Organisatie | Geertruidenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Bibob gemeente Geertruidenberg |
Citeertitel | Beleidsregel Bibob gemeente Geertruidenberg |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Beleidsregel Bibob gemeente Geertruidenberg |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-10-2023 | Nieuwe regeling | 03-10-2023 |
Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob Geertruidenberg 2023
De burgemeester en het college van burgmeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;
ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
overwegende dat de gemeente Geertruidenberg alleen zaken wilt doen met integere partijen;
besluiten vast te stellen de “Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Geertruidenberg 2023”.
De gemeente Geertruidenberg wil graag enkel zaken doen met integere partijen. De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet Bibob) is een instrument om te beoordelen of partijen waar de gemeente mee zaken doet, integer zijn om de integriteit van het bestuursorgaan te kunnen waarborgen en te voorkomen van onbewust faciliteren van criminele activiteiten. Dit wordt gedaan aan de hand van een Bibob-toets. Met een Bibob-toets wordt onderzoek verricht naar betrokkene en aan betrokkene gerelateerde personen als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de wet Bibob.
Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kunnen bijvoorbeeld vergunningen of subsidies worden geweigerd of ingetrokken. De gemeente kan besluiten geen opdracht te verlenen aan een partij of geen vastgoedtransactie aan te gaan.
Het Bibob-beleid is opgebouwd uit verschillende artikelen. In Hoofdstuk 1a zijn bepalingen opgenomen die van algemene aard zijn. Deze gelden voor alle gevallen waarbij Wet Bibob wordt toegepast. In hoofdstuk 2 en 3 wordt de lokale toepassing nader uitgewerkt. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen publiekrechtelijke beschikkingen (hoofdstuk 2) en privaatrechtelijke transacties (hoofdstuk 3).
De Wet Bibob geeft beleidsruimte bij het toepassen van de uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden. Dat betekent dat het de beslissing en verantwoordelijkheid van het bestuur is om een Bibob-toets in te zetten. Vanwege de grote mate van bestuurlijke keuzevrijheid bij de toepassing van de Wet Bibob is in samenwerking met het district De Baronie zijn de beleidsuitgangspunten geformuleerd waarin een Bibob-onderzoek wordt uitgevoerd. Het beleid is opgesteld in samenwerking met het district De Baronie (de gemeenten Alphen-Chaam, Altena, Baarle-Nassau, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Oosterhout en Zundert). Daarmee wordt voorkomen dat er zogenaamde witte vlekken ontstaan waar criminelen zich gaan/kunnen vestigen.
In deze beleidsregels wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende onderdelen van de wet en in welke gevallen daarop een Bibob-toets wordt uitgevoerd. In deze beleidsregel wordt onderscheidt gemaakt tussen 'zal worden toegepast' en 'kan worden toegepast wanneer daartoe aanleiding bestaat'. In de ’kan worden toegepast’ wordt tot uitdrukking gebracht door de informatie- en risico gestuurde wijze van toetsen. Door het benoemen van risicocategorieën en het informatie gestuurd uitvoeren van toetsen, worden niet alle partijen aan een Bibob-toets onderworpen.
Uitgangspunten Wet Bibob algemeen
De beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit zijn belangrijke uitgangspunten van de Wet Bibob. Het Bibob instrumentarium moet worden gezien als een ultimum remedium. De toepassing van de Wet Bibob is een aanvullend middel op bestaande mogelijkheden om bijvoorbeeld een vergunning te weigeren of een subsidie in te trekken. Van deze aanvullende mogelijkheid wordt in beginsel uitsluitend gebruik gemaakt als een vergunning niet op andere gronden en met gebruik van minder in de persoonlijke levenssfeer binnendringende instrumenten kan worden geweigerd of ingetrokken.
Hoofdstuk 1 Bepalingen van algemene aard
De Wet Bibob zal in beginsel niet worden toegepast in het geval dat de aanvraag, reeds verleende beschikking of privaatrechtelijke rechtshandeling afkomstig is van:
c. toegelaten woningcorporaties
d. door het bevoegd gezag bij besluit aangewezen aanvrager of partij.
Artikel 4. Weigeren (volledig) invullen Bibob-vragenformulier
Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren (inclusief de gevraagde bescheiden) niet of niet volledig ingevuld te retourneren, zullen bij aanvragen om een beschikking de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) toegepast worden. Bij volharding zal de gevraagde beschikking buiten behandeling worden gesteld ingevolge artikel 4:5 van de Awb.
Bij verleende beschikkingen zal een weigering om de Bibob-vragenformulieren (inclusief de gevraagde bescheiden) niet of niet volledig ingevuld te retourneren, op grond van artikel 4, eerste lid van de Wet Bibob worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob. De verstrekte beschikking kan als gevolg daarvan worden ingetrokken.
Hoofdstuk 2 Publiekrechtelijke beschikkingen
We maken onderscheid tussen privaatrecht en het publiekrecht. Onder het publiekrecht vallen alle zaken tussen burgers of bedrijven en de overheid. Het gaat hier vaak om de beschikkingen. Deze kunnen uiteen vallen in (het verlenen of intrekken) van vergunningen of subsidies. Bij privaatrecht gaat het tussen burgers onderling of tussen burgers en bedrijven. Soms handelt de gemeente in een andere hoedanigheid en is sprake van privaatrecht. De privaatrechtelijke onderdelen van de Wet Bibob zijn onder andere de overheidsopdrachten en de vastgoedtransacties.
