Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
Asv: Algemene subsidieverordening Amersfoort;
- b.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort;
- c.
woning: een grondgebonden voor permanente bewoning bestemde verblijfplaats, die ook als zodanig gebruikt wordt, op moment van aanvraag en die is gelegen op het grondgebied van de gemeente Amersfoort;
- d.
woningeigenaar: natuurlijke persoon, die volgens het kadaster eigenaar is van de woning, in de woning woont, en op het adres van de woning is ingeschreven in de Basisregistratie personen (Brp);
- e.
norminkomen: een gezamenlijk inkomen van maximaal 150% van de toepasselijke bijstandsnorm, zonder toepassing van de kostendelersnorm (artikel 19a van de Participatiewet);
- f.
WOZ-norm: WOZ waarde gelijk of lager dan €441.000,-- euro (peildatum januari 2022);
- g.
bouwdeel: één van de volgende onderdelen van een woning: vloer en bodem, gevel en spouwmuur, dak en zolder/vlieringvloer, ramen en deuren;
- h.
laag energielabel: energielabel D of slechter.
Artikel 2. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor de volgende activiteiten:
Advies:
- a.
technisch- en/of financieel advies m.b.t. isolatie, energie-opwek en duurzame warmtebronnen voor de eigen woning;
Maatregelen:
Artikel 3. Aanvraagtermijn (openstelling)
- 1.
Voor het jaar 2023 of 2024 is de aanvraagtermijn van 15 november 2023 tot en met 31 december 2024.
- 2.
Voor de jaren 2025 en 2026 wordt de aanvraagtermijn door het college bepaald tegelijk met de vaststelling van het subsidieplafond voor het betreffende jaar.
Artikel 4. Eisen aan de aanvrager
Subsidie kan alleen worden aangevraagd door een woningeigenaar.
Artikel 5. Eisen aan de aanvraag
- 1.
Subsidie kan alleen worden aangevraagd met digitale aanvraagformulier.
- 2.
Voor elk van de genoemde activiteiten, zoals aangegeven in artikel 2, kan slechts eenmaal subsidie worden aangevraagd.
- 3.
De aanvrager geeft bij zijn aanvraag aan of hij energietoeslag heeft ontvangen, schuldhulpverlening heeft ontvangen, in een schuldsanering zit, of in aanmerking komt voor een van deze regelingen.
- 4.
Woningeigenaren met een inkomen boven het norminkomen en een woning met maximaal de WOZ-norm komen alleen in aanmerking voor subsidie voor één of meer maatregelen als bedoeld in artikel 2, als:
- a.
uit de aanvraag blijkt dat de woning een laag energielabel heeft; of
- b.
de woning geen energielabel heeft én uit het advies als bedoeld in artikel 2 en de aanvraag blijkt dat minimaal twee bouwdelen slecht zijn geïsoleerd.
- 5.
Een woningeigenaar die op grond van de van het vorige lid, niet in aanmerking komt voor subsidie omdat de woning de WOZ-norm overschrijdt, kan toch in aanmerking komen als uit de aanvraag blijkt dat WOZ waarde van de woning op het moment van aanvraag aantoonbaar onder de WOZ-norm is gedaald. Om toch in aanmerking te komen moet hij voor het overige aan de eisen van vorige lid voldoen en moet bij de aanvraag expliciet worden vermeld dat er sprake is van een dergelijk geval.
Artikel 6. Subsidiabele kosten
- 1.
In aanvulling op artikel 10 Asv komen de kosten voor maatregelen zoals bedoeld in artikel 2 slechts in aanmerking voor subsidie als voldaan wordt aan de minimale vereisten zoals beschreven in de toelichting van deze regeling en het slecht geïsoleerde bouwdelen betreft. Het gebruik van circulair materiaal, waar mogelijk, heeft de voorkeur.
- 2.
