Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dijk en Waard

Beleidskader Armoedebeleid Dijk en Waard 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDijk en Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidskader Armoedebeleid Dijk en Waard 2024
CiteertitelBeleidskader Armoedebeleid Dijk en Waard 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet algemene regels herindeling

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-10-2023nieuwe regeling

10-10-2023

gmb-2023-447951

605244

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidskader Armoedebeleid Dijk en Waard 2024

De raad van de gemeente Dijk en Waard;

 

gelet op de Wet Algemene regels herindeling 2023,

 

besluit:

  • 1.

    het Beleidskader Armoedebeleid Dijk en Waard 2024 vast te stellen.

  • 2.

    De oude beleidskaders van de voormalige gemeenten Heerhugowaard en Langedijk in te trekken per 1 januari 2024, te weten:

    • a.

      Het ‘Beleidskader schuldhulpverlening Heerhugowaard 2018’

    • b.

      Het ‘Beleidskader Schuldhulpverlening 2019-2022 Gemeente Langedijk’

    • c.

      Het ‘Beleidskader Minimabeleid 2017-2020 gemeente Langedijk en Heerhugowaard’

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.Harmonisatie Kaders minimabeleid en schuldhulpverlening Heerhugowaard en Langedijk

Op 1 januari 2022 zijn de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk gefuseerd tot de nieuwe gemeente Dijk en Waard. Op basis van de Wet algemene regels herindeling (Arhi) heeft de gemeente Dijk en Waard tot twee jaar de tijd om het beleid, de regels en de tarieven te harmoniseren.

Het beleidskader Armoedebeleid 2024 is opgesteld op basis van het Beleidskader Minimabeleid 2017-2020 en het Beleidskader Schuldhulp-verlening 2019 van de gemeenten Langedijk en Heerhugowaard. Door de samenwerking in HAL-verband waren deze beleidskaders identiek. Deze vier beleidskaders worden geharmoniseerd en verenigd in dit integrale beleidskader Armoedebeleid Dijk en Waard 2024.

 

Omdat de beleidskaders voor Heerhugowaard en Langedijk al identiek waren, is deze harmonisatie van de oude beleidskaders een technische harmonisatie, waarbij rekening is gehouden met de Visie sociaal domein, het Integraal beleidskader sociaal domein en gewijzigde wet- en regelgeving vanaf 2017. De tussentijdse wijzigingen vanaf 2017 zijn via bestuurlijke besluitvorming geformaliseerd.

 

Met dit beleidskader Armoedebeleid wordt beschreven hoe de gemeente Dijk en Waard de komende jaren ondersteuning biedt aan inwoners met een laag inkomen of met (dreigende) schulden. We zetten in op voorkomen van schulden, ontwikkelen van talenten van inwoners, bevorderen van participatie in een inclusieve samenleving, waardoor we de bestaanszekerheid versterken en sociale uitsluiting en ongelijkheid bestrijden. Zaffier voert dit voor ons uit.

 

Daarnaast is er sprake van samenwerking met maatschappelijke partners die bijvoorbeeld budgetondersteuning of ontmoetingsmogelijkheden bieden, of een vangnet bieden voor voeding en kleding.

 

2.Armoede en schulden

Ondanks de inzet van het rijk en gemeenten blijft armoede een aandachtsgebied in Nederland. Het Centraal Plan Bureau (CPB) publiceerde in september 2022 dat het aantal mensen dat leeft in armoede stijgt van 1,1 miljoen (6,7%) naar bijna 1,3 miljoen (7,5%) in 2023. Hierbij gaat het om ruim 300.000 kinderen. Met deze kennis heeft het kabinet een scala aan maatregelen genomen om armoede tegen te gaan, zoals verhogen van het minimumloon, de energietoeslag, de verlaging van accijns op brandstof en energie (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2022; Kansfonds, 2023).

De maatregelen van het rijk in 2023 hebben geleid tot een daling van het aantal personen in armoede.

 

Ondanks de daling zijn we er nog niet en is het belangrijk om er naar te streven dat niemand last heeft van armoede. Armoede heeft een gigantische impact op iemand zijn leven en staat participatie in de weg.

Daarnaast wordt er een enorme groei van behoeftigen verwacht wanneer een aantal maatregelen van de staat wegvallen, bijvoorbeeld de energietoeslag en verlaging van accijns op brandstof en energie.

