Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlaardingen

Subsidieregeling peuteropvang met voorschoolse educatie gemeente Vlaardingen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlaardingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling peuteropvang met voorschoolse educatie gemeente Vlaardingen 2023
CiteertitelSubsidieregeling peuteropvang met voorschoolse educatie gemeente Vlaardingen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nadere regels subsidie voorschoolse voorzieningen Vlaardingen 2017.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 4.2.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. Algemene Subsidieverordening Vlaardingen 2011
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-10-2023nieuwe regeling

26-09-2023

gmb-2023-425361

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling peuteropvang met voorschoolse educatie gemeente Vlaardingen 2023

Het College van burgemeester en wethouders van Vlaardingen,

 

gelet op afdeling 4.2.2. en artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Vlaardingen 2011;

 

overwegende dat het wenselijk is nadere regels en beleidsregels vast te stellen, voor de subsidieverlening aan kinderopvangorganisaties ter uitvoering van het Onderwijskansenbeleid 2023-2026 Vlaardingen;

 

Besluit vast te stellen de volgende:

Subsidieregeling peuteropvang met voorschoolse educatie gemeente Vlaardingen 2023.

Artikel 1 | Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV 2011: de Algemene Subsidieverordening Vlaardingen 2011 van de gemeente Vlaardingen;

  • b.

    college: het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlaardingen;

  • c.

    dagopvanggroep met voorschoolse educatie (verder: Dagopvanggroep): een groep voor hele dagopvang in Vlaardingen die werkt volgens een VVE-programma (of binnen afzienbare tijd gaat werken volgens een VVE-programma), bij voorkeur gehuisvest is in of nabij een Vlaardingse basisschool waarmee wordt samengewerkt (of binnen afzienbare tijd wordt samengewerkt), en waar Doelgroeppeuters en overige Peuters beiden binnen dezelfde groep deelnemen;

  • d.

    doelgroeppeuter (in Vlaardingen): Peuter vanaf 2,5 jaar oud tot aan de uitstroom naar de basisschool, die in aanmerking komen voor VVE op indicatie van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Vlaardingen. Het deelnemen aan de voorschoolse educatie is vanaf 2,0 jaar mogelijk in de gemeente Vlaardingen, waarin het eerste half jaar opbouwend is naar de 16 uur per week wanneer een Peuter 2,5 jaar oud wordt;

  • e.

    gemeente: gemeente Vlaardingen;

  • f.

    houder: de rechtspersoon aan wie een onderneming, als bedoeld in de Handelsregisterwet, toebehoort, waarbij onder “onderneming” wordt begrepen een vestiging in Vlaardingen die in het LRK vermeld staat als kinderdagverblijf;

  • g.

    kinderdagopvang: Kinderdagopvang in kindcentra van een in het LRK geregistreerde Houder;

  • h.

    kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van de Rijksoverheid voor ouders in de kosten van kinderopvang;

  • i.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang;

  • j.

    peuteropvanggroep met voorschoolse educatie (verder: Peuteropvanggroep): een groep voor peuteropvang in Vlaardingen die werkt volgens een VVE-programma (of binnen afzienbare tijd gaat werken volgens een VVE-programma), bij voorkeur gehuisvest is in of nabij een Vlaardingse basisschool waarmee wordt samengewerkt (of binnen afzienbare tijd wordt samengewerkt), en waar Doelgroeppeuters en overige Peuters beiden binnen dezelfde groep deelnemen;

  • k.

    peuteropvangplaats: plaats voor een Peuter, vanaf 2,5 jaar tot aan de uitstroom naar de basisschool, in een Peuteropvanggroep van twee dagdelen op twee verschillende dagen en minimaal 6 en maximaal 8 uur totaal per week. Het deelnemen aan de voorschoolse educatie is vanaf 2,0 jaar mogelijk in de gemeente Vlaardingen, waarin het eerste half jaar opbouwend is naar wanneer een Peuter 2,5 jaar oud wordt;

