Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dordrecht

Subsidieregeling bestrijding onderwijsachterstanden gemeente Dordrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDordrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling bestrijding onderwijsachterstanden gemeente Dordrecht
CiteertitelSubsidieregeling bestrijding onderwijsachterstanden gemeente Dordrecht
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Algemene subsidieverordening Dordrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-10-2023nieuwe regeling

19-09-2023

gmb-2023-421539

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling bestrijding onderwijsachterstanden gemeente Dordrecht

 

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

 

gezien het voorstel inzake Vaststellen Subsidieregeling Bestrijding Onderwijsachterstanden Gemeente Dordrecht;

 

overwegende dat de Dordtse onderwijsvisie 2020-2030 is vastgesteld op 7 oktober 2019;

 

gelet op de bepalingen in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 t/m 4 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht;

 

 

B E S L U I T :

 

 

vast te stellen de navolgende Subsidieregeling bestrijding onderwijsachterstanden gemeente Dordrecht

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    blootstellingsachterstand: een taalachterstand door onvoldoende blootstelling aan de eerste, dat is meest gesproken, taal van een kind;

  • b.

    doelgroeppeuter: een kind dat voldoet aan de criteria zoals vermeld in artikel 12 lid 2;

  • c.

    gemeentelijke index: index zoals jaarlijks vastgesteld door de gemeenteraad;

  • d.

    horizontale groep: opvanggroep met kinderen tussen de 2 en 4 jaar oud;

  • e.

    houder van een kindcentrum: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

  • f.

    eenmalige subsidie: een subsidie voor activiteiten met een eenmalig of projectmatig karakter;

  • g.

    ISK: internationale schakelklas; hier worden kinderen van 5 tot 13 jaar die nog maar kort in Nederland zijn, onderwezen met als doel om hen na uiterlijk twee jaar intensieve les Nederlands als tweede taal door te laten stromen naar het reguliere basis- of voortgezet onderwijs;

  • h.

    kalenderjaarsubsidie: een subsidie die wordt verstrekt voor activiteiten die gedurende een of meer kalenderjaren worden uitgevoerd;

  • i.

    kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang;

  • j.

    landelijk maximum uurtarief: het maximum uurtarief waarover kinderopvangtoeslag kan worden aangevraagd voor de dagopvang;

  • k.

    OAB-scan: scan op basis van CBS-gegevens over de verdeling van onderwijsachterstanden onder basisscholen in Dordrecht;

  • l.

    peuteropvang: een in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) geregistreerde voorziening waar kinderen van 2 tot 4 jaar worden opgevangen;

  • m.

    schooljaarsubsidie: een subsidie die wordt verstrekt voor activiteiten die gedurende een of meer schooljaren worden uitgevoerd en die wordt bedoeld als boekjaarsubsidie zoals genoemd in de Algemene Subsidieverordening Dordrecht. Een schooljaar loopt van 1 augustus t/m 31 juli;

  • n.

    verticale groep: opvanggroep met kinderen tussen de 0 en 4 jaar oud;

  • o.

    VE: voorschoolse educatie. Wordt ingezet om (risico op een) onderwijsachterstand bij jonge kinderen (2 t/m 4 jaar) te verminderen;

  • p.

    VE-groep: Een stamgroep in de hele dagopvang waarbinnen VE voor doelgroeppeuters wordt aangeboden of een groep in de peuteropvang waarbinnen VE voor doelgroeppeuters wordt aangeboden en die tenminste 640 uur per jaar geopend is voor 9-16 peuters per dag;

  • q.

    VE-peuteropvang: een peuteropvang waar gebruik wordt gemaakt van VE-programma's, die voldoet aan de basisvoorwaarden voor de kwaliteit van de kinderopvang en de basisvoorwaarden voor de kwaliteit van voorschoolse educatie zoals opgenomen in de Wet Kinderopvang en is ingeschreven als VE-locatie in het LRK;

  • r.

    VE-programma: een programma waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van kinderen wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • s.