Om in Dijk en Waard het aantal armen terug te dringen en de inwoners op te vangen wanneer armoede dreigt is er een beleidskader opgesteld om de negatieve effecten van armoede te voorkomen dan wel te bestrijden. Het gaat om meer dan alleen het voorzien in basisbehoeften, maar ook om de sociale kwaliteit van onze inwoners te verbeteren.

 

3.Definities

Sociale kwaliteit1

Sociale kwaliteit is de mate waarin mensen kunnen participeren in sociale relaties onder condities die gunstig zijn voor hun welzijn en zelfrealisatie. En die hen in staat stellen invloed uit te oefenen op de condities van hun eigen bestaan en een bijdrage te leveren aan de samenleving. Om de gevolgen van armoede tegen te gaan is het belangrijk om de sociale kwaliteit van mensen te verbeteren.

Sociale kwaliteit bestaat uit vier voorwaarden: sociaaleconomische zekerheid, sociale inclusie, sociale cohesie en sociale empowerment.

Bij bestaansonzekerheid ontbreekt het aan deze vier onderdelen. Deze vier condities hebben een wisselwerking met elkaar en om basisvoorwaarden op orde te krijgen, is aandacht voor alle vier de condities nodig.

 

Sociaaleconomische zekerheid verwijst naar de essentiële voorwaarden die bijdragen aan een gevoel van zekerheid in het bestaan. Hierbij kan gedacht worden aan het hebben van een voldoende en stabiel inkomen, toegang tot een kwalitatieve, veilige en betaalbare huisvesting, en het verzekerd zijn van gezondheidszorg en onderwijsmogelijkheden.

 

Sociale inclusie heeft betrekking op de persoonsgerichte toegankelijkheid en responsiviteit van overheids-, publieke en private instellingen. Hoewel de overheid bijvoorbeeld sociale zekerheid kan bieden door middel van toeslagen, kan het zijn dat deze moeilijk toegankelijk zijn vanwege complexe regels en aanvraagprocedures, waardoor niet iedereen die er recht op heeft er gebruik van kan maken. Bovendien kunnen er organisaties zijn die ondersteuning bieden bij het verkrijgen van toeslagen, maar als hun informatie en communicatiestijl niet aansluit bij de doelgroep, zal het bereik beperkt blijven.

 

Sociale cohesie is gerelateerd aan de mate van verbondenheid die voortkomt uit bijvoorbeeld gedeelde normen en waarden, erkenning, respect. Het gevoel van verbondenheid met anderen is essentieel om eenzaamheid te voorkomen en een belangrijk aspect van bestaanszekerheid. Ontmoetingen met medeburgers, ervaringsdeskundigen, vrijwilligers of professionals spelen een belangrijke rol bij het bevorderen van sociale cohesie en tegengaan van eenzaamheid. Deze ontmoetingen bieden mensen de mogelijkheid om te ervaren dat ze erbij horen, dat ze deel uitmaken van een gemeenschap.

 

Sociale empowerment draait om de mogelijkheid om authentiek te kunnen zijn, eigen keuzes te kunnen maken en persoonlijke ontwikkeling na te streven. Dit versterkt het gevoel van controle over het eigen leven.

 

Armoede en armoedegrens

Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) hanteert de volgende definitie van armoede:

“Mensen zijn arm wanneer ze gedurende langere tijd niet de middelen hebben voor de goederen en voorzieningen die in hun samenleving als minimaal noodzakelijk gelden”.

Bij het meten van armoede wordt eerst de armoedegrens bepaald: wat heeft iemand minimaal nodig om in zijn levensonderhoud te voorzien? Vervolgens wordt het inkomen gemeten: Hoeveel middelen hebben zij daadwerkelijk te besteden? En ten slotte wordt de armoede van individuele burgers vertaald naar één armoedecijfer voor Nederland: het aandeel personen dat onder de armoedegrens leeft.

