Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de Rekenkamer gemeente Enschede 2023 |
Citeertitel | Verordening op de Rekenkamer gemeente Enschede 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-10-2023 | 30-09-2022 | Nieuwe regeling | 10-10-2023 |
De raad van de gemeente Enschede;
Gelezen het voorstel van het presidium (secretaris R.M. Jongedijk, voorzitter R.W. Bleker);
gelet op artikel 108, eerste lid, artikel 149, artikel 81a en verder en artikel 182 t/m 185 van de Gemeentewet;
heeft vastgesteld in de raadsvergadering van 9 oktober 2023:
Hoofdstuk IV Selectie onderwerpen, werkwijze en bevoegdheden
De secretaris en de door de Rekenkamer ingeschakelde onderzoeker(s) hebben de bevoegdheid om alle informatie te verzamelen die de Rekenkamer in het belang van het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en het onderzoek en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de Rekenkamer.
HOOFDSTUK VI Betrokkenheid raadsleden
De klankbordgroep wordt in ieder geval bij de start van een rekenkameronderzoek gevraagd om binnen een periode van twee weken in gezamenlijkheid haar inzichten mee te geven in reactie op een concept startnotitie. De Rekenkamer stelt na bespreking van de inzichten in onafhankelijkheid een definitieve startnotitie vast.
De klankbordgroep wordt in ieder geval in de eindfase van het rekenkameronderzoek gevraagd om binnen een periode van twee weken en onder embargo in gezamenlijkheid te reageren op het concept eindrapport van de rekenkamer. De Rekenkamer bespreekt de inbreng van de klankbordgroep, maar stelt het eindrapport onafhankelijk vast.
Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in het tabel onder artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.