Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drimmelen

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrimmelen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2023
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Drimmelen 2023
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-10-202301-01-2023nieuwe regeling

05-09-2023

gmb-2023-433830

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2023

Het college van de gemeente Drimmelen

 

Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Drimmelen 2023,

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen

 

Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2023.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder

    • a.

      verordening: de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Drimmelen 2023;

    • b.

      beleidsregels: de beleidsregels Wmo 2016 gemeente Drimmelen zolang nieuwere beleidsregels Wmo gemeente Drimmelen nog niet van kracht zijn;

    • c.

      persoonsgebonden budget: een geldbedrag waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen maatwerkvoorzieningen kan verwerven;

    • d.

      financiële tegemoetkoming: een geldbedrag dat vanuit de Maatwerkvoorziening financiële tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten kan worden toegekend aan inwoners die aan in de verordening, de beleidsregels en dit besluit neergelegde criteria voldoen;

  • 2.

    Alle begrippen, die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning en de verordening.

Hoofdstuk 1 Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning

Artikel 2. Melding hulpvraag

  • 1.

    Een hulpvraag kan door of namens een cliënt bij het college worden gemeld.

  • 2.

    Het college bevestigt de ontvangst van een melding schriftelijk.

  • 3.

    In spoedeisende gevallen als bedoeld in artikel 2.3.3 van de wet treft het college na de melding onverwijld een tijdelijke maatwerkvoorziening in afwachting van de uitkomst van het onderzoek.

Artikel 3. Vooronderzoek

  • 1.

    Het college verzamelt alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de cliënt en zijn situatie en maakt zo spoedig mogelijk met hem een afspraak voor een gesprek.

  • 2.

    Voor of tijdens het gesprek verschaft de cliënt het college alle gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college hiervoor nodig zijn en waarover de cliënt op dat moment redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt verstrekt in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.

  • 3.

    Als de cliënt genoegzaam bekend is bij de gemeente, kan het college in overeenstemming met de cliënt afzien van een vooronderzoek als bedoeld in het eerste en tweede lid.

  • 4.

    Het college brengt de cliënt op de hoogte van de mogelijkheid om een persoonlijk plan als bedoeld in artikel 2.3.2, tweede lid, van de wet op te stellen en stelt hem gedurende zeven dagen na de melding in de gelegenheid het plan te overhandigen.

Artikel 4. Gesprek

  • 1.

    Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en de degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:

    • a.

      de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren van de cliënt;

    • b.

      het gewenste resultaat van de gevraagde ondersteuning;

    • c.

      de mogelijkheden om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp of algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn zelfredzaamheid of zijn participatie te handhaven of te verbeteren, of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;

    • d.

      de mogelijkheden om met mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;

    • e.

      de behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van de mantelzorger van de cliënt;

    • f.

      de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;

    • g.

      de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;

    • h.

      de mogelijkheid om een maatwerkvoorziening te verstrekken;

    • i.

      welke bijdragen in de kosten de cliënt met toepassing van het bepaalde bij of krachtens artikel 2.1.4 van de wet verschuldigd zal zijn, en

    • j.

      de mogelijkheden om te kiezen voor de verstrekking van een pgb, waarbij de cliënt inbegrijpelijke bewoordingen wordt ingelicht over de voorwaarden en de gevolgen van die keuze.

  • 2.

    Als de cliënt een persoonlijk plan als bedoeld in artikel 3, vierde lid, aan het college heeft overhandigd, betrekt het college dat plan bij het onderzoek, bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Het college informeert de cliënt over de gang van zaken bij het gesprek, diens rechten en plichten en de vervolgprocedure.

  • 4.

    Als de hulpvraag genoegzaam bekend is, kan het college onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.2 van de wet, in overleg met de cliënt afzien van een gesprek. Door informatie van een deskundige professional kan een hulpvraag genoegzaam bekend zijn en kan afgezien worden van een gesprek.

Artikel 5. Schriftelijke weergave

  • 1.

    Het college zorgt voor schriftelijke vastlegging van het onderzoek.

  • 2.

    Binnen 8 weken na het gesprek verstrekt het college aan de cliënt een schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek.

  • 3.

    Opmerkingen of latere aanvullingen van de cliënt worden aan het document toegevoegd.

Artikel 6. Aanvraag

Een cliënt of zijn gemachtigde of vertegenwoordiger kan, na afronding van het vooronderzoek of na 6 weken na de melding, een aanvraag om een maatwerkvoorziening schriftelijk indienen bij het college. Een aanvraag wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels rond verstrekking en verantwoording van het persoonsgebonden budget

Artikel 7 Verstrekking persoonsgebonden budget (pgb)

Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats:

  • a.

    op verzoek van de aanvrager. Bij dit verzoek dient de motivatie van de cliënt om de maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget geleverd te krijgen, toegevoegd te zijn.

