Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Staphorst

Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStaphorst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2022
CiteertitelUitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-09-2023nieuwe regeling

14-12-2021

gmb-2023-409995

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2022

 

1. Inleiding

Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2022 van de gemeente Staphorst. Het uitvoeringsprogramma omschrijft de voorgenomen gemeentelijke activiteiten op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op het gebied van de fysieke leefomgeving (o.a. bouwen, RO, milieu en APV). Dit uitvoeringsprogramma is een afgeleide van het VTH Beleidsplan Fysieke leefomgeving 2021. Voor een goede borgingscyclus moet het beleid in jaarlijkse programma’s worden uitgewerkt.

 

Het wettelijke kader van het programma is gelegen in hoofdstuk 5 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) waarin de kwaliteitseisen voor uitvoering en handhaving zijn opgenomen. Daarnaast gelden hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en hoofdstuk 10 van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Hierin wordt voorgeschreven dat uitvoerings- en handhavingsbeleid jaarlijks in een uitvoeringsprogramma moet worden uitgewerkt (artikel 7.3 Bor).

De Wabo bepaalt in artikel 5.3 dat bij Algemene Maatregel van bestuur (AMvB) regels worden gesteld in het belang van een doelmatige handhaving. Deze AMvB is het Bor. Op grond van artikel 7.3 van het Bor werken burgemeester en wethouders het handhavingsbeleid jaarlijks uit in een uitvoeringsprogramma waarin wordt aangegeven welke van de voorgenomen activiteiten in het komende jaar worden uitgevoerd en welke niet. Het programma voor de uitvoering van de handhaving vormt het hart van de cyclus. Dit programma komt voort vanuit de prioriteiten en doelen en daarbij gehanteerde strategie. Het programma wordt jaarlijks vastgesteld door het college. Wat volgt uit het programma is de monitoring en de evaluatie. De verbetermaatregelen die voortkomen vanuit de evaluatie worden gebruikt als aanscherping en verbetering van de prioriteiten. Dit maakt de cyclus van handhaving. De gemeenteraad kan B&W controleren via deze cyclus. De cyclus wordt ook wel vormgegeven via de Big-8:

 

 

Omdat niet alle taken door de eigen organisatie kunnen worden uitgevoerd (vanwege de eisen uit kwaliteitscriteria), is ook de inzet van externe partners inzichtelijk gemaakt.

 

Integraal werken

De gemeente Staphorst werkt bij haar VTH taken integraal. Dit betekent dat zij per dossier:

  • intern met verschillende disciplines samenwerkt;

  • extern met verschillende partijen samenwerkt;

  • waarbij zij van begin tot eind de regie voert binnen het dossier.

Bij de handhaving vertaalt het integraal werken zich door in casemanagement. Dit houdt in dat er één behandelaar is per dossier, die onder andere de kennis van verschillende disciplines samenbrengt, de termijnen bewaakt en het aanspreekpunt is.

Bij crisis situaties in de fysieke leefomgeving en op gemeentelijk niveau, te weten crisissituaties, is er een gemeentelijk crisisteam. Dit team werkt nauw samen met externe partijen als de politie en de brandweer.

 

Terugblik 2021

Het jaar 2021 is een bijzonder jaar geweest gelet op COVID-19. Dit heeft ook gevolgen gehad voor bepaalde werkzaamheden. Evenementen hebben veelal niet kunnen plaatsvinden, de cijfers hiervan zullen worden verwerkt in het jaarverslag. Deze uren zijn besteed aan vergunningverlening bouw.

In 2021 hebben er geen werkzaamheden stil gelegen gelet op COVID-19. In 2021 hebben wij ons voorbereid op de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging (Wkb).

 

1.1 Lokale prioriteiten en doelen

De afgelopen jaren waren de uit te voeren werkzaamheden onvoldoende in balans met de beschikbare capaciteit. Hierdoor ontstonden achterstanden en/of konden bepaalde werkzaamheden niet worden uitgevoerd, steekproefsgewijs of beperkte diepgang.

1.1.1 Doelen

  • Het minimale kwaliteitsniveau van de uitvoering van de VTH-taken, zoals opgenomen in het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de kwaliteitscriteria 2.2 is vastgelegd en geborgd;

  • Het realiseren van een klantgerichte en digitale dienstverlening met duidelijke en heldere procedures om te komen tot efficiëntere en eenvoudigere werkprocessen;

  • Evaluatie EPOS;

  • Kritische beoordeling van evenementenvergunningen op veiligheid;

  • Terugbrengen permanente bewoning vakantieparken;

  • Onderzoeken in hoeverre er sprake is van illegale inwoning;

  • VTH afstemmen op Wkb en de Omgevingswet.

