Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Amsterdam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Amsterdam
CiteertitelBeleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Amsterdam
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-10-2023nieuwe regeling

10-10-2023

gmb-2023-455452

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Amsterdam

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 35 Participatiewet;

overwegende dat:

  • het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige energietoeslag 2023;

besluit vast te stellen de Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Amsterdam.

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Participatiewet;

  • b.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

  • c.

    Huishouden: de persoon die de aanvraag doet en zijn of haar gezin, zoals bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Wet;

  • d.

    Energiekosten: kosten voor gas, water en elektriciteit die door middel van een energiecontract, een specificatie van de servicekosten of uit de huurcomponenten van het huurcontract van de woning van de aanvrager kunnen worden aangetoond;

  • e.

    Fiscaal inkomen: het brutoloon of uitkering met daarbij gerekend belaste vergoedingen;

  • f.

    Peildatum: bij ambtshalve toekenningen 1 oktober 2023 en in overige gevallen de aanvraagdatum, maar uiterlijk 31 december 2023;

  • g.

    Referteperiode: het laatste volledige kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van aanvraag of ambtshalve toekenning, waarvan het fiscaal inkomen redelijkerwijs bekend is.

Artikel 2: Doelgroep eenmalige energietoeslag 2023

  • 1.

    De eenmalige energietoeslag 2023 van € 800 is bedoeld voor huishoudens met een laag inkomen die op de peildatum staan ingeschreven in Amsterdam en wordt ambtshalve of op aanvraag verleend.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze regeling wordt het vermogen, als bedoeld in artikel 34 van de wet, niet in aanmerking genomen.

  • 3.

    Een huishouden heeft een laag inkomen als:

    • a.

      gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen fiscaal inkomen niet hoger is dan 130 % van het wettelijk minimumloon voor gehuwden;

    • b.

      gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen fiscaal inkomen niet hoger is dan een afgeleid percentage van het wettelijk minimumloon voor alleenstaanden of alleenstaande ouders dat elk half jaar door de directeur Inkomen wordt vastgesteld;

    • c.

      op de peildatum het in aanmerking te nemen fiscaal inkomen hoger is dan 130% van het wettelijk minimumloon, maar waarvan dat meerdere is aangewend ter aflossing van een schuldenlast in het kader van een minnelijke schuldregeling bij de Gemeentelijke Kredietbank, een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen of een schuldregeling bij een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie;

    • d.

      op basis van de geldende toekenningscriteria van Voedselbank Nederland voedselpakketten worden verstrekt door Voedselbank Amsterdam of Voedselbank Gooi en omstreken aan het betreffende huishouden;

    • e.

      op de peildatum algemene bijstand, periodieke individuele bijzondere bijstand of een uitkering op grond van de IOAW of de IOAZ wordt ontvangen.

  • 4.

    Indien de gezinssituatie (gezin, alleenstaande of alleenstaande ouder) gedurende het refertejaar is gewijzigd wordt het in artikel 3 bedoelde inkomen waaraan wordt getoetst aan de feitelijke situatie naar rato berekend.

  • 5.

    Op verzoek van de aanvrager kan de referteperiode voor het inkomen worden verschoven naar 2023, wanneer aannemelijk is dat sprake is van een structurele inkomensdaling in 2023 ten opzichte van 2022, vanwege bijvoorbeeld:

    • a.

      het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de aanvrager en/of de echtgenoot/partner;

    • b.

      dat de aanvrager en/of de echtgenoot/partner vanaf 2023 voor het eerst een volledig jaar een WAO/WIA/WGA-uitkering ontvangt;

    • c.

      het vertrek of overlijden van de echtgenoot/partner van de aanvrager.

  • 6.

    Bij toepassing van het voorgaande lid wordt het inkomen als bedoeld in het derde lid van dit artikel naar rato berekend.

  • 7.

    Als een huishouden wordt niet aangemerkt de persoon die op de peildatum:

    • a.

      in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet, mits de inrichting voorziet in de energiekosten en deze energiekosten niet in rekening brengt bij de bewoners;

    • b.

      op 31 december 2023 jonger is dan 21 jaar.