  • b.

    als de voorziening of het hulpmiddel die op basis van een eerder verstrekt persoonsgebonden budget is toegekend, is versleten; Een voorziening kan versleten zijn na de redelijke gebruikstermijn, zoals aangeven in art. 23 van dit Besluit of zoals aangegeven in de toekenningbeschikking waarmee het eerdere persoonsgebonden budget is verstrekt.

  • c.

    Als de beperkingen van de ondersteuningsvrager dusdanig zijn veranderd dat de reeds verstrekte voorziening niet meer adequaat is en een andere Wmo-voorziening nodig is.

Artikel 8 Weigering pgb

Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats:

  • a.

    indien op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden, de overtuiging bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget, als de aanvrager niet voldoet aan de 10 punten pgb-vaardigheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b.

    bij medische en sociale contra-indicatie, problematische schulden of gebleken misbruik of oneigenlijk gebruik;

  • c.

    als de maatwerkvoorziening die de cliënt wil inkopen met het pgb niet veilig, doeltreffend en cliëntgericht is.

Artikel 9 Controle gebruik pgb

  • 1.

    Het college gaat steekproefsgewijs na of het persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is.

  • 2.

    De houder van het persoonsgebonden budget is verplicht medewerking te verlenen aan deze steekproef en dient ter verantwoording van het pgb:

    • a.

      een inzichtelijke financiële administratie bij te houden;

    • b.

      betalingsbewijzen / nota’s en facturen te bewaren van het met het persoonsgebonden budget aangekochte hulpmiddel of gerealiseerde (woon)voorziening.

    • c.

      Een zorgplan, evaluatie of vergelijkbare documenten ter inzage te geven aan het college, waaruit blijkt met welke inzet welke resultaten zijn behaald.

Artikel 10 Persoonsgebonden budget (pgb) voor Huishoudelijke ondersteuning

  • 1.

    De vaststelling van een persoonsgebonden budget ten aanzien van Huishoudelijke ondersteuning (HO) wordt berekend als een bedrag per uur.

    • a.

      voor schoonmaakwerkzaamheden en uitvoeren van lichte huishoudelijke taken (HO1) € 32,22;

    • b.

      voor schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning van de organisatie in de huishouding en voor schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning binnen een ontregelde huishouding (HO2) € 32,22;

  • 2.

    Het tarief ten behoeve van ondersteuning door een persoon uit het sociaal netwerk of andere vormen van niet-professionele ondersteuning van de cliënt of ondersteuning via de regeling dienstverlening aan huis, bedraagt 60% van het onder 10.1 genoemde tarieven.

  • 3.

    Het pgb wordt door de gemeente overgemaakt aan de SVB. De cliënt heeft trekkingsrecht. Hierdoor worden de facturen van de dienstverlener van de cliënt door de SVB voldaan indien deze voldoen aan de contractueel vastgelegde afspraken tussen cliënt en hulpverlener.

  • 4.

    De verstrekking van het pgb wordt aan het CAK doorgegeven voor berekening en inning van een eigen bijdrage, zie artikel 14 van dit besluit.

Artikel 11 Persoonsgebonden budget bij begeleiding

  • 1.

    De tarieven voor het persoonsgebonden budget voor begeleiding zijn gelijk aan de tarieven voor ZIN en bedragen:

    • a.

      voor de klasse waakvlam

    € 53,75  per maand.

    • b.

      voor de klasse licht

    € 477,67 per maand.

    • c.

      voor de klasse midden  

    € 1.068,80 per maand.

    • d.

      voor de klasse zwaar

    op offertebasis met een basistarief van € 49,40 per eenheid (uur of dagdeel).

  • Voor vervoer van de cliënt naar dagbesteding kan € 5,63 per dag worden toegekend. Voor rolstoelvervoer € 16,86 per dag.

  • 2.

    Het tarief ten behoeve van ondersteuning door een persoon uit het sociaal netwerk van de cliënt of een andere niet-professionele ondersteuner of ondersteuning via de regeling dienstverlening aan huis, bedraagt 60% van de onder 11.1 genoemde tarieven.

  • 3.

    Het pgb wordt door de gemeente overgemaakt aan de SVB. De cliënt heeft trekkingsrecht. Hierdoor worden de facturen van de dienstverlener van de cliënt door de SVB voldaan indien deze voldoen aan de contractueel vastgelegde afspraken tussen cliënt en hulpverlener.

