Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drimmelen

Verordening raadscommissie Ruimtelijke Plannen gemeente Drimmelen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrimmelen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening raadscommissie Ruimtelijke Plannen gemeente Drimmelen 2024
CiteertitelVerordening raadscommissie Ruimtelijke Plannen gemeente Drimmelen 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling treedt in werking op de dag van inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Deze regeling vervangt de Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen gemeente Drimmelen 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 82 van de Gemeentewet
  3. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeliing

28-09-2023

gmb-2023-429370

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening raadscommissie Ruimtelijke Plannen gemeente Drimmelen 2024

De raad van de gemeente Drimmelen:

 

Gelet op de artikelen 16.15a en 16.30 van de Omgevingswet, afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en artikelen 82 en 149 van de Gemeentewet;

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening raadscommissie Ruimtelijke Plannen gemeente Drimmelen 2024

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: gemeenteraad van Drimmelen

  • b.

    commissie: de raadscommissie ruimtelijke plannen, bestaande uit raads- of burgerleden

  • c.

    belanghebbende: de indiener van een zienswijze

  • d.

    zienswijze: een tegen een ontwerpbesluit omgevingsplan ingediende zienswijze, mondeling of schriftelijk

  • e.

    hoorzitting: een openbare bijeenkomst waarvoor indieners van zienswijzen kunnen worden uitgenodigd om hun zienswijzen mondeling aan de commissie toe te lichten

  • f.

    vergadering: een openbare bijeenkomst van de commissie waarin wordt vergaderd over een uit te brengen preadvies

  • g.

    adviesrecht: het recht van de raad om in specifiek aangewezen gevallen, bindend te adviseren over aanvragen omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit

  • h.

    college: het college van de gemeente Drimmelen

Artikel 2 Instelling en taken commissie

  • 1.

    De raad stelt bij deze verordening de commissie ruimtelijke plannen in.

  • 2.

    De taken van de commissie betreffen:

    • a.

      het horen van indieners van zienswijzen in het kader van het wijzigen van (delen van) het omgevingsplan voor zover de raad de bevoegdheid tot het vaststellen van het betreffende plan niet heeft gedelegeerd aan het college.

    • b.

      het uitbrengen van een preadvies aan de raad over aanvragen om omgevingsvergunning in het kader van adviesrecht voor zover de raad heeft besloten gebruik te maken van het adviesrecht.

  • 3.

    Ten aanzien van het onderwerp, bedoeld onder artikel 2.a, en indien de commissie dit noodzakelijk acht, adviseert zij de raad over hoe om te gaan met de ingediende zienswijzen.

  • 4.

    Ten aanzien van het onderwerp, bedoeld onder artikel 2.a, doet de commissie van het horen verslag aan de raad.

  • 5.

    Ten aanzien van het onderwerp, bedoeld onder artikel 2.b, brengt de commissie een preadvies uit aan de raad.

Artikel 3 Lidmaatschap en voorzitterschap commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit ten minste vier leden (inclusief de voorzitter) en maximaal hetzelfde aantal leden als er raadsfracties binnen de gemeenteraad van Drimmelen zijn.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3.

    De voorzitter en de leden hebben zitting tot de datum waarop zittingsperiode van de raad afloopt.

  • 4.

    Het voorzitter- of lidmaatschap eindigt tussentijds zodra men ophoudt lid te zijn van de raad of door een desbetreffend besluit van de raad.

  • 5.

    De voorzitter en leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij dienen dit ontslag schriftelijk in bij de raad.

  • 6.

    Als er een vacature in de commissie ontstaat waardoor de commissie niet meer uit ten minste vier leden kan bestaan, wordt zo spoedig mogelijk een opvolger benoemd.

  • 7.

    De aftredende voorzitter en leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 4 Secretariaat

Het secretariaat van de commissie wordt door de griffie uitgevoerd.

Artikel 5 Quorum

  • 1.

    Voor het houden van een hoorzitting of vergadering van de commissie is vereist, dat minimaal drie leden aanwezig zijn.

  • 2.

    Indien de hoorzitting of vergadering in verband met het ontbreken van het quorum geen doorgang vindt, belegt de voorzitter in overleg met de belanghebbenden binnen twee werkdagen een nieuwe hoorzitting of vergadering.

  • 3.

    De voorzitter van de commissie kan besluiten dat de hoorzitting of vergadering van de commissie digitaal is.

Hoofdstuk 2. Horen bij zienswijzen wijzigen omgevingsplan

Artikel 6 Hoorzittingen

  • 1.

    De commissie gaat over tot horen indien bij de raad zienswijzen naar voren zijn gebracht in het kader van de wijziging van (delen van) het omgevingsplan voor zover de raad de bevoegdheid tot het vaststellen van het betreffende plan niet heeft gedelegeerd aan het college.