In aanvulling op artikel 10 Asv komen de volgende kosten van woningeigenaren met een inkomen van maximaal het norminkomen en een woning met maximaal de WOZ-norm in aanmerking voor subsidie:
- a.
100% van de kosten van het advies, zoals bedoeld in artikel 2 onder a., van een namens de gemeente aangedragen adviseur, met een maximum van €400,--.; en
- b.
de kosten van maximaal twee maatregelen, zoals bedoeld in artikel 2 onder b., c., d. en e., voor zover deze maatregelen volgen uit het advies uit artikel 2 onder a.; of
- c.
de kosten van één maatregel zoals genoemd in artikel 2 onder f. of g., voor zover deze maatregelen volgen uit het advies uit artikel 2 onder a.
- 3.
In aanvulling op artikel 10 Asv komen de volgende kosten van woningeigenaren met een inkomen boven het norminkomen en een woning met maximaal de WOZ-norm in aanmerking voor subsidie:
- a.
100% van de kosten van het advies, zoals bedoeld in artikel 2 onder a., met een maximum van €400,--.
- b.
de kosten van één of meer maatregelen, zoals bedoeld in artikel 2 onder b., c., d., f., en g., maar alleen als deze zijn uitgevoerd door een bouw(installatie)bedrijf en slechts tot een maximum van €1.000,-- .
- 4.
In aanvulling op artikel 10 Asv komen de volgende kosten van woningenaren met een woning boven de WOZ-norm in aanmerking voor subsidie:
- a.
maximaal 75% van de kosten van het advies, zoals in artikel 2 onder a., met een maximum van €300,--.
- 5.
In aanvulling op artikel 10 van de Asv verstrekt het college in ieder geval geen subsidie voor:
- a.
kosten ten behoeve van het opstellen van de aanvraag;
- b.
kosten die worden gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen;
- c.
verrekenbare of compensabele belastingen, heffingen of lasten;
- d.
kosten van rente, bankdiensten, financieringen, gerechtelijke procedures, boetes en sancties;
- e.
kosten van doe-het-zelf maatregelen
Artikel 7. Hoogte subsidie
De subsidie van de gemeente Amersfoort bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van €10.000, tenzij een eerdere bepaling in deze regeling een lager maximum voorschrijft.
Artikel 8. Subsidieplafond
- 1.
Het subsidieplafond voor de jaren 2023 en 2024 samen bedraagt: €3.000.000,--.
- 2.
Het college stelt voor de jaren 2025 en 2026 bij afzonderlijk besluit een subsidieplafond vast.
- 3.
Het college kan een subsidieplafond verlagen als:
- a.
het plafond wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd, en
- b.
de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.
- 4.
Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.
- 5.
Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.
Artikel 9. Weigeringsgronden
Overeenkomstig artikel 14, tweede lid, onder d., van de Asv beslist het college afwijzend op de aanvraag als:
- a.
door verstrekking van subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden en de aanvraag daardoor slechts gedeeltelijk zou kunnen worden gehonoreerd;
- b.
als de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met het algemeen belang of de openbare orde;
- c.
voor de betreffende woning reeds eerder subsidie is verstrekt onder deze regeling.
Artikel 10. Wijze van verdeling
- 1.
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond voor het betreffende jaar is bereikt.
- 2.
Als de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de volledig aangevulde aanvraag is ontvangen.
- 3.
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag is ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Artikel 11. Bevoorschotting
Alleen woningeigenaren met een inkomen van maximaal het norminkomen en met een woning met WOZ-waarde van maximaal de WOZ-norm komen in aanmerking voor een voorschot van 100% van de kosten, maar alleen via een voucher.
