Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enschede

Verordening op de Rekenkamer gemeente Enschede 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnschede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de Rekenkamer gemeente Enschede 2023
CiteertitelVerordening op de Rekenkamer gemeente Enschede 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. artikel 81a van de Gemeentewet
  4. artikel 182 van de Gemeentewet
  5. artikel 183 van de Gemeentewet
  6. artikel 184 van de Gemeentewet
  7. artikel 185 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-10-202330-09-2022Nieuwe regeling

10-10-2023

gmb-2023-435922

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de Rekenkamer gemeente Enschede 2023

De raad van de gemeente Enschede;

 

Gelezen het voorstel van het presidium (secretaris R.M. Jongedijk, voorzitter R.W. Bleker);

 

gelet op artikel 108, eerste lid, artikel 149, artikel 81a en verder en artikel 182 t/m 185 van de Gemeentewet;

 

heeft vastgesteld in de raadsvergadering van 9 oktober 2023:

 

Verordening op de Rekenkamer gemeente Enschede 2023

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1.1 begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de Rekenkamer: de Rekenkamer van de gemeente Enschede (de organisatie ex artikel 81a en verder Gemeentewet);

  • b.

    raadsleden: de leden van de gemeenteraad Enschede;

  • c.

    leden: de leden van de Rekenkamer;

  • d.

    presidium: het presidium bestaat uit de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitters en de voorzitters van de fracties in de raad.

Artikel 1.2 taken van de Rekenkamer

De Rekenkamer heeft als taak het uitvoeren van onderzoek naar de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het gemeentelijk beleid. In dit verband wordt verstaan onder:

  • a.

    doeltreffendheid: de mate waarin met de geleverde prestaties de gestelde doelen of beoogde maatschappelijke effecten worden bereikt;

  • b.

    doelmatigheid: het streven met een zo gering mogelijke inzet van middelen een bepaald resultaat te bereiken dan wel met een bepaalde inzet van middelen een optimaal resultaat te bereiken;

  • c.

    rechtmatigheid: het voldoen aan wettelijke kaders en regelgeving.

 

Hoofdstuk II Samenstelling, benoeming en voorzitterschap

Artikel 2.1 samenstelling van de Rekenkamer

  • 1.

    De Rekenkamer bestaat uit maximaal vijf leden, waarvan één voorzitter is.

  • 2.

    De meerderheid van deze leden dient specifieke deskundigheid te bezitten op het gebied van het uitvoeren van beleidsevaluaties, bij voorkeur bij de lokale overheid.

  • 3.

    De leden hebben bij voorkeur verschillende profielen, achtergrond en deskundigheid.

Artikel 2.2 benoeming en herbenoeming

  • 1.

    Leden worden op voordracht van de zittende leden door de raad benoemd voor een periode van zes jaar. Het rooster van aftreden ziet op het belang van continuïteit in de Rekenkamer met inachtneming van de maximale benoemingsperiode.

  • 2.

    De raad besluit op voordracht van Rekenkamer ten minste zes maanden voor afloop van de benoemingsperiode over het al dan niet herbenoemen van de leden. De leden kunnen worden herbenoemd voor maximaal één periode van zes jaar.

  • 3.

    De Rekenkamer kan voor een korte periode uit meer dan vijf leden bestaan, wanneer vóór het verstrijken van de benoemingstermijn van een vertrekkend lid in het belang van de continuïteit een nieuw lid ter opvolging wordt benoemd.

Artikel 2.3 voorzitterschap

  • 1.

    Eén van de leden wordt door de raad benoemd in de functie van voorzitter van de Rekenkamer.

  • 2.

    De voorzitter is stemhebbend lid van de Rekenkamer. Bij staking der stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 3.

    De Rekenkamer benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter die de voorzitter bij afwezigheid vervangt.

  • 4.

    De voorzitter draagt, in overleg met de secretaris, zorg voor het bijeenroepen van de vergaderingen van de Rekenkamer.

  • 5.

    De voorzitter leidt de vergaderingen, bewaakt de uitgangspunten, treedt op als woordvoerder namens de Rekenkamer en bevordert een zorgvuldige besluitvorming.

  • 6.

    De voorzitter voert regelmatig overleg met de secretaris als bedoeld in artikel 3.1.