  • 4.

    De verstrekking van het pgb wordt aan het CAK doorgegeven voor berekening en inning van een eigen bijdrage, zie artikel 14 van dit besluit. Voor de klasse waakvlam en het vervoer wordt geen eigen bijdrage in rekening gebracht.

Artikel 12 Persoonsgebonden budget voor vervoer- en verplaatsingsmiddelen (hulpmiddelen)

  • 1.

    Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie. Bij berekening van de hoogte van het pgb worden eventuele kortingen van de leverancier aan de gemeente ook toegepast.

  • 2.

    Voor het pgb voor de aanschaf van autostoeltjes in bijzondere uitvoering voor het vervoer van kinderen geldt een drempelbedrag. Dit drempelbedrag is afhankelijk van marktprijzen en/of van bedragen die het Nibud hanteert. Het hanteren van een drempelbedrag betekent dat de eerste kosten tot het drempelbedrag voor rekening komen van de aanvrager en het meerdere als pgb kan worden toegekend.

  • 3.

    Het pgb wordt uitbetaald aan de cliënt na overlegging van de factuur/facturen van de toegekende voorziening.

  • 4.

    De verstrekking van het pgb wordt aan het CAK doorgegeven voor berekening en inning van een eigen bijdrage, zie artikel 14 van dit besluit. Voor rolstoelen wordt geen eigen bijdrage in rekening gebracht.

Artikel 13 Persoonsgebonden budget voor een (niet-vaste) woontechnische woonvoorziening

  • 1.

    Een persoonsgebonden budget voor een (niet-vaste) woontechnische woonvoorziening is maximaal even hoog als het bedrag dat het college zou moeten betalen voor een voorziening in natura.

  • 2.

    Het pgb wordt uitbetaald aan de cliënt na overlegging van de factuur/facturen van de voorziening(en).

  • 3.

    De gebruiksduur voor bad, douche, til- en transferhulpmiddelen is 60 maanden.

  • 4.

    De verstrekking van het pgb wordt aan het CAK doorgegeven voor berekening en inning van een eigen bijdrage, zie artikel 14 van dit besluit.

Hoofdstuk 3 Eigen bijdragen

Artikel 14 Omvang eigen bijdragen

Omvang van de eigen bijdragen voor diverse voorzieningen:

  • 1.

    Het maximale bedrag dat alleenstaande personen onder de AOWgerechtigde leeftijd dienen te betalen bedraagt € 19,00 per maand.

  • 2.

    Het maximale bedrag dat alleenstaande personen van AOWgerechtigde leeftijd of erboven dienen te betalen bedraagt € 19,00 per maand.

  • 3.

    Het maximale bedrag dat gehuwde/samenwonende personen indien beiden jonger zijn of een van beiden jonger is dan de AOWgerechtigde leeftijd dienen te betalen bedraagt € 0 per maand.

  • 4.

    Het maximale bedrag dat gehuwde/samenwonende personen die beiden de AOWgerechtigde leeftijd hebben of ouder zijn, dienen te betalen, bedraagt € 19,00 per maand.

  • 5.

    De vast te stellen eigen bijdrage op basis van voorgaande leden van dit artikel, kan nooit meer bedragen dan de kosten van de voorziening. Deze kostprijs wordt door gemeente doorgegeven aan het CAK.

  • 6.

    Bij woningaanpassingen voor kinderen, wordt de eigen bijdrage voor de aanpassing opgelegd aan de ouders/verzorgers van het kind.

  • 7.

    De eigen bijdrage voor beschermd wonen en opvang wordt vastgesteld door de centrumgemeente Breda.

  • 8.

    Het berekenen, opleggen en innen van de eigen bijdragen wordt uitgevoerd door het CAK.

Tabel eigen bijdragen

Huishouden + leeftijd

Maximale maandelijkse bijdrage

Eenpersoonshuishouden niet AOW gerechtigd

€ 19,00

Eenpersoonshuishouden AOW gerechtigd

€ 19,00

Meerpersoonshuishouden niet AOW gerechtigd

€ 0

Meerpersoonshuishouden AOW gerechtigd

€ 19,00

Artikel 15 Duur eigen bijdragen

  • 1.

    Bij maatwerkvoorzieningen die in eigendom worden verstrekt, wordt een maandelijkse eigen bijdrage opgelegd totdat het totaal van de eigen bijdragen de kostprijs heeft bereikt.

  • 2.

    Indien een maatwerkvoorziening in bruikleen wordt verstrekt, wordt gedurende de bruikleenperiode een periodieke eigen bijdrage in rekening gebracht bij de aanvrager.

