Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Barneveld

Beleidsregels eenmalige energietoeslag studenten 2022 gemeente Barneveld

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBarneveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels eenmalige energietoeslag studenten 2022 gemeente Barneveld
CiteertitelBeleidsregels eenmalige energietoeslag studenten 2022 gemeente Barneveld
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35, vierde lid, van de Participatiewet
  3. artikel 35, vijfde lid, van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-09-2023nieuwe regeling

12-09-2023

gmb-2023-414857

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels eenmalige energietoeslag studenten 2022 gemeente Barneveld

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld;

 

gelet op:

  • -

    titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 35, lid 4 en 5, van de Participatiewet;

besluit:

 

vast te stellen de Beleidsregels eenmalige energietoeslag studenten 2022 gemeente Barneveld.

Artikel 1: Definities

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      BRP: de Basisregistratie Personen;

    • b.

      BSN: Burgerservicenummer;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld;

    • d.

      gedeelte referteperiode: een aaneengesloten periode van 3 maanden in de referteperiode;

    • e.

      inkomen: het totaal van het inkomen, bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Barneveld;

    • f.

      peiljaar: 2022;

    • g.

      referteperiode: 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022;

    • h.

      student: de persoon die in de referteperiode of een gedeelte daarvan 21 jaar of ouder en uitwonend was, onderwijs volgde en recht had op studiefinanciering op grond van de Wsf 2000;

    • i.

      wet: de Participatiewet;

    • j.

      Wsf 2000: de Wet studiefinanciering 2000.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2: Doelgroep

  • 1.

    De eenmalige energietoeslag studenten 2022 wordt verleend aan de student die in de referteperiode of een gedeelte daarvan:

    • a.

      beschikte over een BSN;

    • b.

      21 jaar of ouder was;

    • c.

      stond ingeschreven in de BRP op een woonadres in de gemeente Barneveld;

    • d.

      een opleiding volgde en recht had op studiefinanciering op grond van de Wsf 2000;

    • e.

      een energiecontract op eigen naam had op het adres waarvoor hij energietoeslag aanvraagt en waar hij stond ingeschreven in dezelfde periode als waarin hij de studiefinanciering als bedoeld onder d ontving;

    • f.

      een laag inkomen had, en;

    • g.

      niet eerder een eenmalige energietoeslag 2022 heeft ontvangen.

  • 2.

    Onder de doelgroep als bedoeld in het eerste lid valt niet de student die in de referteperiode:

    • a.

      jonger is dan 21 jaar; of

    • b.

      in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel f, van de wet; of

    • c.

      is ingeschreven in de BRP als ingezetene met enkel een briefadres; of

    • d.

      een kostendelende medebewoner van de hoofdbewoner(s) is als bedoeld in artikel 19a van de wet.

Artikel 3: Wijze van toekenning

  • 1.

    De eenmalige energietoeslag 2022 studenten wordt op aanvraag verstrekt.

  • 2.

    Als de student in 2022 een aanvraag heeft ingediend die is afgewezen op grond van student zijn, wordt die aanvraag door het college herbeoordeeld aan de hand van deze beleidsregels.

Artikel 4: Aanvraag

  • 1.

    Studenten kunnen tot en met 15 december 2023 een aanvraag indienen door middel van het daartoe bestemde aanvraagformulier op de website van de gemeente Barneveld.

  • 2.

    De student moet bij de aanvraag in ieder geval de volgende bewijsstukken bijvoegen:

    • a.

      een bewijsstuk dat hij in de referteperiode of een gedeelte daarvan een opleiding volgde en recht had op studiefinanciering op grond van de Wsf 2000;

    • b.

      een bewijsstuk dat hij in dezelfde periode als genoemd onder a een energiecontract op zijn naam en woonadres had staan, en de energiekosten door hem werden betaald;

    • c.

      bankafschriften over dezelfde periode als genoemd onder a;

    • d.

      indien van toepassing: loonstroken over dezelfde periode als genoemd onder a.

Artikel 5: Inkomen en vermogen

  • 1.

    Van een laag inkomen als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder f, is sprake als gedurende de referteperiode het daadwerkelijk beschikbare en in aanmerking te nemen (gezamenlijke) inkomen niet hoger is dan 150% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 2.

    Voor het bepalen van de toepasselijke bijstandsnorm worden als huishoudsamenstellingen onderscheiden:

    • a.

      de alleenstaande;

    • b.

      de alleenstaande ouder;

    • c.

      het gezin;

  • als bedoeld in artikel 4 van de wet.

  • 3.

    Het inkomen wordt berekend overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Barneveld, waarbij eventuele bijdragen van ouders ook als inkomen in aanmerking genomen.