 

De armoedegrens die gehanteerd wordt door het SCP is grotendeels gebaseerd op minimumvoorbeeldbegrotingen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) en bestaat uit twee niveaus. Het basisbehoeftenbudget omvat de minimale uitgaven voor essentiële zaken zoals voedsel, kleding en huisvesting, evenals enkele andere moeilijk te vermijden kosten. Het niet-veel-maar-toereikend budget is iets ruimer en houdt ook rekening met de minimale kosten voor ontspanning en sociale participatie. Dijk en Waard hanteert het tweede niveau als inkomensgrens. Inwoners met een inkomen van 120% van het wettelijk sociaal minimum (wsm) hebben toegang tot onze armoedevoorzieningen.

 

Bestaansonzekerheid

Bestaansonzekerheid betekent dat mensen niet zelf of met anderen kunnen voorzien in hun bestaansvoorwaarden. Bestaansonzekerheid en armoede worden daarom wel in één adem genoemd. De condities van sociale kwaliteit zijn een houvast voor het versterken van bestaanszekerheid. Daarvoor moeten we werken aan sociaaleconomische zekerheid, sociale inclusie, sociale cohesie en sociaal empowerment. Dat zijn de aangrijpingspunten voor beleid en uitvoering in de sociale basis.

Het beleidskader armoedebeleid bevordert de sociale kwaliteit; Sociale kwaliteit is de mate waarin mensen kunnen participeren in sociale relaties onder condities die gunstig zijn voor hun welzijn en zelfrealisatie en die hen in staat stellen invloed uit te oefenen op de condities van hun eigen bestaan en een bijdrage te leveren aan de samenleving. (Movisie, Werken aan bestaanszekerheid 2022).

 

Bestaanszekerheid

Bestaanszekerheid is na kunnen denken over de dag van morgen en niet alleen maar hoeven nadenken over wat je vandaag moet doen om te overleven. Ze kent een aantal aspecten:

  • Een voldoende en voorspelbaar inkomen

  • Mensen hebben werk dat loont en werkzekerheid

  • De basisvoorzieningen wonen en zorg zijn bereikbaar voor iedereen

  • De menselijke maat: de overheid steunt mensen wanneer dat nodig is, vanuit vertrouwen en empathie. Waarbij de situatie Van de inwoner centraal staat en niet de regels (Stimulanz juni 2023).

Armoedeval

Armoedeval heet het fenomeen dat ontvangers van een uitkering, die aan het werk gaan, financieel niet beter af zijn, maar er op achteruit gaan. Het betreft bijstandsgerechtigden die net iets meer kunnen verdienen dan het bijstandsniveau. Dit risico bestaat het meest bij alleenstaande oudergezinnen met schoolgaande kinderen en bij echtparen met schoolgaande kinderen.

Hoofdstuk 2 Actualisaties

In dit hoofdstuk staan de ontwikkelingen die van invloed zijn op de harmonisatie van de kaders minimabeleid en schuldhulpverlening van de vorige gemeenten Heerhugowaard en Langedijk naar het beleidskader armoedebeleid Dijk en Waard 2024.

 

1.Visie Sociaal Domein

In juli 2021 is de Visie sociaal domein gemeente Dijk en Waard vastgesteld. Dit is een integrale visie voor het brede sociaal domein.

Het doel van de visie is dat inwoners de mogelijkheid hebben om zich te ontwikkelen en dat iedereen kansen heeft om naar vermogen mee te doen in een inclusieve, vitale en kansrijke gemeente.

Het doel van het kader armoedebeleid, het verhogen van de sociale kwaliteit, sluit hierbij aan. De visie Sociaal Domein is nader uitgewerkt in het Integraal beleidskader sociaal domein.

 

2.Integraal beleidskader sociaal domein 2023-2027

In het Integraal beleidskader sociaal domein worden richtinggevende uitgangspunten gegeven voor de korte en middellange termijn, waarbij integraliteit en preventie centraal staan. Het beleidskader armoedebeleid draagt bij aan de doelstellingen van het Integraal beleidskader.

 

Voor een sterke, gezonde en vitale samenleving, waarmee we de zorg op termijn effectief en betaalbaar houden voor iedereen, worden drie routes als leidraad gehanteerd:

 

  • 1.

    Een sterke sociale basis in een vitale samenleving:

  • 2.

    Passende ondersteuning dichtbij de inwoners

  • 3.

