Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlieland

VVE Beleidsplan 2023-2026

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlieland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVVE Beleidsplan 2023-2026
CiteertitelVoor- en vroegschoolse educatie (VVE) Beleidsplan 2023-2026
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2023niewe regeling

12-09-2023

gmb-2023-437730

Tekst van de regeling

Intitulé

VVE Beleidsplan 2023-2026

 

Inhoudsopgave

1.Inleiding

1.1 Totstandkoming beleidskader

1.2 Leeswijzer

2. De Doelgroep

2.1 Definiëring

2.2 De toeleiding

3.Uitgangspunten en doelstellingen voor het VVE-Beleid

3.1 Doelstellingen 2023-2026

4.Deskundigheid

4.1 het aanbod in de voorschool

4.2 het aanbod in de vroegschool

5.Werkwijze en overdracht

5.1 Samenwerking binnen het VVE

5.2 Overdracht

5.3 Educatief partnerschap

6. Resultaat en kwaliteit

6.1 Monitoring

7. Financiën

#_Toc142399917#_Toc142399918#_Toc142399925

 

1 INLEIDING

Kinderen moeten de kans krijgen om zich te kunnen ontwikkelen. Dat geldt zeker voor die kinderen,

waarvoor kansen niet voor het oprapen liggen. Om jonge kinderen met een onderwijsachterstand te helpen, biedt de gemeente Vlieland voor- en vroegschoolse educatie (VVE) aan.

Zij krijgt daarvoor geld van het rijk uit de middelen voor het onderwijsachterstandenbeleid. De gemeente Vlieland stelt mede op basis daarvan haar VVE-beleid vast. VVE beleid is niet nieuw. In deze nota gaat het daarom vooral om een inhoudelijke en organisatorische doorontwikkeling.

Vroeg starten met leren heeft een positief effect op de ontwikkeling van een kind. Investeren in de eerste levensjaren van een kind heeft een gunstige invloed op de startpositie in het basisonderwijs evenals op de nog latere schoolprestaties. Deze opvatting wordt bekrachtigd door de praktijk van de afgelopen jaren, die heeft laten zien dat de vastgelegde afspraken in het VVE-convenant effectief zijn.

Op Vlieland worden de ouders van kinderen met het risico op een achterstand erop gewezen dat hun kind aan het VVE-programma kan deelnemen. VVE wordt vooral ingezet om taal- en in mindere mate rekenachterstanden bij jonge kinderen te voorkomen of weg te werken. Het begrip “achterstand” wordt daarbij ruimer geïnterpreteerd dan een cognitieve achterstand. Er wordt eveneens rekening gehouden met een sociale of emotionele achterstandsituatie, die ook op de leefomgeving van het kind betrekking kan hebben.

Een peuter die door het consultatiebureau geïndiceerd wordt voor VVE wordt ‘doelgroep-peuter’ genoemd. Zijn of haar ouders worden door een pedagogisch medewerker van de Stichting Kinderopvang Friesland (SKF) benaderd om hun kind voor de opvang met VVE aan te melden.

Tussen het tweede en vierde levensjaar krijgt het kind voorschoolse educatie aangeboden in kinderopvang ‘De Jutter’ aangeboden. Vervolgens vanaf 4 jaar gaat het naar groep 1 van Eilandschool ‘De Jutter’ waar het kind vroegschoolse educatie krijgt aangeboden.

Ouders worden zoveel mogelijk bij het programma en de overige activiteiten in de opvang betrokken.

De GGD en de Inspectie voor het Onderwijs houden toezicht op de kwaliteit van het programma.

Het VE programma in de kinderopvang biedt een degelijk fundament voor het basisonderwijs, waar de kleuters het programma in groep 1 en 2 voortzetten.

VVE is de hoofdmoot van het Vlielandse onderwijsachterstandenbeleid (OAB).

Het is van belang dat VVE van goede kwaliteit is. Voor een deel is dat meetbaar en kan de praktijk gemonitord worden. Het gaat bij onderwijs echter niet alleen om het effectief aanleren van kennis en vaardigheden, maar ook om het vormen van kinderen tot verantwoordelijke en zelfredzame personen.