    Wettelijk sociaal minimum: normbedrag dat ieder half jaar wordt vastgesteld door de rijksoverheid wat aangeeft welk inkomen minimaal nodig is om in iemands levensonderhoud te kunnen voorzien;

  • t.

    Wijkprogramma: een samenhangend programma in een wijk in Dordrecht voor kinderen tussen de 4 en 12 jaar oud waarbij talentontdekking en -ontwikkeling centraal staat

 

Artikel 2 Doelstelling subsidieregeling

Deze subsidieregeling heeft tot doel onderwijsachterstanden te verkleinen om kinderen de optimale kans te geven zichzelf, hun talenten en mogelijkheden en de wereld om hen heen te ontdekken en op die manier kansengelijkheid te stimuleren.

 

Hoofdstuk 2 Procedurele bepalingen

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor:

  • a.

    het werken met VE-programma's voor peuters voor scholing van pedagogisch medewerkers, vervangingsuren van pedagogisch medewerkers, de inzet van een groepshulp of aanschaf van materialen;

  • b.

    de inzet van hiertoe opgeleide hbo'ers in de VE, ter verbetering van de pedagogische kwaliteit voor peuters in de groepen, voor coaching van pedagogisch medewerkers op de groep, opbrengstgericht werken, coördinatie van ouderbetrokkenheid of coördinatie van de doorgaande lijn;

  • c.

    de inzet van VE-thuis, of vergelijkbare programma's voor peuters, ter bevordering van hun onderwijskansen, met het accent op het vergroten van de woordenschat en leesbeleving en het bevorderen van een ondersteunend en stimulerend gezinsklimaat door scholing, vervangingsuren van pedagogisch medewerkers of de aanschaf van themaboekjes en werkmaterialen;

  • d.

    voor een bijdrage in de kosten van (VE-)peuteropvang;

  • e.

    het realiseren van een ISK. Deze activiteit wordt per schooljaar gesubsidieerd;

  • f.

    een bewezen of goed onderbouwde op het onderwijs aanvullende interventie gericht op kinderen (2 t/m 14 jaar) met een (verhoogd risico op een) onderwijsachterstand met als doel om deze achterstand te verkleinen;

  • g.

    activiteiten of programma's die zijn gericht op kennisontwikkeling en –deling die bijdragen aan de doelstelling zoals vermeld in artikel 2;

  • h.

    de coördinatie en uitvoering van een wijkprogramma;

  • i.

    een eenmalige activiteit, die een aantoonbare directe relatie heeft met de in artikel 2 genoemde doelstelling. De activiteit moet tijdig worden afgestemd met de gemeente.

 

Artikel 4 Subsidievormen

Het college kan, afhankelijk van de genoemde opties per hoofdstuk, op grond van deze regeling de volgende subsidies verstrekken:

  • a.

    kalenderjaarsubsidie;

  • b.

    schooljaarsubsidie;

  • c.

    eenmalige subsidie.

 

Artikel 5 Subsidieplafond

Het college stelt een subsidieplafond vast voor deze regeling vóór 1 augustus voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar.

 

Artikel 6 Wijze van verdeling

  • 1.

    Indien het subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen op grond van artikel 3 te honoreren, hebben de aanvragen die uitvoering geven aan de wettelijke taken van de gemeente, namelijk het aanbod VE-opvang en de ISK, voorrang op aanvragen voor overige onderdelen.

  • 2.

    Honorering van alle overige aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 3.

    Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

    • a.

      de activiteit draagt bewezen effectief bij aan de bestrijding van onderwijsachterstanden en/of de effectiviteit wordt gedurende de looptijd hierop gemonitord (30);

    • b.

      in de realisatie van de activiteit wordt samengewerkt met lokale partners (20);

    • c.

      de activiteit is vernieuwend ten opzichte van bestaande activiteiten, bijvoorbeeld doordat het domein overstijgend is of door een onderbouwde aanpak (20);

    • d.

      de activiteit bereikt de kinderen met een onderwijsachterstand. Hoe meer kinderen worden bereikt, hoe hoger de score (10);

    • e.

      de activiteit wordt medegefinancierd uit andere inkomstenbronnen, zoals fondsen of deelnemersbijdragen (10);

    • f.

      het aantal te bereiken kinderen in verhouding tot de impact die de activiteit maakt en de kosten van de activiteit (10).

