Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schiedam

Beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Schiedam 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchiedam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Schiedam 2023
CiteertitelBeleidsregels omtrent de plaatsing en het gebruik van openbare laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen gemeente Schiedam 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 18, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994
  3. artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-09-2023nieuwe regeling

19-09-2023

gmb-2023-417443

23BIJ01164

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Schiedam 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam,

 

Gelet op:

  • artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb),

  • artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) jo. art. 12 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (hierna: BABW),

Overwegende dat:

  • elektrisch vervoer als thema in de “Mobiliteitsvisie” is opgenomen;

  • duurzaamheid een speerpunt van het gemeentelijk beleid is;

  • het faciliteren in oplaadplekken voor elektrische voertuigen belangrijk is;

  • de benodigde laadinfrastructuur voor elektrisch rijden in veel gevallen op openbaar terrein wordt geplaatst;

  • het daarom wenselijk is beleidsregels op te stellen voor een eenduidige afhandeling van aanvragen tot uitbreiding van het openbare laadnetwerk in de gemeente Schiedam.

Besluit:

De “Beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Schiedam 2023” definitief vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen:

In de beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam;

  • b.

    concessiehouder: de aanbieder van laadpalen, die tevens beheerder is en de laadpalen als professionele marktpartij aanvraagt, plaatst en exploiteert conform de in een concessieovereenkomst verleende concessie door de gemeente Schiedam;

  • c.

    eigen terrein: gronden behorende bij het complex of het terrein van de eigenaar (privaatrechtelijk eigendom). Onder eigen terrein vallen ook (VVE) parkeerplaatsen of de mogelijkheid tot het huren/kopen van een parkeerplaats behorend bij het eigen complex of op het terrein van de werkgever;

  • d.

    elektrische voertuigen: alle voertuigen die op de openbare weg mogen rijden, die geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden en voorzien zijn van een geschikte aansluiting/voorziening om op te laden, ‘uitgezonderd fietsen en snor-/bromfietsen’ als bedoeld in de WVW 1994 en afgeleide wetgeving;

  • e.

    gebruiker:

    • 1.

      een bedrijf en/of organisatie dat/die gevestigd is in de gemeente Schiedam (dit moet blijken uit een uittreksel van de Kamer van Koophandel) en eigenaar en/of bezitter is van één of meerdere elektrische voertuigen of een of meerdere werknemers in dienst heeft die beschikt/beschikken over een elektrisch voertuig (dit moet blijken uit de koop- en/of leasecontracten van de elektrische voertuigen).

    • 2.

      een particulier die eigenaar en/of bezitter is van een elektrisch voertuig en woonachtig en/of werkzaam is in de gemeente Schiedam (dit moet blijken uit de Basisregistratie Personen);

  • f.

    laadinfrastructuur: het geheel van laadpalen, aansluitingen op het elektriciteitsnet en andere voorzieningen in de openbare ruimte op of aan de weg bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen.

  • g.

    laadpaal: een laadobject in de vorm van een paal met tenminste één aansluiting en de mogelijkheid voor twee of meer aansluitingen voor het gelijktijdig opladen van elektrische voertuigen.

  • h.

    netwerkbeheerder: degene die de ontheffing aanvraagt/melding doet van de graafwerkzaamheden, die nodig zijn voor het plaatsen van laadpalen en/of andere laadinfrastructuur.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze beleidsregels zijn alleen van toepassing op publieke laadpalen en andere laadinfrastructuur in de openbare ruimte op of aan de openbare weg, waaronder ook openbare parkeerterreinen en P&R-terreinen.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Het college verleent geen medewerking aan het realiseren van de gevraagde laadpaal en/of laadinfrastructuur, wanneer:

  • a.

    potentiële gebruikers mogelijkheden hebben om hun elektrische voertuigen op eigen terrein te parkeren en op te laden;

  • b.

    een bestaande laadpaal en/of andere laadinfrastructuur aanwezig is op of aan de weg, binnen een straal van 200 meter loopafstand, vanaf het aanvraagadres van de potentiele gebruiker en deze blijkens de gebruiksgegevens niet continu bezet is, dan wel een gebruik heeft lager dan 6000 Kw/h per jaar;

  • c.

    de aanvraag niet een bestaand parkeervak betreft.

