Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;
gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Hoogeveen 2021 en titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende:
Subsidieregeling culturele vorming gemeente Hoogeveen 2024-2026
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
- a.
Aanvrager: stichting, vereniging of een collectief zonder winstoogmerk met inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
- b.
Algemeen belang: kernactiviteiten die in het algemeen nuttig, gewenst of nodig worden geacht voor inwoners van de gemeente Hoogeveen;
- c.
Algemene subsidieverordening (ASV): de Algemene subsidieverordening gemeente Hoogeveen 2021;
- d.
Amateurkunsteducatie: educatie van amateurkunstenaars die kunstactiviteiten niet beroepsmatig en in de vrije tijd beoefenen;
- e.
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- f.
College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;
- g.
Culturele vorming: kunstactiviteiten die niet beroepsmatig worden beoefend betreffende de disciplines: muziek, muziektheater, dans, theater, beeldende kunst, audiovisueel en fotografie, nieuwe media, literatuur en mengvormen (interdisciplinaire cross-overs) van deze disciplines;
- h.
Doorlopende leerlijn: een uitwerking van het beoogde leerproces waarbij wordt aangegeven hoe de beoefenaars van een beginnersniveau tot hogere niveaus komen;
- i.
Hafabra: Harmonie, fanfare en brassband;
- j.
Professionele docenten: docenten die een relevante kunstvakopleiding op minimaal mbo-niveau met een goed gevolg hebben afgerond of autodidacten die op basis van kennis en ervaring (minimaal 3 jaar) kunnen aantonen op professionele wijze les te kunnen geven en over een VOG beschikken.
Artikel 2 Subsidiedoelstelling
Het college wil ervoor zorgen dat Hoogeveen een inclusieve en toegankelijke gemeente is, waarin iedereen de kans krijgt zijn talent te ontwikkelen en zich artistiek en creatief te ontplooien. Een stevige keten van cultuureducatie, amateurkunst(educatie), talentontwikkeling en professionele praktijk past hierbij. Met deze subsidieregeling wil de gemeente een gevarieerd aanbod van amateurkunsteducatie voor inwoners van de gemeente Hoogeveen realiseren dat aansluit bij de ambities zoals opgenomen in de gemeentelijke cultuurvisie 2021 - 2025.
Artikel 3 Eisen aan de aanvrager subsidie
Aanvrager dient aan alle volgende eisen te voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie binnen deze regeling;
- a.
De aanvrager dient met haar culturele vormingsactiviteiten het algemeen belang;
- b.
De aanvrager heeft aantoonbare kennis van en ervaring met culturele vorming;
- c.
Bij de aanvrager zijn meerdere docenten op het gebied van culturele vorming, middels een dienstverband of werkzaam in opdracht van de aanvrager, betrokken. De aanvrager kan zorgdragen voor vervanging bij uitval en tijdelijke afwezigheid;
- d.
De aanvrager werkt uitsluitend met professionele docenten of met aan een kunstvakopleiding afgestudeerde docenten met minder dan drie jaar ervaring en stagiaires;
- e.
De aanvrager kan aannemelijk maken dat gezorgd wordt voor scholing van docenten, intervisie met andere docenten en een veilige omgeving voor docenten en cursisten;
- f.
De aanvrager streeft ernaar de Code Cultural Governance, de Code Diversiteit & Inclusie en de Fair Practice Code toe te passen.
Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond
- 1.
De looptijd van deze regeling betreft de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026. Voor de looptijd van deze subsidieregeling is een subsidieplafond vastgesteld. Voor de beleidsdoelstelling culturele vorming is een bedrag beschikbaar gesteld van € 100.500,- per kalenderjaar. Van dit bedrag zijn voor de volgende activiteiten de volgende subsidieplafonds vastgesteld:
- a.
culturele vormingsaanbod subsidieplafond van maximaal € 25.000,-;
- b.
Huisvesting subsidieplafond van maximaal € 48.000,-;
- c.
Hafabra subsidieplafond maximaal € 27.500,-.
- 2.
De uitbetaling van het toegekende subsidiebedrag zal jaarlijks uiterlijk 31 januari van ieder kalenderjaar worden uitbetaald.
- 3.
De subsidieplafonds genoemd in de lid 1a tot en met c zijn exclusief eventuele indexatie. Deze worden in de gemeentelijke begroting 2024, 2025 en 2026 vastgesteld.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
In het kader van de subsidie culturele vorming subsidieert het college de volgende activiteiten:
- a.