  • l.

    peuter (in Vlaardingen): een kind van 2,5 jaar tot 4 jaar oud woonachtig in de gemeente Vlaardingen. Het deelnemen aan de voorschoolse educatie is vanaf 2,0 jaar mogelijk in de gemeente Vlaardingen, waarin het eerste half jaar opbouwend is naar (de 16 uur per week) wanneer een Peuter 2,5 jaar oud wordt;

  • m.

    taakuren: niet groepsgebonden uren die de beroepskrachten in de Dagopvanggroep of Peuteropvanggroep met voorschoolse educatie besteden aan voorbereiding, contacten met ouders, bijhouden kindgegevens, Warme Overdracht en andere werkzaamheden die de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten goede komen;

  • n.

    vergoeding inzet pedagogisch beleidsmedewerker (pbm) VE: subsidie voor de extra personele Inzet pedagogisch beleidsmedewerker (pbm) VE, zoals omschreven in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • o.

    VVE: Voor- en vroegschoolse educatie; aan de hand van een VVE-programma wordt op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van kinderen vanaf 2,5 jaar tot en met groep 2 van de basisschool gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • p.

    VVE-plaats: plaats voor een Doelgroeppeuter, vanaf 2,5 jaar tot aan de uitstroom naar de basisschool, in een Dagopvanggroep of Peuteropvanggroep waar de Doelgroeppeuter recht heeft op 16 uur VE per week, verdeeld over minimaal vier of maximaal vijf verschillende dagen per week en maximaal 4 uur per dag. Het deelnemen aan de voorschoolse educatie is vanaf 2,0 jaar mogelijk in de gemeente Vlaardingen, waarin het eerste half jaar opbouwend is naar de 16 uur per week wanneer een Peuter 2,5 jaar oud wordt;

  • q.

    VVE-programma: een programma dat door het Nederlands Jeugdinstituut als VVE-programma erkend is;

  • r.

    VVE-vergoeding kwaliteit: subsidie voor het realiseren van de door de gemeente Vlaardingen vereiste verhoogde kwaliteit ten aanzien van VVE;

  • s.

    warme overdracht: overdrachtsgesprek tussen de kinderopvang en de basisschool, al dan niet met de ouders;

  • t.

    wet: Wet kinderopvang.

Artikel 2 | Doel

Deze regeling heeft ten doel het realiseren van een kwalitatief goed aanbod van peuteropvang met voorschoolse educatie gericht op de stimulering van de ontwikkeling van peuters met een doorgaande lijn met Vlaardingse basisscholen.

Artikel 3 | Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Op grond van deze regeling kan subsidie worden verstrekt ten behoeve van een Vlaardingse Peuter voor deelname aan een Dagopvanggroep of Peuteropvanggroep in Vlaardingen.

  • 2.

    In de in het eerste lid genoemde Dagopvanggroep of Peuteropvanggroep bestaat het aanbod uit:

    • a.

      minimaal 16 uur en maximaal 16,5 uur per week voor Doelgroeppeuters, verdeeld over vier of vijf verschillende dagen per week, waarvan maximaal 4 uur per dag en maximaal 660 uur per Doelgroeppeuter op jaarbasis subsidiabel is; of

    • b.

      minimaal 6 en maximaal 8 uur per week voor een Vlaardingse Peuter, niet zijnde Doelgroeppeuter waarvan ouders geen recht hebben op Kinderopvangtoeslag, verdeeld over twee verschillende dagen per week, waarvan maximaal 4 uur per dag en maximaal 320 uur per Peuter op jaarbasis subsidiabel is.

  • 3.

    Op grond van deze regeling kan aan de Houder, per Doelgroeppeuter waarvoor de subsidie ingevolge artikel 3, tweede lid sub a is verleend, een VVE-vergoeding kwaliteit worden verstrekt.

  • 4.