Artikel 4 Plaatsingsvoorwaarden

Een aanvraag voor het realiseren van een laadpaal en/of laadinfrastructuur wordt goedgekeurd indien:

  • a.

    gebruiker woont of werkt in Schiedam;

  • b.

    gebruiker geen mogelijkheid heeft om het elektrische voertuig op eigen terrein te parkeren en op te laden;

  • c.

    binnen 200 meter loopafstand, vanaf het aanvraagadres:

    • 1.

      geen laadpaal en/of andere laadinfrastructuur aanwezig is op of aan de weg;

    • 2.

      een laadpaal en/of andere laadinfrastructuur aanwezig is op of aan de weg, en deze laadpaal blijkens de gebruiksgegevens continu bezet is, dan wel een gebruik heeft hoger dan 6000 Kw/h per jaar.

  • d.

    gebruiker een elektrisch voertuig bezit of daar een aankoop/leasecontract voor heeft;

  • e.

    gebruiker in het bezit is van een parkeervergunning indien het een vergunning-verplicht gebied is.

Artikel 5 Locatiecriteria

Het college bepaalt in overleg met de concessiehouder de definitieve locatie van de laadpaal en/of andere laadinfrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en). Het college toetst hierbij aan de volgende criteria:

  • a.

    de locatie moet in eigendom van de gemeente zijn;

  • b.

    de locatie moet voldoende vindbaar en zichtbaar zijn. De laadpalen en/of andere laadinfrastructuur worden bij voorkeur geplaatst op strategische zichtlocaties in de nabijheid van de woningen/bedrijven van potentiële gebruikers;

  • c.

    de doorgang voor ander verkeer (auto, fiets, voetganger, rolstoel etc.) dient gewaarborgd te blijven;

  • d.

    indien er sprake is van een geplande reconstructies of andere infrastructurele ontwikkeling binnen een jaar, zal het plaatsen van de laadpaal uitgesteld worden tot dat de werkzaamheden zijn afgerond. Dit om te voorkomen dat gebruikers tijdens de werkzaamheden geen gebruik kunnen maken van de aanwezige laadpaal. Gebruikers worden dan verwezen naar de dichtstbijzijnde laadpalen in de buurt.

Artikel 6 Verkeersbesluit

Wanneer het college de locatie voor een laadpaal of andere laadinfrastructuur goedkeurt, neemt het college hiertoe op grond van art. 18 WVW 1994 jo. art. 12 BABW een verkeersbesluit. In het verkeersbesluit wijst het college de betreffende parkeerplaats(en) aan. Aanduiding van de parkeerplaats(en) geschied op de in het verkeersbesluit genoemde wijze.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • a.

    Deze beleidsregels treden daags na bekendmaking in werking;

  • b.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels omtrent de plaatsing en het gebruik van openbare laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen gemeente Schiedam 2023”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van

Burgemeester en wethouders van Schiedam,

De secretaris,

C.E. Bos

de burgemeester,

J.G. Bijl

Nadere toelichting op de beleidsregels

Algemeen

De ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden en laadinfrastructuur zijn nieuw en nog volop in ontwikkeling. Het vaststellen van beleidsregels geeft in de eerste plaats een adequate motivering van het beleid van het college, in geval van een aanvraag voor een laadpaal en/of andere laadinfrastructuur, waarbij het nemen van een verkeersbesluit vereist is, evenals de reden om een dergelijk aanvraag af te wijzen (artikel 4:82 Awb). Daarnaast vergroot het stellen van beleidsregels de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid, doordat deze het college dwingen te handelen in overeenstemming met de beleidsregels (artikel 4:84 Awb). Artikel 4:84 van de Awb biedt naast de verplichting te handelen in overeenstemming met de beleidsregels, tevens de mogelijkheid hiervan af te wijken, indien het handelen conform de beleidsregels voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben, die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. Op grond hiervan is het mogelijk om in bijzondere, individuele gevallen, waarop in de beleidsregels niet is of kon worden voorzien, af te wijken van de algemeen geldende beleidsregels. Beslissingen op aanvragen om een verkeersbesluit ex artikel 18 WVW 1994 jo. artikel 12 BABW moeten op een zorgvuldige wijze tot stand komen. Dit zorgvuldigheidsbeginsel volgt uit artikel 3:2 Awb. Hierbij hoort tevens een gedegen belangenafweging en een goede motivering van het besluit.

