Beleidsregels ten behoeve van de beoordeling van aanvragen voor ontheffing van de geslotenverklaring voor vrachtauto’s de Boekert, dr. Wijtemalaan en Nieuweweg in Drechterland 2023

Artikel 1 – Werkingssfeer

Deze beleidsregels zijn uitsluitend van toepassing op aanvragen voor een ontheffing op grond van artikel 87 RVV voor zover het betreft het C07 (geslotenverklaring voor vrachtauto’s) in de Boekert in Oosterblokker, dr. Wijtemalaan in Westwoud en de Nieuweweg in Hoogkarspel, zoals deze geslotenverklaring is ingesteld bij besluit van 8 maart 2022.

Uitgezonderd van de ontheffingsplicht zijn:

• 1.

  Voorrangsvoertuigen (nood- en hulpdiensten), voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist en als zodanig herkenbaar zijn aan verschijningsvorm, kleur of logo.

• 2.

  Voertuigen van bedrijven die bij calamiteiten worden ingeschakeld door de nood- en hulpdiensten zoals bijvoorbeeld bergingsvoertuigen.

• 3.

  Voertuigen ten behoeve van gladheidsbestrijding op wegen van gemeente Drechterland.

Artikel 2 – Dag- periode- en jaarontheffing vrachtauto’s

• 1.

  Ontheffing van de geslotenverklaring voor vrachtauto's kan worden aangevraagd voor de volgende categorieën vrachtauto's:

  • a.

    Voor een vrachtauto welke belast is met het huis aan huis ophalen van huishoudelijk afval, oud papier en overige particuliere afvalstromen binnen het gebied van de geslotenverklaring uitsluitend ten behoeve van deze werkzaamheden. Door gebruik te maken van een ontheffing hoeft de vrachtauto niet meer achteruit te rijden als deze het laatste adres tot aan de geslotenverklaring bereikt heeft. Onder deze bepaling wordt ook begrepen het structureel huis aan ophalen van afval en metalen aan weerszijden van de geslotenverklaring.

  • b.

    Voor een vrachtauto welke gebruikt wordt ten behoeve van het vervoer van landbouwproducten of mest, waarbij het betreffende bedrijf percelen aan beide zijden van de geslotenverklaring voor vrachtauto’s heeft. De ontheffing geldt uitsluitend ten behoeve van transport van landbouwproducten of mest tussen deze percelen. Hierbij moet worden aangetoond dat transport door middel van vrachtauto’s met ontheffing efficiënter is en het aantal benodigde ritten daarmee met minimaal 50% wordt verminderd. Ook de verkeersbelasting binnen de woonkernen dient aanzienlijk af te nemen door het gebruik maken van vrachtauto's doordat de te rijden afstand in de woonkernen, door niet meer om te hoeven rijden, met minimaal 50% afneemt als gebruik wordt gemaakt van een ontheffing.

• 2.

  Voor de bovenstaande categorieën 1a en 1b geldt dat moet worden aangetoond dat er geen redelijke alternatieve route of andere transportmogelijkheid beschikbaar is.

• 3.

  Een op basis van dit artikel verleende ontheffing kan worden verleend voor een of meerdere locaties van de geslotenverklaring voor vrachtauto's.

• 4.

  Geldigheidsduur.

  Het college maakt een onderscheid in de volgende perioden waarvoor ontheffing kan worden verleend:

  • a.

    Structurele ontheffingen worden verleend voor terugkerende werkzaamheden/activiteiten. Deze ontheffingen worden verleend voor de duur van maximaal 2 jaar. Daarna kan verlenging aangevraagd worden voor eveneens 2 jaar. Na deze verlenging kan een ontheffing worden verleend voor een periode van maximaal 5 jaar.

  • b.

    Incidentele ontheffingen worden verleend voor handelingen die eenmalig of van bepaalde duur zijn. Deze ontheffingen worden verleend voor de duur van minimaal 1 dag voor de periode uit de aanvraag met een maximale looptijd van 1 kalenderjaar.

• 5.

  Ontheffingen worden op kenteken afgegeven.

Artikel 3 – Algemene aanvraagvereisten voor een ontheffing geslotenverklaring vrachtauto’s

• 1.

  Een aanvraag om een ontheffing geslotenverklaring voor vrachtauto’s wordt niet in behandeling genomen wanneer niet wordt voldaan aan de volgende aanvraagvereisten:

  • a.

    Naam en adresgegevens van de aanvrager;

  • b.

    Kenteken van het voertuig;

  • c.

    Tijdvak en gebied waarvoor de ontheffing wordt gevraagd;

  • d.

    Motivering waarom er op basis van de criteria van de artikelen 2.1.a of 2.1.b aanspraak gemaakt kan worden op de ontheffing met vermelding van welke werkzaamheden of activiteiten worden uitgevoerd en de duur daarvan.

• 2.

  Een ontheffing dient te worden aangevraagd op de wijze zoals die op de website van de gemeente is gepubliceerd. Voor het aanvragen van een ontheffing wordt gebruik gemaakt van een gedigitaliseerd aanvraagformulier.

• 3.

  De aanvraag voor een ontheffing dient uiterlijk drie weken voordat de ontheffing is benodigd, digitaal te worden ingediend.

• 4.

  De aanvraag en de daarbij behorende bescheiden moeten in het Nederlands zijn gesteld.

• 5.

  De aanvraag kan betrekking hebben op meerdere kentekens.

• 6.

  Indien nodig kan het college naar aanleiding van de aanvraag nadere specifieke vragen stellen of schriftelijke bewijsstukken verlangen.

• 7.

  In het belang van orde, veiligheid, medische zorg of een andere spoedeisende of bijzondere omstandigheid kan worden afgeweken van de in lid 3 gestelde aanvraagtermijn.