Hierboven genoemde doelen sluiten aan bij de problematiek op basis van ervaring welke genoemd zijn in het Beleidsplan 2021. Middels deze doelen werken wij aan de volgende aandachtspunten conform het beleidsplan:

  • Toezicht en handhaving illegale bewoning;

  • Evenementen;

  • Toezicht en handhaving illegale bebouwing en strijdig gebruik bestemmingsplan

Het minimale kwaliteitsniveau van de uitvoering van de VTH-taken, zoals opgenomen in het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de kwaliteitscriteria 2.2 is vastgelegd en geborgd

In het beleidsplan is uitvoerig beschreven in hoeverre wij kunnen voldoen aan de Kwaliteitscriteria 2.2. Een juiste uitvoering van de kwaliteitscriteria is voor de Gemeente Staphorst niet mogelijk. Om hier aan te voldoen zou er structurele formatie moeten worden vrijgemaakt voor werkzaamheden die vrijwel niet voorkomen. Middels het opleidingsplan gaan wij waar nodig sturen op de ontwikkeling van de medewerkers.

 

Het realiseren van een klantgerichte en digitale dienstverlening met duidelijke en heldere procedures om te komen tot efficiëntere en eenvoudigere werkprocessen

In het beleidsplan is opgenomen dat wij de dienstverlening gaan monitoren. Om tot genoemde streefwaarden te komen zal een doorontwikkeling van de medewerkers van het Omgevingsplein nodig zijn. Er zal een plan van aanpak worden opgesteld voor de doorontwikkeling van het Omgevingsplein. In het plan van aanpak zullen korte en lange termijn acties in worden verwerkt. De korte termijn acties worden in 2022 uitgevoerd. Daarnaast gaan wij de medewerkers ontwikkelen zodat zij zijn voorbereid op de inwerkingtreding van de Omgevingswet en Wet Kwaliteitsborging.

 

Evaluatie EPOS

De evaluatie EPOS is uitgevoerd, de gemeenteraad heeft hier kennis van genomen. De evaluatie is met behulp van ketenpartners en professionals breed opgepakt. De aanbevelingen, die uit de evaluatie zijn voortgekomen zijn in de tweede helft van 2021 opgepakt.

 

Kritische beoordeling van evenementenvergunningen op veiligheid

Een C-evenement is een risico-evenement en kan o.a. qua omvang, geluidsproductie of eindtijd voor overlast zorgen in de directe omgeving. Het is van groot belang de aanvragen voor een C- evenement zorgvuldig te behandelen. Een C-evenement wordt daarom altijd voorgelegd aan de Veiligheidsregio en de politie. Een B-evenement kan enigszins belastend zijn voor haar omgeving en kan ook qua omvang, geluidsproductie of eindtijd voor overlast zorgen in de directe omgeving. De vooraf ingeschatte risico’s bij een B-evenement zijn echter lager dan bij een C-evenement. De B-evenementen worden standaard getoetst op compleetheid, overlast beperkende maatregelen en veiligheid. Komende periode willen wij de B-evenementen kritischer gaan beoordelen, deze evenementen gaan daarom ook via LiveEvents worden uitgezet bij de Veiligheidsregio. De doorlooptijden mogen hierdoor niet vertragen derhalve zullen wij dit monitoren. De processen van de evenementenvergunningen gaan in PB2020 worden geplaatst zodat wij de doorlooptijden kunnen monitoren. Het evenementenbeleid is in 2021 aangepast.

 

Terugbrengen permanente bewoning vakantieparken

Begin 2019 is er een regionaal onderzoek gestart naar wat nodig is om de vitaliteit van de vakantieparken te herstellen. Het versterken van de vitaliteit van de vakantieparken is ook een doelstelling vanuit de Omgevingsvisie. Door toezicht op de verschillende parken is de indruk ontstaan dat er permanente bewoning is op de vakantieparken en daarnaast is er toename van handhavingsverzoeken. Begin 2021 is de gebiedsvisie revitalisering vakantieparken opgeleverd. Op basis van deze gebiedsvisie wordt een plan van aanpak opgesteld. In het plan van aanpak kan dan naar voren komen of er sprake is van permanente bewoning en hoe wij daarop willen inzetten. Binnen de huidige capaciteit is er geen ruimte voor handhaving op permanente bewoning, de gemeenteraad is daarom gevraagd om incidenteel budget beschikbaar te stellen voor 2022 en 2023. Dit is toegekend door de gemeenteraad.

 

Onderzoeken in hoeverre er sprake is van illegale inwoning

Bij vergunningaanvragen en met toezicht werkzaamheden wordt weleens geconstateerd dat er sprake is van illegale inwoning. Komende jaren willen wij daarom onderzoeken in hoeverre er nog sprake is van illegale inwoning en wat voor neveneffecten dit heeft. Alvorens wij overgaan tot voorlichting of eventueel handhavend optreden hebben wij eerst de interne werkprocessen moeten optimaliseren. Dit ter voorkoming en terugbrengen van illegale situaties. In samenwerking met de collega’s WOZ/BAG hebben wij een inventarisatie gemaakt. De betreffende adressen worden gecontroleerd door de toezichthouders.

