Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Baarle-Nassau

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Baarle-Nassau 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBaarle-Nassau
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening gemeentelijke monumenten Baarle-Nassau 2023
CiteertitelSubsidieverordening gemeentelijke monumenten Baarle-Nassau 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieregeling gemeentelijke monumenten 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2023nieuwe regeling

27-09-2023

gmb-2023-430151

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Baarle-Nassau 2023

HOOFDSTUK I: ALGEMEEN

Artikel 1  

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

1.

Monument

Een beschermd monument dat is geregistreerd op de gemeentelijke monumentenlijst dan wel is opgenomen in het gemeentelijk erfgoedregister.

2.

Gemeentelijk register

De gemeentelijke monumentenlijst, dan wel het gemeentelijk erfgoedregister.

3.

Eigenaar

De eigenaar, waaronder mede wordt begrepen;

a.

degene die het recht van erfpacht heeft;

b.

de houder van een recht van opstal;

c.

de toekomstige eigenaar, erfpachter of houder van een recht op opstal.

4.

Restauratiewerkzaamheden

De werkzaamheden aan een beschermd monument, die het normale onderhoud te boven gaan en die voor het herstel of conservering (van onderdelen) van het beschermd monument noodzakelijk zijn.

5.

Onderhoudswerkzaamheden

De periodiek noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan onderdelen van het beschermd monument, die monumentale waarde bezitten.

6.

Monumentale waarde

De monumentale waarde van een beschermd monument wordt bepaald door de dragende onderdelen, de vloeren en het omhulsel, alsmede door die onderdelen of objecten die blijkens de beschrijving in het gemeentelijk register, dan wel naar het oordeel van burgemeester en wethouders van belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarden. Indien uit de beschrijving in het gemeentelijk register blijkt, dat een monument uitsluitend beschermd is vanwege één of meer met name genoemde onderdelen of objecten, dan wordt de monumentale waarde uitsluitend bepaald door die onderdelen of objecten.

7.

Subsidiabele restauratiekosten

De kosten, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn om de onderdelen van een beschermd monument, die overeenkomstig de beschrijving in het gemeentelijk register, monumentale waarde bezitten, te herstellen of te conserveren. Bij zelfwerkzaamheid worden uitsluitend de materiaalkosten in beschouwing genomen.

8.

Subsidiabele onderhoudskosten

De kosten van werkzaamheden, die regelmatig moeten worden verricht, om die onderdelen van een beschermd monument, die overeenkomstig de beschrijving in het gemeentelijk register, monumentale waarde bezitten, in goede staat te houden en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn. Bij zelfwerkzaamheid worden uitsluitend de materiaalkosten in beschouwing genomen.

9.

Zelfwerkzaamheid

Werkzaamheden die door een eigenaar zelf in het kader van restauratie en/of onderhoud zijn of worden verricht. Niet hieronder worden verstaan werkzaamheden die aantoonbaar door personeel in loondienst van een door een eigenaar gedreven onderneming zijn of worden verricht.

Artikel 2  

Burgemeester en wethouders kunnen besluiten de aanvraag te weigeren indien de door de gemeenteraad ten behoeve van deze subsidieverordening beschikbaar gestelde financiële middelen niet toereikend zijn om aan de aanvraag tegemoet te kunnen komen.

Artikel 3  

  • 1.

    De aanvraag om toekenning van subsidie wordt, op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier, bij burgemeester en wethouders ingediend.

  • 2.

    Naast het in het eerste lid genoemde formulier dient de aanvraag te bevatten:

    • a.

      een gespecificeerde begroting (bij zelfwerkzaamheid) en/of twee gespecificeerde begrotingen van de kosten (bij niet-zelfwerkzaamheid);

    • b.

      een werkomschrijving;

    • c.

      tekeningen schaal 1:100, die de bestaande en de te maken toestand van het monument aangeven;

    • d.

      de naam en het adres van de/het voor de uitvoering verantwoordelijke persoon/bedrijf;

    • e.

      voor zover van toepassing een kopie van de verleende omgevingsvergunning voor de betreffende werkzaamheden.

Artikel 4  

  • 1.

    Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een aanvraag om subsidie binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 3.

    Zij kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste 6 weken verdagen. Een afschrift van hun besluit tot verdaging verzenden zij aan de aanvrager.

