Organisatie | Urk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen Zeeheldenwijk fase 1 |
Citeertitel | Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen Zeeheldenwijk fase 1 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-10-2023 | nieuwe regeling | 04-04-2023 |
College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Urk,
Gelet op artikel 4:81 eerste lid Algemene wet bestuursrecht, artikel 2.1 eerste lid onder i Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2.4 eerste lid Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2.2a zesde lid en artikel 5.12b negende lid Besluit omgevingsrecht, de Verordening interferentiegebied(en) bodemenergiesystemen Gemeente Urk 2019;
Overwegende dat bij besluit van het college d.d. 4 april 2023 Zeeheldenwijk fase 1 is aangewezen als interferentiegebied ten behoeve van de optimale benutting van de ondergrond;
Overwegende dat in het hierbij aangewezen interferentiegebied een vergunningplicht geldt voor alle gesloten bodemenergiesystemen (hierna: GBES);
Overwegende dat het college van B&W van de Gemeente Urk bevoegd is te beslissen op aanvragen voor GBES binnen de gemeente;
Overwegende dat het college van B&W van de Gemeente Urk een bodemenergieplan heeft opgesteld voor het gebied Zeeheldenwijk fase 1 om aldaar de toepassing van bodemenergiesystemen nader te reguleren ten behoeve van de optimale benutting van de ondergrond;
Overwegende dat het college van B&W van de Gemeente Urk haar bevoegdheid te beslissen op aanvragen voor GBES in het interferentiegebied Zeeheldenwijk fase 1 uit oogpunt van kenbaarheid en efficiëntie van de vergunningverlening nadere invulling wil geven;
Beleidsregel Gesloten Bodemenergiesystemen Zeeheldenwijk fase 1
Deze beleidsregel is van toepassing op de besluitvorming door het college op vergunning-aanvragen voor een omgevingsvergunning beperkte milieutoets voor GBES in het interferentiegebied Zeeheldenwijk fase 1.
Artikel 3 Doel van deze beleidsregel
Het doel van deze beleidsregel is om in interferentiegebieden de ondergrond optimaal te benutten voor bodemenergie, met een goede verdeling tussen de woon-/bouwkavels.
Artikel 4 Algemene regels voor vergunningaanvraag GBES
Voor het installeren en het in werking hebben van een gesloten bodemenergiesysteem binnen het interferentiegebied Zeeheldenwijk fase1, gelden de volgende algemene beleidsregels:
Artikel 5 Specifeke regels voor vergunningaanvraag GBES
Een gesloten bodemenergiesysteem waarvoor een aanvraag omgevingsvergunning wordt ingediend, dient te voldoen aan de volgende specifieke regels:
De jaarlijkse netto warmteonttrekking per meter bodemdiepte (kWh/m) dient te allen tijde kleiner of gelijk te zijn aan de voor het kavel toegewezen maximale jaarlijkse netto warmte-onttrekking per meter bodemdiepte. Zie hiervoor: "Maximale jaarlijkse netto warmtelevering per meter bodemdiepte" in Bijlage 2 van het bodemenergieplan Zeeheldenwijk fase 1.
Bij het ontwerp dient voor het bepalen van de minimaal benodigde diepte van de boorgaten en het aantal boorgaten rekening te worden gehouden met de temperatuurdaling die optreedt op de woon-/bouwkavel ten gevolge van interferentie. Zie hiervoor: “Temperatuurcorrectie door interferentie” in Bijlage 2 van het bodemenergieplan Zeeheldenwijk fase 1.
Ten behoeve van het ontwerp dient voor GBES een berekening voor een periode van minimaal 25 jaar te worden uitgevoerd. Bij deze berekening dient de temperatuurdaling door interferentie te worden meegenomen. Zie hiervoor paragraaf 4.2 “Locatie specifieke regels” van het bodemenergieplan Zeeheldenwijk fase 1. De resultaten van de berekening dienen als bijlage bij de indiening van de melding / vergunningaanvraag te worden toegevoegd.
Artikel 6 Afwijkingsbevoegdheid
Het college kan besluiten gemotiveerd af te wijken van een beleidsregel op grond van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 4:84 Awb).
Het algemene toetsingskader voor GBES is beschreven artikel 5.13b negende lid van het Besluit Omgevingsrecht:
Een omgevingsvergunning voor de categorie activiteiten, bedoeld in artikel 2.2a zesde lid, wordt geweigerd indien het bodemenergiesysteem zodanige interferentie kan veroorzaken met een ander bodemenergiesysteem, waarvoor een vergunning krachtens artikel 6.4 eerste lid onder b van de Waterwet is vereist, dat het doelmatig functioneren van een van de desbetreffende systemen kan worden geschaad dan wel anderszins sprake is van een ondoelmatig gebruik van bodemenergie.
Bij Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen Gemeente Urk 2019 heeft de Gemeente Urk het gebied Zeeheldenwijk fase 1 aangewezen als interferentiegebied. Het gevolg daarvan is dat ook voor de aanleg van kleine (<70kW bodemzijdig vermogen) gesloten bodemenergiesystemen (GBES) een vergunning als bedoeld in artikel 2.2a lid 6 Besluit Omgevingsrecht vereist is.
De beleidsregel is van toepassing op het voorkomen van interferentie tussen GBES.
In aanvulling op de algemene weigeringsgronden die in het Besluit omgevingsrecht zijn opgenomen voor GBES, zijn in deze beleidsregels specifieke criteria opgenomen om te komen tot een juiste ordening van bodemenergiesystemen in de ondergrond en anderzijds te komen tot een goede uitvoering van het besluit.
Gemotiveerd afwijken van de beleidsregel
Het college van B&W van de gemeente Urk is het bevoegde gezag voor de beslissing op deze vergunningsaanvragen. Met deze beleidsregel maakt het college kenbaar hoe zij met dergelijke vergunningsaanvragen omgaat.
Het college kan besluiten gemotiveerd af te wijken van de beleidsregel op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Het is hierbij van belang dat de aanvrager goede schriftelijk motiveert waarom de afwijking noodzakelijk is.
Het moet in een dergelijk geval gaan om bijzondere omstandigheden die maken dat het handelen overeenkomstig de beleidsregel gevolgen heeft die onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.
Minimale afstanden bodemlussen en kavelgrens
De afstand tussen twee boorgaten die voorzien zijn van bodemlus dient te allen tijde groter dan of gelijk dient te zijn aan 7,5 m. Er dient hierbij rekening gehouden te worden met andere bestaande en/of vergunde GBES.
Zodoende kan negatieve interactie tussen GBES worden voorkomen en wordt de bodem meest doelmatig gebruikt voor bodemenergie. Elk nieuw bodemenergiesysteem dient afgestemd te worden op andere bestaande en/of vergunde systemen. Aangetoond moet worden dat negatieve interactie tussen de GBES niet optreedt.
Afwijken van deze beleidsregel kan (bij uitzondering) alleen worden vergund (afwijkings-bevoegdheid college) als wordt aangetoond dat daardoor geen negatieve interferentie met andere systemen optreedt of ondoelmatig gebruik van de ondergrond ontstaat.