    Kwalitatieve en beheersbare hulp en ondersteuning

Een sterke sociale basis in een vitale samenleving bestaat uit drie invloedssferen: de persoonlijke sociale basis, de gemeenschappelijke sociale basis en de institutionele sociale basis:2

 

  • Binnen de persoonlijke sociale basis van onze inwoners richt het gemeentelijk beleid zich op het versterken van het sociale netwerk van onze inwoners. Een versterking van de sociale basis maakt het mogelijk dat inwoners met armoede of schuldproblematiek eerder in beeld komen en dat het taboe op schulden en armoede eerder wordt doorbroken. Dit zorgt voor een bereikbare, laagdrempelige ondersteuning.

  • De gemeenschappelijke sociale basis, die bestaat uit bijvoorbeeld verenigingen, vrijwilligerswerk, een plek voor gezamenlijke activiteiten, faciliteert de gemeente o.a. met middelen, ruimte en kennis. Het versterkt de sociale inclusie, talentontwikkeling voor al onze inwoners en voorkomt sociaal isolement. Een sterke gemeenschappelijke sociale basis maakt het mogelijk dat inwoners die te maken hebben met armoede en schulden aan activiteiten kunnen meedoen, eerder in beeld komen, en een laagdrempelig ondersteunend aanbod kunnen ontvangen.

  • De institutionele sociale basis, zoals de vrij toegankelijke voorzieningen, welzijns- en jongerenwerk, faciliteert de gemeente door samenwerking met deze partners en subsidiering. Inwoners met een beginnende schuldenproblematiek of die in armoede leven kunnen hier een gericht aanbod krijgen ter verbetering van de financiële zelfredzaamheid en de gevolgen van escalatie van schulden kan worden voorkomen.

3.Pilot armoedebeleid 2023 – 2024

Op 29 november 2022 heeft de raad de doelen van de pilot armoedebeleid vastgesteld. Het doel van de pilot is om in tijden van inflatie en stijgende energiekosten de bestaanszekerheid van kwetsbare inwoners te versterken en schulden te voorkomen.

Om dit te bereiken wordt in 2023 en 2024 een aantal extra voorzieningen aangeboden en de samenwerking rondom preventie en vroegsignalering versterkt. Ook wordt de integrale aanpak geïntensiveerd van ondersteuningsvragen met samenloop van armoede en schulden met jeugd en wmo.

 

De pilot kent 3 lijnen:

  • 1.

    Vergroting van de doelgroep voor de vangnetregeling bijzondere bijstand

  • 2.

    Verbreden van voorzieningen die bijdragen aan kunnen meedoen

  • 3.

    Intensiveren van de integrale aanpak rondom samenloop van armoede en schulden met jeugdhulp en wmo en van de netwerksamenwerking rondom preventie.

 

De pilot wordt gemonitord. Dit leidt tot een tussenevaluatie over het jaar 2023 en een eindevaluatie begin 2025. Dit kan leiden tot aanpassingen aan (de uitvoering van) het armoedebeleid.

 

4.Samenhang minimabeleid en schuldhulpverlening

Het hoofddoel van de kaders voor zowel het minimabeleid als de schuldhulpverlening is het bieden van bestaanszekerheid. Armoede, geldzorgen en schulden zijn onderling sterk verbonden en veelal is er ook een causaal verband. Naast het feit dat de doelgroepen van beide beleidsterreinen overlappen, zijn ook de betrokken ketenpartners vaak dezelfde. Daarom worden beide beleidsterreinen verenigd in één beleidskader armoedebeleid.

Hoofdstuk 3 Armoede en schulden in Dijk en Waard

1.Inwoners Dijk en Waard

In Dijk en Waard zijn er per 1 juli 2023 1.042 huishoudens met een bijstandsuitkering (bron: Zaffier). Het percentage huishoudens met een bijstandsuitkering ligt in Dijk en Waard gemiddeld op 3%, (vergelijking met Nederland: 4,8%). 4% van de jongeren tot 18 jaar komt uit een gezin met een bijstandsuitkering. De afgelopen jaren is dit een stabiele factor gebleken. In Dijk en Waard had in 2020 6,1% van de huishoudens te maken met problematische schulden. Dit zijn ruim 2.200 huishoudens (Bron Waar staat je gemeente).