1.1 Totstandkoming beleidskader

Gemeente, het schoolbestuur en de kinderopvang zijn op grond van de Wet op het primair onderwijs gezamenlijk verantwoordelijk voor de voor- en vroegschoolse educatie (artikel 167). Hetgeen in deze nota staat beschreven, is in overleg met de samenwerkingspartners uit het onderwijsveld, de kinderopvang en JGZ tot stand gekomen en wordt gaandeweg verder onderling met elkaar afgestemd. Hiervoor worden een convenant en subsidievoorwaarden opgesteld.

1.2 Leeswijzer

In dit inleidende hoofdstuk is besproken wat de bedoeling is van het VVE-beleid van de gemeente Vlieland en de daarbij betrokken partners uit het onderwijsveld.

Die bedoeling vertaalt zich in de onderwijspraktijk in de voor- en vroegschoolse educatie voor de peuters en kleuters en in een aantal specifieke maatregelen om onderwijsachterstanden bij jonge kinderen te bestrijden of hen meer kansen te bieden. Maatgevend daarbij zijn enerzijds de plannen van het kabinet om hierin te investeren en anderzijds de lokale situatie met een aantal kinderen in een achterstandssituatie.

In het volgende hoofdstuk (2) wordt een definitie van de doelgroep voor voorschoolse educatie gegeven.

Hoofdstuk 3 omvat de uitgangspunten voor deze beleidsperiode. Op basis daarvan heeft de werkgroep OAB de doelstellingen voor de jaren 2023-2026 geformuleerd.

In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op het VVE-aanbod op Vlieland en is het aanbod in voor- en vroegschool beschreven. In de daaropvolgende paragrafen wordt aandacht besteed aan een aantal maatregelen, die volgen op de voor- of vroegschoolse educatie.

Hoofdstuk 5 betreft de samenwerking tussen de VVE-partners en de wijze hoe de ouders bij het VVE-programma worden betrokken.

Het daaropvolgende hoofdstuk 6 heeft betrekking op de resultaten en de kwaliteit van het aanbod.

Er wordt beschreven welke instrumenten worden gebruikt om resultaten te meten en om kwaliteit te bewaken. Voor de efficiency daarvan is een goede samenwerking tussen de bij het kind betrokken partners cruciaal.

Het laatste hoofdstuk 7 biedt de financiële kaders voor het onderwijsachterstandenbeleid met VVE als belangrijkste onderdeel daarvan. Dit wordt gefinancierd uit rijksmiddelen. Voor de uitvoering van de voorschoolse educatie geeft de gemeente Vlieland subsidie aan SKF en aan Eilandschool ‘De Jutter’.

2 DE DOELGROEP

2.1 Definiëring doelgroep

Bepalend voor de rijksbijdrage aan de gemeente Vlieland voor het onderwijsachterstandenbeleid is de landelijke afbakening van de doelgroep en de hoogte van de door het kabinet ingestelde drempel voor gemeente en scholen. De minister van OCW heeft ervoor gekozen om het geld te besteden aan de kinderen die dit het hardst nodig hebben. De gemeente heeft nochtans de vrijheid om een bredere voorziening voor nog meer kinderen aan te bieden, die past binnen het lokaal vast te stellen onderwijs- en jeugdbeleid. Op Vlieland is gekozen voor een brede inzet, waarbij alle peuters in de leeftijd 2,5 tot 4 jaar VVE aangeboden krijgen. Doelgroep peuters kunnen 4 dagdelen per week gebruik maken van VVE gefinancierd vanuit OAB middelen. Gedurende de beleidsperiode 2023-2026 zullen jonge kinderen met de volgende kenmerken worden beschouwd als doelgroepkinderen:

De JGZ heeft actueel inzicht in welke doelgroepkinderen door hen voorgedragen kunnen worden aan de VVE- aanbieder. Zij zijn dan ook de partij die de toeleiding naar een VVE locatie verzorgd.

