Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Reimerswaal

Beleidsregel handhaving helingbestrijding gemeente Reimerswaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieReimerswaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel handhaving helingbestrijding gemeente Reimerswaal
CiteertitelBeleidsregel handhaving helingbestrijding gemeente Reimerswaal
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 125 van de Gemeentewet
  2. Algemene plaatselijke verordening gemeente Reimerswaal 2020
  3. artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht
  4. artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-10-2023nieuwe regeling

18-10-2023

gmb-2023-455868

Z22.023074

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel handhaving helingbestrijding gemeente Reimerswaal

Beleidsregel handhaving helingbestrijding gemeente Reimerswaal.

 

De burgemeester van de gemeente Reimerswaal;

 

gelet op:

  • -

    artikel 125 Gemeentewet;

  • -

    artikel 2:67 en 2:68 Algemene plaatselijke verordening gemeente Reimerswaal 2020 (APV);

  • -

    artikel 437, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht; artikel 2, tweede lid van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht;

gezien het aanwijzingsbesluit ‘Digitaal opkopersregister (DOR)’ d.d. 18 oktober 2023;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de: Beleidsregel handhaving helingbestrijding gemeente Reimerswaal.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De in deze beleidregel gebezigde begrippen worden als volgt omschreven:

 

  • 1.

    Handelaar: de handelaar aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.

  • 2.

    Inkoopregister: het register voor handelaren, zoals op grond van artikel 437, eerste lid sub a van het Wetboek van Strafrecht en artikel 2, lid 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt verstaan.

  • 3.

    Verkoopregister: het register voor handelaren, zoals op grond van artikel 2:67, eerste lid APV wordt verstaan.

  • 4.

    Meldplicht: de meldplicht voor handelaren, zoals op grond van artikel 2:68 APV en artikel 437ter Wetboek van Strafrecht wordt verstaan.

  • 5.

    Heling: vermogensmisdrijven, zoals op grond van artikel 416 t/m 417bis Wetboek van Strafrecht worden verstaan.

Hoofdstuk 2 Handhaving

Artikel 2. Handhavingsmatrix

Handhaving van een overtreding vindt plaats overeenkomstig onderstaande handhavingsmatrix.

 

Overtreding

1e constatering

2e constatering

3e constatering

4e constatering

meldplicht

niet voldoen aan voorschriften (art. 2:68 APV)

waarschuwing

last onder dwangsom

verbeuren dwangsom

sluiting 4 weken

verkoopregister

wordt niet of niet juist bijgehouden

(art. 2:67 APV)

waarschuwing

last onder dwangsom

verbeuren dwangsom

sluiting 4 weken

bewaarplicht

vervreemding of verandering goed binnen 3 dagen na verkrijging

(art. 2:68 sub d APV)

waarschuwing

last onder dwangsom

verbeuren dwangsom

sluiting 4 weken

heling

opzet-, schuld-, of gewoonteheling

(art. 416-417bis Sr)

sluiting 2 weken

sluiting 4 weken

sluiting 3 maanden

sluiting 12 maanden

Artikel 3. Hoogte dwangsom

De hoogte van de dwangsom bedraagt € 2.000,- per keer dat niet wordt voldaan aan de last, tot een maximum van € 10.000,-.

Artikel 4. Begunstigingstermijn

Bij een last onder dwangsom die strekt tot het ongedaan maken van een overtreding of het voorkomen van verdere overtreding, wordt een termijn gesteld van één week gedurende welke de overtreder de last kan uitvoeren zonder dat de dwangsom wordt verbeurd.

Artikel 5. Verzwaring

Ten minste in de volgende gevallen kan een handhavingsmaatregel verzwaard worden:

  • meerdere overtredingen uit de handhavingsmatrix;

  • meerdere strafbare feiten die aan de handelaar of het pand zijn gerelateerd;

  • vermoedens van verwijtbaar gedrag van de handelaar of van zijn personeel;

  • het voorhanden hebben van een goed afkomstig van een misdrijf;

  • omvang en eventuele gevolgen van de overtreding;

  • verkrijgen van een gestolen goed van een minderjarige.

Hoofdstuk 3. Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel handhaving helingbestrijding gemeente Reimerswaal’.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Reimerswaal op 18 oktober 2023.

Toelichting  

Inleiding

Diefstal, woninginbraken, overvallen en straatroof hebben grote impact op de slachtoffers en vormen een gevaar voor de openbare orde en het veilige woon- en leefklimaat. Dit soort delicten vallen onder de High Impact Crimes (HIC). Het terugdringen hiervan heeft hoge prioriteit bij politie, Openbaar Ministerie en gemeenten.

