Organisatie | Beesel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel tot vaststelling van de Subsidieregeling Innovatiefonds Limburg-Noord |
Citeertitel | Subsidieregeling Innovatiefonds Regio Noord-Limburg |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-10-2023 | nieuwe regeling | 19-09-2023 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel;
- gezien het voorstel van 19 september 2023;
dat de gemeente Venlo, gemeente Beesel , gemeente Bergen, gemeente Gennep, gemeente Horst aan de Maas, gemeente Mook en Middelaar, gemeente Peel en Maas en gemeente Venray op basis van het op 15 oktober 2021 gesloten “Bestuursconvenant Regio Noord-Limburg” samenwerken en naar buiten treden als de regio Noord-Limburg;
dat de gemeente Venlo in dit samenwerkingsverband fungeert als kassier en penvoerder in het kader daarvan de samengebrachte middelen voor het samenwerkingsverband beheert;
dat het college van burgemeester en wethouders van Venlo overeenkomstig het bestuursconvenant mandaat heeft voor subsidieverlening vanuit het samenwerkingsverband regio Noord-Limburg;
dat de regio Noord-Limburg innovatie wil bevorderen door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen en dat de financiële middelen hiervoor beschikbaar zijn gesteld in een innovatiefonds.
dat het voor het rechtmatig verstrekken van de financiële middelen aan projecten die voldoen aan de criteria van het Innovatiefonds regio Noord-Limburg noodzakelijk is dat de samenwerkende gemeenten in de regio Noord-Limburg een gelijkluidende subsidieregeling vaststellen;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Uitvoeringsprogramma: programma waarin per thema van de Regio Noord-Limburg de ambities en bijbehorende activiteiten voor de meerjarige uitvoeringsperiode zijn opgenomen. Het uitvoeringsprogramma is gepubliceerd op de website van de Regio Noord-Limburg (https://rn-l.nl).
Daadwerkelijke samenwerking: samenwerking tussen ten minste twee onafhankelijke partijen om kennis of technologie uit te wisselen of om een gemeenschappelijke doelstelling op basis van een taakverdeling te bereiken, waarbij de partijen samen de omvang van het samenwerkingsproject bepalen, bijdragen aan de tenuitvoerlegging ervan, en het risico en de resultaten ervan delen.
Eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere en/of innovatieve activiteiten, experimenten, projecten, aanschaffingen of investeringen die door het college van belang worden geacht en die naar het oordeel van het college niet binnen de reguliere exploitatie van de organisatie kunnen worden gedekt;
Industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren. Het omvat de creatie van onderdelen voor complexe systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in een laboratoriumomgeving en/of in een omgeving met gesimuleerde interfaces voor bestaande systemen, alsmede pilotlijnen, wanneer dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validering van generieke technologie;
Experimentele ontwikkeling: het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten, zoals prototyping, demonstraties, pilotontwikkeling, testen en validatie.
Haalbaarheidsstudie: het onderzoek en de analyse van het potentieel van een project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen door objectief en rationeel de sterke en de zwakke punten van een project, de kansen en risico's in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slagingskansen zijn.
Artikel 2 Beleidskader/doelstellingen
Deze subsidieregeling heeft als doel een bijdrage te leveren aan de wording van regio Noord-Limburg tot de gezondste regio van Nederland. Deze subsidieregeling heeft meer specifiek tot doel:
Realiseren van de doelstellingen en ambities zoals deze zijn opgenomen in het lopende Uitvoeringsprogramma voor de Regiovisie Noord-Limburg 2040 - de gezondste regio (https://rn-l.nl/publicaties/);
Artikel 3 Toepassingsbereik subsidie/doelgroep
Aanvragen worden getoetst aan de hand van de volgende criteria:
De mate waarin de aanvraag bijdraagt aan één of meer van de lopende uitvoeringsprogramma’s voor de Regiovisie Noord-Limburg 2040 (zoals) gepubliceerd op de website Regio Noord-Limburg 1 (https://rn-l.nl/):
De aanvraag wordt door de hoofdaanvrager van de samenwerkende partijen ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo, als uitvoerder van de subsidieregeling namens de Regio Noord-Limburg. Voor de aanvraag wordt gebruik gemaakt van een daartoe door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo vastgesteld aanvraagformulier.