De gevolgen van een Bibob-toets voor de publiekrechtelijke onderdelen zijn geregeld in artikel 3 van de wet Bibob. In hoofdstuk 2 staat in welke gevallen en in hoeverre de Bibob-toets wordt toegepast op vergunningen uit de Alcoholwet, de APV, de huisvestingsverordening, de omgevingsvergunningen en bij subsidies.
Artikel 5. Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een vergunning uit de Alcoholwet, APV en Huisvestingsverordening
Artikel 6. Omgevingsactiviteit Bouw
bedoeld in artikel 2.11, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo)
bedoeld in artikel 2.121, eerste lid, aanhef en onder b van de Wabo.
2. Er wordt een Bibob-onderzoek uitgevoerd bij een aanvraag voor een:
Er kan een Bibob-onderzoek plaatsvinden bij een aanvraag om subsidie, dan wel een reeds verleende subsidie zoals bedoeld in de geldende subsidieverordening:
Artikel 9 Bibob-onderzoek bij reeds verleende beschikkingen
Er wordt een Bibob-onderzoek uitgevoerd bij verleende beschikkingen als er sprake is van een melding als bedoeld in artikel 2:25, tweede lid van de Wabo3 en de activiteit(en) waar deze vergunning op ziet valt onder één of meer van de risicocategorieën zoals genoemd in bijlage 1, of het een locatie betreft die gelegen is in een door het college bij afzonderlijk besluit aangewezen risicogebied.
Hoofdstuk 3 Privaatrechtelijke transacties
De gevolgen voor de privaatrechtelijke onderdelen zijn niet geregeld in de wet Bibob. De gemeente kan de onderhandelingen afbreken of voorwaarden opnemen in de overeenkomst. Anders dan het weigeren of intrekken van een beschikking, is het niet aangaan of beëindigen van een overeenkomst ten aanzien van een overheidsopdracht dan wel een vastgoedtransactie geen besluit in de zin van de Awb. De betrokkene kan daardoor geen bezwaar of beroep bij het bestuursorgaan instellen, maar kan zich tot de civiele rechter wenden.
Privaatrechtelijk Overheidsopdrachten en vastgoedtransacties komen tot stand op basis van het civiele recht. Argumenten om met een gegadigde al dan niet een overeenkomst te sluiten, moeten dan ook worden beoordeeld naar civielrechtelijke maatstaven. Bij overheidsopdrachten en vastgoedtransacties staat het uitgangspunt van contractsvrijheid voorop. Enerzijds betekent dit dat partijen vrij zijn met elkaar in onderhandeling te treden en ook om die onderhandelingen weer af te breken. Die vrijheid is echter niet onbeperkt. De gemeente is gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het afbreken van de onderhandelingen kan bijvoorbeeld als onaanvaardbaar worden beschouwd indien de wederpartij het gerechtvaardigd vertrouwen mocht hebben dat de overeenkomst inzake een overheidsopdracht dan wel een vastgoedtransactie tot stand zou komen. In hoeverre onderhandelingen als gevolg van een Bibob-toets kunnen worden afgebroken, hangt af van de concrete omstandigheden van het geval waarbij onder meer van belang is of de wederpartij ervan op de hoogte is gesteld dat de wet Bibob wordt toegepast. Dit moet vooraf goed ingeregeld zijn. Anderzijds brengt de contractsvrijheid met zich mee dat onderhandelingen ook kunnen worden afgebroken indien geen sprake is van een ernstig gevaar zoals bedoeld in de wet Bibob, maar er naar het oordeel van het de gemeente wel sprake is van een integriteitsrisico. In de artikelen 10 en 11 staat in welke gevallen en in hoeverre de Bibob-toets wordt toepast bij vastgoedtransacties en overheidsopdrachten.
Artikel 11. Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten
In de aanbestedingsdocumenten zal worden opgenomen dat inschrijvende partijen er rekening mee moeten houden dat de gemeente, alvorens tot definitieve gunning wordt overgegaan, een Bibob-onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de Wet Bibob. Dit onderzoek kan mede zien op eventuele onderaannemers.
In de aanbestedingsdocumenten wordt een integriteitsclausule opgenomen op basis waarvan kan worden overgegaan tot uitsluiting van de inschrijvende partij indien zich een van de situaties zoals bedoeld in artikel 9, tweede lid van de Wet Bibob voordoet (danwel een situatie zoals bedoeld in artikel 4, derde lid van deze beleidsregel).
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van gemeente Geertruidenberg van 3 oktober 2023,
Burgemeester en wethouders van Geertruidenberg,
de secretaris a.i., de burgemeester,
R. Brekelmans M. Witte
de burgemeester van Geertruidenberg,
M. Witte
In deze bijlage zijn activiteiten opgenomen, waarbij er een risico aanwezig is dat met die activiteiten strafbare feiten worden gepleegd, dan wel dat die activiteit wordt gebruikt om onrechtmatig verkregen voordelen te benutten.
Risicocategorieën waarbij de gemeente Geertruidenberg de Wet Bibob toepast:
Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is niet-limitatief, maar geeft een indicatie van mogelijke risicocategorieën. Deze opsomming kan aangepast worden, indien ontwikkelingen hiertoe aanleiding geven.