Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Súdwest-Fryslân

Nadere regels voor het ligplaats innemen en aanleggen gemeente Súdwest-Fryslân 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSúdwest-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels voor het ligplaats innemen en aanleggen gemeente Súdwest-Fryslân 2023
CiteertitelNadere regels voor het ligplaats innemen en aanleggen gemeente Súdwest-Fryslân 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpnadere regels ligplaatsen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR657300/1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-10-2023nieuwe regeling

03-10-2023

gmb-2023-445821

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels voor het ligplaats innemen en aanleggen gemeente Súdwest-Fryslân 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;

 

Heeft overwogen dat:

  • op 24 maart 2015 nadere regels voor het aanleggen en het ligplaats innemen zijn vastgesteld in het kader van de orde, de veiligheid, de bescherming van het milieu, de kwaliteit van de dienstverlening in of in de omgeving van de haven en ter voorkoming van gevaar, schade en hinder;

  • deze nadere regels met de bekendmaking in het Gemeenteblad 2015, nr. 28807, op 14 april 2015 in werking zijn getreden;

  • de Verordening havens en overige wateren gemeente Súdwest-Fryslân 2021 opnieuw is vastgesteld en inwerking is getreden op 1 mei 2021;

  • het wenselijk is de nadere regels voor het aanleggen en het ligplaats innemen in de gemeente Súdwest-Fryslân te actualiseren en opnieuw vast te stellen;

 

gelet op artikel 1.10 en artikel 2.1 van de Verordening havens en overige wateren gemeente Súdwest-Fryslân 2021;

 

besluit vast te stellen:

 

de nadere regels voor het ligplaats innemen en aanleggen gemeente Súdwest-Fryslân 2023.

 

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

 

 

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    aanleggen: het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig, gedurende de tijd die daadwerkelijk gebruikt wordt voor een recreatief verblijf op of in de omgeving van het vaartuig;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;

  • c.

    haven: wateren die in het beheer zijn van onze gemeente en die voor de scheepsvaart openstaan, alsmede alle daartoe behorende kaden, kunstwerken, meergelegenheden, trappen, scheepshellingen, dokken, scheepsreparatiewerven en los- en laadplaatsen, zoals aangegeven op de kaart in de bijlage bij de verordening;

  • d.

    havenmeester: degene die door het college als zodanig is aangewezen, en zijn plaatsvervanger(s);

  • e.

    historisch schip: schepen die als zodanig door het college worden aangemerkt;

  • f.

    ligplaats: een plaats waar vaartuigen kunnen worden afgemeerd en die plaats als zodanig door het college is aangewezen;

  • g.

    ligplaats innemen: het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig, anders dan met aanleggen wordt bedoeld;

  • h.

    passagiersvaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebruikt voor: het bedrijfsmatig vervoer van personen, bedrijfsmatig vervoer en logies van personen anders dan een geregelde lijndienst, beroepsmatige chartervaart;

  • i.

    pleziervaartuig: vaartuig dat is bestemd of wordt gebruikt voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;

  • j.

    verordening: de Verordening havens en overige wateren gemeente Súdwest-Fryslân 2021;

  • k.

    visserschip: een vaartuig dat is bestemd en wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vangen van vis of andere levende rijkdommen van de zee;

  • l.

    vrachtschip: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van goederen.

 

HOOFDSTUK 2 LIGPLAATSENOVERZICHT

 

 

Artikel 2.1 Ligplaatsenoverzicht

  • 1.

    Op grond van artikel 2.1 van de verordening zijn in het ligplaatsenoverzicht oevers aangewezen voor specifiek gebruik met de volgende kleur:

    • a.

      groen: passantenplaatsen voor pleziervaartuigen die de betreffende locatie kortdurend (maximaal 3 x 24 uur) bezoeken;

    • b.

      blauw: vaste ligplaatsen voor pleziervaartuigen met een ligplaatsvergunning;

    • c.

      roze: ligplaatsen voor pleziervaartuigen met een ligplaatsvergunning. Indien er een plek vrij is mag deze oever met toestemming van de havenmeester worden gebruikt als passantenplaats;

    • d.

      geel: vissersschepen;

    • e.

      oranje: vrachtschepen;

    • f.

      lichtblauw: vaste ligplaats voor een historisch schip met een ligplaatsvergunning;

    • g.

      rood: passagiersvaartuigen.

