Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bunnik

Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBunnik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik
CiteertitelVerordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 84 van de Gemeentewet
  2. artikel 96 van de Gemeentewet
  3. artikel 98 van de Gemeentewet
  4. artikel 147 van de Gemeentewet
  5. artikel 149 van de Gemeentewet
  6. artikel 3.4.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  7. https://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2023-08-01
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-10-2023nieuwe regeling

12-10-2023

gmb-2023-447292

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik

 

De raad van de gemeente Bunnik;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2023;

 

gelet op de artikelen 147, 149, 84, 96 en 98 Gemeentewet, de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3.4.2. van Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

overwegende dat

- het voor een goede uitvoering van de taken van de Commissie voor de Bezwaarschriften noodzakelijk is te beschikken over een verordening die adequaat is en aansluit bij de maatschappelijke ontwikkelingen;

- de vergoeding van de Commissieleden sinds 2014 niet meer is herzien;

 

besluit vast te stellen de

 

Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanwezigen: personen die het woord hebben gekregen van de voorzitter tijdens de hoorzitting;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Commissie: vaste Commissie voor de Bezwaarschriften;

  • d.

    secretariaat: een team dat de Commissie administratief ondersteunt. De secretaris maakt onderdeel uit van het secretariaat;

  • e.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • f.

    voorzitter: voorzitter van de Commissie.

 

 

Artikel 2 Inleidende bepalingen Commissie

  • 1.

    Er is een Commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De Commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      wettelijke voorschriften en nadere regelingen met betrekking tot de rechtspositie van ambtenaren als bedoeld in de Ambtenarenwet;

    • c.

      titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht, betreffende geldschuld- en bijkomende beschikkingen met uitzondering van de beschikkingen tot inning van dwangsommen en het verhalen van de kosten van de bestuursdwang in het geval tegen het besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang een bezwaarprocedure is gestart en niet is beëindigd;

    • d.

      artikel 4:18 van de Algemene wet bestuursrecht, betreffende de vaststelling van de hoogte van een verbeurde dwangsom bij niet tijdig beslissen

Artikel 3 Samenstelling van de Commissie

  • 1.

    De Commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.

  • 4.

    De Commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de Commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Zij kunnen één keer herbenoemd worden voor een termijn van vier jaar.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de Commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3.

    De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de Commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 5 Presentiegeld

De voorzitter van de Commissie ontvangt voor het bijwonen van een hoorzitting een vergoeding van € 200,-De leden van de Commissie ontvangen voor het bijwonen van een hoorzitting een vergoeding van € 175,-.

Artikel 6 Reis- en verblijfkosten

De leden van de Commissie krijgen reiskosten voor het bijwonen van een hoorzitting van de Commissie vergoed tot een bedrag tot maximaal de onbelaste kilometervergoeding voor dienstreizen of de kosten voor openbaar vervoer tweede klas.

Artikel 7 Secretaris

De secretaris van de Commissie wordt door het college benoemd.

Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 8 Ingediend bezwaarschrift

Het verwerend orgaan registreert het ingediende bezwaarschrift met de datum van ontvangst.

Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de Commissie gesteld.

Artikel 9 (Pre)mediation

De Commissie onderzoekt of de zaak in der minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 10 Uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de Commissie:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid;

    • b.

      artikel 6:6, wat betreft het stellen van een termijn aan de indiener;

    • c.

      artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de Commissie;

    • d.

      artikel 7:4, tweede lid;

    • e.

      artikel 7:6, vierde lid.

  • 2.

    De voorzitter kan deze bevoegdheden mandateren aan het secretariaat.

Artikel 11 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de Commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de Commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 12 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de Commissie bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de Commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter kan besluiten dat de hoorzitting volledig of gedeeltelijk digitaal plaatsvindt met gebruik van door het college aangewezen applicatie.

  • 3.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 4.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 13 Uitnodiging hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de hoorzitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

 

Artikel 14 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat ten minste twee leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig zijn.

Artikel 15 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de Commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 16 Openbaarheid hoorzitting

  • 1.

    De hoorzitting van de Commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de Commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de Commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats met gesloten deuren.

  • 4.

    De hoorzitting van de Commissie vindt achter gesloten deuren plaats voor wat betreft bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Huisvestingswet en-verordening, de Jeugdwet en andere regelingen op grond waarvan besluiten met gevoelige persoonsgegevens aan de orde komen.

 

Artikel 17 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de hoedanigheid van de aanwezigen.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter hoorzitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de Commissie.

 

Artikel 18 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de hoorzitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere Commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de Commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de Commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de Commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 19 Raadkamer en advies

  • 1.

    De Commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De Commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de Commissie ondertekend.

 

Artikel 20 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de Commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de Commissie de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de Commissie en de belanghebbenden een afschrift.