 

VTH afstemmen op Wkb en de Omgevingswet

Op 1 juli 2022 treedt de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging (Wkb) in werking. Om ervoor te zorgen dat dit gaat slagen zullen wij de nodige voorbereidingen moeten treffen. Wij hebben een impactanalyse uitgevoerd voor de Wkb, op basis hiervan kan worden bepaald wat voor gevolgen dit met name voor de toezichtzaken heeft. Bij de omgevingsvergunningen zullen deze gevolgen minimaal zijn.

Voor de Omgevingswet zijn inmiddels de nodige projectgroepen gestart voor o.a. het proces voor de omgevingsvergunningen, toepasbare regels, omgevingsplan en het DSO. Daarnaast zullen de medewerkers trainingen/cursussen gaan volgen om voorbereid te zijn op de Omgevingswet en wordt extra personeel geworven om de medewerkers de ruimte te geven om de omgevingswet binnen Staphorst te implementeren.

1.1.2 Vergunningverlening

In ons beleidsplan Fysieke leefomgeving 2021 zijn de prioriteiten voor vergunningverlening gesteld op snelle vergunning verlening bij een CPOS 2 aanvraag en het informeel begeleiden van initiatiefnemers naar een ontvankelijke aanvraag en het volgen van de juiste procedure. Door het efficiënt inrichten van processen en het inzetten van ruimtecoaches willen we invulling geven aan deze prioriteiten.

 

Waar het ruimtelijke procedures betreft wordt gewerkt met een Quick Scan (QS) waar de Omgevingskamer (OK) een advies over uitbrengt aan het college van burgemeester en wethouders. Na besluitvorming hierover door het college weet de initiatiefnemer al voordat er een formele aanvraag behoeft te worden ingediend, of deze een kans van slagen heeft.

 

Om de initiatiefnemer te ondersteunen in zijn/haar aanvraag wordt gewerkt met door de gemeente erkende professionals (Collectief Professionals Omgevingsrecht Staphorst afgekort CPOS). Dit is een lijst van adviseurs, projectontwikkelaars, aannemers etc. die door aanvragers kunnen worden ingeschakeld. Vermelding op de lijst biedt voor de aanvrager dat geen extra leges betaald behoeven te worden en een snellere behandeling. Met deze maatregelen wordt een adequate vergunningverlening (in ieder geval binnen de wettelijke termijnen van 8 of 26 weken maar waar mogelijk sneller) gerealiseerd. Overigens blijft uiteraard de mogelijkheid bestaan Quick Scans en aanvragen in te dienen zonder tussenkomst van een CPOS-professional.

 

Vanwege CPOS zullen de erkende professionals die zich hebben bewezen in deskundigheid en het volgen van de juiste procedurele stappen in aanmerking komen voor verkrijgen van een “balievergunning” (vergunning die binnen 72 uur na indiening van de aanvraag wordt verleend). Van deze professionals zal achteraf steekproefsgewijs nog 1 op de 3 aanvragen worden getoetst.

 

Bouw

Vergunningverlening bouw is een wettelijke taak. Bovenop het wettelijk minimum zijn geen aanvullende prioriteiten gesteld. De ervaringen van de afgelopen jaren heeft ons geleerd dat standaard (externe) toetsing van constructieve gegevens en uitgangspunten en berekeningen bouwfysica (EPC en luchtdoorlatendheid, ventilatie, daglicht en energieprestatie) geen bijzonderheden hebben laten zien.

 

De kwaliteit van de aangeleverde berekeningen heeft ons het vertrouwen gegeven om bij toetsing van aanvragen de onderstaande werkwijze te hanteren:

 

Toetsing constructieve gegevens

Situatie

Geen CPOS/CPOS cat. 1

CPOS cat. 2

Eenvoudig

Geen toetsing

Geen toetsing

Complex

Extern getoetst op constructieve veiligheid.

1 op 3 aanvragen wordt getoetst, waarbij alleen complexere aanvragen extern worden getoetst op constructieve veiligheid.

 

Toetsing uitgangspunten en berekeningen bouwfysica

Situatie

Geen CPOS/CPOS cat. 1

CPOS cat. 2

Eenvoudig

Geen toetsing

Geen toetsing

Complex

In situaties waar het aannemelijk is dat personen langer dan 2 uur in een gebouw verblijven wordt getoetst op de uitgangspunten en berekeningen bouwfysica.