  • 2.

    Het ligplaatsenoverzicht is digitaal te raadplegen op de website van de gemeente Súdwest-Fryslân.

 

HOOFDSTUK 3 LIGPLAATSVERGUNNINGEN

§ 3.1 Categorie 1: Pleziervaartuig

 

Artikel 3.1 Aanvraag ligplaatsvergunning voor pleziervaartuigen

  • 1.

    De aanvraag voor een ligplaatsvergunning wordt met een door het college vastgesteld aanvraagformulier ingediend bij het college.

  • 2.

    De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de aanvrager en vermeldt de locatie van de ligplaats en de kenmerken, waaronder in ieder geval de lengte en naam, van het pleziervaartuig.

  • 3.

    Wanneer geen ligplaats beschikbaar is kan op het aanvraagformulier worden aangegeven dat wordt ingeschreven op de wachtlijst als bedoeld in paragraaf 3.4. De aanvraag wordt in dat geval aangemerkt als een verzoek om op de wachtlijst te worden geplaatst. Aanvrager ontvangt een schriftelijke mededeling van de plaatsing op de wachtlijst, in plaats van een besluit op de aanvraag.

 

Artikel 3.2 Aanvullende weigeringsgronden

De aanvraag voor een ligplaatsvergunning kan worden geweigerd indien:

  • a.

    geen passende ligplaats beschikbaar is op de aangevraagde locatie;

  • b.

    een eerder aan aanvrager verleende ligplaatsvergunning is ingetrokken wegens het niet naleven van de daaraan verbonden voorschriften.

 

Artikel 3.3 Aanvullende wijzigingsgronden

  • 1.

    Wanneer het pleziervaartuig wordt vervangen kan op een aanvraag om een wijziging van de ligplaatsvergunning positief worden beslist indien de afmetingen van het vaartuig passend zijn binnen de huidige ligplaats.

  • 2.

    Wanneer de houder van de ligplaatsvergunning is overleden wordt op een aanvraag om een wijziging van de ligplaatsvergunning positief beslist indien de partner of het kind verzoekt deze op eigen naam te zetten.

  • 3.

    Wanneer de locatie van het pleziervaartuig wijzigt kan op een aanvraag om een wijziging van de ligplaatsvergunning positief worden beslist indien de afmetingen van het pleziervaartuig passend zijn op de nieuwe locatie.

  • 4.

    Paragraaf 3.4 van deze nadere regels is niet van toepassing op de wijziging van een ligplaatsvergunning.

 

Artikel 3.4 Aanvullende intrekkingsgronden

De ligplaatsvergunning kan worden ingetrokken indien:

  • a.

    de vergunninghouder niet binnen drie maanden na het onherroepelijk worden van de ligplaatsvergunning de ligplaats in gebruik heeft genomen;

  • b.

    de vergunninghouder voor een aaneengesloten periode van minimaal 7 maanden geen gebruik maakt van de ligplaats;

  • c.

    het pleziervaartuig wordt vervangen en het nieuwe pleziervaartuig niet voldoet aan artikel 3.3, eerste lid.

 

Artikel 3.5 Voeren vergunningssticker

  • 1.

    Het college verstrekt een vergunningssticker aan de vergunninghouder.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht de vergunningssticker aan te brengen op zijn vaartuig. De vergunningssticker moet vanaf de walzijde goed zichtbaar zijn.

  • 3.

    Bij beschadiging van de sticker kan vergunninghouder een nieuwe sticker aanvragen.

 

 

§ 3.2 Categorie 2: Historisch schip

 

Artikel 3.6 Toetsing van de conceptaanvraag ligplaatsvergunning historisch schip

  • 1.