 

2.Vroegsignalering van schulden in Dijk en Waard

Sinds 1 januari 2022 is vroegsignalering opgenomen in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Gemeenten hebben in de Wgs de plicht gekregen om voortijdig op dreigende betalingsachterstanden op essentiële leefgebieden actie te ondernemen en hulp te bieden. Nutsbedrijven, zorgverzekeringen en woningbouwcorporaties delen (dreigende) betalingsachterstanden, zodat gemeenten hier gericht actie op kunnen ondernemen.

Zaffier voert het meldpunt vroegsignalering uit voor Dijk en Waard. Uit de administratie van het meldpunt blijkt dat het meldpunt vroegsignalering in 2022 1.562 signalen van betalingsachterstanden heeft ontvangen . Volgens de Monitor vroegsignalering schulden 2022 van Divosa hebben de contactpogingen in 46 procent een vervolg. Soms leidt het contact tot concrete ondersteuning en vaak tot doorverwijzing. In de andere gevallen (64 procent) wordt de melding ter zijde gelegd. Meestal omdat de inwoner al bekend is bij schuldhulpverlening. Ook betreft het vaak een laag schuldbedrag of is het bedrag al voldaan. Niet meer geregistreerd op het adres, of woonachtig in een instelling zijn ook redenen om geen actie te ondernemen.

 

3.Overlap minima en gebruik voorzieningen Wmo en Jeugd

Veel kinderen uit minimagezinnen maken gebruik van een voorziening vanuit de Jeugdwet. Ook maken minima gemiddeld vaker gebruik van een Wmo-voorziening dan huishoudens met een hoger inkomen. Uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) blijkt dat de kosten van de geestelijke gezondheidszorg sterker stijgen nadat mensen in financiële problemen terechtkomen. Ook neemt de kans op gebruik van ggz en sociale en/of financiële hulpverlening toe.

Uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van het tweede halfjaar 2022 blijkt dat er op dat moment in Dijk en Waard ruim 7.315 inwoners zijn met één voorziening vanuit de Jeugdwet, Wmo of Participatiewet. Bij 2.395 inwoners is er sprake van een stapeling van voorzieningen, wat neerkomt op 34%.

 

4.Bereik van de regelingen

Dijk en Waard biedt een uitgebreid pakket aan minimaregelingen en de meeste regelingen hebben een goed bereik onder de doelgroep, zo bleek uit de armoedemonitor eind 2019. In een volgende armoedemonitor wordt onderzocht of dit beeld is gewijzigd.

In onze communicatie worden de voorzieningen van het armoedebeleid onder de aandacht gebracht via alle communicatiekanalen.

 

5.Werken vanuit de bijstand

Werken vanuit de bijstand loont financieel gezien voor alle doelgroepen. Er is nagenoeg geen sprake van de armoedeval in Dijk en Waard. De armoedeval is een achteruitgang van het netto-inkomen bij (meer) werken. Dit zijn situaties waar werken niet loont. Bijvoorbeeld door het wegvallen van landelijke en/of lokale inkomensondersteuning of kwijtscheldingen. Dit kan gaan om situaties van meer werken, of vanuit een uitkering naar werk.

 

Uit de armoedemonitor van eind 2019 blijkt dat er risico op armoedeval is bij minima met kinderen die van een inkomen van 120 procent van het wettelijk sociaal minimum (wsm) naar een inkomen gaan van 130 procent wsm. In een volgende armoedemonitor wordt onderzocht of dit beeld is gewijzigd.

Ten opzichte van de bijstand is er desondanks sprake van financiële vooruitgang. In een volgende armoedemonitor wordt onderzocht of dit beeld gewijzigd is.

 

6.Armoedemonitor en inkomenseffectrapportage

De Armoedemonitor en inkomenseffectrapportage wordt periodiek uitgevoerd. Hierdoor houden we een actueel beeld van onze inwoners en van onder andere de mate van stapeling van voorzieningen uit de jeugdwet, participatiewet, Wmo, de armoedeval en het bereik van onze armoederegelingen. In 2023 wordt de armoedemonitor weer uitgevoerd.

Hoofdstuk 4 Visie en missie Armoedebeleid

 

Missie

Dijk en Waard is een inclusieve, vitale en kansrijke gemeente waar de inwoners zoveel als mogelijk voor zichzelf en elkaar zorgen. Samen met maatschappelijke organisaties staan we naast inwoners die hun vragen of problemen niet zelfstandig of met behulp van hun eigen netwerk kunnen oplossen. Indien het preventief aanbod of sociale netwerk niet toereikend is, biedt de gemeente een vangnet totdat de inwoner weer mee kan doen. In slechte tijden is er een vangnet en in goede tijden een springplank.

