Organisatie | Schiedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Schiedam 2023 |
Citeertitel | Beleidsregels omtrent de plaatsing en het gebruik van openbare laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen gemeente Schiedam 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-09-2023 | nieuwe regeling | 19-09-2023 | 23BIJ01164 |
In de beleidsregels wordt verstaan onder:
elektrische voertuigen: alle voertuigen die op de openbare weg mogen rijden, die geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden en voorzien zijn van een geschikte aansluiting/voorziening om op te laden, ‘uitgezonderd fietsen en snor-/bromfietsen’ als bedoeld in de WVW 1994 en afgeleide wetgeving;
een bedrijf en/of organisatie dat/die gevestigd is in de gemeente Schiedam (dit moet blijken uit een uittreksel van de Kamer van Koophandel) en eigenaar en/of bezitter is van één of meerdere elektrische voertuigen of een of meerdere werknemers in dienst heeft die beschikt/beschikken over een elektrisch voertuig (dit moet blijken uit de koop- en/of leasecontracten van de elektrische voertuigen).
Deze beleidsregels zijn alleen van toepassing op publieke laadpalen en andere laadinfrastructuur in de openbare ruimte op of aan de openbare weg, waaronder ook openbare parkeerterreinen en P&R-terreinen.
Het college verleent geen medewerking aan het realiseren van de gevraagde laadpaal en/of laadinfrastructuur, wanneer:
Artikel 4 Plaatsingsvoorwaarden
Een aanvraag voor het realiseren van een laadpaal en/of laadinfrastructuur wordt goedgekeurd indien:
Het college bepaalt in overleg met de concessiehouder de definitieve locatie van de laadpaal en/of andere laadinfrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en). Het college toetst hierbij aan de volgende criteria:
indien er sprake is van een geplande reconstructies of andere infrastructurele ontwikkeling binnen een jaar, zal het plaatsen van de laadpaal uitgesteld worden tot dat de werkzaamheden zijn afgerond. Dit om te voorkomen dat gebruikers tijdens de werkzaamheden geen gebruik kunnen maken van de aanwezige laadpaal. Gebruikers worden dan verwezen naar de dichtstbijzijnde laadpalen in de buurt.
Wanneer het college de locatie voor een laadpaal of andere laadinfrastructuur goedkeurt, neemt het college hiertoe op grond van art. 18 WVW 1994 jo. art. 12 BABW een verkeersbesluit. In het verkeersbesluit wijst het college de betreffende parkeerplaats(en) aan. Aanduiding van de parkeerplaats(en) geschied op de in het verkeersbesluit genoemde wijze.
Aldus vastgesteld in de vergadering van
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
De secretaris,
C.E. Bos
de burgemeester,
J.G. Bijl
Nadere toelichting op de beleidsregels
De ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden en laadinfrastructuur zijn nieuw en nog volop in ontwikkeling. Het vaststellen van beleidsregels geeft in de eerste plaats een adequate motivering van het beleid van het college, in geval van een aanvraag voor een laadpaal en/of andere laadinfrastructuur, waarbij het nemen van een verkeersbesluit vereist is, evenals de reden om een dergelijk aanvraag af te wijzen (artikel 4:82 Awb). Daarnaast vergroot het stellen van beleidsregels de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid, doordat deze het college dwingen te handelen in overeenstemming met de beleidsregels (artikel 4:84 Awb). Artikel 4:84 van de Awb biedt naast de verplichting te handelen in overeenstemming met de beleidsregels, tevens de mogelijkheid hiervan af te wijken, indien het handelen conform de beleidsregels voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben, die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. Op grond hiervan is het mogelijk om in bijzondere, individuele gevallen, waarop in de beleidsregels niet is of kon worden voorzien, af te wijken van de algemeen geldende beleidsregels. Beslissingen op aanvragen om een verkeersbesluit ex artikel 18 WVW 1994 jo. artikel 12 BABW moeten op een zorgvuldige wijze tot stand komen. Dit zorgvuldigheidsbeginsel volgt uit artikel 3:2 Awb. Hierbij hoort tevens een gedegen belangenafweging en een goede motivering van het besluit.