    De gemeente kent een Adviescommissie Historische Schepen. Het college stelt de leden van deze adviescommissie aan.

  • 2.

    Voordat een aanvraag voor een ligplaatsvergunning kan worden ingediend, wordt een conceptaanvraag voorgelegd aan de Adviescommissie Historische Schepen.

 

Artikel 3.7 Conceptaanvraag ligplaatsvergunning historisch schip

  • 1.

    De conceptaanvraag voor een ligplaatsvergunning voor een historisch schip wordt met een door het college vastgesteld aanvraagformulier ingediend bij het college.

  • 2.

    Binnen 6 weken wordt de conceptaanvraag getoetst door de Adviescommissie Historische Schepen.

  • 3.

    Het advies van de Adviescommissie Historische Schepen wordt schriftelijk medegedeeld aan aanvrager.

  • 4.

    Het advies van de Adviescommissie Historische Schepen is geen besluit zoals bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 3.8 Toetsingscriteria Adviescommissie Historische Schepen

  • 1.

    Een schip wordt aangemerkt als historisch schip indien wordt voldaan aan minimaal drie van de volgende criteria:

    • a.

      het schip is stuks gebouwd;

    • b.

      het schip is grotendeels nog gaaf, zowel qua aanleg als samenstellende onderdelen;

    • c.

      het schip betreft een typologische zeldzaamheid;

    • d.

      het schip geeft een bijzondere uitdrukking aan een maatschappelijke ontwikkeling;

    • e.

      het schip bezit hoogwaardige esthetische kwaliteiten.

  • 2.

    Het historisch schip moet daarnaast passend zijn bij de ligplaats. Hieraan wordt voldaan indien:

    • a.

      het schip een relatie heeft met de cultuurhistorie van de gemeente Súdwest-Fryslân;

    • b.

      het schip een bijzondere relatie heeft met of passend is bij de ligplaats;

    • c.

      het schip een unieke toevoeging is aan de omgeving van de ligplaats.

 

Artikel 3.9 Aanvraag ligplaatsvergunning historisch schip

  • 1.

    Na het advies van de Adviescommissie Historische Schepen kan de aanvraag voor een ligplaatsvergunning voor een historisch schip worden ingediend bij het college.

  • 2.

    De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de aanvrager en vermeldt de locatie van de ligplaats en de kenmerken, waaronder in ieder geval de lengte en naam, van het historisch schip.

 

Artikel 3.10 Aanvullende weigeringsgronden ligplaatsvergunning historisch schip

  • 1.

    De aanvraag voor een ligplaatsvergunning voor een historisch schip kan worden geweigerd:

    • a.

      indien de Adviescommissie Historische Schepen een negatief advies heeft uitgebracht over de conceptaanvraag;

    • b.

      een eerder aan aanvrager verleende ligplaatsvergunning is ingetrokken wegens het niet naleven van de aan de ligplaatsvergunning verbonden voorschriften.

  • 2.

    In bijzondere omstandigheden kan het college afwijken van het advies van de Adviescommissie Historische Schepen.

 

Artikel 3.11 Aanvullende wijzigingsgronden

  • 1.

    Wanneer de vergunninghouder van de ligplaatsvergunning is overleden wordt op een aanvraag om een wijziging van de ligplaatsvergunning positief beslist indien de partner of het kind verzoekt deze op eigen naam te zetten.

  • 2.

    Wanneer het historisch schip is verkocht en de nieuwe eigenaar de ligplaats wil blijven gebruiken voor het historisch schip kan positief worden beslist op een aanvraag om een wijziging van de ligplaatsvergunning.

 

Artikel 3.12 Aanvullende intrekkingsgronden

De ligplaatsvergunning kan worden ingetrokken indien:

  • a.

    het schip niet goed wordt onderhouden;

  • b.

    het schip voor een aaneengesloten periode van minimaal 7 maanden geen gebruik maakt van de ligplaats;

  • c.

    het schip wordt verkocht en er geen sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 3.11, tweede lid.