Kinderopvang ‘De Jutter’ heeft actueel inzicht in welke kinderen door de JGZ bij hen zijn voorgedragen, of er al contact met de ouders is opgenomen en welke kinderen al zijn ingeschreven bij de kinderopvang.

Om voortgang te monitoren hanteert kinderopvang ‘De Jutter’ de

volgende meetinstrumenten:

  • 1.

    Kids-Konnect (softwaresysteem waarin de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar bijgehouden kan worden)

  • 2.

    observaties in de praktijk.

Als een peuter een score heeft beneden gemiddeld op één van de ontwikkelingsgebieden wil dat nog niet meteen zeggen dat dit kind een doelgroep-peuter is.

Als de betreffende peuter te maken heeft met een of meer risicofactoren in zijn omgeving, kan dit betekenen dat zijn ontwikkeling in de thuissituatie niet gestimuleerd wordt. Bij een combinatie van lage score en risicofactoren is sprake van achterstand.

2.2 De toeleiding

Gemeente Vlieland, Jeugd Gezondheidszorg 0-4 jaar (JGZ) en kinderopvang ‘De Jutter’ hebben gezamenlijk een methode ontwikkeld waarbij ouders van risicopeuters zo vroeg mogelijk worden geregistreerd en geïnformeerd over peuteropvang en voorschoolse educatie. De JGZ speelt een cruciale rol bij de indicering, want zij constateert op het consultatiebureau als eerste dat een kind in een achterstandsituatie verkeert. Vervolgens wordt dit door de JGZ aan kinderopvang ‘De Jutter’ gemeld.

Medewerkers van kinderopvang ‘De Jutter’ maken daarop een afspraak voor een huisbezoek bij de ouders van deze doelgroepkinderen. Op het moment van het eerste huisbezoek is het kind doorgaans nog geen 2 jaar oud. Naast het verstrekken van informatie over de peuteropvang helpt kinderopvang ‘De Jutter’ de ouders, die daar behoefte aan hebben, met het invullen van de aanmeldingsformulieren. Ook helpt ze bij het inleveren van de benodigde documenten voor bijvoorbeeld de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst of begeleidt ouders die hierbij hulp kunnen gebruiken naar het IDO (informatiepunt digitale overheid).

3 UITGANGSPUNTEN EN DOELSTELLINGEN VOOR HET VVE-BELEID

Jaarlijks krijgt de Gemeente Vlieland GOAB-middelen (gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid) vanuit het Rijk, waarmee onder meer VVE gerealiseerd moet worden.

Wettelijk moeten gemeenten 960 uur VVE aanbieden aan (geïndiceerde) doelgroep-peuters tussen 2,5 en 4 jaar. Dit moeten minimaal drie dagdelen per week zijn en de dagdelen mogen niet langer dan zes uren zijn. In Nederland is vier dagdelen van vier uur gedurende 40 weken per jaar de meest voorkomende 960-uursvariant.

De specifieke situatie van Vlieland als eiland met een klein aantal voorschoolse kinderen, inwoners en beperkte voorzieningen, vraagt om een pragmatische en out-of-the-box oplossing, die mogelijk de grenzen van de wetgeving opzoekt. Anderzijds kan het niet zo zijn dat alles maar mogelijk is. De kaders bepaald door kwaliteit (onder meer Wet IKK, Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en WPO), rechtmatigheid en doelmatigheid (spelregels en GOAB-budget) moeten helder afgesproken, beschreven en gecommuniceerd worden. Het is nodig dat er een toekomstbestendige, structurele vorm van VVE komt.

De gemeente Vlieland wil een voorschools VVE-aanbod realiseren voor de VVE-peuters in de leeftijdsgroep 2,5 tot 4 jaar. Dit is een aanbod van gemiddeld 16 uur per week (vier dagdelen van vier uur per week, 40 weken per jaar), dus 960 uur over 1,5 jaar.

