Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Subsidieverordening Cultuurnota 2025-2028 gemeente Utrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening Cultuurnota 2025-2028 gemeente Utrecht
CiteertitelSubsidieverordening Cultuurnota 2025-2028
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp
Externe bijlageCultuurnota

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 156 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-10-202331-12-2028Subsidieverordening Cultuurnota 2025-2028 met criteria voor culturele instellingen voor vierjarige subsidie

21-09-2023

gmb-2023-435843

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening Cultuurnota 2025-2028 gemeente Utrecht

De raad van de gemeente Utrecht;

  • gelet op artikel 149 en 156 van de Gemeentewet;

  • gelet op de geldende Algemene subsidieverordening;

  • en gelet op de Cultuurnota 2025-2028 gemeente Utrecht

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

Subsidieverordening Cultuurnota 2025-2028 gemeente Utrecht

Artikel 1 Begripsbepalingen (reikwijdte en definities)

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Cultuurnota 2025-2028: de beleidsnota met visie en uitgangspunten met betrekking tot cultuursubsidies voor de periode 2024-2028, zoals door de gemeenteraad vastgesteld d.d. 21 september 2023.

  • b.

    Meerjarige subsidieaanvraag: een aanvraag voor subsidie voor een periode van vier jaar, in het kader van de Cultuurnota 2025-2028.

  • c.

    Aanvrager: een (rechts) persoon die op voorgeschreven wijze een aanvraag voor subsidie indient.

  • d.

    Utrechtse culturele infrastructuur: het geheel van organisaties en voorzieningen die een bijdrage levert aan het culturele aanbod in Utrecht.

  • e.

    Culturele organisatie: een organisatie met een culturele ambitie en doelstelling.

  • f.

    Meerjarenbeleidsplan: plan dat inzicht verschaft in de voorgenomen culturele activiteiten en daarbij behorende doelstellingen van een aanvrager voor de Cultuurnotaperiode 2025-2028, plus de daarbij behorende informatie over bedrijfsvoering.

  • g.

    Toelichting op de begroting: een toelichting met specifieke informatie over de begroting en dekkingsplan en een verschillenanalyse.

  • h.

    Creatieve placemaking - een proces waarin verschillende betrokkenen samen werken aan het karakter van een voorziening, straat of buurt, tot een plaats waar mensen gebruik van maken, waar ze graag zijn, waar ze het gebied kunnen beleven.

  • i.

    Adviescommissie: de door burgemeester en wethouders ingestelde onafhankelijke commissie van externe deskundigen, die de meerjarige subsidieaanvragen 2025-2028 in een integrale procedure inhoudelijk en financieel beoordeelt en burgemeester en wethouders adviseert over het wel of niet subsidiëren van een aanvraag en de subsidiehoogte.

  • j.

    Subcommissie: Kleinere commissies die door of namens burgemeester en wethouders gelet op een specifieke combinatie van expertises, vanuit de grote adviescommissie zijn samengesteld, die aanvragen individueel toetsen op de beoordelingscriteria.

  • k.

    Kerncommissie: Kleinere commissie die door of namens burgemeester en wethouders zijn samengesteld vanuit de grote adviescommissie, die verantwoordelijk is voor de integrale afweging tussen de aanvragen die door de subcommissie subsidiabel zijn bevonden.

  • l.

    Nota Subsidieverdeling 2025-2028: het subsidie verdeelvoorstel voor de periode 2025-2028, gebaseerd op de Cultuurnota 2025-2028 en het advies van de Adviescommissie.

  • m.

    Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende de Cultuurnotaperiode 2025-2028 ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens deze verordening.

Artikel 2 Beleidsdoelstellingen

De gemeente stelt in de periode 2025-2028 meerjarige subsidie beschikbaar in het kader van de

Cultuurnota 2025-2028 om voort te bouwen op de vier pijlers van ‘Kunst kleurt de stad, Cultuurvisie 2030’:

  • een pluriform aanbod,

  • een inclusieve cultuursector,

  • het stimuleren van creatief vermogen,

  • ontwikkelruimte.