 

Artikel 7 Aanvrager

Op grond van deze regeling kan het college subsidie verstrekken aan:

  • a.

    een houder van een kindercentrum voor alle activiteiten zoals genoemd in artikel 3, met uitzondering van sub e;

  • b.

    de basisscholen met gemiddelde risico's op leerachterstanden bij hun leerlingen. Deze basisscholen worden geselecteerd op basis van de OAB-scan en nemen geen deel aan het Dordts Leerprogramma. In de meest recente OAB-scan gaat het om de scholen op plek 11 t/m 20. Zij kunnen subsidie aanvragen voor activiteiten die vallen onder artikel 3 sub f t/m i;

  • c.

    de uitvoerder van de ISK in Dordrecht voor activiteiten zoals vermeld in artikel 3 sub e;

  • d.

    een natuurlijk persoon of rechtspersoon die activiteiten uitvoeren zoals omschreven in artikel 3 sub f t/m i van deze regeling;

  • e.

    in afwijking op het bepaalde in artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht kan voor activiteiten zoals genoemd in artikel 3 sub a t/m d ook een natuurlijk persoon een subsidie vanaf € 20.000,- tot € 100.000,- aanvragen.

 

Artikel 8 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag voor een schooljaarsubsidie dient uiterlijk op 1 juli in het jaar voorafgaande aan het schooljaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, te zijn ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag voor een kalenderjaarsubsidie dient, in afwijking van artikel 9 lid 1 van de Algemene Subsidieverordening uiterlijk op 1 november in het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, te zijn ingediend.

  • 3.

    Een aanvraag voor een eenmalige subsidie dient uiterlijk 8 weken voor aanvang van de activiteiten te zijn ingediend.

 

Hoofdstuk 3 Subsidie voor investeringen in kwaliteit VE

Artikel 9 Hoogte van de subsidie voor investeringen in de kwaliteit van VE

De subsidie die vanaf 2024 voor een VE-groep kan worden aangevraagd als vergoeding voor investeringen in de kwaliteit van VE is een vast bedrag, dat jaarlijks wordt geïndexeerd met de index die door de gemeenteraad voor het betreffende wordt vastgesteld. Voor 2024 bedraagt dit bedrag voor:

  • 1.

    een horizontale groep € 10.425;

  • 2.

    een verticale groep € 2.384.

 

Artikel 10 Aanvullende aanvraageisen

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3 sub a t/m c bevat naast de in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht genoemde gegevens, in ieder geval:

    • a.

      een activiteitenplan met daarin o.a.:

      • i.

        meetbare doelstellingen om aan ouderbetrokkenheid te werken;

      • ii.

        meetbare doelstellingen om te werken aan een doorgaande lijn en de overdracht van peuteropvang naar basisscho(o)l(en);

    • b.

      een opleidingsplan;

    • c.

      het ingevulde format 'financiële cijfers kwaliteit VE'; aan te leveren in het door de gemeente verstrekte bestandstype.

  • 2.

    In aanvulling op de in lid 1 van dit artikel genoemde gegevens, dient een aanvrager het wettelijk verplichte pedagogisch plan in bij de aanvraag wanneer:

    • a.

      een aanvrager voor het eerst subsidie aanvraagt voor activiteiten als bedoeld in artikel 3 sub a t/m c;

    • b.

      het pedagogisch plan van de aanvrager is gewijzigd ten opzichte van de aanvraag van het voorgaande jaar.

 

Artikel 11 Subsidieverplichtingen

  • 1.

    Onverminderd de verplichtingen uit de artikelen 13 en 14 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht voldoet de aanvrager van een subsidie als bedoeld in artikel 3 sub a t/m d aan de volgende verplichtingen:

    • a.

      de aanvrager werkt samen met de Sociale Wijkteams, het consultatiebureau en basisscholen;

    • b.

      de aanvrager zorgt voor een contactpersoon binnen haar organisatie die mee kan denken over inhoudelijke thema's betreffende de subsidie.