    Op grond van deze regeling kan aan de Houder, per Doelgroeppeuter in een Dagopvanggroep, een VVE-vergoeding kwaliteit worden verstrekt.

  • 5.

    Om in aanmerking te komen voor de vergoeding genoemd in het vierde lid, dient het aangeboden VVE-programma voor een Doelgroeppeuter in de Dagopvanggroep minimaal te bestaan uit 640 uur per jaar en te voldoen aan de wettelijke criteria van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

  • 6.

    Op grond van deze regeling kan aan de Houder per Doelgroeppeuter voor zowel een Dagopvanggroep als Peuteropvanggroep een Vergoeding Inzet pedagogisch beleidsmedewerker (pbm) VE worden verstrekt.

  • 7.

    Indien op grond van deze regeling subsidie wordt verstrekt, kan aan de Houder tevens op aanvraag subsidie voor Taakuren worden verstrekt.

Artikel 4 | Subsidievoorwaarden

  • 1.

    Er moet aantoonbaar sprake zijn van een langdurige nauwe samenwerking met een basisschool gericht op het optimaliseren van voor- en vroegschoolse educatie ingevolge artikel 7 van deze subsidieregeling.

  • 2.

    De bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs en/of de GGD aanleiding geven om de activiteiten te mogen starten.

  • 3.

    Er loopt geen bestuursrechtelijke handhavingsprocedure voor het kinderopvangaanbod binnen de gemeente.

  • 4.

    Aannemelijk is dat de Houder, dan wel de (lopende) activiteiten, voldoen aan de eisen gesteld in deze subsidieregeling, de Wet Kinderopvang, wettelijke regelingen met betrekking tot kinderopvang met voorschoolse educatie of andere relevante juridische voorwaarden en regelingen, alsmede de kwaliteitscriteria voor VVE van de Inspectie van het Onderwijs.

  • 5.

    De Peuter, ten behoeve waarvan subsidie wordt gevraagd, is een Vlaardingse Peuter.

  • 6.

    De ouder/verzorger (verder: ouder) van een Peuter, niet zijnde Doelgroeppeuter, heeft geen recht op Kinderopvangtoeslag voor minimaal twee dagdelen per week.

  • 7.

    Er wordt geen subsidie verleend voor zover de kosten reeds worden gedekt door financiering op grond van een (sociaal) medische indicatie.

Artikel 5 | Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag kan uitsluitend worden ingediend door een Houder ten behoeve van ouders van een Peuter voor hun deelname aan een Dagopvangroep of Peuteropvanggroep in Vlaardingen.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde aanvraag vindt plaats op basis van en is onderbouwd met:

    • a.

      een reële inschatting van het aantal bezette (VVE) Peuterplaatsen en te factureren ouderbijdragen;

    • b.

      inschatting van de deelname in aantal contacturen en dagdelen per week.

  • 3.

    Het College stelt een aanvraagformulier/aanvraagformat beschikbaar, waarmee de Houder haar aanvraag indient.

  • 4.

    De aanvraag heeft betrekking op een kalenderjaar en moet worden ingediend voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie is bestemd.

  • 5.

    De Houder dient bij de aanvraag haar pedagogisch beleidsplan bij te voegen.

  • 6.

    Voor een Peuter, niet zijnde Doelgroeppeuter, kan alleen subsidie worden aangevraagd indien ouders geen recht hebben op Kinderopvangtoeslag.

  • 7.

    Voor een Peuter kan slechts subsidie worden aangevraagd indien hij/zij een Vlaardingse Peuter is.

Artikel 6 | Criteria algemeen

  • 1.

    In een Dagopvanggroep en Peuteropvanggroep wordt er gewerkt volgens een VVE-programma en volgens een methode van opbrengstgericht werken.

  • 2.

    De kwaliteit van het eigen aanbod wordt door de Houder geëvalueerd, verbeterd en geborgd en hier wordt jaarlijks verslag van gedaan.

  • 3.

