Organisatie | Staphorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Studietoeslag gemeente Staphorst |
Citeertitel | Beleidsregels studietoeslag gemeente Staphorst |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-10-2023 | 01-04-2022 | nieuwe regeling | 03-10-2023 | Z46978 |
Het college verleent belanghebbende op verzoek studietoeslag indien hij voldoet aan de voorwaarden, zoals opgenomen in artikel 36b van de Pw en deze beleidsregel.
Onder structurele medische beperking verstaat het college: een fysieke en/of psychische beperking die voortkomt uit een in de persoon gelegen ziekte of medisch gebrek die voldoende ernstig is dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen het gebrek en het niet in staat zijn van het verdienen van inkomsten naast de studie door belanghebbende. De medische beperking is tevens structureel wanneer geen verbetering te verwachten is binnen afzienbare termijn.
Artikel 4. Geneeskundig advies
Wanneer het college niet kan vaststellen of de belanghebbende voldoet aan de voorwaarden, wordt er een geneeskundig advies opgevraagd bij de door de gemeente gecontracteerde partij. Uit het geneeskundig advies moet blijken dat de belanghebbende als rechtstreeks gevolg van ziekte of gebrek structureel niet in staat is om naast de studie inkomsten te verwerven. Ook moet blijken voor welke periode hiervan sprake is.
Artikel 8. Wijzigingen doorgeven
Voor de studietoeslag is sprake van een inlichtingenplicht als bepaald in artikel 36b lid 4 Pw.
Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Staphorst in zijn vergadering van 3 oktober 2023.
Het college voornoemd,
de burgemeester,
de gemeentesecretaris,
Doel van de studietoeslag is om jongeren met een structurele medische beperking die niet kunnen bijverdienen naast hun studie, een extra (financiële) steun in de rug te bieden. Uit onderzoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie van december 2018 is gebleken dat de individuele studietoeslag niet aan het gestelde doel voldeed. Aanpassing is nodig om het doel van de regeling te bereiken. Om deze reden is de regeling van studietoeslag gewijzigd.
De aangepaste studietoeslag met minimumbedragen trad op 1 april 2022 in werking. De bedragen voor de studietoeslag en de vrijlating van de stagevergoeding zijn uitgewerkt in een AMvB. Het college verstrekt studietoeslag op grond van het nieuwe artikel 36b Pw.
Alleen de artikelen die toelichting nodig hebben zijn uitgewerkt.
Belanghebbende dient een beschikking van DUO te tonen waaruit blijkt dat recht is op studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS.
Als de belanghebbende werkt dan vervalt het recht op studietoeslag (tijdelijk). Dit geldt ook voor werkzaamheden met geringe inkomsten, zoals een vakantiebaan. Belanghebbende kan een nieuwe aanvraag doen wanneer deze inkomsten gestopt zijn.
Het vereiste dat de medische beperking een structureel karakter heeft, betekent dat bij de beoordeling in ieder geval van belang is dat de medische beperking langdurig is en er geen verbetering te verwachten valt binnen een afzienbare termijn.
Een medische ingreep met een hersteltermijn van een half jaar is volgens de regering geen structurele medische beperking. Hieruit kan worden afgeleid dat als de medische beperking langer duurt dan een half jaar er wel sprake kan zijn van een structurele medische beperking. Ook zijn er medische beperkingen die wel structureel zijn, maar niet voldoende ernstig. In dat geval kan de belanghebbende naast zijn studie inkomsten verwerven. Het beoordelen van de situatie is te allen tijden maatwerk.
Er is in ieder geval geen sprake van een structurele medische beperking bij:
Bovenstaande opsomming is niet limitatief.
Artikel 4. Geneeskundig advies
Begrip inkomsten kunnen verwerven
Gelet op de toelichting bij artikel 36b Participatiewet wordt hier bedoeld in het geheel geen inkomen te verwerven. Beoordeeld moet worden of een student met een structurele medische beperking al dan niet voldoende kan werken zonder dat dit ten koste gaat van de studie. Het college mag geen regels stellen over wanneer een beperking dusdanig is dat iemand naast de studie niet meer kan werken. Dit is een individuele beoordeling die in principe door de medisch adviseur wordt gedaan. Volgens de wet moet iemand (medisch) geen inkomsten naast de studie kunnen verwerven. Dit wordt met een medisch advies vastgesteld. Voor de rest is er geen inkomenstoets. Dit impliceert dat inkomsten op zichzelf niet relevant zijn voor het recht op studietoeslag. Denk aan alimentatie, giften en inkomsten uit vermogen. Bepalend is of iemand door zijn medische beperking niet in staat is naast de studie inkomen te verwerven.
Als er nog een recent medisch advies beschikbaar is en de medische situatie is niet veranderd, kan het uitgebrachte advies gebruikt worden. Er hoeft dan geen nieuw medisch advies te worden aangevraagd. Economische omstandigheden spelen bij de bepaling of iemand structureel niet in staat is inkomen te verdienen uitdrukkelijk geen rol.