  • 2.

    Daarnaast voldoet de aanvrager van een subsidie als bedoeld in artikel 3 sub d aan de volgende verplichtingen:

    • a.

      de aanvrager levert een bijdrage aan monitoring door de gemeente Dordrecht en/of de Inspectie van het Onderwijs;

    • b.

      de aanvrager levert per kwartaal digitale gegevens aan over het aantal kinderen dat in de betreffende periode is bereikt met voorschoolse educatie. Deze gegevens worden in het format 'kwartaalcijfers bereik VE' aangeleverd.

 

Hoofdstuk 4 Subsidie voor uren VE- en reguliere peuteropvang

Artikel 12 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het consultatiebureau stelt vast of een kind een doelgroeppeuter is. Wanneer dit het geval is, geeft het een indicatie af waarmee het kind recht heeft op VE-peuteropvang. Een doelgroeppeuter heeft wettelijk jaarlijks recht op 960 uur VE-opvang vanaf 2,5 tot 4 jaar. Daarnaast is het met deze subsidie mogelijk om een doelgroeppeuter al VE-peuteropvang aan te bieden vanaf 2,25 jaar.

  • 2.

    Er is sprake van een doelgroeppeuter wanneer wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      de hoofdverzorger heeft een laag opleidingsniveau. Dat betekent dat iemand lager opgeleid is dan gediplomeerd VMBO-GL&TL/MAVO, dus VMBO-K, VMBO-B, praktijkonderwijs of vergelijkbaar of lager dan MBO-2 niveau; of

    • b.

      de hoofdverzorger is van allochtone afkomst en geboren in een niet-Nederlandssprekend land. Hieronder vallen ook de statushoudergezinnen; en

    • c.

      de peuter krijgt te weinig taalaanbod aangeboden en groeit dus op in een taalarme omgeving (blootstellingsachterstand).

  • 3.

    Het landelijk maximum uurtarief geldt als het reguliere uurtarief waar in de subsidie mee wordt gerekend.

  • 4.

    Het college stelt jaarlijks voor 30 september een apart subsidietarief vast per doelgroeppeuter per uur.

  • 5.

    Het college subsidieert:

    • a.

      voor niet-doelgroepkinderen van 2 - 4 jaar en voor doelgroepkinderen van 2 - 2,25 jaar van ouders zonder kinderopvangtoeslag: maximaal 320 uur per jaar maal het landelijke maximum uurtarief minus de ouderbijdrage over dit tarief. Daarbij geldt de uitzondering zoals genoemd in artikel 13 lid 3;

    • b.

      voor doelgroepkinderen van 2,25 - 4 jaar van ouders zonder kinderopvangtoeslag: 640 uur per jaar maal het subsidietarief doelgroeppeuters minus de ouderbijdrage over 320 uur. Daarbij geldt de uitzondering zoals genoemd in artikel 13 lid 3;

    • c.

      voor doelgroepkinderen van 2,25 – 4 jaar van ouders met kinderopvangtoeslag: 320 uur maal het verschil tussen het hogere subsidietarief voor doelgroeppeuters en het landelijke maximum uurtarief plus 320 aanvullende uur per jaar maal het hogere subsidietarief voor doelgroeppeuters;

    • d.

      voor doelgroeppeuters in de dagopvang van 2,25 – 4 jaar die vanaf 2,25 jaar over tenminste drie verschillende dagen per week verspreid minimaal 640 uur per jaar afnemen: 320 uur maal het verschil tussen het hogere subsidietarief voor doelgroeppeuters en het landelijke maximum uurtarief;

    • e.

      voor doelgroeppeuters in de dagopvang van 2,25 - 4 jaar die in de periode direct voor de leeftijd van 2,25 jaar aantoonbaar over minder dan drie verschillende dagen per week hele dagopvang afnamen en vanaf 2,5 jaar contractueel tenminste 640 uur per jaar afnemen, verdeeld over tenminste drie verschillende dagen per week: 320 uur per jaar maal het hogere subsidietarief voor doelgroeppeuters.