 

§ 3.3 Categorie 3: Vissersschip

 

Artikel 3.13 Aanvraag ligplaatsvergunning vissersschip

  • 1.

    De aanvraag voor een ligplaatsvergunning voor een visserschip wordt met een door het college vastgesteld aanvraagformulier ingediend bij het college.

  • 2.

    De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de aanvrager en vermeldt de locatie van de ligplaats en de kenmerken, waaronder in ieder geval de lengte en naam, van het vissersschip.

 

Artikel 3.14 Aanvullende weigeringsgronden

  • 1.

    De aanvraag voor een ligplaatsvergunning vissersschip wordt geweigerd indien:

    • a.

      het vissersschip niet beschikt over een geldig CVO MSC-certificaat;

    • b.

      het vissersschip niet is ingeschreven in het Nederlands Register van Vissersvaartuigen (NRV);

    • c.

      aanvrager niet beschikt over een ontheffing om met het vissersschip te mogen vissen in de kust- en binnenwateren;

    • d.

      aanvrager niet beschikt over een vismachtiging of vergunning indien deze noodzakelijk is om de visserij uit te oefenen;

    • e.

      de afmetingen van het visserschip niet passend zijn binnen de aangewezen ligplaatsen voor vissersschepen;

    • f.

      het vissersschip niet wordt gebruikt voor visserij binnen het IJsselmeer- en Waddengebied en Nederlandse kustwateren; of

    • g.

      redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het vissersschip niet bedrijfsmatig zal worden gebruikt.

  • 2.

    Een aanvraag voor een ligplaatsvergunning vissersschip kan worden geweigerd indien een eerder aan aanvrager verleende ligplaatsvergunning is ingetrokken wegens het niet naleven van de aan de ligplaatsvergunning verbonden voorschriften.

 

Artikel 3.15 Aanvullende wijzigingsgronden

Wanneer de vergunninghouder het vissersschip vervangt voor een ander vissersschip kan op een aanvraag om een wijziging van de ligplaatsvergunning positief worden beslist indien wordt voldaan aan artikel 3.14.

 

Artikel 3.16 Aanvullende intrekkingsgronden

De ligplaatsvergunning kan worden ingetrokken indien:

  • a.

    het vissersschip langer dan een aaneengesloten periode van 7 maanden niet meer bedrijfsmatig wordt gebruikt voor de visserij; of

  • b.

    vergunninghouder niet meer voldoet aan de voorwaarden uit artikel 3.14.

 

§ 3.4 Wachtlijsten pleziervaartuigen

 

Artikel 3.17 Wachtlijsten

  • 1.

    Voor een ligplaatsvergunning voor een pleziervaartuig kan op bepaalde locaties een wachtlijst worden gehanteerd.

  • 2.

    De havenmeester heeft het beheer over deze wachtlijsten.

 

Artikel 3.18 Inschrijving op de wachtlijst

  • 1.

    Inschrijving op de wachtlijst vindt plaats op volgorde van ontvangst. Bij meerdere inschrijvingen op dezelfde datum, bepaalt het tijdstip van inschrijving de volgorde.

  • 2.

    De houders van een ligplaatsvergunning voor een pleziervaartuig die in aanmerking willen komen voor een ligplaats elders, kunnen zich eveneens op de betreffende wachtlijst laten plaatsen.

  • 3.

    Als er een ligplaats vrij komt, wordt de volgorde van de wachtlijst aangehouden. Het college kan hiervan afwijken indien het hoogst genoteerde pleziervaartuig qua afmetingen niet past op de vrijgekomen ligplaats.

 

Artikel 3.19 Aanbod ligplaats

  • 1.

    Een aanbod voor een ligplaats wordt schriftelijk gedaan.

  • 2.

    De ingeschrevene op de wachtlijst heeft vier weken de tijd om de aangeboden ligplaats te accepteren en de aanvraag in te dienen. Indien de ingeschrevene het aanbod weigert of niet binnen vier weken reageert, wordt de ligplaats aangeboden aan de eerstvolgende op de wachtlijst.