 

Met voorliggende beleidsregels geeft het college aan hoe in zijn algemeenheid met aanvragen voor een laadpaal moet worden omgegaan. Hiermee kan op een snellere en eenvoudigere wijze de beoordeling over het al of niet nemen van een verkeersbesluit plaatsvinden. De beslissing over een aanvraag om voornoemde verkeersbesluit kan worden gemotiveerd met een verwijzing naar deze beleidsregels, hetgeen een vermindering van bestuurslasten betekent.

 

Daarnaast vergroot de vaststelling van beleidsregels de rechtszekerheid voor de burger. Zowel de concessiehouder als derde belanghebbenden kunnen op basis van deze beleidsregels beoordelen of een aanvraag in beginsel in aanmerking komt.

 

Doel

Het doel van de beleidsregels is om:

  • particulieren, bedrijven, netwerkbeheerders en aanbieders van laadinfrastructuur duidelijkheid te geven over de criteria en voorwaarden waaronder de gemeente medewerking verleent aan het plaatsen van een laadpaal en/of andere laadinfrastructuur in de openbare ruimte en het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen;

  • aanvragen voor het plaatsen van laadinfrastructuur en het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen op eenzelfde en gelijkwaardige manier te kunnen beoordelen en af te handelen.

Aanvraag laadpaal en/of andere laadinfrastructuur

Gebruikers kunnen niet zelf een aanvraag voor een laadpaal bij het college indienen. Dit ter voorkoming van de mogelijke gedachte bij de gebruikers dat zij daarmee het exclusieve recht krijgen op het gebruik van de betreffende laadpaal en de bijbehorende parkeerplaats(en). De gebruiker kan via de website: laadpaalnodig.nl een aanvraag indienen bij de concessiehouder. Het is de bedoeling dat de concessiehouder de formele aanvraag indient bij de gemeente. Wanneer een gebruiker de aanvraag voor het plaatsen van een laadpaal zelf bij het college indient, zal het college de gebruiker doorverwijzen naar de website laadpaalnodig.nl.

 

Op grond van de Wegenverkeerswetgeving kunnen voor gebruikers geen eigen parkeerplaatsen

worden aangewezen op de openbare weg. De enige uitzondering hierop is de individuele gehandicaptenparkeerplaats, die door middel van een verkeersbesluit kan worden aangewezen (Bord E6 met onderbord). Bij zo’n individuele gehandicaptenparkeerplaats kan uiteraard ook een laadpaal worden geplaatst, wanneer de betreffende persoon over een elektrisch voertuig beschikt.

 

Verkeersbesluit

De parkeerplaats(en) voor het opladen van elektrische voertuigen worden pas aangelegd, nadat het verkeersbesluit daartoe onherroepelijk is. Het is niet gewenst dat de laadinfrastructuur al vóór dit tijdstip wordt aangebracht.

 

In het verkeersbesluit wijst het college twee parkeerplaatsen aan voor elektrische voertuigen. In beginsel wordt er bij een nieuw te realiseren laadpaal en/of andere laadinfrastructuur één parkeerplaats ingericht voor het opladen van elektrische voertuigen. Wanneer het gebruik van een bestaande laadpaal hoger is dan 4000 Kw/h per jaar, wordt het 2e parkeervak ingericht voor elektrische voertuigen. De concessiehouder toont aan de hand van het aantal uren dat de laadpaal en/of andere laadinfrastructuur effectief in gebruik is geweest en/of aan de hand van nieuwe aanvragen van potentiële gebruikers aan dat er behoefte bestaat aan een tweede parkeerplaats. Een extra laadpaal is gerechtvaardigd bij een gebruik hoger dan 6000 Kw/h per jaar. De gebruiker kan dan redelijkerwijs niet naar de aanwezige laadpaal worden verwezen.

 

Wijzigen van een verkeersbesluit

Het college kan het verkeersbesluit wijzigen naar de eerder bestaande situatie, wanneer er in de praktijk niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de laadpaal en/of laadinfrastructuur.

 

Het college kan het verkeersbesluit ook wijzigen naar de eerder bestaande situatie, indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen. In dat geval zal de gemeente samen met de concessiehouder bezien of er een alternatieve locatie voor een laadpaal en/of andere laadinfrastructuur met bijbehorend parkeerplaats(en) in de directe nabijheid mogelijk is. Voor de nieuwe locatie wordt een nieuw verkeersbesluit genomen en gepubliceerd.

 

Handhaving

Het college ziet toe op het juiste gebruik van de aangewezen parkeerplaats(en) en kan indien nodig handhavend optreden. Het juiste gebruik is: als een elektrische voertuig met de kabel aangesloten is op het laadpunt.