  • 2.

    Bij het beleggen van de hoorzitting neemt de voorzitter de in de Omgevingswet en de Awb gestelde termijnen in acht.

  • 3.

    Een hoorzitting is openbaar, tenzij de commissie beslist dat deze achter gesloten deuren dient plaats te vinden.

  • 4.

    Indien de hoorzitting achter gesloten deuren plaatsvindt, kan de commissie geheimhouding opleggen overeenkomstig het in artikel 86 van de Gemeentewet bepaalde.

  • 5.

    De voorzitter draagt er zorg voor, dat dag en uur van de hoorzitting ter openbare kennis worden gebracht.

  • 6.

    De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor dat elk lid van de commissie tijdig voor de aanvang van de vergadering wordt opgeroepen. De te behandelen zaken worden zo spoedig mogelijk bij de oproep vermeld.

  • 7.

    De voorzitter stelt degene die zich met een zienswijze tot de raad heeft gewend, schriftelijk in de gelegenheid zich persoonlijk of bij gemachtigde te doen horen tijdens de hoorzitting waarin de zienswijze wordt behandeld. De voorzitter nodigt degene die zijn zienswijze naar voren heeft gebracht en/of diens gemachtigde daartoe tenminste tien dagen voor de hoorzitting uit.

  • 8.

    De voorzitter is bevoegd, eigener beweging of daartoe uitgenodigd door de commissie om ambtenaren, andere deskundigen of anderen voor het verstrekken van inlichtingen uit te nodigen.

Artikel 7 In behandeling nemen stukken

  • 1.

    Op een ingediende zienswijze wordt de datum van ontvangst aangetekend. Aan de indiener van de zienswijze wordt een bericht van ontvangst verstrekt.

  • 2.

    Indien de zienswijzen worden ingediend bij een onbevoegd gemeentelijk orgaan, worden deze, nadat de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk doorgezonden naar het wel bevoegde orgaan onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de afzender.

  • 3.

    Een zienswijze wordt door de voorzitter van de raad onmiddellijk in handen van de commissie gesteld.

  • 4.

    Het college doet de commissie zo spoedig mogelijk de voor de behandeling van de zienswijze verstrekte stukken toekomen en, na een verzoek daartoe, aanvullende informatie, indien de commissie van mening is dat zij daarover voor een goede taakuitoefening dient te beschikken.

Artikel 8 Herstel van verzuimen

  • 1.

    Indien een zienswijze niet is gemotiveerd of niet is ondertekend, wijst de voorzitter van de commissie degene die de zienswijze heeft ingediend op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid dit voor de hoorzitting te herstellen.

  • 2.

    Indien in de zienswijze gesteld wordt dat deze is ingediend namens of mede namens een andere (natuurlijke of rechts-)persoon en daarbij geen schriftelijke machtiging van die andere (natuurlijke of rechts-) persoon is overgelegd, wijst de voorzitter van de commissie de belanghebbende op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid dit uiterlijk tijdens de hoorzitting te herstellen.

  • 3.

    Een gemachtigde moet ter zitting een schriftelijke en door de belanghebbende ondertekende machtiging overleggen, tenzij hij als advocaat is ingeschreven of de belanghebbende zelf met de gemachtigde verschijnt.

Artikel 9 Behandeling tijdens de hoorzitting

  • 1.

    De leden van de commissie en eventueel aanwezige genodigden, hebben de mogelijkheid verduidelijkende vragen te stellen.

  • 2.

    Een lid van de commissie neemt niet deel aan de hoorzitting indien het een aangelegenheid betreft die hem rechtstreeks of persoonlijk aangaat of waarbij anderszins belangenverstrengeling mogelijk is. Doet een zodanig geval zich voor, dan vindt de hoorzitting plaats met drie leden.

  • 3.

    De voorzitter kan de commissie voorstellen in het belang van de naar voren gebrachte zienswijzen derden te horen.

  • 4.

    Degene die de zienswijze heeft ingediend kan ter zitting ter toelichting van zijn standpunten getuigen en deskundigen meebrengen.

  • 5.

    Indien meer dan één belanghebbende wordt gehoord, geschiedt dat in elkaars aanwezigheid, tenzij de commissie het nodig oordeelt dat belanghebbenden afzonderlijk worden gehoord. De commissie besluit, al dan niet op verzoek van belanghebbenden, tot het afzonderlijk horen, indien aannemelijk is dat het gezamenlijk horen van een zorgvuldige behandeling van de zienswijzen kan belemmeren.

Artikel 10 Verslag hoorzitting en advies commissie

  • 1.

    Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt.

  • 2.

    Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid. Het houdt een korte vermelding in van al hetgeen is gezegd en van al hetgeen het overige ter zitting is voorgevallen. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 3.