In de Cultuurnota 2025-2028 staat beschreven welke uitgangspunten, ambities en doelen het gemeentebestuur hierbij hanteert.

Artikel 3 Eisen aan de aanvrager van subsidie

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • 1.

    Rechtspersonen (stichtingen of verenigingen), die actief en aantoonbaar bijdragen aan de Utrechtse culturele infrastructuur.

  • 2.

    Aanvragers dienen minimaal drie jaar voor indienen van de aanvraag, met aantoonbare solide bedrijfsvoering, activiteiten te hebben uitgevoerd, in de culturele sector. Daartoe worden het jaarverslag en jaarrekening 2022, en cijfers 2021 overgelegd.

  • 3.

    Artikel 3 lid 2 is niet van kracht indien er sprake is van een nieuw initiatief dat is ontstaan uit bestaande organisaties. In dat geval geldt namelijk de eis dat minimaal één van de samenstellende organisaties minimaal drie jaar voor indienen van de aanvraag aantoonbaar actief is op cultureel gebied.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

  • 1.

    Onder voorbehoud van vaststelling van de begroting door de gemeenteraad is in de periode 2025-2028 jaarlijks € 50.162.678‬ (prijsniveau 2023) beschikbaar voor de uitvoering van de Cultuurnota 2025-2028. Dit bedrag geldt als overkoepelend subsidieplafond.

  • 2.

    Hiervan is beschikbaar:

    • a.

      € 17.224.048 voor de vierjarige subsidietender;

    • b.

      € 714.000 voor de tweejarige subsidietender, via een afzonderlijk open te stellen aanvraag -en beoordelingsprocedure;

    • c.

      € 7.362.646 voor functie Stadsschouwburg;

    • d.

      € 11.889.141 voor functie stedelijk Muziekcentrum;

    • e.

      € 8.509.498 voor functie Centraal Museum;

    • f.

      € 3.804.000 voor het Cultuurcluster Berlijnplein (inclusief creatieve placemaking, exploitatie huisvesting, budget voor afdekken onrendabele top kostprijsdekkende huur en beheer);

    • g.

      € 145.221 voor functie Sonnenborgh;

    • h.

      € 493.000 voor Beheerfuncties, beschikbaar te stellen via afzonderlijke trajecten, met een afzonderlijk open te stellen aanvraag -en beoordelingsprocedure;

    • i.

      € 20.625 voor losse subsidies/ opdrachten.

  • Deze bedragen gelden ieder voor zich als deelplafond.

  • 3.

    Het per deelplafond beschikbare bedrag wordt verdeeld volgens de voorschriften in deze verordening.

  • 4.

    Indien de tijdig en volledige subsidieaanvragen het deelplafond te boven gaan, vindt subsidieverstrekking plaats aan de subsidieaanvrager met de hoogste rangschikking, tenzij er op grond van de Algemene Subsidieverordening reden is tot gehele of gedeeltelijke weigering.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders stellen – in afwijking van de leden 3 en 4 voor de beheerfuncties zoals genoemd onder artikel 4 lid 2 h een afzonderlijke procedure vast, waarbij geldverstrekking kan plaats vinden middels overeenkomsten van Opdracht.

  • 6.

    Met betrekking tot een subsidieaanvraag voor de functie Creatieve placemaking op het Berlijnplein rond het thema Toekomst van de Stad geeft de adviescommissie uitsluitend het oordeel ‘subsidiabel’ of ‘niet-subsidiabel’, met een advies over het te verlenen bedrag. Indien de aanvraag als ‘niet-subsidiabel’ wordt beoordeeld, blijft het budget beschikbaar voor het inhoudelijk programma op het cultuurcluster Berlijnplein. Indien meerdere aanvragen voor deze activiteiten worden ingediend, worden deze aanvragen uitsluitend onderling tegen elkaar afgewogen op basis van de criteria uit deze verordening, dus niet t.o.v. aanvragen voor andere activiteiten.

  • 7.

    Indien een deelplafond niet geheel wordt verstrekt vervalt het deelplafond niet ten gunste van andere plafonds, maar wordt het plafond opnieuw beschikbaar gesteld voor de desbetreffende functie. Burgemeester en wethouders maken de eventuele openstelling voor nieuwe aanvragen en de daarbij te hanteren procedure openbaar bekend. Hierbij kan worden bepaald dat nieuwe aanvragen - zonder tender - op volgorde van binnenkomst worden afgehandeld, waarbij wel getoetst wordt aan alle eisen en criteria op grond van deze verordening.

  • 8.

    Binnen het kader van de door de gemeenteraad voor de uitvoering van de Cultuurnota 2025-2028 in totaliteit beschikbaar gestelde middelen kunnen burgemeester en wethouders een of meer deelplafonds verlagen of verhogen, indien een of meer deelplafonds niet geheel wordt verstrekt. Deze bepaling is niet van toepassing op het Cultuurcluster Berlijnplein.

  • 9.

    Het besluit tot wijziging van de subsidieplafonds wordt op de gebruikelijke wijze door burgemeester en wethouders bekendgemaakt.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

In het kader van de Cultuurnota 2025-2028 subsidieert de gemeente Utrecht, op basis van het advies van de Adviescommissie 2025-2028, activiteiten die voldoen aan de criteria, en bijdragen aan de uitgangspunten zoals geschetst in de Cultuurnota 2025-2028, voor de uitvoering waarvan tenminste € 20.000 subsidie benodigd is.

Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag moet voldoen aan de eisen van de Algemene Subsidieverordening.

  • 2.

    De subsidieaanvraag bestaat in ieder geval uit:

    • a.

      een meerjarenbeleidsplan, inclusief:

  • een artistiek-inhoudelijk plan met meerjarenvisie en doelstellingen, met aandacht voor de in de Cultuurnota 2025-2028 geformuleerde criteria en uitgangspunten;

  • voor het eerste jaar van de beleidsperiode waarbinnen activiteiten plaats vinden een uitgewerkt plan, waarin specifieke activiteiten, benodigde mensen zijn uitgewerkt en informatie over de bedrijfsvoering;

    • b.

      een sluitende meerjarenbegroting en -dekkingsplan, inclusief bijbehorende toelichting op de begroting voor de periode 2025-2028;

    • c.

      het jaarverslag en de jaarrekening 2022.

  • 3.

    De maximale lengte van het activiteitenplan is 20 pagina’s op A4-formaat. De minimale lettergrootte is 10 in een leesbaar lettertype. De maximale lengte van de toelichting op de begroting is 5 pagina’s op A4-formaat. De minimale lettergrootte is 10 in een leesbaar lettertype.

Artikel 7 Indiening subsidieaanvraag 2025-2028

  • 1.

    De aanvraag in het kader van de Cultuurnota 2025-2028 moet worden ingediend op 31 januari (voor 17.00 uur) van het jaar 2024.

  • 2.

    Alle aanvragen moeten worden ingediend bij burgemeester en wethouders, t.a.v. het Subsidiebureau, gebruikmakend van het daarvoor bestemde digitaal aanvraagformulier. Dit formulier is te vinden door in te loggen met e-herkenning via het digitale loket op www.utrecht.nl/subsidie. Aanvragen die op een andere wijze worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

  • 3.

    Aanvrager krijgt een schriftelijke bevestiging van de ontvangst van uw subsidieaanvraag.

  • 4.

    Alle aanvragen worden getoetst aan de formele vereisten zoals deze zijn opgenomen in de geldende Algemene Subsidieverordening en in de Verordening Cultuurnota 2025-2028.

  • 5.