 

Artikel 21 Jaarverslag

De Commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

 

Artikel 22 Intrekking oude regelingen

De ‘Verordening Commissie voor de bezwaarschriften gemeente Bunnik 2014’ van 23 januari 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 12 oktober 2023,

de griffier, de voorzitter,

dhr. F.J. van der Lubbe dhr. R. van Bennekom

Toelichting bij Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik.

 

Algemeen

Voor een goede uitvoering van de taken van de Commissie is het noodzakelijk te beschikken over een

verordening die geactualiseerd is en aansluit bij de maatschappelijke ontwikkelingen. Een nieuwe

verordening en de daaropvolgende instellingsbesluiten van het college en de burgemeester maken dit

mogelijk. Het uitbreiden van de bevoegdheid van de Commissie draagt daaraan bij.

 

In deze verordening stelt de raad een Commissie in. Het is niet mogelijk om in de verordening op te nemen

dat de bezwaarschriften tegen besluiten van het college en de burgemeester eveneens voor advies

voorgelegd moeten worden aan de Commissie. Een bestuursorgaan is daarin autonoom en kan niet bij

verordening daartoe verplicht worden.

 

Het college en de burgemeester hebben zich middels een instellingsbesluit geconformeerd aan de

verordening. In het instellingsbesluit is bepaald dat de bezwaarschriften tegen besluiten van het college en

de burgemeester voorgelegd worden aan de bij deze verordening ingestelde Commissie voor de

Bezwaarschriften, waarop deze verordening van toepassing is.

 

Artikelsgewijze toelichting

Alleen de noodzakelijke artikelen die een nadere toelichting behoeven, worden voorzien van een toelichting.

 

Artikel 2 Inleidende bepalingen Commissie

De hoofdregel is dat de Commissie de raad, het college en de burgemeester (juridisch) adviseert alvorens

een besluit wordt genomen op de ontvangen bezwaren. Het tweede lid geeft vier uitzonderingsgevallen

waarin de Commissie niet bevoegd is. De uitzondering genoemd onder c van dat artikellid geldt voor

bestuursrechtelijke geldschuld en bijkomende beschikkingen in de zin van titel 4.4 van de Awb.

 

Het bevoegd gezag, veelal het college, kan een last onder bestuursdwang of -dwangsom opleggen om een

overtreding te beëindigen en de situatie te herstellen. Als een overtreder de last niet uitvoert, kan het

bevoegd gezag respectievelijk de last uitvoeren op kosten van de overtreder of dwangsommen innen. Het

kostenverhaal of de inning van dwangsommen vangt aan met een besluit in de zin van titel 4.4. Awb. Dit

besluit wordt een kostenbeschikking genoemd. Deze vloeit inhoudelijk rechtstreeks voort uit de oplegging

van de last. Eventuele bezwaren tegen de kosten die voortvloeien uit de last, moeten in dat kader al

inhoudelijk worden beoordeeld. In de fase van de inning van de dwangsommen of de kosten van

bestuursdwang heeft de Commissie geen tot nauwelijks meer juridische ruimte. De Commissie is daarom

onbevoegd om kennis te nemen van bezwaren tegen kostenbeschikkingen.

 

Als een belanghebbende bezwaren heeft gemaakt tegen een besluit tot het opleggen van een last onder

bestuursdwang of -dwangsom én een kostenbeschikking aanwezig is, zien deze bezwaren ook op de

aanwezige kostenbeschikking. Volgens de artikelen 5:31c en 5:39 Awb worden de bezwaren dan

gezamenlijk behandeld. Voor die situatie geldt de geformuleerde uitzondering: ‘met uitzondering van de

beschikkingen tot inning van dwangsommen en het verhalen van de kosten van de bestuursdwang in het

geval tegen het besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang

een bezwaarprocedure is gestart en niet is beëindigd.’

 

Deze zinsnede maakt het mogelijk dat de Commissie bevoegd is om de bezwaren tegen de

kostenbeschikking te behandelen indien de bezwaarprocedure tegen de oplegging van de last nog loopt:

de bezwaarde is nog niet gehoord en/of het advies is nog niet gegeven. Mocht de Commissie reeds een

advies hebben gegeven ten aanzien van de bezwaren tegen het besluit tot het opleggen van een last onder

bestuursdwang of -dwangsom of de bezwaren zijn alleen gericht tot de kostenbeschikking, dan blijft de

Commissie onbevoegd.

 

Artikel 4 Zittingsduur

De voorzitter en de leden van de Commissie konden onbeperkt herbenoemd worden. Deze situatie was

onwenselijk. Een daadkrachtige Commissie ontleent haar kracht aan Commissieleden met verschillende

deskundigheid, ervaringen en leeftijden. Door nieuwe Commissieleden aan te trekken blijft de kennis, kunde

en scherpheid van de Commissie geborgd. Het is daarom wenselijk om de herbenoemingstermijn te

beperken tot maximaal vier jaar. De totale benoemingstermijn bedraagt dan ook acht jaar.

