Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voorschoten

Mandaatbesluit Samenwerkingsovereenkomst Afdeling Werk en Inkomen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoorschoten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatbesluit Samenwerkingsovereenkomst Afdeling Werk en Inkomen
CiteertitelMandaatbesluit Samenwerkingsovereenkomst Werk en Inkomen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Mandaatbesluit Samenwerkingsovereenkomst Werk en Inkomen, zoals vastgesteld op 2 april 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-03-201601-01-2015nieuwe regeling

01-01-2015

gmb-2016-26147

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit Samenwerkingsovereenkomst Afdeling Werk en Inkomen

Het college van burgemeester en wethouders van Voorschoten, onderscheidenlijk de burgemeester van Voorschoten,

eenieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft;

 

gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en in een aantal wetten en regelingen op het gebied van sociale zaken;

 

overwegende,

 

dat de gemeente Voorschoten een samenwerkingsovereenkomst is aangegaan met de gemeenten Wassenaar en Leidschendam-Voorburg, waarbij is overeengekomen dat de gemeente Leidschendam-Voorburg vanaf 1 januari 2012 voor de gemeenten Voorschoten en Wassenaar de uitvoering op zich zal nemen van alle voorkomende werkzaamheden en de dienstverlening op uitvoering van taken in het kader van de bijstandverlening, de kinderopvang, de voorzieningen voor arbeidsongeschikte werkloze werknemers en (ex)zelfstandigen, de re-integratie van werkzoekenden, inburgering, schuldhulpverlening, sociale recherche dan wel enige andere in de toekomst voor de desbetreffende wetten in de plaats komende regelingen;

 

dat daarvoor aan bestuursorganen, de nodige mandaten, machtigingen en volmachten moeten worden verleend;

 

dat dit bij besluit van 13 december 2011 is gebeurd hetwelk vanwege reorganisatie bij de gemeente Leidschendam-Voorburg per 1 april 2013 is vervangen;

 

dat dit besluit dient te worden vervangen in verband met de door het Rijk doorgevoerde decentralisatie (invoering Participatiewet);

 

dat het niet langer gewenst wordt geacht om mandaat te verlenen aan bestuurders van een andere gemeente;

 

besluiten vast stellen het navolgende

 

Mandaatbesluit Samenwerkingsovereenkomst Afdeling Werk en Inkomen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling Werk en Inkomen: de afdeling Werk en inkomen van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

  • b.

    hoofd Werk en Inkomen: het hoofd van de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

  • c.

    hoofd bedrijfsvoering: het hoofd van de afdeling bedrijfsvoering van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

  • d.

    gemeente V: de gemeente Voorschoten;

  • e.

    college V: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten;

  • f.

    burgemeester V: de burgemeester van de gemeente Voorschoten.

Artikel 2 Mandaatverlening

  • 1.

    Aan het hoofd Werk en Inkomen wordt, voor zover het de bevoegdheden van het college V en de burgemeester V betreft, mandaat verleend ten aanzien van de bevoegdheden tot:

    • a.

      Het uitvoeren van en het voorbereiden en nemen van besluiten bij of krachtens de volgende wetten en regels:

      • -

        de Participatiewet;

      • -

        het armoedebeleid en het minimabeleid van de gemeente Voorschoten;

      • -

        het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz);

      • -

        de wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW);

      • -

        de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

      • -

        de re-integratie van uitkeringsgerechtigde en bij het UWV WERKbedrijf ingeschreven werkzoekenden;

      • -

        de Wet inburgering (Wi);

      • -

        de (Wet gemeentelijke) schuldhulpverlening;

      • -

        artikel 20 van de Wet op de lijkbezorging;

      • -

        de Wet kinderopvang;

      • -

        de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

    • b.

      het opstellen, indienen en ondertekenen van voorlopige verslagen over de uitvoering van de Participatiewet, Bbz, IOAW en IOAZ;

    • c.

      het afgeven van verklaringen op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • d.

      het nemen van besluiten tot aanmelding bij de sociale recherche.

  • 2.

    Aan het hoofd Werk en Inkomen wordt, voor zover het de in het eerste lid genoemde bevoegdheden betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het in rechte vertegenwoordigen van de gemeente V, het college V en de burgemeester V, en ook het ondersteunen van de vertegenwoordiging van de gemeente en de gemeentelijke bestuursorganen in gerechtelijke procedures, alsmede het nemen van besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures, inclusief het opstellen en inzenden van verweerschriften en pleitnotities.

  • 3.

    Aan het hoofd Werk en Inkomen wordt, voor zover het bevoegdheden van het college betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het aanvragen van subsidies, bedoeld in artikel 4:21 van de Awb, namens de gemeente V, ten behoeve van de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taken.

  • 4.

    De bevoegdheden in het eerste lid, behelzen niet de bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften als bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Awb.

  • 5.

    Aan het hoofd Bedrijfsvoering wordt, voor zover het de in het eerste lid genoemde bevoegdheden betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het vaststellen van de verschuldigdheid en de hoogte van de wegens niet-tijdig beschikken verbeurde dwangsom als bedoeld in artikel 4:17, lid 1, van de Awb.

  • 6.

    Aan het hoofd Bedrijfsvoering wordt, voor zover het de in het eerste lid genoemde bevoegdheden betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften als bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Awb.

  • 7.