Artikel 7 Wijze van subsidieverlening
Wanneer het totaalbedrag van de te honoreren aanvragen hoger is dan het vastgestelde subsidieplafond als bedoeld in artikel 16, verleent het college de subsidie in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, tot en met de aanvraag die nog geheel gehonoreerd kan worden, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
Artikel 8 Samenwerkingsverband
De samenwerking van de partijen in het samenwerkingsverband is in een getekende samenwerkingsovereenkomst vastgesteld en voldoet aan in ieder geval de volgende voorwaarden:
Het college toetst de aanvraag op volledigheid. Uitsluitend de binnen het in artikel 6 vastgestelde tijdvak ontvangen en volledige aanvragen worden in behandeling genomen. Er is sprake van een ontvankelijke aanvraag op het moment dat voldaan is aan de hiervoor geldende wettelijke vereisten en alle onder artikel 5 genoemde documenten zijn ontvangen.
Artikel 10 Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden
Artikel 11 Subsidievoorwaarden
Algemene voorwaarden verbonden aan de subsidie:
Binnen drie maanden na verlening van de subsidie wordt gestart met de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend. In het geval van noodzaak van een (omgevings)-vergunning of ander publiekrechtelijk besluit, wordt gestart binnen drie maanden nadat de (omgevings)-vergunning of dat publiekrechtelijk besluit onherroepelijk is.
Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld schriftelijk aan het college.
De subsidieontvanger is verplicht om de risico’s die hij niet zelf kan dragen afdoende te verzekeren. Minimaal geldt een verplichting voor een verzekering tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid en een brand- en inboedelverzekering indien de subsidieontvanger eigenaar is van een accommodatie.
Artikel 12 Aan de subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
Bij de beschikking van het college tot verlening van de subsidie (de verleningsbeschikking) kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, Awb worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel waarvoor de subsidie wordt verleend. In de toelichting bij de verleningsbeschikking wordt dan uiteengezet waarom daartoe wordt overgegaan.
Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding als bedoeld in lid 3 wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen. Daarnaast wordt de vergoeding gerelateerd aan de mate waarin de subsidie heeft bijgedragen aan de vermogensvorming. Indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijk deskundige.
Artikel 14 Subsidiabele kosten
Voor de berekening van de directe loonkosten per uur wordt uitgegaan van het totaal van het bruto loon volgens de loonstaat, de vakantie-uitkering, de niet van winst afhankelijke eindejaarsuitkering of 13e maand, de werkgeverslasten (werkgeversdeel pensioenpremie, WW-premie, WIA/WAO-premie en bijdrage Zorgverzekeringswet) en de overige werkgeverspremies voor werkloosheids- en ziektekostenuitkeringen en een aantal van 1600 productieve uren per jaar bij een voltijdsaanstelling.
Artikel 15 Berekeningswijze subsidie
De subsidie wordt, na toetsing van de aanvraag aan de criteria, per deelnemer bepaald, op basis van de ingediende begroting. De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten berekend conform artikel 14, met dien verstande dat de subsidie niet hoger is dan de maximale subsidie overeenkomstig artikel 25 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (Verordening (EU) 651/2014).
IV Verantwoording en vaststelling
Artikel 18 Aanvraag tot vaststelling
Het college kan besluiten tot het opleggen van de verplichting tot het opleveren van een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijke accountant. De accountant onderzoekt of het activiteitenverslag met het financieel verslag verenigbaar is en onderzoekt tevens de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 19. Vaststelling subsidies
Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in artikel 18 lid 1, is ingediend kan het college de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kan het college overgaan tot ambtshalve vaststelling, eventueel op nihil.
Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling naar het oordeel van het college leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Programma’s kunnen wijzigen bij actualisatie van het Uitvoeringsprogramma. Voor de actuele programma’s wordt verwezen naar Regio Noord-Limburg (https://rn-l.nl/)