  • 3.

    Na toewijzing van een ligplaats als bedoeld in artikel 3.18, tweede lid, wordt een eerder verleende ligplaatsvergunning ingetrokken.

 

Artikel 3.20 Verwijdering van de wachtlijst

  • 1.

    Registratie op de wachtlijst vervalt wanneer een door het college aangeboden ligplaats wordt geaccepteerd en de ligplaatsvergunning voor de nieuwe locatie wordt verleend.

  • 2.

    Wanneer een ingeschrevene een aanbod, zoals bedoeld in artikel 3.19, twee keer weigert of twee keer niet reageert binnen vier weken na het aanbod, kan de ingeschrevene worden verwijderd van de wachtlijst.

 

HOOFDSTUK 4 LIGPLAATS INNEMEN EN AANLEGGEN

 

 

Artikel 4.1 Pleziervaartuigen bij woonschip of woonark

  • 1.

    In afwijking van het ligplaatsenoverzicht kan vergunning worden verleend voor het innemen van een ligplaats met een pleziervaartuig direct naast, achter of voor een woonschip of woonark, aan de bewoner(s) van het betreffende woonschip of woonark.

  • 2.

    De vergunning wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      het pleziervaartuig niet op naam staat van de vergunninghouder van de ligplaats van het woonschip of woonark;

    • b.

      de vaarroute te smal wordt of het scheepvaartverkeer op een andere wijze hinder ondervindt van het pleziervaartuig;

    • c.

      een verbod op een dergelijke ligplaats is opgenomen in een (aanwijzings)besluit van een daartoe bevoegd bestuursorgaan.

 

Artikel 4.2 Ligplaats eigen kade particulier

  • 1.

    In openbaar water dat grenst aan bewoonde percelen (de niet openbare oevers) mag, indien dit niet is verboden in de verordening of andere (aanwijzings)besluiten, onder voorwaarden met een pleziervaartuig ligplaats worden ingenomen.

  • 2.

    Als voorwaarden gelden in elk geval:

    • a.

      er mogen geen nautische bezwaren zijn. Onder nautische bezwaren wordt in elk geval verstaan het te smal worden van de vaarweg of ligplaatsen nabij bruggen en kruisingen met andere wateren;

    • b.

      ligplaats mag alleen worden ingenomen langszij de oever, uitgezonderd zijn percelen met insteekhavens of steigers waar niet anders dan kops kan worden afgemeerd;

    • c.

      de afstand van het water tot de dichtstbijzijnde gevel is maximaal 50 meter;

    • d.

      op de ruimtelijke kwaliteit van de directe omgeving mag geen inbreuk worden gemaakt. Inbreuk kan zich voordoen indien het pleziervaartuig verwaarloosd is of dusdanig opvallend is dat het een negatieve invloed heeft op de directe omgeving.

  • 3.

    Als aan de voorwaarden wordt voldaan, mag de gehele oeverlengte van de kavel worden gebruikt. Het aantal vaartuigen is vrij.

 

Artikel 4.3 Aanleggen in de haven

In bijzondere situaties kan na toestemming van de havenmeester of een beherende instantie door een pleziervaartuig worden aangelegd op een locatie bestemd voor een andere categorie vaartuigen.

 

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

 

 

Artikel 5.1 Intrekking oude nadere regels

  • 1.

    De nadere regels voor het aanleggen en het ligplaats innemen in de gemeente Súdwest-Fryslân, in werking getreden op 14 april 2015 (Gemeenteblad 2015, nr. 28807), worden ingetrokken.

  • 2.

    De beoordelingscriteria historische schepen, vastgesteld door het college op 27 januari 2015, worden ingetrokken.

 

Artikel 5.2 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na die waarop deze zijn bekendgemaakt.

  • 2.

    Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels voor het ligplaats innemen en aanleggen gemeente Súdwest-Fryslân 2023.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2023,

mr. drs. J.A. de Vries, burgemeester

drs. E.K. Strijker, gemeentesecretaris