Participatiewet uitkering, bijzondere bijstand voor woninginrichting, en een zorgverzekering (CAZ), het tekenen van het huurcontract en het aanvragen van belastingtoeslagen.

Artikel 3:3 Brede intake

  • 1.

    Het college nodigt de inburgeringsplichtige uit voor de brede intake.

  • 2.

    De in het vorige lid genoemde uitnodiging vermeldt naast de dag, plaats en tijdstip van de intake ook het volgende:

    • a.

      het doel, de werkwijze en het belang van de brede intake in het inburgeringstraject;

    • b.

      het recht om de gesprekken, in het kader van de brede intake met de gemeente, alleen te voeren óf met aanwezigheid van een door de inburgeringsplichtige aangewezen begeleider/ondersteuner.

Hoofdstuk 4 PIP

Artikel 4:1 Vaststelling, onderdelen en voortgang PIP

  • 1.

    Het PIP moet binnen 10 weken worden vastgesteld, nadat de inburgeringsplichtige de DUO-kennisgeving over de inburgeringsplicht heeft ontvangen. Dan wel 10 weken na de dag van inschrijving in de BRP van de gemeente. Het college kan alleen van deze termijn afwijken als het redelijkerwijs niet mogelijk is om het PIP binnen de 10-weken termijn vast te stellen zonder informatie van een derde, van welke informatie het college in afwachting is. Uiterlijk twee weken na ontvangst van deze informatie stelt het college het plan dan alsnog vast.

  • 2.

    Het PIP wordt opgesteld op basis van de informatie, verkregen tijdens de Brede Intake. Het PIP wordt bij beschikking vastgesteld.

  • 3.

    In het PIP wordt opgenomen:

    • a.

      wat de vastgestelde leerroute is (en voor de asielmigrant, ook de intensiteit hiervan) en het inburgeringsaanbod;

    • b.

      welke afspraken er zijn gemaakt over (arbeids-)participatie;

    • c.

      welke ondersteuning en begeleiding de inburgeringsplichtige bij de leerroute krijgt en van welke organisatie(s);

    • d.

      welke afspraken er zijn gemaakt over vroeg- en voorschoolse educatie en kinderopvang in het geval van minderjarige kinderen;

    • e.

      het PVT en de MAP en de intensiteit hiervan;

    • f.

      het aantal voortgangsgesprekken dat het college met de inburgeringsplichtige heeft gedurende het traject; en

    • g.

      wanneer de inburgeringsplichtige in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering: een verwijzing naar de relevante beschikking(en) op grond van de Participatiewet. Het gaat met name om een verwijzing naar de toekenningsbeschikking van de uitkering voor levensonderhoud en het financieel ontzorgen (voor asielmigranten).

Artikel 4:2 Voortgang inburgering

  • 1.

    Het college volgt de vorderingen van de inburgeringsplichtige tijdens het inburgeringstraject en monitort of het traject nog passend is. Het college voert hiervoor periodiek voortgangsgesprekken met de inburgeringsplichtige zolang het inburgeringstraject loopt. Het aantal gesprekken gedurende het inburgeringstraject wordt afgestemd op de behoefte en de omstandigheden van de inburgeringsplichtige (maatwerk).

  • 2.

    Gedurende de eerste twaalf maanden na aanvang van de inburgeringstermijn vinden minimaal twee voortgangsgesprekken plaats.

  • 3.

    Ter voorbereiding op deze gesprekken wint het college informatie in bij de organisaties die bij het traject betrokken zijn, bij cursusinstellingen, werkgevers en andere personen.

  • 4.

    Het college maakt een verslag van ieder voortgangsgesprek. Het college bespreekt tijdens dit gesprek met de inburgeringsplichtige of er zaken zijn die dreigen af te wijken of afwijken van het PIP.

  • 5.

    Op basis van de uitkomst van deze gesprekken past het college zo nodig (onderdelen van) het PIP aan en stelt dan het PIP opnieuw per beschikking vast.

Hoofdstuk 5 Inburgeringsonderdelen en begeleiding op maat

Artikel 5:1:1 Taken college met betrekking tot leerroutes

  • 1.