 

Hoofdstuk III Personele ondersteuning

Artikel 3.1 De ambtelijk secretaris

  • 1.

    De Rekenkamer wordt bijgestaan door een secretaris die zorg draagt voor de voorbereiding en uitvoering van de onderzoeksactiviteiten van de Rekenkamer.

  • 2.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamer over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht. De functie is binnen de organisatie belegd bij de griffie.

 

Hoofdstuk IV Selectie onderwerpen, werkwijze en bevoegdheden

Artikel 4.1 selectie onderwerpen

  • 1.

    De Rekenkamer onderzoekt zo mogelijk meerdere onderwerpen van gemeentelijk beleid per jaar.

  • 2.

    Ieder raadslid heeft de bevoegdheid bij de Rekenkamer een onderwerp voor onderzoek aan te dragen.

  • 3.

    Jaarlijks maakt de Rekenkamer een ronde langs de fractie(voorzitter)s om suggesties voor te onderzoeken onderwerpen op te halen en te spreken over de Rekenkamer.

  • 4.

    Burgers kunnen suggesties voor onderzoeksonderwerpen aandragen bij de Rekenkamer, of daarover worden geraadpleegd via bijvoorbeeld het Enschede Panel.

  • 5.

    Indien meerdere onderwerpen voor onderzoek in aanmerking komen maakt de Rekenkamer daaruit een beargumenteerde keuze; ter bepaling van haar keuze kan de Rekenkamer een vooronderzoek laten verrichten.

  • 6.

    De keuze van de Rekenkamer wordt in de vorm van een jaarplan ter kennisgeving voorgelegd aan de raad en college.

Artikel 4.2 werkwijze

  • 1.

    De Rekenkamer stelt, voor het te onderzoeken onderwerp, een onderzoeksopzet vast en formuleert in grote lijnen de onderzoeksvragen.

  • 2.

    De Rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van het onderzoek.

  • 3.

    Voor de begeleiding van elk onderzoek wordt een begeleidingscommissie geformeerd, bestaande uit twee van de externe leden (roulerend) en de secretaris.

  • 4.

    Voor de onderzoeksopzet, formulering van de onderzoeksvragen en probleemstellingen en de uitvoering van het onderzoek kan de Rekenkamer, met inachtneming van het beschikbare budget, gebruik maken van de hulp van (een) externe onderzoeker(s).

Artikel 4.3 bevoegdheden

  • 1.

    Het in de artikelen 183 en 184 van de Gemeentewet ten aanzien van de bevoegdheden van de rekenkamer bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de Rekenkamer.

  • 2.

    De secretaris en de door de Rekenkamer ingeschakelde onderzoeker(s) hebben de bevoegdheid om alle informatie te verzamelen die de Rekenkamer in het belang van het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en het onderzoek en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de Rekenkamer.

  • 3.

    De vergaderingen van de Rekenkamer alsmede de bijeenkomsten waarin personen namens de Rekenkamer worden gehoord en de verslagen daarvan zijn niet openbaar, tenzij de commissie, met inachtneming van het belang van de te horen personen, anders beslist.

 

HOOFDSTUK V Rapportage

Artikel 5.1 rapportage

  • 1.

    Het in artikel 185 van de Gemeentewet ten aanzien van de rapportage van de Rekenkamer is van overeenkomstige toepassing op de Rekenkamer.

  • 2.

    Indien het verloop van het onderzoek daartoe aanleiding geeft, kan de Rekenkamer besluiten de raad door middel van een tussentijdse rapportage te informeren inzake de vorderingen van het onderzoek.

  • 3.

    Na voltooiing van het onderzoek brengt de Rekenkamer een voorlopige rapportage uit, waarin de bevindingen zijn opgenomen.

  • 4.

    De Rekenkamer stelt in eerste instantie de bij het onderzoek betrokken ambtenaren en/of externe organisaties in de gelegenheid om binnen twee weken te reageren op eventuele feitelijke onjuistheden en het onbedoeld voorkomen van geheime informatie in het rapport.

  • 5.

    Vervolgens wordt het definitieve onderzoeksrapport met de conclusies en aanbevelingen van de Rekenkamer aangeboden aan Raad en College van B&W en voor eenieder beschikbaar gesteld op de website van de Rekenkamer.