  • 4.

    Voor de toepassing van deze regeling wordt het eventueel aanwezige vermogen buiten beschouwing gelaten.

Artikel 6: Hoogte

De eenmalige energietoeslag studenten 2022 bedraagt:

  • a.

    voor de studenten met een inkomen tot en met 120% van de toepasselijke bijstandsnorm (exclusief vakantiegeld): € 1.300,00;

  • b.

    voor studenten met een inkomen van 121% tot en met 150% van de toepasselijke bijstandsnorm (exclusief vakantiegeld): € 1.000,00.

Artikel 7: Afwijkingsbevoegdheid

Het college handelt in overeenstemming met deze regeling, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze regeling te dienen doelen.

Artikel 8: Inwerkingtreding en vervallen besluit

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie en vervalt op 1 januari 2024.

Artikel 9: Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels eenmalige energietoeslag studenten 2022 gemeente Barneveld.

Aldus vastgesteld op 12 september 2023,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

W. Wieringa

Secretaris

J. van der Tak,

Burgemeester

Toelichting

Algemeen

Met ingang van 15 maart 2022 was het mogelijk om aan een alleenstaande of een gezin bijzondere bijstand te verlenen in de vorm van een eenmalige energietoeslag (artikel 35, lid 4 en 5, van de Participatiewet (hierna: Pw)). Op basis hiervan was het mogelijk om de eenmalige energietoeslag categoriaal als bijzondere bijstand te verstrekken.

 

Naar aanleiding van de wetswijziging heeft de gemeente Barneveld de ‘Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Barneveld’ vastgesteld. Dit beleid is tot stand gekomen op basis van het advies van de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen. Ter bevordering van een uniforme uitvoering van de eenmalige energietoeslag heeft de minister gemeenten geadviseerd om studenten als categorie uit te sluiten van de energietoeslag. Volgens de minister bestond hiervoor een gerechtvaardigde reden. Die reden was volgens de minister dat de woonsituatie van studenten zeer divers is, ook voor wat betreft de energiekosten.

 

De gemeente Barneveld heeft het advies van de minister gevolgd en in de ‘Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Barneveld’ studenten als doelgroep categoriaal uitgesloten. Na de totstandkoming van dit beleid zijn door enkele rechtbanken uitspraken gedaan over de vraag of studenten mogen worden uitgesloten van de categoriale bijstand als het gaat om de eenmalige energietoeslag1. De rechtbanken zitten op de lijn dat door de uitsluiting van studenten een ongerechtvaardigd onderscheid wordt gemaakt.

 

Deze jurisprudentie is voor de gemeente Barneveld aanleiding geweest om opnieuw naar de uitsluiting van studenten voor de eenmalige energietoeslag te kijken. Dit heeft tot deze beleidsregels voor studenten geleid. Hierbij is beoogd meer recht te doen aan de situatie van studenten in 2022. Deze beleidsregels zijn aanvullend op de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Barneveld.

 

Bewust is gekozen voor een eenmalige energietoeslag in 2022 en niet ook 2023. Dit heeft ermee te maken dat er opnieuw een wetsvoorstel is ingediend voor een eenmalige energietoeslag 2023 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 389, nr. 2). In dit wetsvoorstel is voor 2023 ook een regeling specifiek voor studenten opgenomen. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, wordt de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) bevoegd om een tegemoetkoming aan studenten uit te betalen in 2023.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1: Definities

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 2: Voorwaarden

De student moet in de referteperiode minimaal een aaneengesloten periode van 3 maanden een studie hebben gevolgd waardoor recht bestond op studiefinanciering op grond van de Wsf 2000. De studiefinanciering kan hebben bestaan uit een basisbeurs/-lening uitwonend, met een aanvullende beurs en/of een basis/aanvullende lening (zoals bedoeld in artikel 3.1 van de Wsf 2000 zoals dat gold tot en met 31 december 2022). Met de lening wordt niet een levenlanglerenkrediet bedoeld.

 

In dit artikel is bepaald dat de student-aanvrager een energiecontract op zijn naam en woonadres had moeten hebben en dat de energiekosten ook door hem moeten zijn betaald.

 

Artikel 3: Wijze van toekennen

In 2022 heeft een handvol studenten een aanvraag eenmalige energietoeslag 2022 ingediend. Die aanvragen zijn destijds afgewezen omdat zij niet onder de doelgroep vielen omdat zij student waren. Deze aanvragen zullen worden herbeoordeeld. Daarbij wordt beoordeeld of wordt voldaan aan de voorwaarden van deze beleidsregels. Als er gegevens ontbreken die wel nodig zijn om de aanvraag te kunnen beoordelen, zal de desbetreffende student daarvan een bericht ontvangen van de gemeente.

