Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit provinciale aanbesteding laadpalen |
Citeertitel | Mandaatbesluit provinciale aanbesteding laadpalen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-10-2023 | nieuwe regeling | 03-10-2023 | 778845 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;
de burgemeester van de gemeente Roosendaal,
ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op de artikelen 160, eerste lid, onder d en e, en 171 van de Gemeentewet;
Overwegende dat een groot aantal Brabantse en Limburgse gemeenten een gezamenlijke aanbesteding (fase B3) voor het plaatsen en exploiteren van publieke laadpalen in de openbare ruimte wensen te organiseren;
Overwegende dat deze aanbesteding voortvloeit uit het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Energie 2022-2023’, de vastgestelde Energieagenda 2019-2030, de Bestuursovereenkomst Regionale Aanpak Laadinfrastructuur (2020-2023) en de Samenwerkingsovereenkomst Samenwerkingsregio Zuid (2020-2023).
Overwegende dat de Provincie Noord-Brabant voornoemde aanbesteding ten behoeve van de deelnemende gemeenten in het kader van ontzorging organiseert;
Overwegende dat in dit verband het college van B&W resp. de burgemeester mandaat en volmacht wensen te verlenen aan de provincie Noord-Brabant voor het nemen van de benodigde besluiten in het kader van en de gemeente te vertegenwoordigen bij voornoemde aanbesteding;
Artikel 3 Volmacht en machtiging
De Burgemeester verleent aan de algemeen directeur van de Provincie volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn ten behoeve van vervulling van het in artikel 2, eerste lid, verleende mandaat.
De mandataris/gevolmachtigde neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden algemene instructies en instructies per geval van het College en de Burgemeester in acht als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.