Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Aanwijzingsbesluit ex artikel 2:76 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2012 (Veiligheidsrisicogebieden) voor het gebied Noord en het gebied Kralingen-Crooswijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAanwijzingsbesluit ex artikel 2:76 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2012 (Veiligheidsrisicogebieden) voor het gebied Noord en het gebied Kralingen-Crooswijk
CiteertitelAanwijzingsbesluit ex artikel 2:76 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2012 (Veiligheidsrisicogebieden) voor het gebied Noord en het gebied Kralingen-Crooswijk
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling geldt tot 1 april 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012
  2. artikel 151b van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2023nieuwe regeling

26-09-2023

gmb-2023-417595

2023, nummer 163

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanwijzingsbesluit ex artikel 2:76 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2012 (Veiligheidsrisicogebieden) voor het gebied Noord en het gebied Kralingen-Crooswijk

De burgemeester van Rotterdam,

 

gelezen het voorstel aanwijzing veiligheidsrisicogebied van de Politiechef van de Eenheid Rotterdam van 1 september 2023 met kenmerk PR7.000981; 23bo007608;

 

na beraadslaging in driehoeksverband met de Hoofdofficier van Justitie en de Politiechef van de Eenheid Rotterdam;

 

overwegende:

  • -

    dat bovengenoemd voorstel ‘aanwijzing veiligheidsrisicogebied’ van de Politiechef feiten en omstandigheden beschrijven waaruit blijkt dat in de gebieden Noord en Kralingen-Crooswijk sprake is van verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van (vuur)wapens, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan;

  • -

    dat hij de beweegredenen die staan beschreven in bovengenoemde voorstellen aanwijzing veiligheidsrisicogebied van de Politiechef tot de zijne maakt;

  • -

    dat het bezit en gebruik van (vuur)wapens groot gevaar oplevert voor de openbare orde en rechtsorde;

  • -

    dat de dringende maatschappelijke behoefte bestaat om tegen bezit en gebruik van (vuur)wapens op te treden;

  • -

    dat het wenselijk is dat de officier van justitie in staat wordt gesteld om in de bewuste gebieden de controlebevoegdheden als bedoeld in de artikelen 50, 51 en 52 van de Wet wapens en munitie te doen gelasten;

  • -

    dat de belangen van openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en van strafbare feiten en de bescherming van de gezondheid in het onderhavige geval zwaarder wegen dan het individuele belang van de burgers (bescherming van de persoonlijke levenssfeer);

  • -

    dat de duur van de aanwijzing en de omvang van de gebieden proportioneel moeten zijn in relatie tot het beoogde legitieme doel;

  • -

    dat overige maatregelen die in de bewuste gebieden zijn getroffen om bezit en gebruik van (vuur)wapens alsmede geweldsincidenten terug te dringen, onvoldoende effect sorteren;

  • -

    dat het uitoefenen van voornoemde controlebevoegdheden in de bewuste gebieden een onderdeel is van een breder handhavingsbeleid ter vergroting van leefbaarheid en veiligheid;

  • -

    dat het aanwijzen van deze gebieden als veiligheidsrisicogebied zal bijdragen aan het verhogen van de veiligheid in het algemeen en de veiligheid in de aangewezen gebieden in het bijzonder;

  • -

    dat de verwachting bestaat dat een aanwijzing van deze gebieden voor een periode van zes maanden noodzakelijk zal zijn om, via intensivering van de probleemaanpak, het risico van (vuur)wapenbezit en -gebruik terug te kunnen dringen;

gelet op het bepaalde in artikel 2:76 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012 en artikel 151b van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

het gebied Noord, dat omvat de wijken Oude Noorden (Agniesebuurt, Blijdorp en Blijdorpse Polder en het gebied Kralingen-Crooswijk, dat omvat de wijken Nieuw-Crooswijk, Oud-Crooswijk, Rubroek Kralingen-West en de Esch en wordt begrensd door de straten Abraham van Rijckevorselweg, Bergweg (inclusief Eudokiaplein), Bergwegbrug, Bergweg, Boezembocht, Boezemlaan, Ceintuurbaan, De Rotte (water), Delfshavense Schie, G.K. van Hogendorpweg, Gordelbrug, Gordelweg, Goudsesingel, Kleinpolderplein, Kralingse Plaslaan, Lambertusstraat, Mecklenburglaan, Nieuwe Maas (water), Noorderhavenkade, Oude Dijk, Oostzeedijk Beneden, Oostplein, Pompenburg,, Rijksweg A13, Rijksweg A16, Rijksweg A20, Rolf Hartkoornweg, Spoorbaan, Schie-Schiekanaal, Schiekade, Schieplein, Schieweg, Spoorlijn, Spoorlijn (tussen A20 en G.K. van Hogendorpweg), Stadhoudersplein, Stadhoudersweg, Statenweg, Walenburgerweg, en de genoemde wegen, oevers en aanwezige knooppunten van het OV daaronder begrepen, voor zover ze deel uitmaken van de gebiedsbegrenzing;

 

aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied als bedoeld in artikel 2:76 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012.

 

De aanwijzing als veiligheidsrisicogebied van de gebieden Noord en Kralingen-Crooswijk geldt van 1 oktober 2023 tot 1 april 2024.

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 26 september 2023

De burgemeester,

Ing. A. Aboutaleb

 

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

 

Niet eens met deze beslissing?

 

Dan kunt u, of een andere belanghebbende, een bezwaarschrift indienen. Dit moet binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit. U stuurt het bezwaarschrift naar:

 

Het college van burgemeester en wethouders

t.a.v. de Algemene Bezwaarschriftencommissie

Postbus 1011, 3000 BA te ROTTERDAM

Faxnummer Algemene Bezwaarschriftencommissie: (010) 267 63 00.

 

In het bezwaarschrift moet in ieder geval staan:

  • uw naam, adres en handtekening;

  • uw telefoonnummer zodat contact met u opgenomen kan worden om samen met u te bespreken wat de beste aanpak van uw bezwaarschrift is;

  • de datum waarop u bezwaar maakt;

  • een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt;

  • de reden(en) van uw bezwaar.

U wordt verzocht tevens een kopie van dit besluit mee te zenden.

 

U kunt uw bezwaarschrift via internet ook digitaal indienen.

Zie: Bezwaar maken tegen overige besluiten | Rotterdam.nl.

Hiervoor is een DigiD of een E-herkenning voor bedrijven nodig.

U kunt het bezwaarschrift niet op een andere digitale wijze, bijvoorbeeld per e-mail, indienen.

 

U kunt, indien u een bezwaarschrift bij het college heeft ingediend, een verzoek om voorlopige voorziening (o.a. schorsing) indienen bij:

Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM te ROTTERDAM.

Voor een dergelijk verzoek is griffierecht verschuldigd.

Verdere informatie kunt u vinden op de website van de rechtbank Rotterdam: Rechtbank Rotterdam | Rechtspraak.