Organisatie | Voorne aan Zee |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels schulddienstverlening Voorne aan Zee 2023 |
Citeertitel | Beleidsregels schulddienstverlening Voorne aan Zee 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Toelating tot schulddienstverlening Brielle 2012.
Deze regeling vervangt de Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening Hellevoetsluis 2018.
Deze regeling vervangt de Beleidsregels schulddienstverlening Westvoorne 2017.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-10-2023 | nieuwe regeling | 29-08-2023 |
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
ondernemer: in het kader van schulddienstverlening, wordt ondernemer gedefinieerd als een persoon of directeur groot aandeelhouder die voor de voorziening in zijn levenshoud geheel of voor een gedeelte is aangewezen op de inkomsten uit arbeid in de eigen onderneming dan wel in de functie van directeur groot aandeelhouder en in privé aansprakelijk is voor zakelijke schulden;
schulddienstverleningstraject: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;
Als de cliënt niet of in onvoldoende mate de op hem van toepassing zijnde verplichtingen uit artikel 4 nakomt, kan de schulddienstverlening worden beëindigd.
Per 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening van kracht geworden. Daardoor is schulddienstverlening een wettelijke/publiekrechtelijke taak geworden.
Deze beleidsregels zijn een onderdeel van de harmonisatie in verband met de fusie. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening verplicht de gemeente daarnaast om een beleidsplan schulddienstverlening op te stellen. In een beleidsplan schulddienstverlening worden de uitgangspunten van de gemeente neergelegd op het terrein van schulddienstverlening. De beleidsregels zijn een nadere concretisering daarvan. In het kader van de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) moet een nieuwe gemeente binnen een termijn van twee jaar, na de datum van herindeling, ervoor zorgen dat de regelgeving van de opgeheven gemeenten wordt geharmoniseerd door middel van vaststelling van een regeling die geldend is voor de gehele gemeente (artikel 28 en 29 Wet arhi). Op dit moment wordt er gewerkt aan een beleidsplan schulddienstverlening Voorne aan Zee. Wellicht geeft het beleidsplan te zijner tijd aanleiding tot aanpassing van deze geharmoniseerde beleidsregels.
Deze beleidsregels geven aan welke verplichtingen mogen worden opgelegd en wanneer de toegang tot de schulddienstverlening kan worden geweigerd of beëindigd. Schuldhulpverlening valt binnen het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor tegen besluiten in het kader van schulddienstverlening bezwaar en beroep mogelijk is.
Goede en tijdige schulddienstverlening is van groot belang om escalatie van schulden-problematiek te voorkomen. De toegang tot schulddienstverlening is laagdrempelig. Dat betekent dat de gemeente maximaal inzet op toegankelijkheid. Er zijn slechts enkele redenen die op voorhand aanleiding geven om schulddienstverlening te weigeren. In het verleden werd schulddienstverlening bijvoorbeeld ook geweigerd als er sprake was van fraude.
Uit artikel 3 Wgs volgt dat de schulddienstverlening kan worden geweigerd bij fraude. Er wordt waarde gehecht aan het toepassen van maatwerk en in het individuele geval te beoordelen of schulddienstverlening eventueel toch mogelijk is. Hierbij wordt ook expliciet de samenwerking met overige professionals in het sociaal domein en specifiek de uitvoerder van de Participatiewet opgezocht. Wel kan de aard van de schulden of de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar een rol spelen bij de keuze hoe het schulddienst-verleningstraject wordt vormgegeven. Zo kan niet worden gekozen voor een schuldregeling als evident is dat schuldeisers niet gaan of mogen meewerken. In dat geval zal eerder volstaan worden met een adviesgesprek en een eventuele doorverwijzing naar ketenpartners.
Landelijk is er nog enige discussie over de vraag tegen welke besluiten bezwaar en beroep mogelijk is. Duidelijk is dat in ieder geval bezwaar en beroep mogelijk is tegen besluiten over de toegang tot de schulddienstverlening, dus tegen het doen van een aanbod en het weigeren van schulddienstverlening en over het beëindigen van de schulddienstverlening, waarbij het besluit tot verlening van schulddienstverlening wordt ingetrokken.
Het is nog de vraag of ook alle andere besluiten die tijdens een schulddienstverleningstraject worden genomen vatbaar zijn voor bezwaar en beroep. De jurisprudentie zal moeten uitwijzen over welke besluiten nu precies bezwaar en beroep mogelijk is. Onze gemeente zal hier ruim mee omgaan en alle schriftelijke besluiten, gericht op een rechtsgevolg tijdens het traject, vatbaar voor bezwaar en beroep achten. De medewerkings- en inlichtingenplicht uit de wet werken immers door nadat het besluit tot de toegang is genomen, wat leidt tot een publiekrechtelijke basis van besluiten die tijdens het traject genomen worden.
Per 1 juli 2023 is de schulddienstverlening op een aantal onderdelen gewijzigd.
Er is geen overgangsrecht met betrekking tot het verkorten van de aflossingstermijn. Hetgeen betekent dat wettelijke en minnelijke schuldsaneringstrajecten die voor 1 juli 2023 zijn gestart een looptijd van 36 maanden hebben.
Het artikel spreekt voor zich.
Schulddienstverlening staat in beginsel open voor alle inwoners van 18 jaar en ouder. De ondernemers in de gemeente Voorne aan Zee die te maken hebben met bedrijfsschulden kunnen zich voor informatie en advies op het gebied van schuldenproblematiek tot de gemeente wenden. De schulden kunnen voortvloeien uit ondernemerschap, maar voor de afbakening is van belang dat de schuldenlast drukt op de natuurlijke persoon. Als alleen de rechtspersoon kampt met schuldenproblematiek, is gemeentelijke schulddienstverlening niet de aangewezen oplossing. Daarvoor kan contact worden opgenomen met het Regionaal Bureau Zelfstandigen van de gemeente Rotterdam.
Een gerichte en selectieve toepassing van schulddienstverlening vraagt om maatwerk. Of aan de inwoner een aanbod schulddienstverlening zal worden gedaan en vervolgens welk product of combinatie van producten kan worden ingezet hangt onder meer af van de situatie van de inwoner, de doelstelling van de schulddienstverlening en de voorwaarden van het betreffende product.
Na indiening van het verzoek om schulddienstverlening heeft de consulent een gesprek met de verzoeker waarin onder andere de financiële situatie van de verzoeker en de mogelijk-heden voor een traject schulddienstverlening worden besproken.
Er worden in artikel 3 factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schulddienstverlening aanbiedt. Afhankelijk van de persoonlijke situatie wordt de voor de inwoner geschikte dienstverlening ingezet. Dat kan bijvoorbeeld afhangen van de aard van de schulden in een situatie. Het aanbod schulddienstverlening is ook afhankelijk van de specifieke woonsituatie, zoals bij de eigenwoningbezitters en verzoekers met een briefadres.
De inzet van producten kan per situatie verschillen. Schulddienstverlening kan bestaan uit één of meerdere van de volgende trajecten:
Er worden in dit artikel enkele factoren (geen limitatieve opsomming) genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schulddienstverlening aanbiedt.
Op het moment dat de gemeente schuldeiser is, gaan de consulenten schulddienstverlening in overleg met de desbetreffende afdeling van de gemeente om tot een wederzijds gedragen oplossing te komen. Dit alles ter voorkoming van een dwangakkoord.
In dit artikel is opgenomen dat de inzet van aanpalende hulpverlening als voorwaarde kan worden gesteld bij de inzet van (onderdelen van de) schulddienstverlening. Vanuit de integraliteitsgedachte is het voor het effectief kunnen inzetten van schulddienstverlening soms noodzakelijk dat een burger de juiste flankerende hulpverlening ontvangt van de ketenpartners (zoals verslavingszorg). Uitgangspunt daarbij is het bereiken van een duurzaam resultaat van schulddienstverlening. De opsomming is niet limitatief.
De beschikking bevat een deugdelijke motivering. In de beschikking wordt onderbouwd welke verplichtingen niet worden nagekomen en wat de gevolgen zijn in relatie tot de schulddienstverlening.
Aangezien artikel 4 geen limitatieve opsomming betreft kunnen er ook aanvullende voorwaarden zijn opgelegd die niet expliciet in artikel 4 zijn opgesomd. De schulddienst-verlening kan worden beëindigd als de cliënt de op hem van toepassing zijnde verplichtingen niet of niet voldoende nakomt.
Artikel 6 Overige afwijzings- en beëindigingsgronden
Van de in dit artikel genoemde gronden verdienen de gronden onder c en d bijzondere aandacht. Persoonlijke omstandigheden kunnen variëren in aard, omvang en duur. Ook hier is er sprake van maatwerk, hetgeen betekent dat er bij het gebruik van deze gronden extra aandacht dient te zijn voor een goede motivering van de beschikking.
Als een cliënt naar een andere gemeente is verhuisd, wordt het schulddienstverleningstraject beëindigd, tenzij er sprake is van een lopend schuldbemiddelingstraject waarbij er een akkoord is met alle schuldeisers.
Bij een beëindiging van het traject kan nog gericht specifieke dienstverlening ingezet worden, bijvoorbeeld een informatie en adviesgesprek nadat een schuldregeling niet is gelukt.
Artikel 7 Weigering bij herhaald verzoek
In dit artikel is de periode van weigering opgenomen gekoppeld aan gedraging vermeld in artikel 5 en 6. Het college hecht eraan te vermelden dat de periode alleen geldt als dat recht doet aan de belangen van alle belanghebbenden en de omstandigheden van de schuldenaar. Op grond van de hardheidsclausule kan gemotiveerd ook besloten worden de weigering iet toe te passen.
Dit artikel biedt het college de mogelijkheid om in bijzondere of onvoorziene gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.
Bijvoorbeeld als er sprake is van een situatie waarin jonge (inwonende minderjarige) kinderen de dupe kunnen worden. Bij een dreigende situatie als woningontruiming en afsluiting van energie moeten kinderen beschermd kunnen worden als zij het slachtoffer dreigen te worden van de problematische schuldsituatie van hun ouders.