1 op 3 aanvragen wordt getoetst, waarbij alleen situaties waar het aannemelijk is dat personen langer dan 2 uur in een gebouw verblijven worden getoetst op de uitgangspunten en berekeningen bouwfysica.

Mede door de positieve resultaten van de uitgevoerde externe toetsing wordt het risico van deze verminderde toetsing van constructieve gegevens en toetsing op uitgangspunten en berekeningen bouwfysica als laag geschat.

 

APV en bijzondere wetten

Voor toestemmingen (ontheffing/vergunning) op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) en bijzondere wetten zoals de Alcoholwet (hierna: AW) zijn binnen het vergunningverlening proces over het algemeen geen prioriteiten vastgelegd. De aanvragen worden conform de wettelijke kaders en de hieraan verbonden beleidsstukken behandeld. Ten aanzien van een aanvraag om evenementenvergunning geldt echter wel een zekere prioritering. Met name bij B- en C- evenementen wordt extra getoetst op de openbare orde en veiligheidsaspecten. Sinds eind 2016 wordt hierbij gebruik gemaakt van het web portal LiveEvents. LiveEvents is het digitale platform van de Veiligheidsregio IJsselland waarin de veiligheidsregio, hulpverleningsdiensten en gemeenten op een eenduidige wijze centraal samenwerken ten aanzien van advisering bij evenementen. Het aanvraagformulier van de gemeente Staphorst is gebaseerd op de vragenlijsten in LiveEvents. Als de vragenlijsten in LiveEvents ingevuld zijn komt daar een puntentotaal uit en daarmee wordt de risicoclassificatie bepaald (A-evenementen: tot 20 punten, B-evenementen: tot 30 punten, C-evenementen (vanaf 30 punten). Daarnaast is het ook mogelijk dat waar uit de risicoclassificatie een B- evenement komt, dit wordt opgewaardeerd tot een C-evenement, door bepaalde risicofactoren bij het evenement of omdat in het verleden gebleken is dat dit noodzakelijk is.

 

Het evenementenbeleid is geactualiseerd, waarbij gewerkt wordt met de onderstaande categorieën.

  • A-

    evenementen met weinig tot geen risico.

  • B-

    (matig) risicovolle evenementen.

  • C-

    (zeer) risicovolle evenementen.

Onder de A-evenementen vallen ook de meldingsplichtige kleine evenementen met minder dan 100 bezoekers.

 

In 2021 heeft een heroriëntatie plaatsgevonden van de afhandeling van taken met betrekking tot vergunningen/ontheffingen op het gebied van APV en bijzondere wetten. Middels het verschuiven van werkzaamheden binnen het team is er ruimte ontstaan om een vergunningverlener evenementen aan te trekken.

 

Milieu

Vergunningverlening milieu is een wettelijke taak. Bovenop het wettelijk minimum zijn geen aanvullende prioriteiten gesteld. De voorbereiding en advisering rondom milieu besluiten worden vanaf 1 januari 2018 door de Omgevingsdienst IJsselland (OD) uitgevoerd. Conform de afspraken met de OD zal de gemeente Staphorst zorgdragen voor het opstellen van een integraal besluit en hierover communiceren met haar inwoners en bedrijven.

 

Brandveiligheid

De Veiligheidsregio IJsselland (VR) is onze partner op het gebied van de advisering over brandveiligheid. Op het gebied van brandveiligheid is er een onderscheid gemaakt tussen eenvoudige en complexe situaties. Waar voorheen de brandweer alle situaties beoordeelde, richt de VR zich alleen op de advisering van complexe situaties. Via de bijgevoegde link naar ons Omgevingsplein is te zien in welke situaties de VR ons adviseert.

www.staphorst.nl/document.php?m=49&fileid=174500&f=c801d85264cdd44e1383ce91d057dcac&attachment=1&c=201995

 

Voor de eenvoudige situaties beoordeelt de gemeente zelf de situatie op brandveiligheid. Deze werkzaamheden zijn ondergebracht bij de allround vergunningverlener. Waar er toch behoefte is aan specifiekere kennis wordt er opgeschaald naar de VR. Daarnaast is in de begroting budget beschikbaar gesteld om specialistische kennis in te huren als daar behoefte aan is.

 

In het kader van EPOS zijn met de VR afspraken gemaakt over de advisering over brandveiligheid bij omgevingsvergunningen. CPOS professionals (CPOS cat. 1 en 2) gaan voorafgaand aan het indienen van de aanvraag, bij de VR langs voor een goedkeuring van de plannen. Hierdoor kan bij het indienen van een EPOS aanvraag snel worden getoetst of wordt voldaan aan brandveiligheid en daarmee de vergunning worden verleend.