    Het college bepaalt in samenspraak met de inburgeringsplichtige welke leerroute de inburgeringsplichtige moet volgen om aan de inburgeringsplicht te voldoen, namelijk:

    • a.

      de B1-route, zoals beschreven in art. 7 van de Wet;

    • b.

      de onderwijsroute, zoals beschreven in art. 8 van de Wet;

    • c.

      de zelfredzaamheidsroute (Z-route), zoals beschreven in art. 9 van de Wet.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor dat er aan de asielmigrant tijdig een inburgeringsaanbod wordt gedaan dat aansluit bij de leerroute en andere elementen die in het PIP zijn vastgelegd.

  • 3.

    Het college borgt de integraliteit van het inburgeringstraject zoals bedoeld in artikel 2:1, onder c van deze beleidsregel, door in het PIP afspraken te maken over taalmaatjes, taalstages, vrijwilligerswerk, betaald werk of andere participatieactiviteiten.

  • 4.

    Wanneer uit de brede intake naar voren komt dat de inburgeringsplichtige niet of anders gealfabetiseerd is, zal een alfabetiseringstraject een onderdeel worden van de leerroute die gevolgd gaat worden. Dit alfabetiseringstraject zal ook onderdeel zijn van het inburgeringsaanbod dat het college aan de inburgeringsplichtige doet.

  • 5.

    Indien taalniveau B1 voor een inburgeraar niet haalbaar blijkt, is het mogelijk af te schalen naar taalniveau A2 als aantoonbaar ten minste 600 uur taalles zijn gevolgd.

  • 6.

    Het college adviseert de gezinsmigrant of overige migrant over de te volgen leerroute. De gezinsmigrant of overige migrant is zelf verantwoordelijk voor de bekostiging van dit onderdeel.

Artikel 5:1:2 Inhoud leerroutes

  • 1.

    Het college zorgt ervoor dat de inhoud van de leerroutes aansluit op de overige onderdelen van het inburgeringstraject.

  • 2.

    Om de leerroutes zoveel mogelijk te laten passen bij de situatie en de behoefte van de inburgeringsplichtige, zorgt het college voor een gevarieerd aanbod aan leerroutes.

Artikel 5:2 Module arbeidsmarkt en participatie

  • 1.

    Het college biedt de MAP aan binnen de inburgeringstermijn.

  • 2.

    Het doel van de MAP is dat de inburgeringsplichtige:

    • a.

      kennismaakt met de Nederlandse arbeidsmarkt;

    • b.

      inzicht krijgt in de eigen competenties en arbeidskansen;

    • c.

      een concrete beroepswens kan formuleren;

    • d.

      leert hoe hij of zij een netwerk opbouwt;

    • e.

      praktische ervaring opdoet op de (lokale) arbeidsmarkt; en

    • f.

      werk vindt.

  • 3.

    Het college houdt bij het vaststellen van de inhoud van de MAP rekening met de vermogens, capaciteiten en ontwikkelbehoeften van de inburgeringsplichtige en de situatie op de lokale arbeidsmarkt.

  • 4.

    Het college legt de afspraken over de invulling van de MAP schriftelijk vast in het PIP van de inburgeringsplichtige.

  • 5.

    De MAP wordt afgesloten met een eindgesprek.

    Besproken worden: de opgedane kennis, vaardigheden en praktijkervaring van de inburgeringsplichtige.

  • 6.

    Als het college in een gesprek in het kader van de brede intake of in het kader van de voortgang van de inburgering heeft geconstateerd dat de inburgeraar voldoende kennis en vaardigheden heeft opgedaan betreffende de in artikel 3.2 lid 1 Besluit inburgering 2021 genoemde thema’s en dat hij over de MAP-competenties beschikt, moet dit in de PIP worden vastgelegd.

Artikel 5:3 Participatieverklaringstraject

  • 1.

    Het college biedt het Participatieverklaringstraject aan binnen de inburgeringstermijn.

  • 2.

    Het participatieverklaringstraject beslaat minimaal 12 uur en bestaat in ieder geval uit de volgende onderdelen:

    • a.

      kennismaking met de Nederlandse kernwaarden;

    • b.

      voorbereiding op het ondertekenen van de Participatieverklaring;

    • c.

      een excursie.

  • 3.

    De inburgeringsplichtige doet in het onderdeel “kennismaking met de Nederlandse kernwaarden” kennis op van de belangrijkste waarden, sociale regels en grondrechten in Nederland. Het doel hiervan is het krijgen van een beter beeld van en begrip voor de Nederlandse samenleving.

  • 4.