  • 3.

    Indien een maatwerkvoorziening als dienstverlening wordt verstrekt, wordt gedurende de periode dat de dienstverlening plaatsvindt een periodieke eigen bijdrage in rekening gebracht bij de aanvrager.

  • 4.

    Indien er sprake is van samenloop van een eigen bijdrage voor een voorziening in eigendom met een eigen bijdrage voor dienstverlening, wordt de kostprijs doorgegeven aan het CAK voor het berekenen, opleggen en innen van de eigen bijdrage.

  • 5.

    De gemeente levert gegevens van de cliënt met betrekking tot de ondersteuning maximaal binnen 28 dagen aan aan het CAK.

  • 6.

    Bij overlijden van de aanvrager vervallen de restant betalingstermijnen met ingang van de maand van overlijden.

  • 7.

    Bij woningaanpassingen voor kinderen wordt een eigen bijdrage opgelegd aan de ouders/verzorgers van het kind, totdat het kind 18 jaar wordt. Het restant bedrag (de kosten van de woningaanpassingen minus de reeds betaalde eigen bijdragen) wordt op naam van het volwassen kind doorgegeven aan het CAK voor berekening en inning van de eigen bijdrage. De eigen bijdrage voor woningaanpassingen voor kinderen wordt opgelegd zolang er gebruik gemaakt wordt van de aanpassing.

Hoofdstuk 4 Bouwkundige woningaanpassingen

Artikel 16 Hoogte vergoeding voor een (vaste) bouwkundige woningaanpassing

  • 1.

    Bouwkundige aanpassingen worden voornamelijk in de vorm van een pgb toegekend.

  • 2.

    De maximale hoogte van een pgb voor bouwkundige voorzieningen, wordt bepaald door de kosten van de goedkoopst compenserende voorziening/aanpassing, die door de gemeente wordt vastgesteld, met een maximum van € 50.000,00 (inclusief alle bijkomende kosten).

  • 3.

    Bij de vaststelling van het pgb of de toe te kennen vergoeding kan de gemeente gebruikmaken van kostenramingen gebaseerd op een advies opgesteld door een deskundige of op de kosten die blijken uit (meerdere) offerte(s) opgesteld door een door het college erkende aannemer.

  • 4.

    De vergoeding of het pgb wordt door de gemeente aan de persoon die de facturen heeft betaald, uitbetaald, na overleg van de gereedmelding en facturen van de gerealiseerde aanpassingen.

  • 5.

    Als de aanvrager een bouwkundige woningaanpassing in natura wenst, betaalt de gemeente de facturen, tot het bedrag genoemd in 16.2, aan de aannemer. Rekeningen die boven dit bedrag uitgaan, worden voldaan door de aanvrager.

  • 6.

    De hoogte van het pgb of de vergoeding wordt aan het CAK als kostprijs doorgegeven voor berekening en inning van een eigen bijdrage bij de aanvrager, zie artikel 14 van dit besluit.

Artikel 17 Onderhoud, keuring, reparatie en verzekering van hulpmiddelen en bouwkundige voorzieningen

  • 1.

    Voor een vergoeding van kosten van onderhoud, keuring, reparatie en verzekering, komen hulpmiddelen en bouwkundige voorzieningen in aanmerking voorzover deze niet in een gemeenschappelijke ruimte zijn gesitueerd.

  • 2.

    De kosten van onderhoud, reparatie en keuring van de voorzieningen worden na ontvangst van de factuur uitbetaald mits deze zijn uitgevoerd door de leverancier van de voorziening of een andere door de gemeente erkende installateur. Hierbij gelden de maximale bedrage uit artikel 23 lid 3 van dit Besluit.

  • 3.

    De kosten voor WA-verzekering door een erkende verzekeraar worden vergoed na ontvangst van de factuur.

Artikel 18 Huurderving

  • 1.

    In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 20.000,- is aangepast, kan het college een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal zes maanden na de eerste maand huurderving die niet voor een andere financiële tegemoetkoming in aanmerking komt.

  • 2.

    De hoogte van de financiële tegemoetkoming zoals bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld op de werkelijke kosten per maand, doch maximaal op het bedrag van de maximale subsidiabele huur op grond van de Wet op de huurtoeslag.

Artikel 19 Antispeculatiebeding

  • 1.

    De eigenaar-bewoner, die krachtens de verordening een (vaste) bouwkundige woningaanpassing heeft ontvangen en die binnen een periode van drie jaren na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden binnen een week na het passeren van de akte, het college hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De Wmo-middelen die voor het treffen van de voorziening zijn toegekend, dienen gedeeltelijk aan de gemeente te worden terugbetaald

  • 2.