    De bevoegdheid in het zesde lid, betreft niet de gevallen waar de vakafdeling aangeeft het advies van de commissie bezwaarschriften niet te willen volgen (contrair gaan).

Artikel 3 Kaders uitoefening bevoegheden

  • 1.

    Het hoofd Werk en Inkomen oefent de aan hen opgedragen bevoegdheden uit met inachtneming van het beleid van het college V ter zake alsmede de door de raad van de gemeente V vastgestelde kaders.

  • 2.

    Het college V zendt het hoofd Werk en Inkomen alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

  • 3.

    Indien het hoofd Werk en Inkomen of in bezwaar het hoofd Bedrijfsvoering in afwijking van het bepaalde in het eerste lid wenst te besluiten, treedt hij hierover in overleg met het college V.

  • 4.

    Bij de uitvoering van de bevoegdheden genoemd in artikel 2, vijfde en zesde lid, zal het hoofd Bedrijfsvoering de procedure(s) hanteren zoals deze in de gemeente L-V wordt gehanteerd.

Artikel 4 Vervanging en ondermandaat

  • 1.

    In geval van afwezigheid van het hoofd Werk en Inkomen wordt het mandaat van artikel 2, eerste, tweede en derde lid, uitgeoefend door een daartoe aangewezen plaatsvervanger. De ondergemandateerde mag zich niet laten vervangen.

  • 2.

    Het hoofd Werk en Inkomen kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 2, eerste, tweede en derde lid, eenmaal schriftelijk in ondermandaat opdragen aan ondergeschikten binnen zijn afdeling. De werkzaamheden in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening kunnen schriftelijk in ondermandaat worden opgedragen aan externen.

  • 3.

    In geval van afwezigheid van het hoofd Bedrijfsvoering wordt het mandaat van artikel 2, vijfde en zesde lid, uitgeoefend door een daartoe aangewezen plaatsvervanger. De ondergemandateerde mag zich niet laten vervangen.

  • 4.

    Het hoofd Bedrijfsvoering kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 2, vijfde lid, eenmaal schriftelijk in ondermandaat opdragen aan ondergeschikten binnen zijn afdeling. De ondergemandateerde mag zich niet laten vervangen.

  • 5.

    Het hoofd Bedrijfsvoering kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 2, zesde lid, eenmaal schriftelijk in ondermandaat opdragen aan ondergeschikten binnen zijn afdeling wat betreft het nemen van informatieve verdagingsbesluiten en opschortingsbesluiten. De ondergemandateerde mag zich niet laten vervangen.

Artikel 5 Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van toepassing met mandaat gelijkgesteld:

  • a.

    de verlening van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, en

  • b.

    de machtiging handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 6 Ondertekening

  • 1.

    Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens artikel 2, eerste, tweede of derde lid, luidt de ondertekening:

    Burgemeester en wethouders van Voorschoten,/De burgemeester van Voorschoten,

    namens dezen,

    het hoofd van de afdeling Werk en Inkomen gemeente Leidschendam-Voorburg

    gevolgd door de handtekening en de naam van de functionaris.

  • 2.

    Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 2, vijfde of zesde lid, luidt de ondertekening:

    Burgemeester en wethouders van Voorschoten,

    namens dezen,

    het hoofd van de afdeling Bedrijfsvoering gemeente Leidschendam-Voorburg,

    gevolgd door de handtekening en de naam van de functionaris.

  • 3.

    Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 4, tweede, vierde of vijfde lid, luidt de ondertekening:

    Burgemeester en wethouders van Voorschoten,/De burgemeester van Voorschoten,

    namens dezen,

    gevolgd door de handtekening en de naam van de functionaris.

  • 4.

    Indien gebruik wordt gemaakt van volmacht overeenkomstig artikel 5, luidt de ondertekening:

    De gemeente Voorschoten,

    namens deze,

    gevolgd door de functie van de functionaris, de handtekening en de naam.

  • 5.

    Indien krachtens ondermandaat als bepaald in artikel 4 gebruik wordt gemaakt van volmacht overeenkomstig artikel 5, luidt de ondertekening:

    De gemeente Voorschoten,

    namens deze,

    gevolgd door de functie van de functionaris, de handtekening en de naam.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Het Mandaatbesluit Samenwerkingsovereenkomst Werk en Inkomen, zoals vastgesteld op 2 april 2013 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het overeenkomstig artikel 3:42, tweede lid van de Awb is bekendgemaakt, en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit Samenwerkingsovereenkomst Werk en Inkomen.

Voorschoten, 2015

Burgemeester en wethouders van Voorschoten,

de secretaris,

de burgemeester,

Voorschoten, 2015

De burgemeester van Voorschoten,

Conform het bepaalde in artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht hebben het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg, het hoofd van de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Leidschendam en het hoofd van de afdeling Bedrijfsvoering van de gemeente Leidschendam-Voorburg ingestemd met het hiervoor opgenomen mandaatbesluit.

Leidschendam-Voorburg, 2015

Burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg,

de secretaris

de burgemeester,

Leidschendam-Voorburg, 2015

De burgemeester van Leidschendam-Voorburg

Leidschendam-Voorburg, 2015

Het hoofd van de afdeling Werk en Inkomen gemeente Leidschendam-Voorburg,

Leidschendam-Voorburg, 2015

Het hoofd van de afdeling Bedrijfsvoering van de gemeente Leidschendam-Voorburg,