Subsidieregeling Monumentenzorg Den Haag 2024

Toelichting

De gemeente Den Haag wil het Haagse erfgoed voor de toekomst bewaren en dat het erfgoed door het publiek ervaren kan worden en bereikbaar is. Deze regeling maakt het mogelijk initiatieven van rechtspersonen te ondersteunen die aan deze doelstelling bijdragen.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling monumentenzorg Den Haag 2024:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

• 1.

  Het doel van de subsidieregeling is het stimuleren van initiatieven en projecten die het fysieke Haagse culturele erfgoed in stand houden, zodat het publiek dit kan ervaren en het voor het publiek bereikbaar is.

• 2.

  Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is Haags cultureel erfgoed te behouden en te bewaren voor toekomstige generaties.

Artikel 1:4 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor projecten die Haags cultureel erfgoed:

• a. in stand houden en ervoor zorgen dat dit erfgoed door het publiek ervaren kan worden en bereikbaar is; en

  b. die betrekking hebben op de Tweede Wereldoorlog, op mobiel erfgoed of op funerair erfgoed.

Artikel 1:5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk.

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

• 1.

  De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

• 2.

  Niet voor subsidie in aanmerking komen:

  a. de kosten voor werkzaamheden voor zover die reeds aangevangen of voltooid zijn voor de subsidieverlening;

  b. de kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling, de Subsidieregeling beschermde kerkgebouwen Den Haag 2021 of anderszins zijn gesubsidieerd;

  c. exploitatiekosten.

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt minimaal € 2.000,- en maximaal € 20.000,- per aanvraag.

Artikel 1:8 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor het jaar 2024 een subsidieplafond van € 55.000,-.

• 2.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

Wanneer het totaalbedrag van de te honoreren aanvragen hoger is dan het vastgestelde subsidieplafond verleent het college de subsidie naar rato.

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

• 1.

  Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:

  a. een werkomschrijving of projectplan met relevante gespecificeerde offertes;

  b. een begroting van de in het betreffende jaar geplande werkzaamheden.

• 2.

  De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier.

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, wordt een aanvraag om subsidie ingediend in de periode van 1 oktober tot en met 31 december direct voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 2:3 Subsidievaststelling zonder verlening vooraf

Het college stelt subsidies tot en met € 10.000,- direct vast.

Artikel 2:4 Beslistermijn

In afwijking van artikel 10, eerste lid, van de ASV, beslist het college op de aanvragen binnen 12 weken na de laatste dag van de periode waarin aanvragen kunnen worden ingediend.

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

Artikel 3:1 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid van de ASV kan het college de subsidie weigeren als:

• a. het project waarvoor subsidie aangevraagd wordt, geen betrekking heeft op een roerende of onroerende zaak die is ingeschreven in het gemeentelijke erfgoedregister of het rijksmonumentenregister;

  b. als de noodzaak van de instandhoudingswerkzaamheden onvoldoende aangetoond is of als de werkzaamheden naar het oordeel van het college niet noodzakelijk zijn.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling

Artikel 4:1 Verplichtingen

• 1.

  Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  a. de subsidieontvanger werkt mee aan een steekproefcontrole door het college, om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt;

  b. de subsidieontvanger wacht met de uitvoering van de activiteiten tot de omgevingsvergunning is verleend indien die vergunning voor de activiteiten vereist is.

• 2.

  Het college kan aan de subsidieverplichtingen verbinden die bijdragen aan het bevorderen van duurzaamheid.

Artikel 4:2 Bevoorschotting bij subsidies vanaf € 10.000,-

Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze: 90% van de verleende subsidie in één keer.

Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

Artikel 5:1 Wijze van verantwoorden

• 1.

  De aanvraag tot vaststelling bij subsidies van meer dan € 10.000,- bevat:

  a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;

  b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV; en

  c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Bij verantwoording door een rechtspersoon wordt hiervoor een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model.

• 2.

  Het inhoudelijk verslag bevat:

  a. een beknopte beschrijving van de gesubsidieerde werkzaamheden;

  b. een fotorapportage; en

  c. een toelichting op de gerealiseerde verschillen ten opzichte van de verleningsbeschikking.

• 3.

  Het financieel verslag bevat:

  a. een gespecificeerd overzicht van de gesubsidieerde werkzaamheden;

  b. de daaraan verbonden inkomsten en uitgaven; en

  c. een toelichting op de gerealiseerde verschillen ten opzichte van de verleningsbeschikking.

• 4.

  In de verleningsbeschikking kan worden afgeweken van het tweede lid, onder b.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 6:1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024 en vervalt 31 december 2026.

Artikel 6:2 Overgangsrecht

De bepalingen van de Subsidieregeling monumentenzorg Den Haag 2022 blijven van toepassing op aanvragen die zijn ontvangen voor 1 januari 2024 en op bezwaar- en beroepsschriften waarop op 1 januari 2024 nog niet is beslist.

Artikel 6:3 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling monumentenzorg Den Haag 2024.

Den Haag, 3 oktober 2023

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen