Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeente Heerlen - Sanctiebeleid Heerlen - (illegale) seksinrichtingen, escortbedrijven en thuisprostitutie Heerlen |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Sanctiebeleid Heerlen (illegale) seksinrichtingen, escortbedrijven en thuisprostitutie Heerlen |
Geen
artikel 174 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-10-2023 | nieuwe beleidsregel | 02-10-2023 | OBM-23000226 |
uit het oogpunt van de openbare orde, veiligheid en volksgezondheid een goede naleving noodzakelijk is van de wet- en regelgeving ter zake het bedrijfsmatig verrichten van seksuele handelingen;
de burgemeester een beginselplicht heeft tot het handhaven van wet- en regelgeving;
het wenselijk is om ten behoeve van een effectief toezicht en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur inzicht te geven welke bestuurlijke maatregel volgt na een geconstateerde overtreding;
de maatregelen in redelijke verhouding moeten staan tot het geschonden belang. Het doel is om de overtreder te bewegen tot naleving van de geldende regels.
de artikelen 3:21 t/m 3:46 van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerlen (APV);
artikel 125 van de Gemeentewet;
artikel 174 van de Gemeentewet;
Leeswijzer: in iedere matrix wordt de overtreding kort beschreven en welke bestuurlijke maatregel getroffen wordt per constatering. Matrices zijn zover relevant voorzien van een korte toelichting.
Paragraaf 1: Zwaarte maatregelen
Uitgangspunt is een waarschuwing bij lichte overtredingen. Bij ernstige(re) overtredingen wordt beoogd het normgedrag te bereiken door het opleggen van een last onder dwangsom of bestuursdwang en in het uiterste geval het intrekken van de verleende vergunning(en). De hoogte van de dwangsom is afgestemd op het te verwachten (financiële) voordeel dat de overtreder kan behalen bij het niet naleven van de betreffende regels respectievelijk wat een voldoende prikkel is om tot het gewenste normgedrag te laten komen.
Prostitué(es) werkzaam zonder rechtsgeldige verblijftitel op grond waarvan arbeid is toegestaan | |
Paragraaf 4:Veiligheid en criminaliteit
Artikel 2: Samenloop overtredingen
Er kan sprake zijn van samenloop van overtredingen. Tegen iedere afzonderlijke overtreding wordt in beginsel conform onderhavig beleid afzonderlijk opgetreden. Bij samenloop van maatregelen die qua zwaarte ongelijk zijn is de zwaarste doorslaggevend.
Artikel 3: Verjaringstermijn bestuurlijke maatregelen
Voor de handhavingsmatrices geldt dat de volgende stap wordt gezet als binnen 24 maanden na een vorige constatering opnieuw een overtreding plaatsvindt. Waarschuwingen vervallen eveneens na 24 maanden.
Artikel 4: Vervolgstappen bij voortduren overtredingen
Als binnen de verjaringstermijn het maximum aan bestuurlijke stappen is bereikt wordt per soort overtreding, het specifieke dossier en de aard van de inrichting bezien welke verdere bestuursrechtelijke maatregelen noodzakelijk zijn om tot het gewenste normgedrag te komen. Hierbij kan gedacht worden aan het opleggen van een hogere last onder dwangsom of het alsnog toepassen van bestuursdwang.
Artikel 6: Afwijkingsbevoegdheid
De stappen in de handhavingsmatrices gelden als strikt uitgangspunt. De burgemeester heeft bij de besluitvorming over te treffen maatregelen echter een inherente afwijkingsbevoegdheid. Indien er sprake is van bijzondere omstandigheden wordt afgeweken van de uitgangspunten.
De afwijking kan ook, in het nadeel van belanghebbende, bestaan uit het overslaan van stappen indien hiertoe aanleiding bestaat. Zoals de situatie waarin de overtreder op voorhand expliciet aangeeft niet wenst mee te werken aan het opheffen van de geconstateerde overtreding(en) of deze overtreding bewust zal begaan.
Artikel 7: Gedogen enkel bij zeer bijzondere omstandigheden
Het uitgangspunt is dat alle overtredingen van wet- en regelgeving door middel van handhaving tot beëindiging worden gebracht. Er wordt conform het handhavingsbeginsel niet gedoogd. Alleen bij zeer bijzondere omstandigheden kan het noodzakelijk en gerechtvaardigd zijn om (voorlopig) van bestuursrechtelijk handhavend optreden af te zien. Gedoogde situaties en de voorwaarden daartoe worden te allen tijde in een schriftelijke gedoogbeslissing vastgelegd. Een gedoogbeslissing wordt voor de duur van maximaal drie maanden verstrekt en is persoons- en locatiegebonden. Het niet naleven van de gestelde voorwaarden leidt tot het per ommegaande intrekken van de gedoogbeslissing.
Artikel 9: Intrekken oude beleidsregel
Met ingang van de datum van deze nieuwe beleidsregel wordt het Handhavingsarrangement (bijlage 5 van de Beleidsnota Seksinrichtingen, sekswinkels en escortbedrijven Heerlen) ingetrokken.
Aldus besloten door de burgemeester van de gemeente Heerlen op 02 oktober 2023,
de burgemeester van Heerlen,
Drs. R. Wever
Per 1 oktober 2000 is het bordeelverbod vervallen in het Wetboek van Strafrecht. De gemeenten kregen hierdoor tevens de mogelijkheid om een eigen prostitutiebeleid te voeren. Dit heeft het college van burgemeester en wethouders vooruitlopend daarop reeds gedaan door het op 30 mei 2000 vaststellen van de ‘Beleidsnota seksinrichtingen, sekswinkels en escortbedrijven Heerlen’. In dit beleid wordt beschreven welk beleid in de gemeente Heerlen gevoerd wordt. Het gaat hierbij onder meer over een verbod op seksclubs en het beperken van het aantal seksinrichtingen. Het aantal escortbedrijven is vrijgelaten maar wel aan een vergunningplicht onderworpen. In bijlage 5 van de beleidsnota is opgenomen het ‘Handhavingsarrangement en gedragscode’.
Onderhavige beleidsregels vervangen voornoemd Handhavingsarrangement. De in de bijlage 5 vermelde Gedragscode blijft ongewijzigd.
Het Handhavingsarrangement is in het jaar 2000 opgesteld en naar de stand van zaken toen met betrekking tot de mogelijkheden binnen de bestuursrechtelijke aanpak. Een kwart eeuw geleden werd zwaarder geleund op een strafrechtelijke aanpak door de politie. Deze tijden zijn veranderd. Enerzijds door de sterk teruggelopen politiecapaciteit en mede daardoor gewijzigde prioriteiten in toezichts- en opsporingstaken. Anderzijds heeft het gemeentelijk toezicht en bestuursrechtelijk handhaven de laatste jaren het een grote vlucht genomen. Ook hebben de (lokale) maatschappelijke ontwikkelingen een grote invloed gehad op het soort overtredingen en behoefte aan handhavend optreden. Zo is straatprostitutie vrijwel uit het straatbeeld verdwenen terwijl het misbruiken van sociale huurwoningen door criminele organisaties een nieuw fenomeen is. Deze woningen worden voor een aantal weken of maanden via een schijnconstructie in bezit genomen om daar vrouwen, vaak van buitenlandse afkomst, tegen betaling seksuele handelingen te laten verrichten. Naast de overlast die dit met zich meebrengt voor de omgeving is er ook vaak sprake van (een vermoeden van) seksuele uitbuiting en mensonterende taferelen.
Het sanctiebeleid heeft als doel streng op te treden tegen misstanden in de seksbranche. Daarmee worden legale en conform wet- en regelgeving werkende seksbedrijven en -werkers beschermd tegen oneerlijke concurrentie. Legale seksbedrijven bieden zowel sekswerkers als klanten een veilige, schone en hygiënische omgeving waarbinnen bedrijfsmatig seksuele diensten verleend kunnen worden.
In beginsel worden geen maatregelen opgelegd aan de sekswerkers zelf. Hiervan uitgezonderd zijn de personen die illegale thuisprostitutie bedrijven. Een belangrijk doel van het sanctiebeleid is de personen aan te pakken die de (illegale) bedrijfsvoering opzetten, organiseren en in standhouden met het oogmerk daarmee een groot deel van de inkomsten te ontvangen die sekswerkers verdienen.
Het sanctiebeleid voorziet verder in het kunnen optreden tegen het overtreden van de bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening en tegen illegale bedrijfsmatige thuisprostitutie.