Met voorliggende beleidsregels geeft het college aan hoe in zijn algemeenheid met aanvragen voor een laadpaal moet worden omgegaan. Hiermee kan op een snellere en eenvoudigere wijze de beoordeling over het al of niet nemen van een verkeersbesluit plaatsvinden. De beslissing over een aanvraag om voornoemde verkeersbesluit kan worden gemotiveerd met een verwijzing naar deze beleidsregels, hetgeen een vermindering van bestuurslasten betekent.
Daarnaast vergroot de vaststelling van beleidsregels de rechtszekerheid voor de burger. Zowel de concessiehouder als derde belanghebbenden kunnen op basis van deze beleidsregels beoordelen of een aanvraag in beginsel in aanmerking komt.
Het doel van de beleidsregels is om:
particulieren, bedrijven, netwerkbeheerders en aanbieders van laadinfrastructuur duidelijkheid te geven over de criteria en voorwaarden waaronder de gemeente medewerking verleent aan het plaatsen van een laadpaal en/of andere laadinfrastructuur in de openbare ruimte en het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen;
Aanvraag laadpaal en/of andere laadinfrastructuur
Gebruikers kunnen niet zelf een aanvraag voor een laadpaal bij het college indienen. Dit ter voorkoming van de mogelijke gedachte bij de gebruikers dat zij daarmee het exclusieve recht krijgen op het gebruik van de betreffende laadpaal en de bijbehorende parkeerplaats(en). De gebruiker kan via de website: laadpaalnodig.nl een aanvraag indienen bij de concessiehouder. Het is de bedoeling dat de concessiehouder de formele aanvraag indient bij de gemeente. Wanneer een gebruiker de aanvraag voor het plaatsen van een laadpaal zelf bij het college indient, zal het college de gebruiker doorverwijzen naar de website laadpaalnodig.nl.
Op grond van de Wegenverkeerswetgeving kunnen voor gebruikers geen eigen parkeerplaatsen
worden aangewezen op de openbare weg. De enige uitzondering hierop is de individuele gehandicaptenparkeerplaats, die door middel van een verkeersbesluit kan worden aangewezen (Bord E6 met onderbord). Bij zo’n individuele gehandicaptenparkeerplaats kan uiteraard ook een laadpaal worden geplaatst, wanneer de betreffende persoon over een elektrisch voertuig beschikt.
De parkeerplaats(en) voor het opladen van elektrische voertuigen worden pas aangelegd, nadat het verkeersbesluit daartoe onherroepelijk is. Het is niet gewenst dat de laadinfrastructuur al vóór dit tijdstip wordt aangebracht.
In het verkeersbesluit wijst het college twee parkeerplaatsen aan voor elektrische voertuigen. In beginsel wordt er bij een nieuw te realiseren laadpaal en/of andere laadinfrastructuur één parkeerplaats ingericht voor het opladen van elektrische voertuigen. Wanneer het gebruik van een bestaande laadpaal hoger is dan 4000 Kw/h per jaar, wordt het 2e parkeervak ingericht voor elektrische voertuigen. De concessiehouder toont aan de hand van het aantal uren dat de laadpaal en/of andere laadinfrastructuur effectief in gebruik is geweest en/of aan de hand van nieuwe aanvragen van potentiële gebruikers aan dat er behoefte bestaat aan een tweede parkeerplaats. Een extra laadpaal is gerechtvaardigd bij een gebruik hoger dan 6000 Kw/h per jaar. De gebruiker kan dan redelijkerwijs niet naar de aanwezige laadpaal worden verwezen.
Wijzigen van een verkeersbesluit
Het college kan het verkeersbesluit wijzigen naar de eerder bestaande situatie, wanneer er in de praktijk niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de laadpaal en/of laadinfrastructuur.
Het college kan het verkeersbesluit ook wijzigen naar de eerder bestaande situatie, indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen. In dat geval zal de gemeente samen met de concessiehouder bezien of er een alternatieve locatie voor een laadpaal en/of andere laadinfrastructuur met bijbehorend parkeerplaats(en) in de directe nabijheid mogelijk is. Voor de nieuwe locatie wordt een nieuw verkeersbesluit genomen en gepubliceerd.
Het college ziet toe op het juiste gebruik van de aangewezen parkeerplaats(en) en kan indien nodig handhavend optreden. Het juiste gebruik is: als een elektrische voertuig met de kabel aangesloten is op het laadpunt.