1.1.3 Toezicht en handhaving

In ons beleidsplan Fysieke leefomgeving 2021 zijn de prioriteiten voor toezicht en handhaving gesteld op:

  • de gemeente communiceert en voorlichting geeft over relevante wet- en regelgeving; en

  • de gemeente maatschappelijke controle stimuleert.

Risicoanalyse

Een risicoanalyse is een belangrijk onderdeel van het adequate toezicht- en handhavingsproces. Een risicoanalyse is bedoeld om inzicht te geven waar met behulp van toezicht winst te boeken is in het verder terugdringen van risico’s. De risicoanalyse voor Bouw, RO en APV/bijzondere wetten is in het Beleidsplan fysieke leefomgeving 2021 opgenomen. In 2022 wordt er in de regio een nieuwe risicoanalyse opgesteld. Voor het milieu wordt verwezen naar de risicoanalyse van de OD.

 

Naast de genoemde generieke prioriteiten wordt hierna per vakgebied een specifieke toelichting gegeven.

 

Bouwen, sloop, monumenten en ruimtelijke ordening

De prioriteiten voor toezicht bouwen en ruimtelijke ordening vloeien voort uit de risicoanalyses en het Integraal Toezicht Protocol (ITP). Het ITP is een Excel-bestand waarmee de werkzaamheden die op het gebied van toezicht bouw en sloop worden gedefinieerd en uitgevoerd. Daarbij wordt duidelijk welke capaciteit nodig is en hoe de formatie wordt ingezet. De risicoanalyses en het ITP zijn weergeven in bijlage 2 (Risicoanalyse module bouwen), bijlage 3 (Risicoanalyse module ruimtelijke ordening) en bijlage 5 ( ITP).

 

Dit betekent dat er keuzes zijn gemaakt (om bepaalde taken minder intensief, geografisch/gebiedsgericht op te pakken of op basis van een ‘piepsysteem’ te controleren). De wijze waarop het toezicht wordt ingezet, hangt hier van af. Deze keuzes zijn met dit uitvoeringsprogramma voor dit jaar bestuurlijk vastgesteld. Het toezicht op monumenten (en indien van toepassing bestemmingsplannen) wordt gecombineerd met het reguliere toezicht tijdens de bouw. Voor de handhaving ruimtelijke ordening is een risicoanalyse en prioritering opgesteld. Deze is zowel ambtelijk als bestuurlijk besproken.

 

APV en bijzondere wetten

Voor wat betreft het stellen van prioriteiten van toezicht op de naleving van de regels gesteld in de APV, de Afvalstoffenverordening (hierna: ASV) en de AW wordt gebruik gemaakt van de risicoanalyse te vinden onder bijlage 4 (Risicoanalyse module openbare orde en bijzondere wetten). Sinds 2020 heeft de Gemeente Staphorst een BOA. De BOA richt zit op overlast in de openbare ruimte. Naast waarschuwen heeft de BOA ook de bevoegdheid om strafrechtelijk op te treden.

 

Milieu

Voor de milieutaken is niet de gemeente maar de OD verantwoordelijk voor de uitvoering. Hiervoor is een apart uitvoeringsprogramma opgesteld. Te samen met de jaaropdracht is dit het takenpakket wat de OD voor de gemeente Staphorst uitvoert. Het uitvoeringsprogramma van de OD en de jaaropdracht waren ten tijde van het vaststellen van het gemeentelijk uitvoeringsprogramma nog niet beschikbaar, deze worden op een later moment aan het college worden aangeboden en toegevoegd aan het programma. Qua prioritering wordt geanticipeerd op het regionale VTH beleidsplan voor het milieu (BTP+ taken) welke in 2020 is vastgesteld.

 

Brandveiligheid

De VR is onze partner als het gaat om expertise op het gebied van brandveiligheid. De VR controleert alleen complexe gebruikssituaties en brengt hierover advies uit aan de gemeente. Voor het toezicht op de eenvoudige situaties beoordeelt de gemeente zelf de situatie op brandveiligheid. Deze werkzaamheden zijn ondergebracht bij toezicht bouw. Waar er toch behoefte is aan specifiekere kennis wordt er opgeschaald naar de VR. Daarnaast is in de begroting budget om specialistische kennis in te huren als daar behoefte aan is.

 

1.2 Ontwikkelingen in 2022

Programma verbeteren datakwaliteit

 

Met het programma datakwaliteit worden verbeteringen in de werking van IJVI/JOIN en diverse randactiviteiten gerealiseerd die bijdragen aan het borgen van de kwaliteit van de data binnen het domein van de fysieke leefomgeving. Met als uiteindelijk doel de geleverde producten voor inwoners en het bedrijfsleven eenduidig en eenvoudiger te ontsluiten ter voorbereiding op de DSO.