  • 6.

    De subsidie wordt bepaald op basis van de plaatsingsperiode per peuter. Indien een peuter slechts gedurende een halfjaar gebruik maakt van VE, wordt de subsidie voor deze peuter vastgesteld op de helft van de jaarsubsidie.

 

Artikel 13 Ouderbijdrage

  • 1.

    Aan ouders van niet-doelgroepkinderen met recht op kinderopvangtoeslag en ouders van doelgroepkinderen tussen 2 en 2,25 jaar met recht op kinderopvangtoeslag wordt een ouderbijdrage in rekening gebracht op basis van het werkelijk aantal afgenomen uren maal het landelijk maximum uurtarief.

  • 2.

    Aan ouders van doelgroepkinderen tussen 2,25 en 4 jaar met recht op kinderopvangtoeslag en die gemiddeld 640 uur per jaar afnemen, wordt een ouderbijdrage in rekening gebracht op basis van 320 uur per jaar maal het landelijk maximum uurtarief.

  • 3.

    Aan ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag wordt een ouderbijdrage in rekening gebracht volgens de gemeentelijke ouderbijdragetabel peuteropvang, die de tabel van de belastingdienst volgt. Daarbij geldt dat de inkomenscategorieën tot en met 120% van het wettelijk sociaal minimum geen ouderbijdrage hoeven te betalen en dat die kosten volledig subsidiabel zijn.

 

Artikel 14 Aanvullende aanvraageisen

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3 sub d bevat naast de in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht genoemde gegevens, in ieder geval:

    • a.

      het door de gemeente verstrekte format 'uren peuteropvang', in hetzelfde bestandstype als waarin deze is verstrekt, waarin het volgende is opgenomen:

      • i.

        een inschatting van het aantal uren dat kinderen gebruik maken van de peuteropvang per type peuter;

      • ii.

        een opgave van het aantal VE-groepen;

      • iii.

        een opgave van het uurtarief, tot een maximum als vermeld in artikel 12, waartegen het (VE )aanbod geleverd wordt;

      • iv.

        het bedrag aan te innen ouderbijdrage, conform de onderverdeling als vermeld in artikel 13.

    • b.

      een activiteitenplan met daarin o.a.:

      • i.

        de meetbare doelstellingen om aan ouderbetrokkenheid te werken;

      • ii.

        de meetbare doelstellingen om te werken aan een doorgaande lijn en de overdracht van peuteropvang naar basisscho(o)l(en);

    • c.

      een opleidingsplan.

  • 2.

    In aanvulling op de in lid 1 van dit artikel genoemde gegevens, dient een aanvrager het wettelijk verplichte pedagogisch plan in bij de aanvraag wanneer:

    • a.

      een aanvrager voor het eerst subsidie aanvraagt voor activiteiten als bedoeld in artikel 3 sub d;

    • b.

      het pedagogisch plan van de aanvrager is gewijzigd ten opzichte van de aanvraag van het voorgaande jaar.

 

Artikel 15 Weigeringsgrond

Onverminderd artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht wordt de aanvraag geheel of gedeeltelijk geweigerd indien, de aanvrager de kosten als bedoeld in artikel 12 bij de ouders van de kinderen in rekening kan brengen op basis van de Wet kinderopvang.

 

Artikel 16 Subsidieverplichtingen

  • 1.

    Onverminderd de verplichtingen uit de artikelen 13 en 14 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht voldoet de aanvrager van een subsidie als bedoeld in artikel 3 sub d, aan de volgende verplichtingen:

    • a.

      de aanvrager werkt samen met de Sociale Wijkteams, het consultatiebureau en basisscholen;

    • b.

      de aanvrager levert een bijdrage aan monitoring door de gemeente Dordrecht en/of de Inspectie van het Onderwijs;

    • c.

      de aanvrager levert per kwartaal digitale gegevens aan over het aantal kinderen dat in de betreffende periode is bereikt met VE. Deze gegevens worden in het format 'kwartaalcijfers bereik VE' aangeleverd;

    • d.

      de aanvrager heft een ouderbijdrage (met uitzondering van het in artikel 13 lid 3 genoemde);

    • e.

      de aanvrager stelt samen met de samenwerkende basisschool of basisscholen een gezamenlijk (VE-)opleidingsplan op voor het personeel;

    • f.

      de aanvrager voert een gericht ouderbeleid;

    • g.

      de aanvrager werkt met een kind-volgsysteem.