Het ontwikkelen, realiseren en uitvoeren van aanbod op het gebied van culturele vorming, verzorgd door professionele docenten in één van de kunstdisciplines: muziek, muziektheater, dans, theater, beeldende kunst, audiovisueel en fotografie, nieuwe media, literatuur en mengvormen (interdisciplinaire cross overs) van deze disciplines dat uitgevoerd wordt in de kalenderjaren 2024 – 2026 en bijdraagt aan een doorlopende leerlijn binnen het aanbod. Binnen het werkveld, zoals intervisie, het gezamenlijk ontwikkelen van doorlopende leerlijnen en/of gezamenlijke publiciteit en de aanjaagfunctie talentontwikkeling vanuit de uitvoeringsagenda cultuur, gericht op de periode 2024 - 2026.
- b.
Het huren van ruimte voor culturele vormingsactiviteiten als bedoeld in lid a, onder leiding van professionele docenten in de hierboven genoemde kunstdisciplines, voor de kalenderjaren 2024, 2025 en 2026.
Artikel 6 Subsidieaanvraag
- 1.
De subsidieaanvraag moet voldoen aan de volgende eisen:
- a.
- b.
De behoefte aan subsidiëring en de hoogte van de gevraagde subsidie kan aannemelijk gemaakt worden. Daarbij wordt uitgelegd waarom er sprake is van een onrendabele top (hogere kosten dan opbrengsten). De onrendabele top kan incidenteel (eenmalige opstartkosten/investeringen) en/of structureel zijn;
- c.
Een aanvraag moet bestaan uit een aanvraagformulier voor een incidentele subsidie aangevuld met een compleet activiteitenplan waarin een omschrijving van de activiteiten aan de hand van de beoordelingscriteria uit artikel 7 is opgenomen en met een sluitende begroting;
- d.
De aanvraag bevat, waar mogelijk, een vastgestelde jaarrekening van het meest recente kalenderjaar;
- e.
De aanvraag is gericht op de uitvoeringsperiode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026;
- f.
De aanvraag moet worden ondertekend door de daartoe rechtmatige vertegenwoordiger van de rechtspersoon.
- 2.
Indien niet wordt voldaan aan de in het eerste lid genoemde eisen, kan de aanvraag, nadat herstel verzuim is geboden en de termijn van herstel ongebruikt is verstreken, buiten behandeling worden gesteld.
Artikel 7 Beoordeling subsidieaanvraag
- 1.
De aanvragen worden door een commissie bestaande uit minimaal twee ambtenaren, waaronder de beleidsadviseur cultuur of diens vervanger, beoordeeld.
- 2.
De aanvragen worden getoetst op de in lid 3 genoemde subcriteria waarbij de puntverdeling als volgt is.
- a.
0 punten als niet aan het subcriterium is voldaan;
- b.
0,5 punten als deels aan het subcriterium is voldaan;
- c.
1 punt wanneer volledig aan het subcriterium is voldaan.
- 3.
Om voor een subsidie in aanmerking te kunnen komen is een minimum aantal punten van 16 vereist. Indien het beschikbare budget dat per kalenderjaar beschikbaar is wordt overvraagd zal op basis van de score worden bepaald welke aanvragen worden gehonoreerd. Bij een status quo worden de aanvragers uitgenodigd voor een toelichtend gesprek over de ingediende aanvraag in relatie tot de gestelde criteria. Op basis van de inhoud van dit gesprek wordt de definitieve toekenning bepaald.
- 4.
De criteria zijn:
- a.
Kwaliteit
De basis voor de beoordeling op kwaliteit is de door de aanvrager verstrekte informatie van het activiteitenplan. De aanvraag wordt binnen dit criterium beoordeeld op:
- I.
Een duidelijke ambitie en uitgewerkte visie op het gebied van culturele vorming en samenwerking met partners.
- II.
Een uitgewerkte visie op en plan van aanpak rondom diversiteit en inclusie.
- III.
Vakmanschap en professionaliteit, mede door toevoeging van korte curriculum vitaes.
- IV.
Mate waarin er sprake is van samenwerking met andere aanbieders ten behoeve van de doorlopende leerlijn en gezamenlijke promotie.
- V.
Mate waarin er samenhang is in het aanbod (doorlopende leerlijn met mogelijkheden voor doorontwikkeling).
- b.
Beschrijving van het aanbod
- I.
Aantal contacturen tussen docent en cursist(en)/deelnemer(s).
- II.
Type en vorm van de activiteit(en).
- III.
Discipline(s), interdisciplinair, cross-over.
- c.
Betekenis voor de gemeente
De basis voor de beoordeling op ‘betekenis voor de gemeente’ is de door de aanvrager verstrekte informatie van het activiteitenplan. De aanvraag wordt beoordeeld op:
- I.