De gemeente Vlieland wil dat alle reguliere doelgroep-peuters vier dagdelen van vier uur per week bij 40 weken (640 uur per jaar) gebruik kunnen maken van het VVE-aanbod, door de gemeente financiert vanuit OAB middelen.

Omdat geschoold personeel beperkt beschikbaar is en alle partijen de continuering van VVE-aanbod op Vlieland willen waarborgen is in goed overleg met alle partijen (SKF, directie Eilandschool ‘De Jutter’ en gemeente Vlieland) besloten om de handen ineen te slaan.

3.1 Doelstellingen 2023-2026

Voor de beleidsperiode 2023-2026 worden de volgende doelen voor de voor- en vroegschoolse

educatie vastgesteld:

  • 1.

    Alle peuters van 2,5 tot 4 jaar oud kunnen op Vlieland naar een voorschoolse voorziening met een VVE-aanbod. Indien er echter onvoldoende kindplaatsen beschikbaar zijn, gaan de doelgroep-peuters bij plaatsing voor. De ouders van deze categorie peuters worden op het consultatiebureau gestimuleerd om hun kind aan een VVE-programma te laten deelnemen.

  • 2.

    Reguliere peuters van 2,5 tot 4 jaar krijgen aanbod van 640 uur (16 uur per week, 40 weken) per jaar.

  • 3.

    Aan alle doelgroep-peuters van 2,5 tot 4 jaar wordt vanaf 2023 een programma van 16 uur VVE geboden (640 uur, 16 uur per week, 40 weken). Dit is een wettelijke verplichting.

  • 4.

    VVE is voor alle ouders van doelgroepkinderen betaalbaar en soms gratis. Doelgroep-peuters van niet-kot-ouders krijgen 640 uur per jaar gratis VE-aanbod (16 uur per week, 40 weken per jaar).

  • 5.

    Peuter- en kleutereducatie is in relatie tot de jeugdzorg een preventieve activiteit, waarbij niet alleen kinderen met een taalachterstand, maar ook kinderen in een moeilijke sociale- of emotionele situatie kansen worden geboden. De voorschool werkt in de knooppunten, waar die problemen worden gesignaleerd, nauw samen met de jeugdhulpaanbieders, de gemeente en de ouders van het betreffende kind.

  • 6.

    Ouderbetrokkenheid is een onderwerp dat continu aandacht vergt in voor- en vroegschool. Indien noodzakelijk worden bij de benadering van anderstalige ouders extra instrumenten ingezet zoals vertalingen of beeld- in plaats van tekstmateriaal. Centraal staat in ieder geval het aangaan van de relatie met ouders: contact leggen, hebben en onderhouden.

  • 7.

    Het VE beleid wordt gemonitord. Daarbij gaat het om bereik, kwaliteit en opbrengsten. Resultaten worden jaarlijks opgeleverd en daaruit wordt lering getrokken.

  • 8.

    Kwaliteitszorg is een continu aandachtspunt in de voor- en vroegschool. De kwaliteit dient te voldoen aan de door het Rijk bepaalde basisvoorwaarden ten aanzien van locatie, programma en leidsters en onderwijzend personeel. In het 'Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie', dat is gebaseerd op de Wet OKE, staan de eisen voor VVE vermeld.

4 DESKUNDIGHEID

Kinderopvang ‘De Jutter’ en Eilandschool ‘De Jutter’ zijn samen aanbieder van een volwaardig VVE-programma.

Er is een veilige speel- en ontmoetingsplek voor jonge kinderen en hun ouders gecreëerd, waarbij het primair gaat om gerichte ontwikkelingsstimulering. Peuters worden gestimuleerd in hun sociaal-emotionele, cognitieve, motorische en creatieve ontwikkeling.

Kinderopvang ‘De Jutter’ en Eilandschool ‘De Jutter’ stellen hoge eisen aan de kwaliteit en professionaliteit van peuter- en kleutereducatie. Om kwaliteit en professionaliteit te kunnen leveren is het van belang dat de pedagogische medewerkers zichzelf blijven ontwikkelen en kennis blijven verbreden.