    De Houder streeft aantoonbaar naar een zo hoog mogelijke kwaliteit die naar beoordelingen door de Inspectie van het Onderwijs en de GGD minimaal geldt als voldoende of hoger.

  • 4.

    De Houder houdt de brede ontwikkeling van kinderen bij in een observatiesysteem, in ieder geval op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaalemotionele ontwikkeling.

  • 5.

    De Houder verleent medewerking aan monitoring, resultaatafspraken, of aan andere door de gemeente aangewezen systemen en/of organisaties.

  • 6.

    De Houder meldt het ontstaan van wachtlijsten en verleent bijdrage/medewerking aan de Gemeente om mogelijke beleidsaanpassingen indien nodig mogelijk te maken.

  • 7.

    De Peuteropvanggroep is structureel 16 uur per week open of tot maximaal 16,5 uur per week, verdeeld over tenminste vier of vijf verschillende dagen. De openingsdagen zijn zoveel mogelijk gekoppeld aan het rooster van de bijbehorende basisschool.

  • 8.

    In de Peuteropvanggroep zorgt de Houder voor een aanbod van totaal tenminste 6 uur tot maximaal 8 uur verdeeld over twee verschillende dagen per week voor niet Doelgroeppeuters, waarvoor ouders geen recht hebben op Kinderopvangtoeslag en die woonachtig zijn in Vlaardingen.

  • 9.

    In aanvulling op het zevende lid en achtste lid geldt in de Peuteropvanggroep de verplichting dat het aanbod op jaarbasis (minimaal) 640 uur voor de Doelgroeppeuters en (minimaal) 240 uur voor de overige Peuters dient te bedragen.

  • 10.

    In aanvulling op het achtste lid geldt dat het aanbod aantal uren op jaarbasis wordt geteld vanaf de leeftijd 2,5 jaar van een Peuter. In de leeftijdsfase van een Peuter tussen de 2,0 jaar en 2,5 jaar neemt de Peuter 8 uur per week deel aan de Peuteropvanggroep.

  • 11.

    Door de Houder wordt ernaar gestreefd dat Doelgroeppeuters die 16 uur per week deelnemen zoveel mogelijk doorstromen (wegens het bereiken van de leeftijd van 4 jaar) naar de basisschool waarmee wordt samengewerkt.

  • 12.

    De Houder geeft Doelgroeppeuters voorrang bij plaatsing van Peuters op beschikbaar gekomen plaatsen.

  • 13.

    De Houder voldoet aan alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving inzake Peuteropvang en Voorschoolse Educatie, alsmede hetgeen in deze subsidieregeling is bepaald.

  • 14.

    De Houder werkt, indien nodig, samen met zorgaanbieders en wijknetwerken.

Artikel 7 | Criteria inzake samenwerking voor- en vroegschoolse educatie

  • 1.

    De Houder heeft met het schoolbestuur van een dichtbijgelegen Vlaardingse basisschool een VVE samenwerking. Hierin zijn minimaal de afspraken vastgelegd voor de uitvoering van de voor- en vroegschoolse educatie, waaronder de wijze waarop de doorgaande leerlijn naar de basisschool wordt gerealiseerd.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid zijn er geen specifieke samenwerkingsafspraken noodzakelijk indien uit de statuten blijkt dat de voorschoolse voorziening en het schoolbestuur onderdeel uitmaken van dezelfde organisatie.

  • 3.

    De Houder streeft naar afstemming met de basisschool over het observatiesysteem voor het volgen van de brede ontwikkeling van kinderen.

  • 4.

    De Houder zorgt na schriftelijke toestemming van de ouders voor overdracht van gegevens over het kind en diens ontwikkeling bij de doorstroom naar de basisschool. Waar mogelijk gaat dit gepaard met een Warme Overdracht. De Warme Overdracht vindt in ieder geval plaats bij Doelgroeppeuters en Peuters waarover zorgen bestaan.

Artikel 8 | Criteria inzake Personeel

  • 1.