Beschrijving van relatie met overig gemeentelijk beleid, in het bijzonder op het terrein van het sociaal domein.
- II.
Beschrijving van samenwerking met partners (op welk gebied, vorm en intensiviteit).
- III.
Toelichting op wijze waarop de aanvrager betaalbaarheid van het aanbod voor doelgroepen waarborgt.
- IV.
Motivatie keuze voor locatie(s) (in verband met fysieke toegankelijkheid).
- V.
Onderscheidenheid (is het te subsidiëren totaalaanbod onderscheidend ten opzichte van hetgeen reeds binnen de gemeente Hoogeveen wordt aangeboden op het gebied van culturele vorming?)
- d.
Cultureel ondernemerschap
Hierbij gaat het om het vermogen om de voorgestelde plannen professioneel uit te voeren. De basis voor de beoordeling op ‘cultureel ondernemerschap’ is de door de aanvrager verstrekte informatie in het activiteitenplan. De aanvraag wordt beoordeeld op:
- I.
Beschrijving van het cultureel ondernemerschap.
- II.
Beschrijving van de opbouw van de organisatie, de bedrijfsvoering, de verdeling van taken en de gehanteerde governance structuur.
- III.
Beschrijving van de doelgroep en het gewenste aantal deelnemers.
- IV.
Planning van de activiteiten, inclusief startdatum activiteiten.
- V.
Beschrijving van de wijze waarop de aanvrager zich ervan heeft vergewist dat er voldoende vraag naar de activiteiten is bij de beoogde doelgroep.
- VI.
Beschrijving van werving van en communicatie met cursisten/deelnemers.
Binnen het criterium ‘cultureel ondernemerschap’ zullen ook de ingediende begroting, dekkingsplan en toelichting daarop worden beoordeeld:
- a.
Is de begroting sluitend?
- b.
Is er een goed onderbouwde toelichting op de begroting en de subsidiebehoefte?
- c.
Kan de aanvrager aantonen dat er – naast de gevraagde subsidie – voldoende middelen zijn om de aangegeven activiteiten uit te voeren?
- e.
Bereik
Na de individuele beoordeling van de aanvragen op bovenstaande drie criteria, wordt een integrale afweging gemaakt om te komen tot een divers, samenhangend en pluriform aanbod in de gemeente dat een meerwaarde heeft ten opzichte van hetgeen reeds in Hoogeveen aangeboden wordt op het gebied van culturele vorming. Deze integrale beoordeling geschiedt op basis van de volgende criteria:
- I.
Bereik en/of toegankelijkheid voor een brede groep inwoners.
- II.
Differentiatie en pluriformiteit (verdeling over disciplines en interdisciplinair aanbod, aandacht voor talentontwikkeling).
- III.
Geografische spreiding van het verschillende aanbod over de gemeente. Het gaat om een gevarieerd en over verschillende dorpen gespreid cultureel vormingsaanbod.
Artikel 8 Besluitvorming
- 1.
Alle aanvragen worden getoetst aan de formele vereisten en voorwaarden zoals deze zijn opgenomen in de Awb en de ASV. Bij het niet voldoen van deze voorwaarden wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
- 2.
Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van een volledige aanvraag van de in artikel 6, sub a genoemde termijn.
- 3.
Het college kan de genoemde termijn in artikel 8, lid 2 met ten hoogste vier weken verlengen. De verlenging wordt schriftelijk aan de aanvrager bekend gemaakt.
- 4.
Tijdens de behandeling van de aanvraag wordt geen inhoudelijke informatie gegeven behalve op verzoek van de aanvrager over de voortgang.
Artikel 9 Weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de Algemene Subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:
- a.
De aangeboden activiteiten strijdig zijn met de wet, algemeen belang of openbare orde of niet voldoen aan de beleidsdoelstellingen zoals neergelegd in artikel 2 van deze regeling;
- b.
De aangeboden activiteiten een commercieel doel nastreven;
- c.
De aanvraag niet tijdig is ingediend;
- d.
De aanvrager niet bevoegd is tot het indienen van een aanvraag op basis van deze regeling;
- e.
minder dan 16 punten zijn toegekend zoals neergelegd in artikel 7 van deze regeling;
- f.
Niet aan de eisen wordt voldaan zoals neergelegd in artikel 3 van deze regeling;
- g.
De subsidiabele activiteiten niet gericht zijn op de inwoners van de gemeente Hoogeveen;
- h.
De uit te voeren activiteiten niet op 2 januari 2024 starten en eindigen op 31 december 2026.
Artikel 10 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
Artikel 11 Inwerkingtreding
- 1.
Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.