Artikel 12. Verplichtingen
In aanvulling op de verplichtingen op grond van de Asv is de subsidieontvanger verplicht:
- a.
de verkregen subsidie ook daadwerkelijk in te zetten voor de uitvoering van de activiteit;
- b.
ervoor zorg te dragen tijdig eventueel noodzakelijke vergunningen aan te vragen;
- c.
bij het treffen van isolatiemaatregelen in de spouwmuur of het dak de regels en voorschriften uit het Soorten Management Plan (SMP) van de gemeente Amersfoort in acht te nemen;
- d.
de subsidieverstrekker direct te informeren wanneer hij voorziet dat niet (langer) aan de verplichtingen uit deze regeling, de Asv, of uit het besluit tot toekenning van de subsidie voldaan wordt, of kan worden.
Artikel 13. Aanvraag tot vaststelling
- 1.
In afwijking van hoofdstuk 6 van de Asv dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling binnen drie maanden na de uitvoering van de activiteit in.
- 2.
In aanvulling op hoofdstuk 6 van de Asv dienen subsidieontvangers bij de aanvraag tot vaststelling een factuur van het advies, een factuur van de uitvoering van de maatregelen en foto’s van de uitvoering in, als bewijs dat het advies en de maatregelen zijn betaald en uitgevoerd.
Artikel 14. Slotbepalingen
- 1.
Deze subsidieregeling treedt in werking op 15 november 2023.
- 2.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling woningisolatie voor woningeigenaren.
TOELICHTING
Artikel 6 lid 1
Slecht geïsoleerde bouwdelen
Om te bepalen in hoeverre een woning slecht geïsoleerd is, wordt gekeken naar de volgende vier bouwdelen:
- •
- •
de gevel, waaronder de spouwmuur
- •
het dak en de zolder/vlieringvloer
- •
Een bouwdeel is slecht geïsoleerd als de waardes gelijk of lager zijn dan de waardes in de rechterkolom van onderstaande tabel.
Bouwdeel | Wanneer slecht geïsoleerd? | Indicatie dikte of Rc of U-waarde |
Dak, hellend/plat | Geen, slechte en matige isolatie | Minder dan 9 cm aanwezig / een Rc ≤ 2,0 |
Dak zolder-/vlieringvloerisolatie | Als er geen zolder-/vlieringvloerisolatie aanwezig is | Rc ≤ 0,5 |
Gevel | Geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig | Rc ≤ 1,1 |
Vloer-/bodemisolatie | Geen of slechte vloer- en bodemisolatie aanwezig | Minder dan 5cm aanwezig, Rc ≤ 1,3 |
Glas | Enkel glas, oud dubbelglas en HR glas | Ug waarde ≥ 1,6 |
Minimale vereisten aan maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen
Spouwmuurisolatie
- •
Bij spouwmuren bestaat er een paar centimeter ruimte tussen 2 muren. De meeste woningen die na 1920 zijn gebouwd, hebben een spouwmuur.
- •
U moet minimaal 10 m2 spouwmuur hebben laten isoleren.
- •
Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 1,1 [m2 K/w].
- •
De nieuwe isolatie moet voldoende dik zijn aangebracht om aan de isolatiewaarde te voldoen. U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.
- •
U houdt tijdens de werkzaamheden rekening met de aanwezigheid van beschermde diersoorten (verwijzen naar toelichting bij 6.6).
Bodem- of vloerisolatie
Let op: u moet kiezen tussen bodemisolatie of vloerisolatie. U krijgt maar voor één van deze maatregelen subsidie.
Voorwaarden bodemisolatie
- •
U heeft geïsoleerd door een laag isolatiemateriaal op de bodem van de kruipruimte aan te brengen.
- •
Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 K/w].
- •
U moet minimaal 20 m van de bestaande bodem isoleren.
- •
De nieuwe isolatie moet voldoende dik zijn aangebracht om aan de isolatiewaarde te voldoen. U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.
- •
Het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR is uitgevoerd met HFK-vrije blaasmiddelen.
Voorwaarden vloerisolatie
- •
U heeft geïsoleerd door een laag isolatiemateriaal tegen de onderkant of aan de bovenkant van een bestaande vloer aan te brengen.
- •
U moet minimaal 20 m2 van de bestaande vloer isoleren.