• 8.

  Het college kan de houder van een voertuig maximaal zes incidentele ontheffingen per half jaar verlenen.

• 9.

  Het college kan nadere regels stellen omtrent inhoud, inrichting, uitvoering, vorm, aantal en wijze van indiening van de aanvraag.

Artikel 4 – beslistermijn

• 1.

  Het college beslist over een aanvraag binnen vier weken na de dag waarop de aanvraag volledig is ontvangen.

• 2.

  Het college kan zijn beslissing voor ten hoogste twee weken verdagen. Van het besluit tot verdaging wordt voor afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn digitaal mededeling gedaan aan de aanvrager.

Artikel 5 – Ontheffingsvoorschriften

• 1.

  Aan een verleende ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    De ontheffing mag slechts worden gebruikt ten behoeve van de door de aanvrager omschreven werkzaamheden / activiteiten;

  • b.

    De ontheffing wordt verleend voor een bepaald, zo klein mogelijk, gebied;

  • c.

    Als het gebruik van de ontheffing voor de werkzaamheden/activiteiten niet strikt noodzakelijk is, dan is de ontheffing niet geldig;

  • d.

    De verkeersveiligheid komt niet in het gedrang bij het gebruik van de ontheffing;

  • e.

    De ontheffing is niet overdraagbaar. Bij verkoop of overdracht van het kenteken naar een andere kentekenhouder is de ontheffingshouder verplicht dit te melden aan het college. Indien blijkt dat het voertuig op een andere naam staat dan die van de aanvrager van de ontheffing, wordt de ontheffing per direct ingetrokken;

  • f.

    Degene die het voertuig bestuurt dient op eerste vordering van een politieambtenaar, de daartoe bevoegde bijzondere opsporingsambtenaar en/of toezichthouder bewijs te kunnen overleggen van de noodzaak van het op dat moment gebruikmaken van de ontheffing;

  • g.

    Degene die het voertuig bestuurt verleent zijn medewerking aan het onderzoek van de politieambtenaar en/of de daartoe bevoegde bijzondere opsporingsambtenaar en/of toezichthouder;

  • h.

    De ontheffing houder dient ervoor zorg te dragen dat degene die het voertuig in zijn opdracht bestuurt, kennis heeft van de voorschriften en beperkingen, die aan de ontheffing zijn verbonden en de consequenties van het zich niet houden aan deze voorschriften en beperkingen;

  • i.

    Aanwijzingen van de politieambtenaar en/of de daartoe bevoegde bijzondere opsporingsambtenaar en/of toezichthouder dienen direct opgevolgd te worden;

  • j.

    Het college is bevoegd de aan de ontheffing verbonden voorschriften te wijzigen of nadere voorwaarden hieraan toe te voegen.

• 2.

  De houder van de ontheffing is verplicht de aan de ontheffing verbonden voorschriften na te komen.

Artikel 6 – Nadere voorschriften en beperkingen

• 1.

  Aan een ontheffing kunnen nadere specifieke voorschriften worden verbonden ter bescherming van de belangen op grond waarvan het verbod waarvan ontheffing is verleend, van kracht is.

• 2.

  Aan de ontheffing kunnen nadere beperkingen worden gesteld ten aanzien van de geldigheid naar plaats en tijd.

Artikel 7 – Intrekking, wijziging of weigering ontheffing

• 1.

  Een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd indien:

  • a.

    Aan de ontheffing verbonden voorschriften en/of beperkingen niet in acht zijn of worden genomen;

  • b.

    Sprake is van oneigenlijk gebruik van deze ontheffing of eventueel andere aan de ontheffing houder afgegeven ontheffing(en) op grond van deze beleidsregels;

  • c.

    Ter verkrijging van de ontheffing onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • d.

    Sprake is van veranderde wetgeving of beleid, of een verandering van omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing;

  • e.

    De houder van de ontheffing hierom verzoekt.

• 2.

  Een ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd indien een eerdere ontheffing van de aanvrager maximaal twee jaren voorafgaand aan de aanvraag wegens handelen in strijd met ontheffingsvoorschriften en -beperkingen is ingetrokken;

Artikel 8 – Stappenplan intrekken ontheffing

Als wordt geconstateerd dat een houder van een ontheffing of een ander die van de ontheffing gebruik maakt de voorschriften verbonden aan de ontheffing overtreedt, dan zal het volgende stappenplan in werking treden:

• a.

  De houder van de ontheffing ontvangt bij de eerste overtreding een schriftelijke waarschuwing dat de ontheffing bij een volgende overtreding zal worden ingetrokken;

• b.

  Bij een tweede overtreding wordt de ontheffing volledig ingetrokken en er kan binnen een periode van maximaal twee jaar na de intrekking geen nieuwe aanvraag worden gedaan.

Artikel 9 – Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen die bij het opstellen van dit beleid niet zijn voorzien ten gunste van de aanvrager van een ontheffing afwijken van de bepalingen van dit beleid, als toepassing ervan gevolgen heeft voor de aanvrager die onevenredig zijn in verhouding tot de met het beleid te dienen doelen.

Artikel 10 – Overige bepalingen

• 1.

  Voor aanvragen van gemeentelijke ontheffingen zijn leges verschuldigd conform de legesverordening van de gemeente Drechterland.

• 2.

  Het college behoudt zich het recht voor het onderhavige ontheffingenbeleid op de daartoe voorgeschreven wijze te wijzigen en/of in te trekken.

Artikel 11 – Inwerkingtreding, intrekking en naam

• 1.

  Deze beleidsregels treden in werking de dag na publicatie.

• 2.

  Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels ontheffing geslotenverklaring voor vrachtauto’s Boekert, dr. Wijtemalaan en Nieuweweg in Drechterland 2023”