    De terugbetaling als bedoeld in het eerste lid bedraagt:

    • a.

      voor het eerste jaar 80% van de door de gemeente uitbetaalde verbouwingskosten;

    • b.

      voor het tweede jaar 50% van de door de gemeente uitbetaalde de verbouwingskosten;

    • c.

      voor het derde jaar 30% van de door de gemeente uitbetaalde de verbouwingskosten;

  • In alle gevallen minus het bedrag dat de cliënt reeds aan eigen bijdragen via het CAK heeft betaald.

Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Artikel 20 Hoogte van vergoeding van vervoer(svoorzieningen)

  • 1.

    Indien een aanvrager voor een vergoeding voor het aanpassen van een eigen auto in aanmerking wil komen, dient de auto niet ouder te zijn dan 5 jaar.

  • 2.

    Een vergoeding voor aanpassing eigen auto wordt 1 maal per 7 jaar verstrekt.

  • 3.

    Voor autoaanpassingen is een eigen bijdrage verschuldigd. De hoogte van de verstrekte vergoeding wordt aan het CAK als kostprijs doorgegeven voor berekening en inning van een eigen bijdrage bij de aanvrager, zie artikel 14 van dit besluit.

  • 4.

    Als eigen auto wordt beschouwd de beschikbaarheid van een auto van één van de gezinsleden binnen het huishouden van de aanvrager.

Artikel 21 Tarieven Deeltaxi

De collectieve vervoersvoorziening wordt in de gemeente Drimmelen uitgevoerd onder de naam Deeltaxi. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:

  • a.

    aan de aanvrager, die in aanmerking komt voor het collectief vervoerssysteem wordt een Deeltaxipas verstrekt op vertoon waarvan rechthebbende gebruik kan maken van het collectief vervoer tegen betaling van het voor de betreffende rit benodigde tarief;

  • b.

    de tarifering van het collectief vervoerssysteem is gebaseerd op gereden kilometers;

  • c.

    per Deeltaxipas toegekend vóór 2017 wordt een persoonlijk vervoersbudget toegekend van maximaal 1.500 kilometers. Als een Deeltaxipashouder meer 1.500 km reist, zal hij/zij voor het meerdere het vrije-reizigerstarief betalen.

  • d.

    per Deeltaxipas toegekend vanaf 2017 wordt een kilometerbudget op maat toegekend. De mobiliteitsbehoefte van de cliënt is bepalend voor de toekenning van een jaarbudget in categoriën:

    Km budget 2023

    Jaarbudget

    Maandbudget

    Cat. 1

    120 km

    10 km

    Cat. 2

    480 km

    40 km

    Cat. 3

    960 km

    80 km

    Cat. 4

    1.500 km

    125 km

    Cat. 5

    maatwerk

    maatwerk

  • e.

    het vervoer wordt naar afstand onderscheiden in intern en extern vervoersgebied:

    • als intern vervoersgebied wordt aangemerkt een gebied van 25 km rond de eigen woning;

    • het extern vervoersgebied begint vanaf 25 km rond de eigen woning;

    • het extern vervoersgebied wordt begrensd door het grondgebied van de 18 deelnemende gemeenten aan het collectief vervoersgebied (zie bijlage 3B1 van het aanbestedingsdocument);

  • f.

    voor elke rit binnen het vervoersgebied is een eigen vervoersbijdrage verschuldigd, gebaseerd op een instaptarief vermeerderd met een tariefseenheid per gereisde km. Het totaal verschuldigde bedrag dient bij aanvang van de taxirit aan de chauffeur te worden betaald;

  • g.

    Vanaf 25 kilometer is het doorreistarief van € 1,61 per km verschuldigd door alle reizigers;

  • h.

    een aanvrager kan zich door één begeleider laten vergezellen. Het tarief voor de sociale begeleiders van Wmo vervoer is hetzelfde tarief als geldt voor de persoon die begeleid wordt. Als de begeleiding naar het oordeel van het college medisch noodzakelijk is, is het vervoer van de begeleider gratis.

  • i.

    de eigen vervoersbijdragen 2023 voor de verschillende klantgroepen Deeltaxi als volgt:

    Tarieven 2023

    Wmo-tarief

    Instap: € 1,08

    Per kilometer: € 0,188

    OV-deeltaxitarief

    Instap: € 3,90

    Per kilometer: € 0,59

    Doorreistarief

    Vanaf 25 kilometer

    Per kilometer: € 1,61

Hoofdstuk 6 Sportvoorzieningen

Artikel 22 Criteria

  • 1.