    De beroepskracht in de Dagopvangroep en Peuteropvanggroep dient aantoonbaar minimaal aan de basiseisen die de Rijksoverheid aan VVE-personeel stelt, te voldoen.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid dient de beroepskracht in de Dagopvanggroep en de Peuteropvanggroep aantoonbaar aan de kwalificatie voorschoolse educatie te voldoen. Hiermee wordt bedoeld:

    • a.

      Een aanvullende scholing in de voorschoolse educatie bestaande uit minimaal twaalf dagdelen binnen de opleiding; of:

    • b.

      Een aanvullende scholing in de voorschoolse educatie bestaande uit minimaal twaalf dagdelen bij een gecertificeerde trainer van een VVE-methodiek, erkend door het NJI.

  • 3.

    De beroepskrachten in de Dagopvanggroep en Peuteropvanggroep zijn volledig gecertificeerd voor het VVE-programma waarmee zij werken, of bezig zich te certificeren. Met bezig te certificeren wordt bedoeld de eerste training binnen 6 maanden te gaan volgen en binnen twee kalenderjaren de scholing af te ronden.

  • 4.

    De beroepskrachten in de Dagopvangroep en Peuteropvanggroep worden gestimuleerd jaarlijks aan (maximaal) twee dagdelen nascholing deel te nemen ten behoeve van (borging van) de kwaliteit in de voorschoolse educatie vanuit VE-scholing in het Onderwijskansenbeleid van de gemeente.

Artikel 9 | Criteria inzake de relatie met de ouders

  • 1.

    De Houder zorgt ervoor dat ouders worden betrokken bij de Dagopvang of Peuteropvang. Er is sprake van een gericht ouderbeleid dat mimimaal voldoet aan de daaraan door de Inspectie van het Onderwijs gestelde voorwaarden en conform het wettelijk kader kinderopvang.

  • 2.

    De Houder int de (ouder)bijdragen voor de deelname van hun kind(eren) aan de Dagopvanggroep en Peuteropvanggroep bij de ouders.

  • 3.

    De Houder biedt ouders van een Doelgroeppeuter, die recht hebben op Kinderopvangtoeslag, slechts gebruik van de Peuteropvanggroep aan, indien zij een maximaal uurtarief betalen wat lager of gelijk is aan het fiscaal maximale uurtarief voor de Kinderopvangtoeslag.

  • 4.

    De Houder brengt bij ouders zonder recht op Kinderopvangtoeslag een inkomensafhankelijke ouderbijdrage in rekening volgens een ouderbijdragetabel die jaarlijks vastgesteld wordt door het College. Voor de berekening van de hoogte van deze inkomensafhankelijke ouderbijdrage, worden de eigenbijdragepercentages en inkomensgroepen van de kinderopvangtoeslagtabel van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangehouden.

  • 5.

    Voor de in het vierde lid genoemde berekening maakt de Houder gebruik van de door de ouders aan de Houder overgelegde inkomensverklaring van de Belastingdienst en een door het College vastgestelde Eigen Verklaring waarmee de ouders verklaren geen recht te hebben op Kinderopvangtoeslag.

  • 6.

    Ouders die hiervoor in aanmerking komen, worden door de Houder gewezen op de mogelijkheid om Bijzondere Bijstand aan te vragen.

Artikel 10 | Beslistermijn

  • 1.

    Het College neemt een beslissing op de aanvraag voor 31 december van het jaar waarop de subsidie is aangevraagd.

Artikel 11 | Subsidie

  • 1.

    De grondslag voor de subsidie is het werkelijk aantal (Doelgroep)Peuters en het werkelijk aantal uren dat gebruik wordt gemaakt van de Dagopvanggroep en Peuteropvanggroep.

  • 2.

    Het College stelt jaarlijks de maximaal subsidiabele uurprijs per Peuteropvangplaats en per VVE-plaats vast.

  • 3.

