Artikel 1. Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
Doelmatigheid: de mate waarin de gewenste prestaties en bedoelde maatschappelijke gevolgen worden bereikt met minimale inzet van middelen, of met de te gebruiken middelen zo veel mogelijk resultaat wordt bereikt.
- b.
Doeltreffendheid: De mate waarin de gewenste prestaties en bedoelde maatschappelijke gevolgen van het beleid echt worden behaald.
- c.
Rechtmatigheid: de overeenstemming van beleid en bestuur met de begroting en met relevante wet- en regelgeving, zoals gemeentelijke verordeningen.
- d.
Organisatie-audits: Onderzoek waarbij de beoordeling van de bedrijfsvoering van een team centraal staat. Hierbij de ligt de aandacht op aanbevelingen aan te dragen voor de ontwikkeling van het team.
- e.
Thema-audits: Onderzoek waarbij een speciaal onderwerp centraal staat ter bevordering van de kwaliteit, de beperking van risico’s en verbetering van de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid.
Artikel 2. Doel van de verordening
Als gemeente willen we resultaatgericht, efficiënt, effectief en volgens de afgesproken regels werken. Om ervoor te zorgen dat het college in staat wordt gesteld om na te gaan of dit daadwerkelijk gebeurt, is deze verordening opgesteld. Het doel van de verordening is om kaders te geven aan het onderzoeksinstrument van het college.
De collegeonderzoeken volgens deze verordening hebben het doel om de bedrijfsvoering en dienstverlening naar de burgers toe te verbeteren. De uitkomsten, bevindingen en aanbevelingen uit deze onderzoeken hebben een lerend effect voor de organisatie en zijn geen vorm van afrekening. Hierin ligt de nadruk op het leveren van input voor de kwaliteitsverbetering van de organisatie. De resultaten van deze onderzoeken vormen het vertrekpunt voor verbeteracties en helpen het bestuur, het management en de medewerkers.
Artikel 3. Onderzoeksfrequentie
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) onderzoekt periodiek de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het bestuur en de uitvoering van het beleid. Het college gebruikt hiervoor organisatie-audits en thema-audits.
- 2.
Het college stelt elk jaar op basis van een risico-inschatting een onderzoeksplan (hierna: het auditjaarplan) op. Hierin worden de onderzoeken naar doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid aangegeven.
Artikel 4. Auditjaarplan
- 1.
Het college stelt elk jaar voor 31 december een auditjaarplan op. Hierin beschrijft het college de onderzoeken gepland voor het daaropvolgende jaar. Het college biedt het auditjaarplan ter kennisname aan de commissie Begroting & Verantwoording aan.
- 2.
Het auditjaarplan geeft per intern onderzoek algemeen aan:
- a.
het onderwerp van onderzoek
- b.
het bereik van het onderzoek
- c.
- d.
doorlooptijd van het onderzoek
- e.
- 3.
Het auditjaarplan beschrijft de budgetten in de begroting voor de uitvoering van de onderzoeken.
- 4.
Het college meldt de rekenkamercommissie en de accountant op tijd over de geplande onderzoeken. Het college stuurt de rekenkamercommissie en de accountant een kopie van het auditjaarplan.
Artikel 5. Voortgang onderzoeken
Het college brengt verslag uit over de voortgang van de onderzoeken. Het verslag is onderdeel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en het jaarverslag.
Artikel 6. Rapportage en gevolgtrekking
- 1.
Een rapportage beschrijft de resultaten van een onderzoek. Elke rapportage heeft tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en een overzicht van bevindingen en aanbevelingen.
- 2.
De resultaten, bevindingen en aanbevelingen worden voorgelegd aan het college voor reactie. Het college geeft opvolging in de vorm van een plan van aanpak. Dit plan van aanpak wordt onderdeel van de rapportage.
- 3.
Iedere rapportage wordt geagendeerd voor een vergadering van de commissie Begroting & Verantwoording.
- 4.
Het college informeert de raad via de raadsinformatiebrief over de resultaten van de onderzoeken.
- 5.
Het college stuurt de rekenkamercommissie en de accountant een kopie van de rapportage.
Artikel 7. Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt, na vaststelling, in werking vanaf 1 november 2023. De onderzoeken uitgevoerd in 2024 en later volgen de bepalingen van deze verordening.
- 2.
De verordening “Verordening ex artikel 213a Gemeentewet Sittard-Geleen”, vastgesteld door de raad op 1 oktober 2009, wordt ingetrokken.
Artikel 8. Citeertitel
In de gemeentelijke stukken heeft deze verordening de naam “Verordening collegeonderzoeken doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid beleid en bestuur Sittard-Geleen, 2023”. Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad op donderdag 5 oktober 2023.