Organisatie | Molenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels van de burgemeester van de gemeente Molenlanden houdende regels omtrent coffeeshops (Coffeeshopbeleid Molenlanden 2023) |
Citeertitel | Coffeeshopbeleid 2023 gemeente Molenlanden |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde |
Geen
artikel 174 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-10-2023 | nieuwe regeling | 10-10-2023 |
De burgemeester van de gemeente Molenlanden,
artikel 174 Gemeentewet, artikel 13b Opiumwet, de landelijke Richtlijn inzake opsporings- en vervolgingsbeleid Opiumwetwet, artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Plaatselijke Verordening Molenlanden,
In Nederland geldt voor softdrugs een gedoogbeleid, dat wil zeggen dat het voorhanden hebben van softdrugs weliswaar strafbaar is, maar dit feit onder bepaalde voorwaarden niet wordt vervolgd. De kern van het Nederlandse drugsbeleid is een strikte scheiding tussen de markt voor softdrugs en die voor harddrugs. De verkoop van kleine hoeveelheden softdrugs wordt onder bepaalde voorwaarden gedoogd in alcoholvrije inrichtingen, de zogenaamde coffeeshops. Gemeenten kunnen onder bepaalde voorwaarden coffeeshops toestaan, zij kunnen ook beleid vaststellen op grond waarvan coffeeshops geweigerd worden.
Doelstelling van dit coffeeshopbeleid is het beheersen van drugsproblematiek en duidelijkheid verschaffen over de lokale ruimte met betrekking tot coffeeshops in onze gemeente. In deze beleidsregels wordt binnen het geldende landelijke kader een lokale invulling gegeven aan het coffeeshopbeleid.
Een coffeeshop is een alcoholvrije horecagelegenheid waarin met inachtneming van gedoogcriteria de verkoop, aflevering of verstrekking dan wel daartoe aanwezigheid van softdrugs wordt gedoogd. Naast de functie van winkel heeft een coffeeshop ook de functie van ontmoetings-/ontspanningsruimte en gebruiksruimte voor cannabis. Deze gelegenheden kunnen ook andere namen voeren zoals bijvoorbeeld koffiehuis of theehuis. In dit beleid wordt de verzamelnaam coffeeshop gebruikt omdat deze naam het meeste is ingeburgerd. Bij een aanvraag voor een inrichting waarbij een andere naam wordt gebruikt, maar bovenstaande wordt bedoeld, is dit beleid ook van toepassing.
Het is verboden een coffeeshop te exploiteren zonder te beschikken over een op grond van de Algemene plaatselijke verordening vereiste vergunning voor het exploiteren van een openbare inrichting.
Het is verboden een coffeeshop te exploiteren wanneer de burgemeester geen gedoogverklaring heeft afgegeven.
In algemene zin geldt dat de burgemeester verantwoordelijk is voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid.
Het Openbaar Ministerie is belast met de handhaving van de verbodsbepalingen in de Opiumwet. Op basis van het opportuniteitsbeginsel – dat er op neerkomt dat het OM kan bepalen of wordt vervolgd, of dat in het kader van het algemeen belang van vervolging wordt afgezien – is een gedoogbeleid ontwikkeld ten aanzien van de verkoop van softdrugs in coffeeshops. Al in 1996 zijn “De Richtlijnen voor het opsporings- en strafvorderingsbeleid inzake strafbare feiten van de Opiumwet” van het OM in werking getreden.
In de richtlijnen wordt onder meer expliciet aangegeven dat het beleid voor coffeeshops, binnen de kaders van de richtlijnen, wordt bepaald in het lokale driehoeksoverleg. De burgemeester kan daarbij een maximumstelsel vaststellen.
De burgemeester beschikt op grond van artikel 13b van de Opiumwet over een bestuursrechtelijk handhavingsinstrument, namelijk het opleggen van een last onder bestuursdwang ten aanzien van een woning of lokaal dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven, indien daar een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Hij is bevoegd deze woningen, lokalen en erven voor een bepaalde periode te sluiten. Hiermee heeft de burgemeester de bevoegdheid de vergunning van een coffeeshop te weigeren of in te trekken, indien de openbare orde gevaar loopt of het woon- of leefklimaat nadelig wordt beïnvloed. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het karakter van de beoogde vestiging en de directe omgeving, de al aanwezige horeca en de wijze van bedrijfsvoering. In het geval van een nul-beleid zal hiervan geen sprake zijn, maar het artikel geeft de burgemeester ook de bevoegdheid de toestemming tot vestiging van een coffeeshop weigeren of een eventueel bestaand verkooppunt te sluiten wanneer deze zich toch vestigt.
Op grond van artikel 174 Gemeentewet is de burgemeester en belast met het toezicht op openbare inrichtingen, zoals coffeeshops, en met de uitvoering van verordeningen die betrekking hebben op dat toezicht. De burgemeester is daarmee het bevoegde gezag betreffende de uitvoering van het lokale coffeeshopbeleid.
Hieruit volgt dat de bevoegdheid om de vestiging van een coffeeshop te reguleren, op te treden tegen overtreding van gestelde voorschriften en de ontwikkeling en vaststelling van beleid expliciet bij de burgemeester ligt.
Artikel 2:28 Algemene Plaatselijke Verordening Molenlanden
Een coffeeshopexploitant is op grond van artikel 2:28 APV exploitatievergunning plichtig. De exploitatievergunning wijkt af van een ‘gewone’ exploitatievergunning door de aanvullende voorschriften.
Een gedoogverklaring van de burgemeester maakt de verkoop van softdrugs mogelijk in de coffeeshop.
De coffeeshop is een alcoholvrije inrichting. Hiervoor is geen Alcoholvergunning nodig.
Op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een aan haar toekomende of onder diens verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door haar gedelegeerde bevoegdheid.
2.6 AHOJGI- en ruimtelijke criteria
Landelijk zijn er door het Openbaar Ministerie de zogenaamde AHOJGI-criteria vastgesteld, strikte voorwaarden voor het gedogen van coffeeshops. Omdat er gekozen is voor een 0-beleid, wordt in deze beleidslijn niet verder in gegaan op deze criteria.
De burgemeester kan ook ruimtelijke criteria opnemen om overlast te beperken, de controle te kunnen behouden en de drempel tot coffeeshops voor jongeren te verhogen. Om dezelfde reden als voornoemd wordt ook hier niet verder op in gegaan in deze beleidslijn.
Keuze en uitgangspunten nul-beleid
De mogelijkheid bestaat om te kiezen voor een nuloptie voor wat betreft de vestiging van coffeeshops in de gemeente. Ook uit jurisprudentie blijkt dat deze mogelijkheid tot de opties behoort. Dit betekent heel concreet dat als de gemeente een weloverwogen nuloptiebeleid heeft, een verwijzing naar dit beleid volstaat om een coffeeshop binnen de gemeentegrenzen te weren dan wel middels een last onder bestuursdwang te sluiten.
De burgemeester besluit een nul-beleid in te stellen.
De beperking van coffeeshops is gelegen in de wens om inwoners van Molenlanden te beschermen tegen de blootstelling aan softdrugs, verstoring van de openbare orde te voorkomen en het woon- en leefklimaat te beschermen.
De volgende argumenten rechtvaardigen het formaliseren (en het vasthouden aan het) nulbeleid voor de gemeente Molenlanden, waarmee exploitatie van een coffeeshop in de gemeente Molenlanden niet is toegestaan.
Van drugsdealen wordt in Molenlanden relatief weinig formeel melding gedaan. Van 2019 tot en met 2022 zijn er bij de politie jaarlijks rond de 15 meldingen gedaan van het dealen van drugs. Aantal meldingen drank- en drugsoverlast per jaar is rond de 45. Kanttekening is dat dit laatste aantal niet uitgesplitst kan worden in drank- of drugsoverlast. Daarmee geven de cijfers wellicht een vertekend beeld, wel geeft het een indruk van de impact op de openbare orde en veiligheid. Bij de gemeente zelf komen weinig meldingen binnen.
Het huidige gevoerde informele coffeeshopbeleid, te weten een nul beleid, heeft niet geleid tot grote drugsgerelateerde overlast. De voornaamste veiligheidsaspecten zijn te relateren aan de hennepkwekerijen, hetgeen via een separaat traject wordt aangepakt.
Het aantal aangetroffen hennepkwekerijen of andere drugsproductie locaties per jaar in de periode 2019 tot en met 2023 schommelt erg, namelijk tussen de 2 en 7. Aangezien de productie per definitie verboden is en de mate van gevaarzetting over het algemeen groot is, is en wordt hier via een afzonderlijk traject aandacht op gevestigd. De handhaving hierop verloopt via de beleidslijn Artikel 13B Opiumwet Molenlanden.
De gemeente Molenlanden telt ongeveer 45.000 inwoners, verspreid over een groot gebied. Gezien de aard en de relatief kleine omvang van de dorpen in de gemeente tast de vestiging van een coffeeshop in ernstige mate het woon- en leefklimaat of het karakter in een straat of wijk aan. Ditzelfde geldt voor het winkelklimaat, wanneer een coffeeshop zich dichtbij winkels zou vestigen. Daarbij kan sprake zijn van bezoekers van een coffeeshop die zijn aangewezen op dezelfde parkeervoorzieningen voor voertuigen als het publiek van die winkels.
Gevolg van dit nulbeleid is dat wanneer zich in de gemeente toch een verkooppunt van softdrugs vestigt, er handhavend opgetreden kan worden, ongeacht of het verkooppunt zich aan de gedoogvoorwaarden van het OM houdt. Het gaat dan immers per definitie om een illegaal verkooppunt. De burgemeester is bevoegd tot het treffen van maatregelen indien ergens in Molenlands gebied toch een coffeeshop zich vestigt. Ter uitoefening van deze bevoegdheid zal de burgemeester optreden volgens de handhavingsmatrix zoals gesteld in de beleidsregel artikel 13B Opiumwet Molenlanden.
Inwerkingtreding en overgangsrecht
Het coffeeshopbeleid Molenlanden 2023 treedt inwerking één dag na publicatie.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Coffeeshopbeleid Molenlanden 2023’.