 

Visie

Het beleidskader Armoedebeleid is er op gericht inwoners die niet zelfredzaam zijn te ondersteunen om mee te kunnen doen naar vermogen. De inwoners worden ondersteund vanuit vertrouwen, met persoonlijke aandacht en maatwerk. Er wordt ingezet op de ontwikkeling van inwoners.

 

Uitgangspunten beleidskader armoedebeleid

1.Integraal, verbonden met andere beleidsterreinen

Een brede schuldenaanpak is vastgelegd in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). In de wet krijgen gemeenten een ruim kader waarbinnen gemeenten de schuldhulpverlening zelf kunnen organiseren. Schuldhulpverlening kent bijna altijd een integraal karakter. Dit betekent dat er veelal niet alleen aandacht is voor het oplossen van financiële problemen maar ook voor psychosociale problemen of problemen rond de woonsituatie, gezondheid, verslaving of de gezinssituatie.

 

2.Gericht op preventie, vroegsignalering en nazorg

Naast het verbeteren van de bestaanszekerheid willen we ook voorkomen dat huishoudens geldzorgen krijgen en de sociale kwaliteit van het leven van kinderen en volwassenen in armoede verbeteren. Om dit te bereiken moeten we voorkomen dat mensen niet onnodig over te weinig geld beschikken. Dit betekent dat ze laagdrempelig en tijdig toegang moeten hebben tot passende ondersteunende voorzieningen.

 

3.Maatwerk, sluit aan bij mogelijkheden en capaciteiten van de klant

Niet iedereen heeft dezelfde ondersteuning nodig om uit armoede en/of schulden te komen. Het is daarom belangrijk dat er per situatie gekeken wordt naar wat er nodig is om mensen in hun kracht te zetten.

 

4.Empowerment, gericht op participatie, eigen kracht en zet mensen in beweging

De ondersteuning is gericht op participatie, eigen kracht. Inwoners kunnen stappen nemen die hun sociale kwaliteit verbeteren.

 

5.Laagdrempelig, eenvoudig en dichtbij

Dijk en Waard werkt waar mogelijk vindplaatsgericht en preventief, door samen te werken met preventieve organisaties. We faciliteren laagdrempelige voorzieningen.

Hoofdstuk 5 Armoederegelingen Dijk en Waard

1.Inleiding

Minimavoorzieningen blijven noodzakelijk om inwoners niet naar de bodem van bestaanszekerheid te laten zakken. We hebben een uitgebreid pakket aan regelingen en de dekkingsgraad van de regelingen mag als positief worden beschouwd. Wanneer mensen de overstap maken naar werk, ervaren ze meer financiële vrijheid, aangezien werken loont. De generieke armoederegelingen zijn beschikbaar voor inwoners met een inkomen tot 120% van het wettelijk sociaal minimum (wsm) en zorgen voor een stabiele basis voor bestaanszekerheid. Onze integrale ondersteuning is gericht op het bevorderen van uitstroom naar betaald werk. Waar nodig passen we maatwerk toe en we hebben specifieke aandacht voor doelgroepen die een verhoogd risico op bestaansonzekerheid lopen.

 

Om ons armoedebeleid te versterken, nemen we verschillende maatregelen. We streven ernaar om de bekendheid van bestaande regelingen en voorzieningen te vergroten, zodat meer mensen hiervan op de hoogte zijn. Daarnaast willen we het gebruik van deze regelingen en voorzieningen nog toegankelijker maken, zodat drempels worden verlaagd. Een belangrijk aspect is ook de samenwerking met interne en externe organisaties. Samenwerking met maatschappelijke organisaties, preventieve maatregelen en vroegtijdige signalering zijn specifieke aandachtspunten. Bovendien zetten we in op een geïntegreerde aanpak binnen het sociaal domein om de effectiviteit van onze ondersteuning te vergroten.