Artikel 5  

  • 1.

    Uitbetaling van een door burgemeester en wethouders toegekende subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn gereed gemeld onder overlegging van de daarop betrekking hebbende afrekening met betalingsbewijzen;

    • b.

      de onder a. bedoelde werkzaamheden door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2.

    Uitbetaling geschiedt uitsluitend op een door aanvrager op te geven bankrekening.

Artikel 6  

Indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt bij het doen van de aanvraag, dan wel bij de opgaaf van kosten na afloop der restauratiewerkzaamheden, of indien de gestelde voorwaarden in of krachtens deze verordening niet zijn nageleefd, kunnen burgemeester en wethouders de bijdrage geheel of ten dele terugvorderen.

HOOFDSTUK II: RESTAURATIE

Artikel 7  

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een beschermd monument éénmaal per 25 jaar een bijdrage toekennen in de subsidiabele restauratiekosten als bedoeld in artikel 1, lid 7.

  • 2.

    De bijdrage in de subsidiabele restauratiekosten bedraagt 40% doch ten hoogste € 15.000,00. De bijdrage in de subsidiabele restauratiekosten voor een beschermd monument geen gebouw zijnde bedraagt 40% doch ten hoogste € 5.000,00.

  • 3.

    De subsidiabele restauratiekosten worden bepaald aan de hand van beoordeling op noodzakelijkheid, soberheid en doelmatigheid.

  • 4.

    Voor zover de kosten van voorzieningen op grond van een verzekering worden gedekt of op andere wijze worden vergoed, blijven die kosten voor het bepalen van de subsidiabele restauratiekosten buiten beschouwing.

  • 5.

    Zelfwerkzaamheid is niet subsidiabel.

Artikel 8  

Bij hun beslissing op aanvragen om subsidie houden burgemeester en wethouders in elk geval rekening met:

  • a.

    de prioriteiten, die in het kader van het gemeentelijk monumentenbeleid worden gesteld;

  • b.

    de monumentale waarde van het object;

  • c.

    de bouwtechnische en uiterlijke staat van het monument alsmede het gebruik daarvan, mede in relatie tot zijn omgeving.

Artikel 9  

Er wordt geen subsidie toegekend indien:

  • a.

    de kosten van restauratie voortvloeien uit schade, waartegen verzekering mogelijk is;

  • b.

    met de uitvoering van de restauratiewerkzaamheden is begonnen voordat op de aanvraag om subsidie door burgemeester en wethouders is beslist;

  • c.

    een restauratiesubsidie binnen 25 jaar opnieuw wordt aangevraagd.

Artikel 10  

De subsidie wordt toegekend onder de voorwaarde dat:

  • a.

    binnen 13 weken, na de toekenning, met de restauratiewerkzaamheden een aanvang is gemaakt;

  • b.

    de restauratiewerkzaamheden zijn uitgevoerd binnen 52 weken na toekenning;

  • c.

    aan de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aangewezen toezichthoudende ambtenaren:

    • toegang wordt verleend tot het monument;

    • inzage wordt gegeven in de op restauratie betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

    • de op de restauratie betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;

    • gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op de restauratie betrekking hebbende gegevens;

  • d.

    de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze regeling worden verstrekt;

  • e.

    de eigenaar het monument na restauratie goed onderhoudt en dit aantoont door middel van een deskundigenrapport (bijvoorbeeld van de Monumentenwacht Noord-Brabant);

  • f.

    de eigenaar het monument verzekert en verzekerd houdt.

Artikel 11  

  • 1.

    Onder de in artikel 1, lid 7 genoemde kosten van voorzieningen worden in elk geval begrepen:

    • a.

      de aanneemsom;

    • b.

      het honorarium van de architect en de constructeur en de kosten van het dagelijks toezicht naar evenredigheid van verhouding tussen de subsidiabele en niet-subsidiabele restauratiekosten;

    • c.

      de leges naar evenredigheid van verhouding tussen de subsidiabele en niet-subsidiabele restauratiekosten;

    • d.

      de verschuldigde omzetbelasting, mits deze niet verrekenbaar is;

    • e.

      installaties ter voorkoming van brand of blikseminslag voor zover deze door burgemeester en wethouders zijn voorgeschreven;

  • met dien verstande dat zelfwerkzaamheid niet subsidiabel is.