    Het college kan een sportvoorziening verstrekken als client

    • a.

      zonder de sportvoorziening in onvoldoende mate in staat is om te participeren.

    • b.

      aantoonbaar een sport beoefent waarvoor een individuele sportvoorziening noodzakelijk is.

    • c.

      de sportvoorziening (medisch) verantwoord is.

  • 2.

    Een sportvoorziening wordt maximaal eens per 5 jaar verstrekt.

  • 3.

    Een persoonsgebonden budget voor een sportvoorziening wordt vast gesteld op basis van de goedkoopst adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie.

  • 4.

    Een pgb wordt uitbetaald aan de client na overlegging van de factuur/facturen van de toegekende voorziening.

Hoofdstuk 7 Verplaatsen in en rond de woning

Artikel 23 Onderhoud, reparatie, verzekering van maatwerkvoorzieningen voor verplaatsen in en rond de woning

  • 1.

    Maatwerkvoorzieningen voor verplaatsen in en rond de woning worden in natura meestal in bruikleen verstrekt, inclusief WA-verzekering, onderhoud en reparatie.

  • 2.

    De gebruiksduur van maatwerkvoorzieningen voor verplaatsen in en rond de woning voor volwassenen is 84 maanden. Voor transfervoorzieningen, voorzieningen voor kinderen en sportvoorzieningen is de gebruiksduur 60 maanden. Een pgb voor een dergelijke voorziening wordt slechts eenmaal voor de gehele gebruiksduur verstrekt. Een pgb voor vervanging van een voorziening wordt pas verstrekt als de eerder verstrekte voorziening technisch is afgeschreven.

  • 3.

    Onderhoud en verzekering van een voorziening bestemd voor verplaatsing in en om de woning in de vorm van een pgb, wordt door de gemeente vergoed, mits het onderhoud en de reparatie uitgevoerd wordt door een erkende leverancier/reparateur.

  • Hierbij geldt een maximum vergoeding voor de gehele gebruiksperiode van de voorziening

    • -

      Bij niet-elektrische voorzieningen: maximaal 5% van het pgb x gebruiksperiode.

    • -

      Bij elektrische voorzieningen: maximaal 7% van het pgb x gebruiksperiode.

  • Kosten die vallen onder (wettelijke) garantie van een voorziening worden niet vergoed.

  • Verzekeringskosten van een WA verzekering voor de voorziening worden vergoed.

  • 4.

    Voor onderhoud, reparatie en verzekering van maatwerkvoorzieningen bestemd voor verplaatsing in en om de woning is een eigen bijdrage van toepassing. Voor rolstoelen is geen eigen bijdrage van toepassing, ook niet voor onderhoud en verzekering.

  • 5.

    De kosten voor reparaties door een erkende leverancier/reparateur worden na ontvangst van de factuur betaald, tenzij de oorzaak van het defect te wijten is aan onjuist gebruik van de voorziening.

  • 6.

    pgb’s voor onderhoud, verzekering en eventuele reparaties worden als kostprijs doorgegeven aan het CAK voor berekening en inning eigen bijdragen.

Hoofdstuk 8 Maatwerkvoorziening financiële tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten (MvCG)

Artikel 24 Verstrekken MvCG

  • 1.

    Het college kan een maatwerkvoorziening financiële tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten (MvCG) toekennen als een volwassen inwoner

    • a.

      hiervoor een aanvraag indient voor 1 december 2023.

    • b.

      het aannemelijk kan maken dat hij/zij een aantal meerkosten heeft vanwege zijn chronische ziekte of handicap. Onder meerkosten worden onder meer verstaan:

      • Genees- en heelkundige hulp

      • Voorgeschreven medicijnen

      • Reiskosten (i.p.v. forfaitair bedrag gebruik eigen auto)

      • Dieet op voorschrift van een arts of erkende diëtist

      • Woningaanpassingen

      • Verhuiskosten

      • Inrichtingskosten i.v.m. COPD/astma/longziekten/medisch vastgestelde allergieën

      • Hulpmiddelen (rollator, beeldtelefoon, sportvoorzieningen)

      • Extra uitgaven voor kleding en beddengoed

      • Energiekosten

      • Uitgaven voor extra gezinshulp

      • Overschrijden eigen risico ZVW

      • Alarmeringskosten

      • Maaltijdvoorziening

  • Er is alleen sprake van meerkosten als de kosten niet volledig worden gedekt door andere (voorliggende) regelingen zoals de Belastingdienst, de Zvw en de Wmo of op een andere wijze worden gecompenseerd, bijvoorbeeld via de werkgever.