Het merendeel van de medewerkers van ‘De Jutter’ heeft een tweejarig scholingstraject voor Uk & Puk gevolgd. Inmiddels hebben de meeste medewerkers een VVE- certificering behaald, nieuwkomers krijgen meteen VVE- scholing aangeboden. Dit betekent dat ze in staat zijn om kinderen een kwalitatief hoog aanbod te kunnen bieden. Hun inhoudelijke kennis wordt vergroot, waardoor ze beter kunnen inspelen op de ontwikkeling van jonge kinderen.

Het signaleren van en inspringen op afwijkingen in de ontwikkeling, een ontwikkelingsachterstand of een ontwikkelingsvoorsprong, is hierbij heel belangrijk.

4.1 Het aanbod in de voorschool

Het VVE-programma op Vlieland is specifiek geënt op taalstimulering en verruiming van de woordenschat van peuters, maar richt zich daarnaast ook op andere vaardigheden zoals het leren tellen, het meten en de oriëntatie in ruimte en tijd. Door de inzet van logopedie in de voorschool is er extra aandacht voor taalstimulering. De logopedist adviseert de leidsters in de kinderopvang en ondersteunt ouders bij het individueel stimuleren van de taalontwikkeling bij hun kind. Alle kinderen met een taalontwikkelingsachterstand zijn daardoor in beeld. De bevindingen vanuit de logopedie worden meegenomen in de overdracht van vroegschool naar de basisschool.

Behalve voor de cognitieve ontwikkeling van een kind is er ook aandacht voor:

  • 1.

    motorische ontwikkeling. Hierbij gaat het om het ontwikkelen van de grove en de fijne motoriek;

  • 2.

    sociaal-emotionele ontwikkeling. Hierbij gaat het om het stimuleren van zelfstandigheid, zelfvertrouwen en het samen spelen en werken.

Duidelijke communicatie naar ouders toe over het aanbod is van groot belang. Het in meer talen ter beschikking stellen van informatiemateriaal of het gebruikmaken van niet alleen tekstmateriaal maar ook van beeldmateriaal dat ter beschikking komt op door ouders bezochte locaties zijn opties om de boodschap te versterken.

VVE kan voor doelgroep-peuters gratis zijn. Ouders van niet doelgroep-peuters bepalen zelf wat zij aan dagdelen willen afnemen, maar betalen voor de af te nemen uren het vastgestelde tarief.

4.2 Het aanbod in de vroegschool

Interventies die leerachterstanden bestrijden hebben als strekking dat de leerprestaties van jonge kinderen dicht bij hun potentiële leerprestaties komen te liggen.

Het doel van de voorziening vroegschools aanbod is activiteiten en de aanvullende verplichtingen zodanig op elkaar af te stemmen dat kinderen zich optimaal ontwikkelen. Een vloeiende overgang van de voorschoolse voorziening naar de basisschool is hierin een belangrijk onderdeel. ‘De Jutter’ besteedt extra aandacht aan taal en lezen voor kinderen die gebruik maken van vroegschoolse educatie. Soms wordt er in kleinere groepjes gewerkt, zodat er ruimte is voor meer persoonlijke aandacht. Eén ochtend per week organiseren de voorschool (kinderopvang) en de vroegschool (groep 1 & 2) een gezamenlijke activiteit. De gemeente draagt bij aan deze activiteit door hiervoor middelen beschikbaar te stellen vanuit OAB gelden. Dit om een doorgaande leerlijn en een warme overdracht te bevorderen.

5 WERKWIJZE EN OVERDRACHT

De gemeente Vlieland ziet het bestrijden van kansenongelijkheid als een belangrijke taak. VVE is een belangrijk wapen in deze strijd. De gemeente heeft bovendien de wettelijke taak om een specifiek aanbod voor doelgroepkinderen te realiseren. Daarvoor moeten voldoende kindplaatsen gecreëerd worden in voor- en vroegschool. Afgezien van de wettelijke verplichtingen om aanbod voor doelgroepkinderen te realiseren ligt er tevens de opdracht om afspraken met de aanbieder van VVE te maken over de kwaliteit van VVE-aanbod.