  • 2.

    Tevens kan het treffen van andere voorzieningen waarvan de uitvoering in verband met de architectuurhistorische waarde van het monument en deze door burgemeester en wethouders noodzakelijk worden geacht, mits die voorzieningen gelijktijdig met de onder in artikel 1, lid 4 bedoelde werkzaamheden worden uitgevoerd, subsidiabel worden gesteld.

HOOFDSTUK III: ONDERHOUD

Artikel 12  

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een beschermd monument éénmaal per 5 jaar een bijdrage toekennen in de subsidiabele onderhoudskosten als bedoeld in artikel 1, lid 8.

  • 2.

    De bijdrage in de subsidiabele onderhoudskosten bedraagt 25% doch ten hoogste € 4.000,00.

  • 3.

    De subsidiabele onderhoudskosten worden bepaald aan de hand van beoordeling op noodzakelijkheid, soberheid en doelmatigheid.

  • 4.

    Voor zover de kosten van voorzieningen op grond van een verzekering worden gedekt of op andere wijze worden vergoed, blijven die kosten voor het bepalen van de subsidiabele kosten buiten beschouwing.

  • 5.

    Zelfwerkzaamheid is niet subsidiabel.

Artikel 13  

Bij hun beslissing op aanvragen om subsidie houden burgemeester en wethouders in elk geval rekening met:

  • a.

    de prioriteiten, die in het kader van het gemeentelijk monumentenbeleid worden gesteld;

  • b.

    de monumentale waarde van het object;

  • c.

    de bouwtechnische en uiterlijke staat van het monument alsmede het gebruik daarvan, mede in relatie tot zijn omgeving.

Artikel 14  

Er wordt geen subsidie toegekend indien:

  • a.

    de kosten van onderhoud voortvloeien uit schade, waartegen verzekering mogelijk is;

  • b.

    met de uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden is begonnen voordat op de aanvraag om subsidie door burgemeester en wethouders is beslist;

  • c.

    een onderhoudssubsidie binnen 5 jaar opnieuw wordt aangevraagd.

Artikel 15  

De subsidie wordt toegekend onder de voorwaarde dat:

  • a.

    binnen 13 weken, na de toekenning, met de onderhoudswerkzaamheden een aanvang is gemaakt;

  • b.

    de onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd binnen 52 weken na toekenning;

  • c.

    aan de door de burgemeester en wethouders met controle belaste personen;

    • toegang wordt verleend tot het monument;

    • inzage wordt gegeven in de op het onderhoud betrekking hebbende bescheiden;

    • de op het onderhoud betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;

    • gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het onderhoud betrekking hebbende gegevens;

  • d.

    de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze regeling worden verstrekt;

  • e.

    de eigenaar het monument na het plegen van het gesubsidieerde onderhoud goed blijft onderhouden;

  • f.

    de eigenaar het monument verzekert en verzekerd houdt.

Artikel 16  

Tot het plegen van onderhoud kunnen volgende werkzaamheden worden gerekend:

 

a.

aan het dak

reparatie van dakbedekking

b.

aan schoorstenen

reparaties

c.

aan goten of hemelwaterafvoeren

reparaties

d.

aan muren

partieel voegen, pleisteren en vochtbestrijding

e.

aan vensterwerk

beglazing en besponning

f.

buitenschilderwerk

vensters, luiken en muren

g.

overige werkzaamheden aan de buitenzijde om de onroerende zaak waterdicht te houden en daarmee samenhangende werkzaamheden

HOOFDSTUK IV: SLOTBEPALINGEN

Artikel 17  

  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de monumentencommissie.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen op grond van deze regeling niet dan nadat de monumentencommissie is gehoord.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de monumentencommissie, in het belang van de monumentenzorg afwijken van het bepaalde in deze subsidieverordening.

Artikel 18  

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Baarle-Nassau 2023”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking ervan.

  • 3.

    Op het tijdstip als bedoeld in het tweede lid wordt de “Subsidieregeling gemeentelijke monumenten 2013”, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 juni 2013, ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 27 september 2023

DE GEMEENTERAAD VAN BAARLE-NASSAU

H. Veraart

Griffier

M.H.M.R. de Hoon-Veelenturf

Voorzitter