Artikel 3: Ambtshalve toekenning

Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2, en:

  • a.

    aan wie in 2022 of 2023 een energietoeslag 2022 is verstrekt; of

  • b.

    die op de peildatum algemene bijstand ontvangen; of

  • c.

    die op de peildatum een uitkering ontvangen op grond van de IOAW of de IOAZ; of

  • d.

    op de peildatum gebruik maken van minimaregelingen op grond van de Beleidsregels Participatiewet, IOAW, IOAZ, de Beleidsregels Stadspas, de Beleidsregels openbaar vervoer voor mantelzorgers of de Beleidsregels vervoervoorzieningen voor minimaouderen;

ontvangen de eenmalige energietoeslag 2023 ambtshalve uiterlijk op 31 december 2023.

Artikel 4: Aanvraag

  • 1.

    Huishoudens die niet in aanmerking komen voor ambtshalve toekenning van de energietoeslag 2023 kunnen vanaf 1 november 2023 een aanvraag indienen.

  • 2.

    De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt gedaan door indiening van een door het college voorgeschreven formulier. Het formulier wordt op aanvraag toegestuurd of kan worden gedownload van de website van de gemeente Amsterdam. Tevens kan een aanvraag digitaal worden ingediend.

  • 3.

    Een aanvraag voor de eenmalige energietoeslag kan worden ingediend tot en met 30 april 2024.

Artikel 5: Meerdere huishoudens op één adres

Indien meerdere huishoudens op één adres zijn ingeschreven die aan de in artikel 2 genoemde voorwaarden voor toekenning van de energietoeslag voldoen, wordt de toeslag alleen verstrekt als de aanvrager energiekosten heeft zoals bedoeld in artikel 1 onder d. Om dit te controleren kan het college verzoeken om bewijsstukken aan te leveren.

Artikel 6: Hardheidsclausule

Het college kan een eenmalige energietoeslag toekennen als de aanvrager niet aan de voorwaarden voldoet, gelet op alle omstandigheden in het individuele geval, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 7. Inwerkingtreding en duur beleidsregels

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Artikel 8. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Amsterdam

Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 oktober 2023.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

De beleidsregels eenmalige energietoeslag 2023 zijn gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag.

 

In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Alleen huishoudens die op de peildatum staan ingeschreven in Amsterdam kunnen in aanmerking komen voor de energietoeslag. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Ten behoeve van de uitvoerbaarheid is er net als in 2022 voor gekozen om het fiscale inkomen in het voorgaande kalenderjaar als uitgangspunt te nemen. Met het fiscale inkomen wordt in dit geval inkomen uit of in verband met arbeid, uit een uitkering of uit onderneming bedoeld. In de meeste gevallen zal het fiscale inkomen uit onderneming over het jaar 2023 begin 2024 nog niet bekend zijn omdat de boekhouding, met name het fiscaal inkomen na aangifte inkomstenbelasting, pas later in het jaar beschikbaar is. Daarom kan in die gevallen het inkomen van het jaar 2022 als uitgangspunt worden genomen.

In lid 7 zijn in aanvulling op de in de Participatiewet bepaalde uitsluitingsgronden opgenomen. Dit betekent dat personen, die in een instelling wonen en wel energiekosten moeten betalen voor de energietoeslag in aanmerking kunnen komen. Ook jongeren, als bedoeld in artikel 18 lid 2 van de Participatiewet, die aanvullende bijzondere bijstand ontvangen, kunnen in aanmerking komen voor de energietoeslag.

 

Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die in aanmerking kwamen voor een energietoeslag 2022 en volgens de toets op inkomen ook voor de energietoeslag 2023 in aanmerking komen, die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ. Ook Amsterdammers die op de peildatum gebruik maken van minimaregelingen op grond van de Beleidsregels Participatiewet, IOAW, IOAZ, de Beleidsregels Stadspas, de Beleidsregels openbaar vervoer voor mantelzorgers of de Beleidsregels vervoervoorzieningen voor minimaouderen, komen voor ambtshalve toekenning in aanmerking.

 

Het kan voorkomen dat meerdere huishoudens op één adres zijn ingeschreven die aan de inkomensvoorwaarden voor toekenning van de energietoeslag voldoen. In die situatie kan het college verzoeken om bewijsstukken (in de vorm van een energiecontract, een specificatie van de servicekosten of uit de huurcomponenten van het huurcontract van de woning) aan te leveren om zo te controleren of het huishouden daadwerkelijk energiekosten heeft en betaalt.

 

Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldoet aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur is of de afwijzing tot zodanig onredelijke gevolgen leidt dat er dringende redenen zijn om toch toe te kennen. De hardheidsclausule geeft het college de mogelijkheid om dan in zeer uitzonderlijke gevallen de energietoeslag 2023 in afwijking van de voorwaarden toch toe te kennen.