 

De gemeente Staphorst heeft het afgelopen jaren gewerkt aan een stabiele informatieketen tussen enerzijds de Omgevingsdienst en anderzijds de gemeente Staphorst. Hierbij zijn de onderstaande producten opgeleverd:

  • 1.

    Zaken uit het oude zakenboek van JOIN zijn geconverteerd naar het zakenboek waarmee IJVI gekoppeld is;

  • 2.

    Er zijn handleidingen opgesteld om te kunnen werken met powerbrowser;

  • 3.

    Veeggegevens zijn succesvol hersteld nadat eerdere conversies niet het gewenste resultaat opleverden;

  • 4.

    Voor Powermobiel zijn trainingen geweest welke gevolgd zijn door de toezichthouders.

Met het opstellen van het jaarverslag fysieke leefomgeving 2019 bleek dat de data in IJVI ons niet in staat stelt de juiste inzichten in processen en het behaalde resultaat van een zaak te tonen. Het gebrek aan datakwaliteit is te vinden in meerdere oorzaken:

  • -

    verloop van de implementatie van IJVI;

  • -

    conversie van lopende zaken vanuit Squit naar IJVI;

  • -

    live gaan zonder goede begeleiding/werkinstructies;

  • -

    vrijblijvendheid van het systeem c.q. het wel of niet vullen velden.

In 2020 hebben wij daarom ook ingezet op betrouwbare data en het maken van rapportages zodat wij eenvoudig de resultaten kunnen overleggen in het jaarverslag fysieke leefomgeving 2020.

 

Nu de informatieketen is gestabiliseerd en er veel gewerkt wordt met IJVI-JOIN is het nu zaak om de kwaliteit van de informatie (data) te verbeteren en deze data aansluitend ook te ontsluiten voor de burger en het bedrijfsleven. Om dit te realiseren worden binnen het programma in 2021/2022 de volgende deelprojecten uitgevoerd:

 

  • -

    het ontwikkelen van een dashboard voor het maken van managementrapportages;

  • -

    geurkaart;

  • -

    digitale handtekening.

Regionale VTH beleidsplan

In de Wabo is bepaald dat Gedeputeerde Staten en de colleges van B&W die behoren tot een Veiligheidsregio, in het belang van een doelmatige en doeltreffende uitvoering en handhaving van hetgeen bij of krachtens de betrokken wetten door hen is bepaald, in gezamenlijkheid komen tot:

  • a.

    Oprichting van een omgevingsdienst;

  • b.

    Vaststelling van een uniforme verordening voor VTH-taken;

  • c.

    Uniform uitvoerings- en handhavingsbeleid voor de taken van de OD;

  • d.

    De realisatie van een jaarlijks uitvoeringsprogramma met de activiteiten die de OD gaat uitvoeren.

Het beleidsplan is in het 3e kwartaal 2020 vast gesteld. Hiermee wordt ook voor de milieutaken voldaan aan de kwaliteitscriteria (KC). Ook voor het uitvoeringsprogramma voor de milieutaken is een uniform document beschikbaar gesteld welke door het college zal worden vastgesteld.

 

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Private kwaliteitsborging is de ontwikkeling die het bouw- en woningtoezicht al een aantal jaren bezighoudt. Eén van de belangrijkste wijzigingen in deze wet is het feit dat niet de gemeente maar de bouwer verantwoordelijk wordt voor het naleven van het Bouwbesluit 2012 voor zowel vergunningverlening als toezicht. Bepaalde taken met betrekking tot het toezicht en de vergunningverlening in de bouw zullen vervallen. De toetsing op de bouwtechnische aspecten tijdens de bouw en de oplevering komt voor verantwoordelijkheid van een private partij. Er is wel enige ruimte voor het uitvoeren van toezichtsbevoegdheden tijdens de bouwwerkzaamheden naast de werkzaamheden van de kwaliteitsborger. Het bevoegd gezag mag in die gevallen tijdens de bouw informatie- en stopmomenten aan de vergunninghouder opleggen. Met het opleggen van informatie- en stopmomenten kan het bestuursorgaan een proactieve innemen tijdens de bouwfase.

In 2019 heeft de overheid besloten om de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen aan te nemen. Tot de invoering van de wet in 2022 worden er landelijk 10% aan pilotprojecten gedaan. Als blijkt dat het stelstel onvoldoende werkt of de kosten te veel stijgen, dan kan de minister besluiten de wet alsnog, of onderdelen van de wet niet in te laten gaan. Als de wet wordt ingevoerd, dan gebeurt dit vooralsnog alleen voor de eenvoudige bouwprojecten. Op een later moment wordt beslist of de wet ook gaat gelden voor complexere bouwprojecten. Eind 2019 is gestart met het inventariseren of er in de gemeente pilots kunnen worden uitgevoerd. De Gemeente Staphorst heeft zich niet aangemeld voor een pilot. Dit vanwege andere prioriteiten.