In 2019 zijn de afspraken hierover voor het eerst vastgelegd in een convenant, inmiddels zijn alle partijen toe aan nieuwe procesmatige en inhoudelijke afspraken voor de toekomst. Hiervoor wordt gewerkt aan een nieuw convenant.

5.1 Samenwerking binnen het VVE

Binnen het zogenaamde koppeloverleg werken de leidsters van de kinderopvang en de leerkrachten van de groepen 1 en 2 van de basisschool samen. De koppels stellen samen concrete doelen en acties vast. De pedagogisch coach (peuteropvang) en de VVE-coördinator (vroegschool) ondersteunen waar nodig de leidsters bij de uitvoering daarvan en leggen actief de verbinding tussen voor- en vroegschool.

5.2 Overdracht

Voor jonge kinderen is een ononderbroken ontwikkelingslijn belangrijk. Een doorgaande leerlijn van voorschoolse voorzieningen naar groep 1 en 2 in het basisonderwijs maakt de overgang naar het basisonderwijs geleidelijk. Het is voor de kinderen gemakkelijker daarna in groep 3 in te stappen. In de meest ideale situatie zouden kinderen van 2 tot 12 naar één integrale kindvoorziening kunnen gaan, die van hoge kwaliteit is en waarbij er rekening mee wordt gehouden dat elk kind zijn eigen aanpak behoeft. De ondersteuningsbehoefte wordt zoveel als mogelijk in de eigen omgeving van het kind aangeboden. We zijn in de gemeente Vlieland al goed op weg in die richting.

Bij de overdracht van kinderopvang naar basisonderwijs wordt een overdrachtsformulier gehanteerd. Dit overdrachtsformulier wordt gebruikt als leidraad bij het overdrachtsgesprek dat tussen ouders, mentor in de kinderopvang, docent groep 1 en IB-er plaatsvindt. In overeenstemming met ouders wordt dit document en een verslag van het overdrachtsgesprek opgeslagen in het dossier van het betreffende kind.

5.3 Educatief partnerschap

Partnerschap tussen ouders, voorschool en basisschool is van groot belang. Dit reikt verder dan educatie. Ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid vullen elkaar in dat verband aan. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor hun kind. Sommige ouders zijn, bijvoorbeeld omdat ze de Nederlandse taal onvoldoende machtig zijn, werken of anderszins bezet zijn, niet in staat om te participeren in de kinderopvang of op school. Dat betekent niet per se, dat ze niet betrokken zijn. Het is dan wel van belang dat zij geholpen worden opdat het kind thuis geïnspireerd wordt om te leren. Ouders weten niet altijd hoe ze dat moeten doen. Met het programma VVE Thuis worden zij ondersteund.

6 RESULTAAT EN KWALITEIT

De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van het VVE-beleid en parallel daaraan lopend ook voor het verzorgen en bewaken van een goede kwaliteit van het VVE-aanbod. Vlieland streeft daarbij naar een hoogwaardig aanbod van de voorschoolse voorzieningen. Om dit te waarborgen, heeft de gemeente inzicht nodig in de uitvoering van dit beleid, zoals het bereik, de kwaliteit en het effect ervan. Samen met de OAB-partner voelt zij zich verantwoordelijk voor het realiseren van een meetbaar en toetsbaar VVE-aanbod. Daarbij gaat het zowel om het toezien op het proces als om de opbrengsten van VVE.

De beleidsmakers en uitvoerders gebruiken de resultaten van metingen om enerzijds acties te ondernemen en geconstateerde verbeterpunten op te pakken en anderzijds om hetgeen naar tevredenheid loopt te behouden. Het belangrijkste doel is, dat de kinderen zoveel mogelijk profiteren van hun deelname aan VVE.

Voor deze beleidsperiode gaan we uit van het volgende:

  • 1.