    Het College stelt jaarlijks de hoogte van de subsidie Vergoeding Inzet pedagogisch beleidsmedewerker (pbm) VE vast.

  • 4.

    Het College stelt jaarlijks de hoogte van de VVE-vergoeding kwaliteit per VVE-plaats vast.

  • 5.

    De hoogte van de subsidie Taakuren bedraagt 25% van het uurprijs per Peuteropvangplaats en per VVE-plaats.

  • 6.

    Het College hanteert een subsidiebedrag maximaal tot het door het College vastgestelde als subsidiebedrag voor ouders met een Peuter zonder VVE-indicatie het door de Houder werkelijk gehanteerde uurtarief, doch maximaal tot het door het College vastgestelde maximum uurtarief.

  • 7.

    De subsidie wordt aan de Houder van de Dagopvanggroep en de Peuteropvanggroep verleend.

Artikel 12 | Subsidieplafond

  • 1.

    Voor de toepassing van deze subsidieregeling geldt voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2026 een subsidieplafond zoals is opgenomen in het Onderwijskansenbeleid 2023-2026 Vlaardingen ‘Waar je wieg ook staat’. Dit bedrag is onder voorbehoud van de jaarlijkse vaststelling van de begroting door de gemeenteraad en onder voorbehoud van verkrijging van de gemeentelijke onderwijsachterstandsmiddelen van de Rijksoverheid. Het subsidieplafond kent een hoogte van € 2.500.000,- per kalenderjaar voor de periode 2023 tot en met 2026.

  • 2.

    Indien honorering van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, hebben aanvragen ten behoeve van de deelname van Peuters bij een Houder die reeds gesubsidieerde peuteropvang met voorschoolse educatie in Vlaardingen exploiteerde voorrang boven andere aanvragen.

Artikel 13 | Subsidievaststelling

  • 1.

    De bepalingen in hoofdstuk 9 van de Algemene Subsidieverordening Vlaardingen 2011 zijn onverminderd van toepassing op de verantwoording en vaststelling van de subsidie.

  • 2.

    Bij de vaststelling van de subsidie wordt de door de Houder in rekening gebrachte ouderbijdrage in mindering gebracht. De Houder int zelf de ouderbijdrage en is verantwoordelijk voor het bijbehorende risico van niet-betalers (wanbetalers).

  • 3.

    Vaststelling van subsidie vindt plaats na afloop van het subsidietijdvak aan de hand van de daadwerkelijke overeenkomst(en) met ouders van Doelgroeppeuters en overige Peuters voor hun plaatsing in de Dagopvanggroep of Peuteropvanggroep en de daadwerkelijk in rekening gebrachte ouderbijdragen.

  • 4.

    De vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van het daadwerkelijk gebruik van het aantal Doelgroeppeuters dat per januari van het betreffende subsidiejaar deelneemt.

Artikel 14 | Deelname niet-Vlaardingse Peuters

  • 1.

    In afwijking van artikel 4 en artikel 5, zevende lid, kunnen niet-Vlaardingse Doelgroeppeuters in aanmerking komen voor subsidie voor deelname aan een Peuteropvanggroep met voorschoolse educatie in Vlaardingen. Deze subsidie is gemaximeerd op 15% van het totaal aantal Doelgroeppeuters per Houder.

Artikel 15 | Slotbepalingen

  • 1.

    Deze Subsidieregeling treedt in werking de dag na bekendmaking en gelijktijdig volgt intrekking van de ‘Nadere regels subsidie voorschoolse voorzieningen Vlaardingen 2017’.

  • 2.

    Deze Subsidieregeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling peuteropvang met voorschoolse educatie gemeente Vlaardingen 2023’.

Aldus besloten in de vergadering van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlaardingen, gehouden op 26 september 2023.

Burgemeester en wethouder van Vlaardingen,

De loco secretaris,

drs. S.P.M. Verstraten

De burgemeester,

drs. B. Wijbenga – van Nieuwenhuizen