Artikel 36b lid 2 Pw biedt de mogelijkheid om af te zien van een geneeskundig advies. Het college kan dit doen op grond van bij het college bekende gegevens of door de belanghebbende verstrekte gegevens. Het college mag niet ten nadele van belanghebbende afzien van het medisch advies. De belanghebbende houdt de mogelijkheid een beroep te doen op een onafhankelijk medisch oordeel.
Het college kan van het geneeskundig advies afzien wanneer vaststaat dat er geen recht bestaat op studietoeslag.
Nieuw geneeskundig advies bij zicht op verbetering
Het onafhankelijk geneeskundig advies kan aanleiding vormen voor het college om de duur van de studietoeslag niet af te stemmen op de duur van de studiefinanciering, bijvoorbeeld wanneer zicht is op verbetering van de medische situatie van betrokkene. In dat geval bepaalt het college dat binnen een bepaalde periode een nieuw geneeskundig advies zal worden gevraagd.
Het college moet bij de advisering de zorgvuldigheidsnormen van Hoofdstuk 3 van de Awb in acht nemen.
Het inleveren van een deskundigenverklaring kan betekenen dat het onafhankelijk geneeskundig advies overbodig is. Dit is enkel het geval wanneer de verklaring bewijst dat sprake is van een structurele medische beperking. En wanneer de deskundigenverklaring naar het oordeel van de gemeente ook onafhankelijk tot stand is gekomen.
Stages die plaatsvinden in het kader van de studie (zowel verplicht als onverplicht) vallen onder de vrijlatingsregeling. Inkomsten uit een stage worden vrijgelaten tot een maximumbedrag als vastgelegd bij AMvB, zie artikel 36b lid 5 Pw. Met ingang van 1 juli 2023 is dit bedrag € 200,60. Wanneer een stagevergoeding hoger is dan het maximumbedrag, dan wordt het meerdere in mindering gebracht op de studietoeslag. Belanghebbende dient hiertoe een kopie van een stageovereenkomst toe te voegen bij de aanvraag.
Artikel 6. Toekennen en uitbetalen
Het verstrekken van een studietoeslag is een gebonden bevoegdheid. Dat betekent dat als een belanghebbende aan de wettelijke voorwaarden voldoet, er recht op studietoeslag bestaat. De wet voorziet niet in een verbod om met terugwerkende kracht studietoeslag te verlenen. Artikel 44 lid 1 Pw is immers niet van overeenkomstige toepassing verklaard voor de studietoeslag.
Dit betekent dat een belanghebbende recht op studietoeslag heeft tot vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop hij zijn aanvraag heeft ingediend. Dat komt omdat financiële aanspraken jegens de overheid op grond van de rechtszekerheid tot een termijn van vijf jaren in rechte afdwingbaar zijn. De terugwerkende kracht kan niet verder gaan dan 1 april 2022 aangezien vanaf die datum de nieuwe regels voor de studietoeslag gelden.
Het college hoeft niet ambtshalve te onderzoeken of een aanvrager met terugwerkende kracht recht heeft op studietoeslag. Dit hoeft alleen als belanghebbende daarom verzoekt. De gedachte hierachter is dat het in lijn in met het doel van de regeling om studietoeslag toe te kennen met ingang van de datum waarop de studietoeslag wordt aangevraagd. Het doel is namelijk het bieden van een steuntje in de rug van mensen met een medische beperking zodat zij zich op het studeren kunnen focussen. Dit omdat de combinatie met een bijbaan niet mogelijk is.
Omdat het college het verlenen van terugwerkende kracht tot vijf jaar aan een aanvrager niet kan weigeren, wordt dit alleen op verzoek toegekend. Overigens moet uit het medisch advies dan wel naar voren komen dat belanghebbende in het verleden (ook) niet in staat was naast de studie te werken en uiteraard ook niet gewerkt heeft.
Artikel 7. Hoogte studietoeslag
Bij het vaststellen van het bedrag voor de doelgroep jonger dan 21 jaar kiest het Rijk voor een minimumbedrag dat evenredig is aan de verhouding van het wettelijk minimumjeugdloon. De hoogte van de studietoeslag is dus leeftijdsafhankelijk.
Het wettelijk minimumjeugdloon wordt twee keer per jaar geïndexeerd. De hoogte van de studietoeslag wordt met dezelfde frequentie geïndexeerd. Per 1 juli 2023 zijn de bedragen als volgt:
Als iemand jarig is en op grond van de in artikel 7a van de AMvB genoemde leeftijd, recht heeft op een hoger bedrag aan studietoeslag, dan wijzigt dit op de dag waarop hij/zij deze leeftijd heeft bereikt.
Artikel 8. Wijzigingen doorgeven
Op grond van artikel 36b lid 4 Pw geldt een aparte inlichtingenplicht voor de studietoeslag. Als de inlichtingenplicht wordt geschonden en achteraf blijkt dat op basis van onjuiste informatie ten onrechte of tot een te hoog bedrag studietoeslag is verstrekt, dan mag het college overgaan tot terugvordering op grond van artikel 58 lid 2 en artikel 36b lid 4 Pw.
Het college mag van de eigen beleidsregels afwijken als toepassing ervan in een individueel geval door bijzondere omstandigheden onevenredig is in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Dit is geregeld in artikel 4:84 Awb.