 

Artikel 5 Presentiegeld

De gemeenteraad moet conform artikel 96 eerste lid van de Gemeentewet een vergoeding bij verordening

vaststellen voor de werkzaamheden van de Commissieleden. Bij het vaststellen van de vergoeding moet

aansluiting gezocht worden bij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers van de regering

(hierna: Rechtspositiebesluit). Artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit bepaalt dat de Commissieleden

een vergoeding moeten ontvangen die gelijk is aan het normbedrag. Het normbedrag voor een

Commissielid van de gemeente Bunnik bedraagt € 76,09. Artikel 3.4.2. van het Rechtspositiebesluit geeft

de gemeenteraad de mogelijkheid om de vergoeding te verhogen.

 

In deze vordering is afgeweken van het normbedrag. Het afwijken van de normbedragen berust op

verschillende motieven, waaronder:

  • 1.

    het ministeriële normbedrag voor gemeenten is laag;

  • 2.

    de wens om een reële vergoeding te bieden voor de te verrichten werkzaamheden, afgestemd op

  • omvang en zwaarte van die werkzaamheden;

  • 3.

    tot uitdrukking te brengen dat de te verrichten werkzaamheden worden gewaardeerd en

  • gerespecteerd;

  • 4.

    het vereenvoudigen van het werven van deskundige, onafhankelijke leden.

 

Aanvullend dient te worden opgemerkt dat de gemeente Bunnik jaarlijks meerdere complexe

bezwaarschriften ontvangt. Hierbij stellen de bezwaarmakers zich doorgaans zeer kritisch op. Dit vraagt

veel van de Commissie qua juridisch inhoudelijke kennis, de benodigde sociale vaardigheden en het borgen

van de kwaliteit van de advisering.

 

Voor de hoogte van de vergoedingen is onder 20 gemeenten met een vergelijkbaar inwonersaantal een

inventarisatie gedaan. Daarbij is gebleken dat de eerdere vergoeding van een voorzitter van € 175,- en de

eerdere vergoeding van een commissielid van € 150,- onder het gemiddelde lagen. In deze verordening zijn

de vergoedingen verhoogd. Op deze manier worden de vergoedingen weer marktconform.

 

Artikel 8 Ingediend bezwaarschrift

Het eerste lid van het artikel is aangepast naar aanleiding van de digitale ontwikkelingen. De afgelopen

jaren is de gemeente namelijk meer digitaal gaan werken. De ontvangen bezwaarschriften, alsmede de

ontvangstdatum, worden heden digitaal geregistreerd en opgeslagen. Het vermelden van de

ontvangstdatum op het bezwaarschrift betreft een fysieke handeling die niet meer actueel en passend is in

de huidige werkwijze.

 

Artikel 10 Uitoefening bevoegdheden

In het eerste lid worden de bevoegdheden van de voorzitter beschreven. Daarnaast is de opgenomen

bevoegdheid onder sub b verduidelijkt. Het tweede lid geeft de voorzitter de mogelijkheid om zijn

bevoegdheden te mandateren. Dit is praktisch omdat de voorzitter slechts enkele dagdelen per

kalandermaand beschikbaar is voor de Commissie.

 

Artikel 12 Hoorzitting

De samenleving heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld. Veel mensen werken digitaal thuis en/of wonen

vergaderingen digitaal bij. Het is wenselijk dat de gemeente meegaat in deze ontwikkelingen. Het eerste lid

geeft de voorzitter de bevoegdheid om de hoorzitting (deels) digitaal te houden. Dit zorgt ervoor dat

belanghebbenden of gemachtigden van de raad, het college en de burgemeester die niet fysiek de

hoorzittingen bij kunnen wonen, de mogelijkheid kunnen krijgen om de hoorzitting digitaal bij te wonen. In

de praktijk is het meermalen voorgekomen dat belanghebbenden vanwege een verblijf in het buitenland of

medische omstandigheden niet fysiek aanwezig konden zijn. Het digitaal bijwonen van de hoorzitting was

voor deze belanghebbenden een aangename oplossing. Het is daarom mogelijk om de hoorzittingen digitaal

bij te wonen.

 

Artikel 16 Openbaarheid hoorzitting

Een hoorzitting is in beginsel openbaar voor eenieder. In sommige gevallen worden zaken besproken van

persoonlijke aard. In het vierde lid is daarom bepaald dat de bezwaarzaken tegen besluiten op grond van

de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet de Huisvestigingswet en -verordening en andere

regelingen achter gesloten deuren worden behandeld. De genoemde wet- en regelgeving zijn de meest

voorkomende. Bij ‘andere regelingen’ kan gedacht worden aan besluiten op grond van de Algemene

verordening gegevensbescherming of de Paspoortwet.