 

Het opkopen, bezitten en doorverkopen van gestolen goederen (heling) is strafbaar. In de aanpak van heling hebben opkopers en handelaren (hierna: handelaren) in ongeregelde en gebruikte goederen een belangrijke verantwoordelijkheid. Wet- en regelgeving schrijft handelaren daarom bepaalde verplichtingen voor bij de uitvoering van hun beroep. Het Wetboek van Strafrecht beperkt zich voornamelijk tot strafbare feiten die samenhangen met de inkoop van goederen. Regelgeving in de APV richt zich op de verkoop van goederen en de verplichtingen die een handelaar heeft ten aanzien van een meldingsplicht behorend bij de uitoefening van het beroep als handelaar. Deze verplichtingen gelden alleen voor hen die van opkopen of handelen een beroep of gewoonte maken met het kennelijke doel om aan die activiteiten geld te verdienen. Het gaat hier dus niet om hobbymatige activiteiten.

 

Deze beleidsregel geeft aan op welke wijze van de bevoegdheid tot bestuurlijke handhaving van de verplichtingen gebruik wordt gemaakt.

 

1. Invoering Digitaal opkopersregister (DOR)

In het belang van de aanpak van heling en aanverwante vermogendelicten is het gewenst dat handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen kunnen worden gecontroleerd. Om deze controle mogelijk te maken zijn handelaren wettelijk verplicht een doorlopend inkoopregister en verkoopregister bij te houden, waarin zij aantekening moeten houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die worden verworven, die voorhanden zijn, die worden verkocht of op andere wijze worden overgedragen.

 

In dit kader is het Digitaal opkopersregister (hierna: DOR) aangemerkt als enig doorlopend gewaarmerkt register. Dit houdt in dat alle handelaren binnen de gemeente verplicht zijn om gebruik te maken van het DOR. Het DOR kan worden gekoppeld aan een landelijk systeem van politie waarin gestolen goederen worden geregistreerd, zodat bij registratie van een gestolen goed door een handelaar het systeem hiervan een melding maakt. Gestolen goederen kunnen daardoor snel worden getraceerd en heling kan op een effectieve wijze worden tegengegaan.

 

2. Handhaving

 

2.1 Handelaar

Onder handelaar wordt verstaan de handelaar aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.

 

2.2 Meldplicht

Een handelaar in gebruikte en ongeregelde goederen is verplicht zich op grond van artikel 2:68 van de APV en artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht bij de gemeente te melden als opkoper. Een handelaar kan zich als zodanig digitaal aanmelden door middel van het Digitaal opkopersloket (DOL) via de website van de gemeente Reimerswaal.

 

2.3 Inkoopregister

Handelaren zijn op grond van artikel 437, eerste lid sub a van het Wetboek van Strafrecht en artikel 2, lid 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, verplicht om de door hen gekochte gebruikte en ongeregelde goederen in een inkoopregister te registreren. Handhaving van deze strafrechtelijke regels behoort tot de bevoegdheid van de politie en het Openbaar Ministerie en vallen buiten de scope van deze beleidsregel.

 

2.4 Verkoopregister

Het verkoopregister is voor handelaren verplicht op grond van artikel 2:67, eerste lid van de APV. Deze regels kunnen bestuursrechtelijk en strafrechtelijk worden gehandhaafd. Het hier opgenomen beleid betreft handhaving van de APV en is gebaseerd op artikel 125 Gemeentewet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb).

 

2.5 Vrijstelling registratieplicht

Artikel 2:67, tweede lid van de APV verschaft de burgemeester de bevoegdheid vrijstelling te verlenen van de registratieplicht. Een vrijstelling moet door de handelaar worden aangevraagd bij de gemeente.

 

2.6 Handhavingsmatrix

Het toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving met betrekking tot de registratie van gebruikte en ongeregelde goederen wordt uitgeoefend door daartoe aangewezen gemeentelijke toezichthouders en/of daartoe aangewezen ambtenaren van politie. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister (handhaving door gemeente) en de verplichtingen met betrekking tot het inkoopregister (handhaving door politie en Openbaar Ministerie).

 

De handhavingsmatrix biedt duidelijkheid over de te nemen bestuursrechtelijke maatregelen bij het niet naleven van de wet- en regelgeving. De maatregelen sluiten aan op de bevoegdheid van de burgemeester om de openbare orde en veiligheid te handhaven. Handhaving van strafrechtelijke overtredingen behoort tot de bevoegdheid van politie en Openbaar Ministerie.