- •
Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 K/w].
- •
De nieuwe isolatie moet voldoende dik zijn aangebracht om aan de isolatiewaarde te voldoen. U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.
- •
Het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR is uitgevoerd met HFK-vrije blaasmiddelen.
Mechanische ventilatie
- •
Als op basis van een uitgebracht advies blijkt dat het noodzakelijk is om mechanische ventilatie aan te brengen, komt dat in aanmerking als één van de maatregelen voor de woningeigenaren met een inkomen tot 150% van bijstandsniveau en een woning met WOZ waarde gelijk of lager dan €441.000(peildatum januari 2022).
- •
Keuze uit eén van deze systemen mits van toepassing:
- ○
- ○
Balansventilatie met WTW (evt. in combinatie met CO2-sturing)
Dakisolatie
- •
Bij dakisolatie kiest u het isoleren van het bestaande dak
- •
U moet minimaal 20 m2 van het bestaande dak isoleren
- •
Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 K/w]
- •
De nieuwe isolatie moet voldoende dik zijn aangebracht om aan de isolatiewaarde te voldoen. U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.
- •
U houdt tijdens de werkzaamheden rekening met de aanwezigheid van beschermde diersoorten (verwijzen naar toelichting bij 6.6).
Glasisolatie
Voorwaarden Triple glas
- •
U geeft alleen het aantal m2 op die oude ramen vervangen. Glas wat bijvoorbeeld is geplaatst in een raam waar eerder een gevel zat komt niet in aanmerking.
- •
De isolatiewaarde (U-waarde) voor het Triple glas is maximaal 0,7 W/m2K.
- •
Bij de toepassing van Triple glas moet u verplicht ook de kozijnen vervangen door isolerende kozijnen met een Uf-waarde van maximaal 1,5 W/m2K.
- •
Als u heeft geïnvesteerd in HR++ glas, Triple glas dan geldt dit als één maatregel. De oppervlaktes worden bij elkaar opgeteld in het aanvraagformulier om te bepalen of u aan de oppervlakte-eisen voldoet.
- •
Het minimaal geïsoleerde oppervlak bedraagt 8 m2. Het oppervlak van het Triple glas telt hierin mee.
Voorwaarden HR++ glas
- •
U geeft alleen het aantal m2 op die oude ramen vervangen. Glas wat bijvoorbeeld is geplaatst in een raam waar eerder een gevel zat komt niet in aanmerking.
- •
De isolatiewaarde van het HR++ glas (U-waarde) is maximaal 1,2 W/m2K nodig.
- •
Als u heeft geïnvesteerd in HR++ glas en Triple glas dan geldt dit als één maatregel. De oppervlaktes worden bij elkaar opgeteld in het aanvraagformulier om te bepalen of u aan de oppervlakte-eisen voldoet
- •
Het minimaal geïsoleerde oppervlak bedraagt 8 m2. Het oppervlak van het HR++ glas telt hierin mee.
Toelichting op circulaire materialen
Naast energiebesparing bestaat duurzaamheid ook uit duurzaam materiaalgebruik bij isolatie. De gemeente Amersfoort heeft het Convenant Toekomstbestendige Woningbouw & Omgevingsvisie getekend en heeft zich te houden aan nationale circulaire regels. We stimuleren bio-based materialen bij aannemers en bouwmarkten en motiveren bewoners in doe-het-zelfregelingen en door kennisoverdracht. Op de website van de gemeente kunt u meer informatie vinden over de voor- en nadelen van het gebruik van synthetische materialen, minerale materialen en natuurlijke materialen.
Artikel 12 aanhef en onder b.
Voor sommige isolatiemaatregelen geldt een vergunningplicht. Dat geldt in het bijzonder voor monumenten. Maar ook in andere gevallen kan een vergunningsplicht gelden. Check daarom vooraf via het vergunningenloket, te vinden op de website van de gemeente, of een vergunning nodig is.