    Wanneer de aanvraag niet volledig blijkt te zijn, krijgt aanvrager het verzoek om de gegevens binnen een week aan te vullen. Doet aanvrager dit niet, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 6.

    Vóór de sluiting van de aanvraagtermijn moeten alle voor de beoordeling en rangschikking relevante gegevens zijn overgelegd. Daarna wordt geen rekening gehouden met informatie die neerkomt op een inhoudelijke wijziging of aanvulling van de aanvraag.

Artikel 8 – Tweejarige subsidietender

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen een Nadere regeling vast met betrekking tot de tweejarige subsidietender.

  • 2.

    Aanvragen hiervoor kunnen worden ingediend nadat deze Nadere regeling in werking is getreden.

Artikel 9 Weigeringsgronden

  • 1.

    In de Algemene Subsidieverordening staan Algemene eisen die gelden voor de aanvrager en de activiteiten en er zijn weigeringsgronden opgenomen. Deze eisen en weigeringsgronden zijn onverkort van toepassing op subsidieaanvragen in het kader van deze verordening.

  • 2.

    In aanvulling daarop weigeren burgemeester en wethouders een subsidieaanvraag in het kader van deze regeling indien:

    • a.

      de aanvrager uitsluitend activiteiten op het gebied van amateurkunst of amateurkunsteducatie verricht;

    • b.

      aan de aanvrager voor de activiteiten, waarvoor op grond van deze regeling subsidie wordt aangevraagd, reeds subsidie is verleend op grond van de regeling amateurkunsteducatie;

    • c.

      de aanvraag betrekking heeft op het programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’;

    • d.

      de aanvraag betrekking heeft op combinatiefuncties cultuur;

    • e.

      de aanvraag niet voldoet aan de basiseisen van de drie culturele codes, te weten:

      • a.

        Code Diversiteit & Inclusie: formulering van tenminste drie realistische doelstellingen voor de eigen organisatie in het oog van deze code

      • b.

        Fair Practice Code: formulering van een salariëringsbeleid per 2025

      • c.

        Code Cultural Governance: Aanstelling van een onafhankelijk bestuur en/of raad van toezicht, overzicht organisatiestructuur, vastlegging taken en verantwoordelijkheden van bestuur, directie en medewerkers en formulering beleid voor een veilige werkomgeving;

    • f.

      de aanvraag niet voldoet aan de eisen wat betreft (hebben van een visie op) duurzaamheid;

    • g.

      de aanvrager voornemens is om een of meer dieren te gebruiken bij de uitvoering van een of meer activiteiten, met name bij een voorstelling of project;

    • h.

      de aanvraag niet tijdig is ingediend, zoals beschreven in artikel 7 lid 1;

    • i.

      de aanvraag nul punten scoort op één van de drie criteria als genoemd in artikel 10 van deze verordening, de aanvraag niet gesubsidieerd kan worden vanwege de behaalde plaats in de rangschikking zoals bedoeld in artikel 10 van deze verordening.

Artikel 10 Beoordeling

  • 1.

    Aanvragen worden - rekening houdend met de aard en de omvang van de organisatie en met inachtneming van de Cultuurnota 2025-2028 - door de Adviescommissie beoordeeld op drie criteria, zoals in de Cultuurnota nader omschreven:

    • a.

      artistiek-inhoudelijke kwaliteit,

    • b.

      betekenis voor de stad,

    • c.

      uitvoerbaarheid.

  • 2.

    Alle aanvragers worden door een Subcommissie individueel op deze drie criteria getoetst. Dit geldt dus zowel voor de vierjarige aanvragen als voor de aanvragen van de organisaties waar sprake is van een gealloceerd budget. In dit stadium worden de aanvragen niet onderling met elkaar vergeleken. Voor de verschillende criteria worden punten toegepast. Hierbij wordt volgende puntentelling per criterium gehanteerd:

  • 0 = voldoet niet aan het criterium

  • 10 = voldoet in beperkte mate aan het criterium

  • 20 = voldoet aan het criterium

  • 30 = voldoet in grote mate aan het criterium

  • 3.