 

De beschreven overtredingen in de handhavingsmatrix dienen ter voorkoming van de handel in gestolen goederen. De APV-overtredingen zijn als zodanig niet als heling aan te merken, maar kunnen wel een aanwijzing zijn dat sprake is van heling of het verhandelen van goederen die door een misdrijf zijn verkregen, faciliteren. Wanneer daadwerkelijk sprake is van heling, of wanneer het aannemelijk is dat de handelaar zich hieraan schuldig maakt, is sprake van een (vermoedelijk) misdrijf. De ernst hiervan komt in de matrix tot uitdrukking door als bestuursrechtelijke sanctie op te nemen dat reeds bij eerste constatering tot sluiting van het pand wordt overgegaan.

 

2.7Last onder dwangsom

Uitgangspunt is een bedrag van € 2.000,- per overtreding, tot een maximum van € 10.000,- in totaal. Er kan van dit bedrag worden afgeweken als er maatwerk verlangd wordt. De hoogte van de dwangsommen zijn zodanig bepaald dat er voldoende stimulans van uitgaat om de overtreding te beëindigen en staat in verhouding tot de ernst van de overtreding. Wanneer de hierboven genoemde maximale bedragen zijn bereikt en de overtredingen niet of niet geheel ongedaan zijn gemaakt, kunnen verdergaande sanctiemaatregelen worden toegepast.

 

Bij een last onder dwangsom die strekt tot het ongedaan maken van een overtreding of het voorkomen van verdere overtreding, wordt conform artikel 5:32a van de Awb een termijn gesteld gedurende welke de overtreder de last kan uitvoeren zonder dat een dwangsom wordt verbeurd. De begunstigingstermijn bedraagt in dit geval één week.

 

2.8Geldigheidstermijn overtreding

Voor de handhavingsmatrix geldt dat een volgende stap wordt gezet in de matrix wanneer binnen één jaar na een vorige constatering en/of overtreding opnieuw een overtreding plaatsvindt. Een overtreding blijft vijf jaar meetellen.

 

2.9Belangenafweging en afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester weegt in zijn besluitvorming over het treffen van een bestuurlijke maatregel het belang van de ondernemer en overige belanghebbenden af tegen dat van de openbare orde. De openbare orde weegt daarbij zwaar. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven kan de burgemeester conform artikel 4:84 van de Awb afwijken van de uitgangspunten uit de handhavingsmatrix.

 

2.11Tweesporenbeleid

Het kan zijn dat een constatering of overtreding maakt dat zowel op basis van strafrecht als op basis van bestuursrecht een sanctie of maatregel wordt getroffen. Strafrecht is punitief: op een overtreding van een wetsartikel volgt als straf een sanctie. Een bestuursrechtelijke maatregel die de burgemeester treft, is meestal een reparatoire maatregel welke als doel heeft de aangetaste openbare orde en veiligheid te herstellen, dan wel te voorkomen dat deze (verder) wordt verstoord. Bestuursrecht en strafrecht kunnen dus naast elkaar worden toegepast. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij de constatering van heling. Wanneer sprake is van heling of dat heling aannemelijk is op basis van constateringen van de toezichthouder, kan de burgemeester besluiten dat er sprake is van een aantasting van de openbare orde en een maatregel treffen. De overtreding kan daarnaast in een strafrechtelijke procedure leiden tot een strafrechtelijke sanctie.

Bijlage 1 APV Hoofdstuk 2, Openbare orde

 

Afdeling 12. Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen

 

Artikel 2:66 Definitie

In deze afdeling wordt onder handelaar verstaan de handelaar aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.

 

Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister

  • 1.

    De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en door de burgemeester gewaarmerkt register en/of in het Digitale Opkopers Register (DOR), en daarin onverwijld op te nemen:

    • a.

      het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;

    • b.

      de datum van verkoop of overdracht van het goed;

    • c.

      een omschrijving van het goed, voor zover van toepassing daaronder begrepen soort, merk en nummer van het goed;

    • d.

      de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed; en

    • e.

      de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen.

  • 2.

    De burgemeester kan vrijstelling verlenen van deze verplichtingen.

  • 3.

    Op de aanvraag om een vrijstelling is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht

De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:

  • a.

    de burgemeester binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen:

    • 1o.

      dat hij het beroep van handelaar uitoefent met vermelding van zijn woonadres en het adres van de bij zijn onderneming behorende vestiging;

    • 2o.

      van een verandering van de onder 1o bedoelde adressen;

    • 3o.

      dat hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent;

    • 4o.

      dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan.

  • b.

    de burgemeester op eerste aanvraag zijn administratie of register ter inzage te geven;

  • c.

    aan de hoofdingang van elke vestiging een kenteken te hebben waarop zijn naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar zijn;

  • d.

    een door opkoop verkregen goed gedurende de eerste drie dagen in bewaring te houden in de staat waarin het goed verkregen is.