    Het college legt de afspraken over de invulling van het Participatieverklaringstraject schriftelijk vast in het PIP van de inburgeringsplichtige.

  • 5.

    Het Participatieverklaringstraject wordt afgesloten met het ondertekenen van de Participatieverklaring.

Artikel 5:4 Maatschappelijke begeleiding

  • 1.

    De maatschappelijke begeleiding start op het moment dat er een woning beschikbaar is zoals bedoeld in artikel 13 van de Wet in de gemeente.

  • 2.

    De maatschappelijke begeleiding wordt door een door de gemeente gecontracteerde partij uitgevoerd.

  • 3.

    De maatschappelijke begeleiding duurt gemiddeld 6 maanden. De specifieke duur van de maatschappelijke begeleiding is maatwerk.

  • 4.

    De activiteiten van de maatschappelijke begeleiding bestaat uit de volgende twee componenten:

    • a.

      praktische hulp bij het regelen van de basisvoorzieningen:

      begeleiding en ondersteuning van asielmigranten bij het regelen van praktische zaken. Hierbij is in ieder geval aandacht voor wonen, zorg, werk, inkomen, verzekeringen en onderwijs. Ook de kennismaking met de lokale woonomgeving hoort hierbij.

    • b.

      voorlichting over de basisvoorzieningen in de Nederlandse samenleving:

      denk aan thema’s als wonen, zorg, werk, inkomen, onderwijs en opvoeding. Daarnaast is er aandacht voor de kennismaking met maatschappelijke organisaties, zoals scholen en zorg- en welzijnsorganisaties.

  • 5.

    Het college stemt de inhoud, intensiteit en duur van de maatschappelijke begeleiding af op het startniveau, de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de asielmigrant.

Artikel 5:5 Financieel ontzorgen

  • 1.

    Asielmigranten worden, indien nodig, financieel ontzorgd door:

    • a.

      de huur en eventueel de ziektekostenpremie rechtstreeks van de uitkering over te maken aan de aan de verhuurder, c.q. de zorgverzekeraar.

    • b.

      de eerste huurbetaling te verstrekken in de vorm van bijzondere bijstand;

    • c.

      individuele begeleiding en groepscoaching in te zetten om financiële zelfredzaamheid te bevorderen.

  • 2.

    Uitgangspunt is dat de duur en intensiteit van het financieel ontzorgen maatwerk is.

Hoofdstuk 6 Naleving en Handhaving

Artikel 6:1 Uitgangspunten naleving en handhaving

  • 1.

    Het handhavingsproces is gericht op het bevorderen van naleving van de afspraken, en bij het uitblijven van naleving handhaving van de afspraken.

  • 2.

    Het college zorgt voor heldere communicatie zodat:

    • a.

      de inburgeringsplichtige weet wat zijn of haar rechten en plichten zijn gedurende het inburgeringstraject;

    • b.

      de inburgeringsplichtige weet wat van hem of haar wordt verwacht gedurende het inburgeringstraject;

    • c.

      de inburgeringsplichtige weet hoe hij of zij in bezwaar kan gaan tegen de afspraken die het college in het PIP vastlegt.

Artikel 6:2 Samenloop Participatiewet en Wet inburgering

  • 1.

    Bijstandsgerechtigde inburgeringsplichtigen hebben te maken met zowel de Wet als de Participatiewet. Het kan voorkomen dat er overlap is tussen verplichtingen opgelegd op grond van de Wet enerzijds en de Participatiewet anderzijds. Indien de verplichting een onderdeel van het inburgeringstraject betreft, dan wordt de overtreding daarvan beboet op basis van de Wet inburgering 2021. Om dubbele sanctionering te voorkomen verlaagt het college in dat geval voor dezelfde gedraging de bijstandsuitkering niet.

  • 2.

    In de beschikking aan de inburgeringsplichtige vermeldt het college of er een boete op grond van de Wet wordt opgelegd of dat de uitkering wordt verlaagd op grond van de Participatiewet.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 7:1 inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na datum van publicatie in het Gemeenteblad.

Artikel 7:2 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels inburgering gemeente Berg en Dal.

Vastgesteld in de collegevergadering van 17 augustus 2023

Burgemeester en wethouders gemeente Berg en Dal,

Burgemeester,

gemeentesecretaris,


i

In de onderwijsroute hoeft niet de Module arbeidsmarkt en participatie gevolgd te worden.