    Tenminste 90 % van de doelgroepkinderen neemt deel aan het VVE-programma.

  • 2.

    Alle voor- en vroegschoolse voorzieningen zijn kwalitatief van hoog niveau. Speerpunten daarbij zijn: ouderbetrokkenheid, ondersteuningsstructuur en interne kwaliteitszorg. Ook de wettelijke basiskwaliteit moet op orde zijn.

  • 3.

    Het bereik van de kinderopvang alsmede de kwaliteit van de uitvoering en opbrengsten ervan worden in samenwerking tussen VVE-locatie en gemeente gemonitord. De monitor wordt jaarlijks opgeleverd.

  • 4.

     

6.1 Monitoring

De gemeente Vlieland moet net als elke andere gemeente zorgen voor VVE-voorzieningen die van voldoende kwaliteit zijn. Daarnaast moet zij zorgen voor indicering, toeleiding en monitoring van doelgroepkinderen.

Elke gemeente mag zijn eigen koers varen bij het vormgeven en uitvoeren van het VVE-beleid. Wél moet jaarlijks daarover gerapporteerd worden aan de Onderwijsinspectie. In opdracht van het ministerie van OCW voert Sardes de Landelijke VVE monitor uit. Dit is een jaarlijks beleidsonderzoek naar de stand van zaken van bereik, kwaliteit en opbrengsten van Voor- en Vroegschoolse Educatie bij gemeenten, voorschoolse instellingen en scholen.

7 FINANCIËN

Het budget voor VVE bestaat uit de rijksmiddelen voor Onderwijs Achterstanden Beleid (OAB). Het aan een Gemeente door het rijk toe te kennen bedrag is afhankelijk van het aantal doelgroepkinderen op basis van een indicator. Het rijk hanteert vanaf 2019 een indicator die het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft ontwikkeld. Behalve de opleiding van de ouders gaan ook factoren als waar een leerling woont, het land van herkomst van (groot)ouders en verblijfsduur in Nederland invloed hebben. Wijzigen van de indicator heeft grote consequenties voor de verdeling van de middelen, die voor het bestrijden van onderwijsachterstanden naar gemeenten gaan.

In het regeerakkoord is voorts afgesproken dat kinderen met het risico op een onderwijsachterstand vanaf 2020 geen 10 uur voorschoolse educatie per week krijgen, maar 16 uur. Daar zijn extra middelen voor beschikbaar gekomen.

Kinderopvang ‘De Jutter’ is de enige mogelijke aanbieder van VE op Vlieland. Door het grote aantal kinderen in de leeftijdscategorie 0 tot 4 jaar op dit moment op Vlieland is de constructie vrij fragiel. De voorkeur van de gemeente is om aan al onze inwoners in leeftijd van 2,5 tot 4 jaar gratis vier ochtenden in de week voorschoolse educatie aan te bieden. Daarmee zou de wachtlijst voor de opvang van de 0 tot 2 jaar enorm toenemen en druk op het al schaars te verkrijgen personeel toenemen. Om de druk op de kinderopvang niet te verhogen heeft de gemeente Vlieland in overleg met de VE-aanbieder besloten om in eerste instantie alleen gratis voorschoolse educatie aan doelgroepkinderen aan te bieden maar dit dan wel vier dagen per week te doen. Uiteraard worden er vier dagdelen kwalitatief hoogwaardig VE per schoolweek aangeboden en maken de kinderen die regulier gebruik maken van de kinderopvang hier ook gebruik van. Stichting kinderopvang Friesland ontvangt daarvoor een subsidie waaraan door de gemeente Vlieland voorwaarden worden gesteld.

  • Beschikbaar budget

    2023

    2024

    2025

    2026

    Specifieke uitkering Onderwijsachterstandenbeleid

    €64.000

    €64.000

    €64.000

    €64.000

    Meegenomen uit 2022

    €32.000

    Totaal beschikbaar

    €96.000

    €64.000

    €64.000

    €64.000

De verwachting is dat het VVE- beleid te realiseren is binnen de beschikbare middelen.