    • c.

      aan kan tonen, middels een inkomstenverklaring dat zijn/ haar jaarinkomen en dat van zijn/haar partner onder hieronder genoemde grenzen valt:

      110%

      130%

      Alleenstaande tot AOWgerechtigde leeftijd

      € 27.577

      € 32.591

      Alleenstaande vanaf AOWgerechtigde leeftijd

      € 19.834

      € 23.441

      Gehuwd/ samenwonende tot AOWgerechtigde leeftijd

      € 41.366

      € 48.887

      Gehuwd/samenwonend vanaf AOWgerechtigde leeftijd

      € 27.063

      € 31.984

    • d.

      De MvCG over het jaar 2023 kan uiterlijk tot 1 december 2023 aangevraagd worden bij de gemeente. Cliënten die in 2022 een toekenning hebben ontvangen kunnen in 2023 automatisch in aanmerking komen voor een tegemoetkoming. Toekenningen kunnen worden gecontroleerd, eventueel door middel van een steekproef. Herbeoordeling kan plaats vinden als dit naar het oordeel van de casemanager gewenst of noodzakelijk is.

  • 2.

    De hoogte van de vergoeding bedraagt per jaar in relatie tot inkomen:

    Tegemoetkoming

    Vergoeding

    110% sociaal minimum

    € 350

    130% sociaal minimum

    € 250

Hoofdstuk 9 Waardering mantelzorg

Artikel 25 Waardering mantelzorgers

  • 1.

    Inwoners kunnen een blijk van waardering aanvragen bij de gemeente Drimmelen als de zorgvrager in de gemeente Drimmelen woont.

  • 2.

    De blijk van waardering is een geldbedrag van € 200 per zelfstandig wonende zorgvrager.

  • 3.

    Deze waardering over het jaar 2023 kan uiterlijk tot 1 december 2023 aangevraagd worden bij de gemeente via het Steunpunt Mantelzorg bij Stichting Welzijn & Ondersteuning (SWO).

  • 4.

    De zorgvrager dient samen met de mantelzorger een aanvraagformulier volledig naar waarheid in te vullen en te ondertekenen.

  • 5.

    Om in aanmerking te komen voor een blijk van waardering moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

    • a.

      een cliënt ontvangt minimaal 8 uur per week en langer dan 3 maanden zorg van een familielid, buur, vriend of iemand anders in de directe omgeving;

    • b.

      de mantelzorger verleent de zorg onbetaald;

    • c.

      de mantelzorger verleent de zorg in zijn of haar eigen tijd.

    • d.

      de zorgvrager mag maar 1 blijk van waardering weggeven per jaar.

    • e.

      de mantelzorger is geregistreerd bij het Steunpunt Mantelzorg Drimmelen.

  • 6.

    De blijk van waardering is niet bedoeld voor huisgenoten die gebruikelijke zorg verlenen.

Hoofdstuk 10 Terugvordering voorzieningen, pgb en financiële tegemoetkoming

Artikel 26 Terugvordering

  • 1.

    Artikel 11 van de verordening geeft het college de mogelijkheid een maatwerkvoorziening, een uitbetaalde financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk terug te vorderen indien

    • a.

      de aanspraak op een voorziening is ingetrokken.

    • b.

      de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

    • c.

      de aanvrager de in natura verstrekte voorziening niet meer gebruikt (ook door overlijden).

    • d.

      de aanvrager de de voorziening aangeschaft met een pgb niet meer gebruikt.

  • 2.

    Bij terugvordering van een pgb voor een voorziening in eigendom, wordt uitgegaan van een afschrijving van 3% per maand.

Hoofdstuk 11 Algemeen gebruikelijke voorzieningen

Artikel 27 Algemeen gebruikelijke voorzieningen

De volgende voorzieningen worden niet door de gemeente Drimmelen verstrekt of vergoed omdat ze ruim en voor iedereen verkrijgbaar zijn binnen de reguliere detailhandel en daarmee als algemeen gebruikelijk zijn aan te merken. Daaronder vallen onder andere onderstaande voorzieningen (niet uitputtend).