 

2.Pilot armoedebeleid 2023 en 2024

Met deze tweejarige pilot willen we het bereik van de voorzieningen vergroten en verbreden. Daarnaast willen we de integrale aanpak binnen het sociaal domein intensiveren en de samenwerking met preventieve organisaties versterken. Na twee jaar wordt deze extra inzet geëvalueerd op zowel de kwantiteit als de kwaliteit en het effect van de extra inzet.

 

3.Doelen voorzieningen armoede en (dreigende) schulden

De armoederegelingen hebben de volgende doelen:

 

  • 1.

    Kunnen participeren in de samenleving: Iedereen kan meedoen aan sport, cultuur en onderwijs

  • 2.

    Gezondheid bevorderen: Goede en betaalbare zorg voor iedereen

  • 3.

    Vangnet bieden: Bestaanszekerheid door het bieden van een stabiele inkomensondergrens, maatwerk en preventie, vroegsignalering en het oplossen van schulden

 

1. Kunnen participeren in de samenleving

Alle inwoners moeten volwaardig mee kunnen doen aan de activiteiten in de samenleving, van sport tot cultuur en van onderwijs tot gezondheidszorg, ook de mensen met een minimuminkomen. Kinderen lopen daarbij meer risico’s en verdienen daarom extra aandacht.

Inwoners met een laag inkomen hebben vaak minder mogelijkheden om mee te doen aan sportieve, culturele, educatieve of sociale activiteiten. Zij hebben soms onvoldoende middelen om lid te zijn van de voetbalvereniging, zwemles te nemen of muziekles te volgen. Het risico op sociale uitsluiting maar bijvoorbeeld ook gezondheids-problemen (overgewicht) onder inwoners met een minimuminkomen is mede daardoor groter.

 

2. Gezondheid bevorderen

Alle inwoners hebben recht op adequate gezondheidszorg. Inwoners met een minimuminkomen maken over het algemeen meer gebruik van de gezondheidszorg. Zij hebben daar niet altijd voldoende middelen voor. Dat kan leiden tot zorgmijding en daardoor verslechtering van de gezondheid en andere problemen zoals afname van mobiliteit of het niet kunnen werken, die een belemmeringen vormen om mee te doen in de samenleving.

 

3. Vangnet bieden

In bijzondere situaties kunnen algemene voorzieningen niet toereikend zijn en is ondersteuning op maat nodig. De ondersteuningsbehoefte wordt specifiek toegespitst op de situatie en ondersteuningsvraag van de betrokkenen. We ondersteunen inwoners die dreigen onder het bestaansniveau te komen totdat zij weer financieel zelfredzaam zijn. Door bestaansonzekerheid te voorkomen kunnen we de negatieve spiraal door stress voor het hele gezin doorbreken.

Elke inwoner is primair zelf verantwoordelijk voor de financiële verplichtingen die hij of zij aangaat én voor het nakomen van deze verplichtingen. Mocht er desondanks toch een schuldsituatie ontstaan, dan gaan we er vanuit dat de partijen dit in eerste instantie onderling en zelfstandig oplossen. De gemeente neemt deze verantwoordelijkheid niet over, maar ondersteunt schuldeiser en schuldenaar door te zorgen voor een goed vangnet voor degenen die er zonder hulp niet in slagen om uit een problematische schuldsituatie te komen. In eerste instantie is deze hulp erop gericht iemand weer zelfredzaam te maken zodat hij of zij in staat is de controle over de eigen financiën te nemen en zelf de schulden af te lossen.

 

In ons streven naar financiële stabiliteit en het voorkomen van ernstige problemen bij onze inwoners, hechten we veel waarde aan preventie en vroegsignalering. Vroegsignalering wordt mogelijk gemaakt door middel van samenwerking met verschillende netwerkpartners, zowel maatschappelijk als commercieel, en met het onderwijs als onderdeel van onze integrale toegangsbenadering. Door middel van samenwerking met netwerkpartners en het onderwijs, streven we naar het vroegtijdig opvangen van signalen van mogelijke financiële problemen. Hierbij ondersteunen we onze inwoners met financiële regie in het huishouden, zodat zij hun financiële situatie kunnen verbeteren en escalatie van schulden kunnen voorkomen.