Artikel 12 aanhef en onder c.
Toelichting op regels en voorschriften uit het SMP
Naast mensen maken ook beschermde diersoorten als huismus, gierzwaluw en vleermuizen gebruik van onze gebouwen. Ze nestelen en verblijven er in kleine ruimtes in muren of onder daken. Vaak worden bij verbouwings- of isolatiewerkzaamheden kieren en openingen dichtgemaakt en verdwijnen mogelijk nestel- en verblijfplaatsen. De bescherming van deze soorten is geregeld in de Wet natuurbescherming (Wnb). Om woningen en bedrijfspanden te kunnen verduurzamen en de gebouwbewonende soorten te beschermen heeft de gemeente Amersfoort het Soortenmanagementplan Gebouwbewonende soorten Amersfoort (SMP) op laten stellen.
Voorwaarden om gebruik te maken van ontheffing
Om gebruik te kunnen maken van de ontheffing van de Wnb gelden er voorwaarden. De belangrijkste regels:
- •
De werkzaamheden moeten buiten kwetsbare periodes van het jaar worden uitgevoerd.
- •
Er moet gezorgd worden voor alternatieve nest- en verblijfplaatsen. Dat kan bijvoorbeeld door twee kasten op te hangen.
- •
In enkele gevallen is er nog aanvullend onderzoek nodig.
Op de website van de gemeente kunt u meer informatie vinden over de regels.
Artikel 13 lid 2
Vereisten voor aanvraag tot vaststelling
U moet de maatregelen eerst laten uitvoeren voordat u de subsidie kunt aanvragen. Laat de maatregelen door een bouw(installatie)bedrijf installeren. Vraag de installateur om een bewijs van de installatie. Dit is bijvoorbeeld een offerte met (installatie-)factuur die naar elkaar verwijzen.
Foto's van de installatie
Ook is het belangrijk dat u foto's maakt van de werkzaamheden. Laat u isolatiemaatregelen uitvoeren? Zorg dan dat het volgende zichtbaar is op de foto:
- •
- •
- •
- •
dikte van het isolatiemateriaal
Gegevens op de factuur
Zorg dat het bouwbedrijf het juiste aantal aangebrachte m2 vermeldt op de factuur en andere stukken. Controleer ook zelf of delen van de woning die niet voor subsidie in aanmerking komen (bijvoorbeeld isolatie op een nieuwe dakkapel, nieuwe aanbouw of andere uitbreiding) duidelijk zijn aangegeven. Bespreek dit ook met uw bouwbedrijf.
- •
De uitvoeringsdatum is de datum waarop de werkzaamheden van de isolatiemaatregel zijn afgerond.
Aan te leveren bij de subsidieaanvraag
U moet bij uw subsidieaanvraag bewijzen meesturen in de vorm van digitale foto's, scans of schermprints (printscreens). Voor alle maatregelen moet de volgende informatie duidelijk zichtbaar zijn:
- •
het aantal m2 isolatiemateriaal dat is aangebracht, exclusief het aantal m2 isolatiemateriaal dat is gebruikt voor uitbreiding van de wooninhoud of het woonoppervlak van de woning
- •
factuur en betaalbewijs van de isolatiemaatregel
- •
een omschrijving van het product, met onder andere het typenummer, de naam van het merk of de fabrikant
- •
- •
het adres van de woningeigenaar en van het bouw(installatie)bedrijf uitvoerder en/of leverancier, naam en telefoonnummer van de contactpersoon van het bouwbedrijf
- •
de datum van aanbrengen van isolatie
- •
het bedrag en de datum van de betaling
Aanvullende bewijzen bij maatregel glasisolatie:
- •
de netto oppervlakte glas en/of m2 van de kozijnpanelen per kozijn
- •
diktes (isolatiewaarden inclusief de u-waarde)
- •
indien van toepassing de kozijnstaat merk, type en het bijbehorende frame
- •
een uitwerking van afmetingen en uitvoering