 

Artikel 4: Aanvraag

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 5: Inkomen en vermogen

Inkomensgrenzen toepasselijke bijstandsnormen

De inkomensgrenzen van de toepasselijke bijstandsnormen bedroegen in 2022:

 

Leeftijd 21 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd

Inkomenspercentage

t/m 120%

121 t/m 150%

Per datum

01-01-2022

01-07-2022

01-01-2022

01-07-2022

Alleenstaand

€ 1.244,54

€ 1.256,08

€ 1.555,68

€ 1.570,10

Alleenstaande ouder

€ 1.244,54

€ 1.256,08

€ 1.555,68

€ 1.570,10

Gezin

€ 1.777,92

€ 1.794,40

€ 2.222,40

€ 2.243,00

 

Inkomen

Het inkomen wordt vastgesteld aan de hand van de artikelen 3 en 4 van de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Barneveld. Er kan sprake zijn van verschillende inkomstenbronnen. Hieronder worden enkele inkomstenbronnen nader toegelicht. Andere inkomstenbronnen zijn mogelijk.

 

Inkomen uit studiefinanciering

Het uitgangspunt is dat het inkomen uit studiefinanciering in aanmerking wordt genomen naar het van toepassing zijnde normbedrag voor de kosten van levensonderhoud zoals genoemd in artikel 3.18 van de Wsf 2000. Als een toeslag als bedoeld in artikel 3.5 van de Wsf 2000 van toepassing is, telt ook het bedrag aan toeslag genoemd in artikel 3.18 van de Wsf 2000 mee. Dit volgt uit artikel 33, lid 2, van de Pw en is dwingend recht. Hiervan mag niet worden afgeweken door het college.

 

Dit betekent dat het maximale bedrag voor levensonderhoud dat via DUO kan worden verkregen inclusief de leenmogelijkheid wordt gerekend als inkomen. Het maakt hierbij dus niet uit wat daadwerkelijk door de student wordt ontvangen. Het gaat erom dat een student redelijkerwijs kon beschikken over het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud, ook al ontving hij dit feitelijk niet. Het niet afsluiten van een (aanvullende) lening mag niet worden afgewenteld op de bijstand. De lening in het kader van de studiefinanciering moet volgens vaste jurisprudentie dan ook worden beschouwd als een voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 15 van de Pw.

 

Concreet betekent dit dat bij een aanvraag eenmalige energietoeslag studenten 2022 rekening wordt gehouden met de volgende bedragen in 2022 (die voortvloeien uit artikel 3.18 van de Wsf 2000 en zoals die golden in 2022):

 

Soort onderwijs

Maximale bedrag levensonderhoud per maand in 2022

Toeslag eenoudergezin per maand

mbo

€ 766,06

€ 269,90

hbo

€ 932,87

€ 269,90

wo

€ 932,87

€ 269,90

 

Ook voor een buitenlandse student wordt uitgegaan van de hiervoor genoemde maximale bedragen. Er wordt niet gekeken naar de daadwerkelijk ontvangen buitenlandse studiebeurzen.

 

Inkomen uit werk

Bij het inkomen uit werk wordt rekening gehouden met bijvoorbeeld de inkomsten uit een (bij)baan of een eigen bedrijf. Het eventuele recht op vakantiegeld wordt buiten beschouwing gelaten.

 

Bijdragen ouders

Bijdragen van ouders kunnen in aanmerking worden genomen. Dit kunnen al dan niet structurele bijdragen zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om de situatie dat de ouders de zorgverzekering of bepaalde woonlasten (zoals de huur) van de student betalen. Ook kan het gaan om maandelijkse bijdragen in de vorm van geld.

 

Artikel 6: Hoogte

Voor de inkomensgrenzen van de toepasselijke bijstandsnormen wordt verwezen naar de tabel die in deze toelichting is opgenomen onder ‘Artikel 5: Inkomen en vermogen’.

 

Artikel 7: Afwijkingsbevoegdheid

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 8: Inwerkingtreding en vervallen besluit

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 9: Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.


1

Uitspraken van de Rechtbank Gelderland van 5 augustus 2022 (ECLI:NL:RBGEL:2022:4263), Rechtbank Amsterdam van 14 februari 2023 (ECLI:NL:RBAMS:2023:726), Rechtbank Midden-Nederland van 17 april 2023 (ECLI:NL:RBMNE:2023:1716) en Rechtbank Noord-Nederland van 11 augustus 2023 (ECLI:NL:RBNNE:2023:3366).