  • 2.

    In het geval van een pilot mag in overleg met de gemeente worden afgeweken van de basisvoorwaarden VE-peuteropvang als genoemd in artikel 1, lid r en de verplichtingen als genoemd in lid 1 van dit artikel.

 

Hoofdstuk 5 Subsidie voor internationale schakelklassen

Artikel 17 Aanvraagtermijn

Een aanvraag voor een schooljaarsubsidie op grond van dit hoofdstuk wordt ingediend uiterlijk 1 juli in het schooljaar voorafgaand aan de subsidieperiode.

 

Artikel 18 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Een ISK biedt kinderen de hele week ondersteuning in de Nederlandse taal als tweede taal. Een ISK kan maximaal de kostprijs per klas aan subsidie ontvangen. Dit bedrag wordt jaarlijks met de aanbieder geëvalueerd en bij de verantwoording vastgesteld. Voor schooljaar 2023-2024 bedraagt dit bedrag € 43.000 per klas.

  • 2.

    Daarnaast kan een ISK subsidie ontvangen voor het vervoer van leerlingen, eventuele extra huurkosten, een onderwijsassistent in de plusklas en voor de inzet van tolken. Ook hiervoor geldt dat het slechts gaat om de kostprijs en dat deze jaarlijks met de aanbieder geëvalueerd wordt. Voor schooljaar 2023-2024 bedragen deze kosten € 75.000.

 

Artikel 19 Aanvullende aanvraageisen

Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3 sub e (ISK) bevat naast de in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht genoemde gegevens, in ieder geval:

  • a.

    de groepen waarvoor een ISK wordt georganiseerd;

  • b.

    een begroting waarin onderscheid wordt gemaakt tussen kosten per ISK-klas en algemene kosten voor de ISK;

  • c.

    het aantal kinderen per ISK.

 

Hoofdstuk 6 Aanvullende programma's t.b.v. onderwijs, ouderbetrokkenheid, kennisontwikkeling en –deling en eenmalige activiteiten

Artikel 20 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Voor kalenderjaarsubsidies op grond van artikel 3 sub f geldt een door de gemeenteraad jaarlijks vast te stellen index. Het laatst beschikte bedrag voor dezelfde activiteit wordt hiermee geïndexeerd en vormt het maximaal te subsidiëren bedrag voor de activiteit.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3 sub g t/m i wordt in overleg met het college voorbereid en ingediend. De hoogte van het bedrag wordt hierin ook meegenomen.

  • 3.

    Activiteiten als beschreven in artikel 3 sub f t/m i worden op basis van de kostprijs gesubsidieerd.

 

Artikel 21 Beoordelingscriteria

De aanvragen voor de activiteiten als beschreven in artikel 3 sub f t/m i worden beoordeeld volgens de volgende criteria:

  • a.

    het programma draagt bewezen bij aan de doelstellingen zoals geformuleerd in artikel 2, of het programma wordt gedurende de subsidietermijn getoetst op de mate waarin zij bijdraagt aan deze doelstellingen;

  • b.

    de aanvrager werkt actief samen met relevante partners in de wijk en stad;

  • c.

    de opgevoerde kosten komen zoveel mogelijk ten gunste van de uitvoering.

 

Artikel 22 subsidieverplichtingen

Aanvragers van activiteiten als beschreven in artikel 3 sub h (wijkprogramma's) worden gevraagd om:

  • a.

    De activiteiten ook kenbaar te maken op de pagina van Toppie Dordrecht (https://dordrecht.doemeemettoppie.nl/).

  • b.