    Op elk van de drie criteria moet in ieder geval tien punten gescoord worden. Als een aanvrager nul punten scoort op één van de drie criteria, wordt de aanvraag niet subsidiabel bevonden, en gaat deze niet mee naar de integrale afweging door de Kerncommissie.

  • 4.

    Alle aanvragen die in de Subcommissie voldoende punten scoren, worden in samenhang met elkaar beoordeeld door de Kerncommissie. Dit is één commissie bestaand uit 7 personen die verantwoordelijk is voor de integrale afweging tussen de aanvragen.

  • 5.

    De Kerncommissie is verantwoordelijk voor de integrale afweging waarbij de door de subcommissie subsidiabel bevonden aanvragen in samenhang worden bekeken. De Kerncommissie kijkt naar de bijdrage die de aanvrager levert aan het culturele ecosysteem. De vier pijlers uit de Cultuurvisie 2030 vormen - zoals nader beschreven in de Cultuurnota 2025-2028 - de leidraad voor de afweging:

    • een pluriform aanbod,

    • een inclusieve cultuursector,

    • Het stimuleren van creatief vermogen,

    • ontwikkelruimte.

  • 6.

    Voor deze bijdrage krijgt een aanvrager minimaal 0 punten en maximaal 60 punten. De punten worden in stappen van 10 toegekend.

  • 7.

    Het totaal van de op grond van artikel 10 lid 2 en 10 lid 5 toegekende punten geeft de eindscore per aanvraag. Op basis van de eindscores wordt door de Adviescommissie een rangschikking opgesteld. Uit deze rangschikking blijkt welke aanvragen er binnen het budgettair kader gesubsidieerd kunnen worden.

  • 8.

    De Adviescommissie draagt zorg voor een adequate notulering van de vergaderingen van Subcommissie, Kerncommissie en plenaire Adviescommissie.

  • 9.

    De Adviescommissie draagt zorg voor een inzichtelijke en begrijpelijke onderbouwing van haar adviezen, zodanig dat in voldoende mate inzicht wordt verschaft in de totstandkoming van het aantal toegekende punten in ieder van de twee rondes, en de gedachtegang die daaraan ten grondslag ligt.

Artikel 11 Besluitvorming

Bij de besluitvorming wordt de volgende procedure gehanteerd:

  • Als de aanvraag voldoet aan de eisen wordt deze ter beoordeling voorgelegd aan de Adviescommissie. Tijdens de behandeling van de aanvraag wordt geen informatie gegeven over de voortgang.

  • De Adviescommissie presenteert in juni 2024 haar advies aan burgemeester en wethouders.

  • Burgemeester en wethouders besluiten in juli 2024 of het advies van de Adviescommissie wordt overgenomen, en besluiten over de subsidieverdeling onder de voorwaarde dat de begroting c.q. de begrotingswijziging die voor de bekostiging noodzakelijk is, door de gemeenteraad wordt vastgesteld.

  • Na vaststelling van de begroting worden de subsidiebeschikkingen door of namens burgemeester en wethouders afgegeven.

Artikel 12 Evaluatie

Een tussentijdse verkenning zal onderdeel uitmaken van de Cultuurnota 2025-2028. Over de precieze procedure hiervoor zal in de loop van 2025 besluitvorming plaatsvinden.

Artikel 13 Bevoegdheden burgemeester en wethouders

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen ter uitwerking van onderdelen van deze verordening.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd besluiten te nemen om deze verordening uit te voeren.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad en eindigt op 31 december 2028. De verordening blijft van toepassing op besluiten die onder de werking van deze verordening zijn genomen.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening Cultuurnota 2025-2028.

  •  

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 september 2023

 

De griffier,

Merel van Hall

 

Burgemeester,

Sharon A.M. Djksma

 

 

 

Bijlage:

Cultuurnota 2025-2028, zoals vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 21 september 2023