 

De Omgevingswet

De Omgevingswet is in juni 2015 aangenomen door de Tweede Kamer en het bestuursakkoord implementatie Omgevingswet is ondertekend. De Omgevingswet is een zogenaamde 'Kaderwet'; wat betekent dat veel zaken nog uitgewerkt moeten worden in ministeriële regelingen en AMvB's. De Omgevingswet integreert een groot aantal wetten en AMvB's in het fysieke domein om zo integraal te kunnen werken, kosten te reduceren en procedures te bekorten of overbodig te maken. Ook zal door het vergunningsvrij maken van veel activiteiten de toezichts- en handhavingslast afnemen.

 

Het kabinet wil de Omgevingswet per 1 juli 2022 in werking laten treden. De Omgevingswet betekent niet alleen nieuwe wetgeving, het betekent ook een andere manier van werken en een cultuurverandering. De voorbereidingen om deze wet in te voeren zijn in volle gang. Binnen de gemeente zijn diverse projecten (verkenning DSO, Herijking Omgevingsvisie, Omgevingsprogramma’s, Omgevingsvergunningen Omgevingsplan, leertraject en opleidingen, etc.) gestart die moeten zorgen dat wij als gemeente klaar zijn voor de Omgevingswet.

 

Efficiënte Procesinrichting Omgevingsrecht Staphorst (EPOS)

 

Met het EPOS-traject is de gemeente Staphorst eind 2015 begonnen om, vooruitlopende op de inwerkingtreding van de Omgevingswet, de processen op het gebied van bouw, milieu en ruimtelijke ordening opnieuw in te richten op basis van de principes vertrouwen, verzakelijking, versnellen, verantwoordelijkheid en voorkantsturing . Aan het EPOS-traject wordt deelgenomen door de medewerkers van bouw, milieu, RO en openbare werken. Om te komen tot deze efficiënter bedrijfsvoering zijn nieuwe functies als de ruimtecoach en het inrichten van een Omgevingsplein (Staphorster versie van Digitale Stelsel Omgevingswet), de Omgevingskamer (OK) en Kleine Omgevingskamer (KOK) bedacht. Deze functies en processen zijn van essentieel belang om goed te kunnen anticiperen op de komst van de Omgevingswet, maar bovenal de mate van dienstverlening te verbeteren. Per 1 januari 2019 wordt gewerkt volgens de EPOS-werkwijze. Dit heeft al geleidt tot een groot aantal verleende balievergunningen en ruimtecoachgespreken. In 2021 is dit proces geëvalueerd. In de tweede helft van 2021 is een start gemaakt met het oppakken van de aanbevelingen.

2. Vergunningverlening fysieke leefomgeving

2.1 Casemanagement

De casemanager is het eerste aanspreekpunt bij aanvragen. Conform de visie Kop-Romp-Staart worden binnen de gemeente Staphorst de casemanagement taken door het bevoegde gezag uitgevoerd. Daarnaast is in het licht van EPOS de casemanager een belangrijke speler in het vergunningverleningsproces.

 

De casemanager draagt zorg voor het proces om te komen tot een omgevingsvergunning. In Staphorst wordt binnen het casemanagement onderscheid gemaakt tussen Wabo (enkel/meervoudig), APV complex (evenementen-, drank & horeca vergunningen) en APV eenvoudig (kapmelding/-vergunning, inritvergunning en eenvoudige toestemmingen). De uren en producten voor 2022 zijn opgenomen in bijlage 10.

2.1.1 Casemanagement Wabo

In het geval van casemanagement Wabo worden deze taken uitgevoerd door de vergunningverleners bouw. De vergunningverleners hebben naast het behandelen van meldingen en het beschikken op aanvragen van omgevingsvergunningen ook tijd voor het vervullen van de taak van casemanager voor de complexe en meervoudige aanvragen. Binnen deze uren worden ook verband houdende werkzaamheden uitgevoerd met betrekking tot de BAG/huisnummering, welstand, beleidsondersteuning en klantvragen (niet gerelateerd aan een vergunningaanvraag). De uren en producten voor 2022 zijn opgenomen in bijlage 10.

2.1.2 Casemanagement APV complex

Ook de taken van casemanagement APV complex wordt door de vergunningverlener evenementen uitgevoerd. De uren en producten voor 2022 zijn opgenomen in bijlage 10.

2.1.3 Casemanagement APV eenvoudig

In het geval van casemanagement APV eenvoudig worden deze taken uitgevoerd door de medewerkers van het omgevingsloket en de vergunningverlener evenementen. De medewerkers hebben naast het procedureel begeleiden van meldingen/beschikking en samenstellen van besluiten ook tijd voor het vervullen van de taak van casemanager voor aanvragen voor enkelvoudige kapmeldingen en kap- en inritvergunningen en eenvoudige toestemmingen). De uren en producten voor 2022 zijn opgenomen in bijlage 10.