  • 6.

    Het College wordt verzocht om te reageren voorafgaand aan bespreking door de Raad en deze reactie schriftelijk kenbaar te maken aan Raad en Rekenkamer.

  • 7.

    Het college geeft jaarlijks een overzicht van de aanbevelingen en reactie daarop via de jaarrekening

  • 8.

    Het definitieve rapport en de. conclusies & aanbevelingen van de Rekenkamer zijn openbaar, met inachtneming van het bepaalde in artikel 185, eerste lid, van de Gemeentewet.

  • 9.

    Minderheidsstandpunten van de Rekenkamer worden daarbij weergegeven.

  • 10.

    De raad bespreekt het definitieve rapport en de conclusies & aanbevelingen, neemt een besluit over de conclusies & aanbevelingen en bepaalt wat de voortgang daarbij zal zijn.

  • 11.

    Een aantal jaren na publicatie van een onderzoek kan in een zogenoemd doorwerkingsonderzoek nagegaan worden of en in hoeverre de aanbevelingen zijn opgevolgd.

  • 12.

    Jaarlijks voor 1 april stelt de Rekenkamer een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

 

HOOFDSTUK VI Betrokkenheid raadsleden

Artikel 6.1 onderzoeksprogrammering

  • 1.

    Conform artikel 4.1. maakt (een afvaardiging uit) de Rekenkamer jaarlijks een ronde langs de fractievoorzitters om suggesties voor onderzoeksonderwerpen op te halen.

  • 2.

    Een jaarplan met daarin de door de Rekenkamer vastgestelde onderzoeksagenda wordt schriftelijk met de raad en het college gedeeld.

Artikel 6.2 onderzoeken

  • 1.

    De Rekenkamer vraagt het presidium om uit het midden van de raad maximaal zes personen aan te wijzen, evenredig verdeeld over coalitie en oppositie, die op verzoek van de Rekenkamer in gezamenlijkheid als klankbordgroep kan fungeren.

  • 2.

    De samenstelling van deze groep ligt voor minimaal twee en maximaal vier jaar vast.

  • 3.

    De klankbordgroep wordt in ieder geval bij de start van een rekenkameronderzoek gevraagd om binnen een periode van twee weken in gezamenlijkheid haar inzichten mee te geven in reactie op een concept startnotitie. De Rekenkamer stelt na bespreking van de inzichten in onafhankelijkheid een definitieve startnotitie vast.

  • 4.

    De klankbordgroep wordt in ieder geval in de eindfase van het rekenkameronderzoek gevraagd om binnen een periode van twee weken en onder embargo in gezamenlijkheid te reageren op het concept eindrapport van de rekenkamer. De Rekenkamer bespreekt de inbreng van de klankbordgroep, maar stelt het eindrapport onafhankelijk vast.

 

Hoofdstuk VII Slotbepalingen

Artikel 7.1 vergoeding

  • 1.

    Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in het tabel onder artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    De voorzitter van de Rekenkamer ontvangt een vaste maandelijks vergoeding. Het bedrag is gebaseerd op 4/36e deel van de salarisschaal van de griffier van de gemeente Enschede. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd

  • 3.

    Leden van de klankbordgroep krijgen geen vergoeding voor hun lidmaatschap van de klankbordgroep.

Artikel 7.2 beslissing in geval van onduidelijkheid verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of wanneer een artikel voor meerdere uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist:

  • a.

    voor zover het betreft de werkwijze van de Rekenkamer: de voorzitter;

  • b.

    voor zover het betreft de bevoegdheden van de Rekenkamer:

    • 1.

      de raad op voorstel van het raadspresidium;

    • 2.

      in naar het oordeel van de Rekenkamer spoedeisende gevallen: de Rekenkamer, waarbij de genomen beslissing als voorlopige voorziening wordt aangemerkt; de voorlopige voorziening wordt in de eerstvolgende raadsvergadering ter bekrachtiging aan de raad voorgelegd.

Artikel 7.3 inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze is bekend gemaakt en werkt terug tot en met 30 september 2022.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 oktober 2023.

De griffier, R.M. Jongedijk

de plv. voorzitter, B.J. Sanders