 

4. Overzicht voorzieningen armoedebeleid

Door veranderde wet- en regelgeving, evaluaties en de inkomenseffectrapportages hebben we tussentijdse aanpassingen gedaan aan de voorzieningen van het armoedebeleid. Bijvoorbeeld: de budgetten op de DijkenwaardPas zijn gedifferentieerd naar gezinssamenstelling (kindbudget, seniorenbudget); het budget voor het Jeugdfonds sport en cultuur is verhoogd. De collectieve zorgverzekering is uitgebreid naar een compleet pakket. Ook is het meldpunt vroegsignalering gestart en adviseren we de rechtbank bij bewindszaken over de mogelijkheden van bewindvoering of schuldhulp.

 

Hieronder wordt het totaaloverzicht aan armoedevoorzieningen weergegeven.

 

Hoofdstuk 6 Communicatie

Voor de uitvoering van het armoedebeleid en de pilot armoedebeleid werken we nauw samen met Zaffier. Zaffier verstrekt de voorzieningen en communiceert met de inwoners via websites (zaffier.nl, dijkenwaardpas.nl), nieuwsbrieven, persoonlijke brieven en e-mail en persoonlijke gesprekken van inwoners met consulenten. De gemeente Dijk en Waard richt de communicatie vooral op het bekendmaken van de regelingen, het attenderen op het gebruik van de regelingen en het bereiken van inwoners/huishoudens die (nog) niet bij ons bekend zijn, met name de doelgroep die net boven de minimagrens zit en mogelijk toch financiële druk ervaart.

 

Er is gedurende het jaar aandacht voor de diverse regelingen, zoals de computerregeling, de collectieve zorgverzekering en diverse schuldhulpcampagnes. Ook is er regelmatig aandacht voor de Dijk en Waard Pas, met name wordt er aandacht gevraagd om het beschikbare budget te benutten; er is een kalender opgesteld, waarbij we inhaken op de jaarlijkse gebeurtenissen om de Dijk en Waard Pas te gebruiken. Voorbeelden hiervan zijn de start van verenigingsjaar, competities, vakanties, de start van nieuw schooljaar. Daarnaast wordt er aandacht gegeven aan de nieuwe website dijkenwaardpas.nl, aan nieuwe deelnemers en nieuw aanbod.

 

Kernboodschappen en communicatie

Alle communicatie zal in lijn zijn met het doel en de leidende principes zoals deze zijn opgesteld in de visie sociaal domein en de routes van het integrale beleidskader. Vertaald naar communicatiethema’s zijn dat verhalen over ‘bestaanszekerheid bieden’, ‘preventie op het gebied van welzijn’ en ‘stimuleren van ontmoeting’. We laten zoveel mogelijk de aanbieders, de maatschappelijke partners, de experts en de inwoners aan het woord, met als doel aan te sluiten bij de beleving van de lezer/ontvanger.

Hoofdstuk 7 Vervolg

Met de vaststelling van het beleidskader Armoedebeleid liggen de kaders vast voor de minimaregelingen. Deze kaders worden uitgewerkt in verordeningen of beleidsregels. De gemeenteraad heeft beslissingsbevoegdheid over de verordeningen. Zaffier werkt het beleidskader Armoedebeleid uit in beleidsregels of nadere regels.

 

De volgende verordeningen worden door de gemeenteraad vastgesteld:

  • Verordening DijkenwaardPas

  • Verordening Individuele inkomenstoeslag

  • Verordening beslistermijn schuldhulpverlening

Uitwerking van de beleidskaders door Zaffier in beleidsregels of nadere regels betreffen:

  • Beleidsregels Inkomenstoeslag

  • Beleidsregels bijzondere bijstand

  • Beleidsregels uitvoering schuldhulpverlening

  • Nadere regels Uitstroompremie

  • Nadere regels Vrijwilligersvergoeding

  • Nadere regels DijkenwaardPas

Pilot armoedebeleid

De pilot armoedebeleid loopt in 2023 en 2024. In de eindevaluatie zal blijken welke extra voorzieningen hebben bijgedragen het verbeteren van de bestaanszekerheid van kwetsbare inwoners en om schulden te voorkomen. Uit de pilot kunnen voorstellen naar de raad komen om het armoedebeleid aan te vullen.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 10 oktober 2023

De griffier,

M. (Menno) Horjus

De voorzitter,

M.F. (Maarten) Poorter


1

Movisie, werken aan bestaanszekerheid 2022

2

Verwey-Jonker instituut (sept 2022)