    Een afwisseling na te streven in het aanbod door minimaal twee verschillende disciplines op te nemen in het programma. Deze disciplines zijn:

    • i.

      sport en beweging

    • ii.

      natuur en duurzaamheid

    • iii.

      cultuur

    • iv.

      techniek en wetenschappen

    • v.

      welbevinden en burgerschap

    • vi.

      koken, voeding en gezondheid

  • c.

    Deel te nemen aan de stadsbrede overleggen rondom kennisdeling met andere coördinatoren van wijkprogramma's.

  • d.

    Zoveel als mogelijk aan te haken bij de bestaande structuren en overleggen in de eigen wijk.

 

Artikel 23 Weigeringsgrond

Onverminderd artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht kan de aanvraag geheel of gedeeltelijk geweigerd worden indien, de activiteit op basis van een andere subsidieregeling van de gemeente Dordrecht in aanmerking komt voor subsidie.

 

Hoofdstuk 7 Verantwoorden subsidie

Artikel 24 Aanvullende/afwijkende verantwoordingseisen

  • 1.

    In aanvulling op de Algemene subsidieverordening Dordrecht legt de subsidieaanvrager verantwoording af over:

    • a.

      Voor onderdelen die vallen onder artikel 3 sub a t/m c (investeringen kwaliteit VE):

      • i.

        het aantal doelgroepkinderen dat is bereikt met de gesubsidieerde activiteiten;

      • ii.

        het ingevulde format 'financiële cijfers kwaliteit VE' met de gerealiseerde cijfers;

      • iii.

        de wijze waarop is gewerkt aan ouderbetrokkenheid en doorgaande lijn.

    • b.

      Voor onderdelen die vallen onder artikel 3 sub d (VE-opvang):

      • i.

        het aantal doelgroepkinderen waarbij VE-opvang is gerealiseerd;

      • ii.

        het ingevulde format 'financiële cijfers VE-opvang' met de gerealiseerde cijfers;

      • iii.

        de wijze waarop is gewerkt aan ouderbetrokkenheid en doorgaande lijn.

    • c.

      Voor de onderdelen die vallen onder artikel 3 sub e (ISK):

      • i.

        het aantal bereikte kinderen per ISK;

      • ii.

        de wijze waarop wordt samengewerkt met het expertisecentrum NT2.

    • d.

      Voor de onderdelen die vallen onder artikel 3 sub f t/m i (aanvullende programma's t.b.v. het onderwijs; activiteiten rondom kennisdeling en –ontwikkeling; wijkprogramma's; eenmalige activiteiten):

      • i.

        de wijze waarop de activiteit heeft bijgedragen aan de doelstellingen van deze subsidieregeling;

      • ii.

        het bereik (in bijv. kinderen, uren, trainingen, etc.)

      • iii.

        de partijen waarmee is samengewerkt.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 17 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht, geldt de daar beschreven eindverantwoording vanaf € 20.000,- tot € 200.000,-.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 18 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht, geldt de daar beschreven eindverantwoording vanaf € 200.000,-.

 

Hoofdstuk 8 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 25 Hardheidsclausule

Het College kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van deze subsidieregeling, met uitzondering van artikel 1 t/m 3, 11 t/m 13, 16, 23, 25 en 26 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien onverkorte toepassing ervan gelet op het belang van de aanvrager leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. De reden voor het toepassen van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

 

Artikel 26 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als "Subsidieregeling bestrijding onderwijsachterstanden gemeente Dordrecht".

  • 2.

    'De Subsidieregeling Bestrijding Onderwijsachterstanden gemeente Dordrecht', vastgesteld op 13 juli 2021, wordt ingetrokken.

  • 3.

    De "Subsidieregeling Bestrijding Onderwijsachterstanden gemeente Dordrecht", zoals vastgesteld op 13 juli 2021, blijft van kracht voor de subsidies die op basis van deze regeling zijn verstrekt.

  • 4.

    Deze regeling treedt in werking de dag na de bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 19 september 2023.

Het college van Burgemeester en Wethouders

C.H.W.M. Post, A.W. Kolff

secretaris, burgemeester