 

Woonvoorzieningen:

  • -

    Drempelhulpen

  • -

    verhoogd toilet

  • -

    losse toiletverhoger

  • -

    tweede toilet/sanibroyeur

  • -

    (tweede) trapleuning

  • -

    beugels

  • -

    douchescherm/douchecabine

  • -

    douchekop op glijstang

  • -

    douchezitje (in elke uitvoering)

  • -

    badplank

  • -

    badmeubel

  • -

    antislipvloer

  • -

    eenhendelmengkraan

  • -

    thermostatische mengkraan

  • -

    vervanging keukenapparatuur

  • -

    keramische of inductiekookplaat

  • -

    korfladen

  • -

    centrale verwarming

  • -

    losse airco units

  • -

    losse intercom (niet als onderdeel van elektrische deuropener)

  • -

    deurdranger

  • -

    screens en zonneschermen

  • -

    elektrisch bedienbare zonwering

  • -

    luchtbevochtiger- en ontvochtiger

  • -

    wasdroger

  • -

    steelstofzuiger

  • -

    mobiele (huis)telefoon

  • -

    automatische deuropeners voor garage

  • -

    erfafscheiding

  • -

    poort

Bij gelijkvloerse huurwoningen zijn bovenstaande zaken algemeen gebruikelijk, aangevuld met:

  • -

    overbrugbare drempels bij toegang tot de woning en verschillende ruimtes

  • -

    overbrugbare drempels bij toegang tot de berging

  • -

    douche zonder instap

Voorzieningen in doelgroepgebouwen:

Denk hierbij aan gemeenschappelijke ruimten in een seniorencomplex, of een woonvoorziening specifiek voor mensen met een beperking:

  • -

    elektrische deuropeners

  • -

    intercomsysteem

  • -

    onbelemmerde toegang (ook met rolstoel of scootmobiel) tot complex en berging

Vervoer:

  • -

    buggy (tot 4 jaar)

  • -

    bakfiets

  • -

    tandem (normale uitvoering, zonder hulpmotor)

  • -

    fietskarretje voor kinderen

  • -

    aankoppelfiets voor kinderen

  • -

    fiets met hulpmotor/trapondersteuning

  • -

    elektrische fiets

  • -

    lage instapfiets

  • -

    ligfiets

  • -

    beenzak/voetenzak/schootskleed

  • -

    reparatie verlichting, vervangen banden of fietszadel

  • -

    airconditioning in de auto

  • -

    automatische transmissie in de auto

  • -

    stuurbekrachtiging

  • -

    blindering auto (folie)

  • -

    elektrische raambediening

  • -

    trekhaken en aanhangers

  • -

    kosten rijbewijs , APK en verzekeringen

  • -

    autostoeltjes voor kinderen

Overig :

  • -

    artikelen in verband met COPD/astma/longziekten/medisch vastgestelde allergieen

  • -

    loophulpmiddelen

  • -

    sta-opstoelen

  • -

    glazenwasser

  • -

    boodschappendienst

  • -

    honden uitlaatservice

  • -

    kinderopvang

Hoofdstuk 12 Samenhangende afstemming

Artikel 28 Aandachtsvelden tijdens onderzoek

  • 1.

    Het onderzoek dat naar aanleiding van een melding plaatsvindt, wordt uitgevoerd door een casemanager Wmo. Een met de gemeente Drimmelen samenwerkende professional kan dit onderzoek (gedeeltelijk) overnemen en de resultaten ervan aan de casemanager Wmo doen toekomen.

  • 2.

    Om te bepalen wat de juiste ondersteuning voor een aanvrager is, wordt bij het onderzoek aandacht besteed aan:

    • a.

      de behoeften, persoonskenmerken en de voorkeuren van de aanvrager;

    • b.

      de mogelijkheden om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp zijn zelfredzaamheid of zijn participatie te verbeteren of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang. Hierbij wordt ook de financiële zelfredzaamheid onderzocht;

    • c.

      de mogelijkheden om met mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;

    • d.

      de behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van de mantelzorger van de aanvrager;

    • e.

      de mogelijkheden om met gebruikmaking van algemene voorzieningen of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, onderscheidenlijk de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;

    • f.

      de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid, zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;

    • g.

      welke bijdragen in de kosten de aanvrager verschuldigd zal zijn.

  • 3.

    Bij de besluitvorming en de motivering van de beschikking worden de bevindingen uit het onderzoek door het college meegewogen.

  • 4.

    De besluitvorming m.b.t. beschermd wonen en opvang wordt uitgevoerd door de centrumgemeente Breda.

Hoofdstuk 13 Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 29 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2023.

  • 2.

    Dit besluit is vastgesteld door het college in hun vergadering van 5 september 2023.

  • 3.

    Dit besluit treedt, met terugwerkende kracht, in werking op 1 januari 2023.

  • 4.

    Met ingang van 1 januari 2023 vervalt het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2022 van 18 januari 2022.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van de gemeente Drimmelen op 5 september 2023,

dhr. A.J.M. Martens

secretaris

dhr. B.H.G. Scholtze

burgemeester