    Het verslag van de hoorzitting en, indien van toepassing, het advies, worden na vaststelling door de voorzitter en secretaris ondertekend.

  • 4.

    Het verslag en, indien van toepassing, het advies, is openbaar met inachtneming van het in artikel 5, vierde lid, gestelde.

  • 5.

    Het verslag en, indien van toepassing, het advies, wordt gezamenlijk met eventueel door de commissie ontvangen nadere stukken, tijdig aan de raad uitgebracht. Het college ontvangt ter kennisgeving een afschrift van het verslag.

  • 6.

    Indien bij stemming over het advies de stemmen staken, is de stem van de voorzitter van doorslaggevend belang.

Hoofdstuk 3. Uitbrengen preadvies in het kader van adviesrecht

Artikel 11 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert in het kader van haar taak, bedoeld onder artikel 2, onder b, van deze Verordening, over een aan de raad uit te brengen preadvies over aanvragen om omgevingsvergunning in het kader van adviesrecht voor zover de raad heeft besloten gebruik te maken van het adviesrecht. Deze vergaderingen van de commissie kunnen plaatsvinden aansluitend aan een hoorzitting als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze Verordening of op een andere moment.

  • 2.

    Het college doet de commissie zo spoedig mogelijk de voor de behandeling van de aanvragen om omgevingsvergunning in het kader van adviesrecht toekomen en, na een verzoek daartoe, aanvullende informatie, indien de commissie van mening is dat zij daarover voor een goede taakuitoefening dient te beschikken.

  • 3.

    Bij het beleggen van de vergadering neemt de voorzitter de in de Omgevingswet en de Awb gestelde termijnen in acht.

  • 4.

    De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door of namens de commissie worden vastgesteld zijn openbaar, tenzij de commissie beslist dat een vergadering achter gesloten deuren dient plaats te vinden. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

  • 5.

    Indien de vergadering achter gesloten deuren plaatsvindt, kan de commissie geheimhouding opleggen overeenkomstig het in artikel 86 van de Gemeentewet bepaalde.

  • 6.

    De agenda voor de vergadering van de commissie wordt tijdig op een geschikte wijze bekendgemaakt.

  • 7.

    De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor dat elk lid van de commissie tijdig voor de aanvang van de vergadering wordt opgeroepen. De te behandelen zaken worden zo spoedig mogelijk bij de oproep vermeld.

  • 8.

    De aanvrager van de omgevingsvergunning of zijn gemachtigde heeft de mogelijkheid tot toelichting van de aanvraag ten overstaan van de commissie.

  • 9.

    De voorzitter is bevoegd, eigener beweging of daartoe uitgenodigd door de commissie om ambtenaren, andere deskundigen of anderen voor het verstrekken van inlichtingen uit te nodigen.

Artikel 12 Preadvies commissie

  • 1.

    Het preadvies bevat tevens het verslag van de vergadering, waarbij vermelding wordt gemaakt van de namen van de aanwezigen van de vergadering met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid. Het houdt verder een vermelding in van afwijkende standpunten en van bijzonderheden die ter vergadering zijn voorgevallen. Indien de vergadering geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, maakt het verslag hiervan melding.

  • 2.

    Het preadvies wordt na vaststelling door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 3.

    Het preadvies is openbaar met inachtneming van het in artikel 11, vierde lid, gestelde.

  • 4.

    Het preadvies wordt, gezamenlijk met eventueel door de commissie ontvangen nadere stukken, tijdig aan de raad uitgebracht. Het college ontvangt ter kennisgeving een afschrift van het preadvies.

  • 5.

    Indien bij stemming over het preadvies de stemmen staken, is de stem van de voorzitter van doorslaggevend belang.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 13. Overgangsrecht

  • 1.

    De op grond van de ‘Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen gemeente Drimmelen 2018’ benoemde leden worden geacht te zijn benoemd op grond van dit besluit.

  • 2.

    Als voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet een aanvraag om een besluit is ingediend en het oude recht is van kracht op de betreffende aanvraag, dan zal de commissie ruimtelijke plannen de indieners van zienswijzen horen in het kader van ruimtelijke plannen voor zover de raad bevoegd is tot het vaststellen van deze ruimtelijke plannen. De bepalingen uit hoofdstuk 2 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Citeertitel en datum inwerkingtreding besluit

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking na bekendmaking en op de dag van inwerkingtreding van de Omgevingswet.

  • 2.

    Op deze datum wordt de ‘Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen gemeente Drimmelen 2018’ ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening raadscommissie Ruimtelijke Plannen gemeente Drimmelen 2024’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drimmelen van 28 september 2023,

de raad voornoemd,

F.M.C. Ronde

griffier

B.H.G. Scholtze

voorzitter