 

2.2 Bouwen, monumenten, slopen en brandveiligheid

2.2.1 Vergunningverlening bouwen, monumenten, slopen en brandveiligheid

De vergunningverlening van omgevingsvergunningen en meldingen voor het onderdeel bouw, sloop en monumenten worden door de gemeente Staphorst zelf uitgevoerd. De uren en producten voor 2022 zijn opgenomen in bijlage 10.

 

2.3 Milieu

Het bedrijvenbestand, waarover de gemeente het bevoegd gezag is, bestaat hoofdzakelijk uit agrarische bedrijven, metaal- en houtbewerkingsbedrijven, detailhandelsbedrijven, horecabedrijven, garagebedrijven, ambachtelijke bedrijven, kantoren en dienstverlenende- en opslagbedrijven. Voor slechts een specifiek deel van de bedrijven (IPPC industrieel en afvalverwerking) zijn Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel bevoegd gezag.

2.1.2 Taken vergunningverlening milieu

Op basis van de gemeenschappelijke regeling en het mandaat is vastgesteld welke milieutaken door de OD worden uitgevoerd. Hieronder vallen alle milieutaken (m.u.v. van de werkzaamheden die op basis van de visie Kop-Romp-Staart bij de gemeente blijven) ook wel het BTP+ genoemd. Dit betekent dat de OD voor de gemeente Staphorst de inhoudelijke beoordeling uitvoert en een advies opstelt waarop de gemeente een integrale afweging/besluit neemt.

 

In 2020 is het regionale VTH beleidsplan vastgesteld. Daarnaast zullen in de jaaropdracht specifieke afspraken over de uitvoering van taken worden vastgelegd.

 

Vooralsnog is het uitgangspunt dat de ingebrachte uren in de GR (zoals ook gebruikt is voor het opstellen van de begroting van de OD) de beschikbare uren voor Staphorst zijn. Vooralsnog verwachten wij dat de geprognotiseerde werkvoorraad binnen deze uren kan worden uitgevoerd. Zie hiervoor het uitvoeringsprogramma van de OD.

 

De OD is verantwoordelijk voor het behandelen van aanvragen voor milieuneutraal veranderen, oprichtings-, veranderings- of revisievergunning, het toetsen van omgevingsvergunning beperkte milieutoets en meldingen activiteitenbesluit. Daarnaast geldt dat regelmatig moet worden bezien of de vergunning en de daarbij behorende voorschriften nog actueel zijn (de actualiseringplicht). Het doel hiervan is een bijdrage leveren aan een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu.

 

Alle besluitvorming en de communicatie hieromtrent zal conform de visie Kop-Romp-Staart en het gegeven mandaat door de gemeente Staphorst worden uitgevoerd. Dit is in lijn met de wensen van de gemeente Staphorst en de gemaakte afspraken met de OD.

 

2.4 Ruimtelijke Ordening

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is een belangrijke wet in de ruimtelijke besluitvorming van Nederland. Maar zij is zeker niet de enige wet in het ruimtelijk domein, andere voorbeelden van "ruimtelijke" wetgeving zijn de Wabo of de Tracéwet. De Wro is het instrument om ruimtelijke behoeften als wonen, werken, recreëren, mobiliteit, water en natuur in een samenhangende benadering te verdelen. Om deze ruimtelijke behoeften mogelijk te maken heeft de gemeente Staphorst bestemmingsplannen opgesteld en laten vast stellen door de gemeenteraad. De gemeente Staphorst kent zes (moeder) bestemmingsplannen te weten:

  • -

    Buitengebied;

  • -

    De Streek;

  • -

    Bedrijventerrein Staphorst;

  • -

    Staphorst dorp – Rouveen;

  • -

    Oud-IJhorst, IJhorst en Punthorst;

  • -

    De Slagen.

In 2019 zijn er voor De Streek en het buitengebied veegplannen vastgesteld en onherroepelijk geworden zodat de plannen weer actueel zijn.

 

Een bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, verbeelding en regels. Het bestemmingsplan is een juridisch bindend document voor zowel de overheid als burgers en bedrijven. In een bestemmingsplan worden de gebruiks- en de bouwmogelijkheden vastgelegd voor een gebied. Een bestemmingsplan is meestal een mix van beheer (het tegengaan van ongewenste ontwikkelingen) en uitvoering (het mogelijk maken van ontwikkelen). Het samenspel van al deze ruimtelijke regels en beleidsstukken heeft als doel het bevorderen van de leefbaarheid in de gemeente Staphorst.

2.4.1 Uitvoering ruimtelijke ordening

Wanneer er initiatieven zijn voor activiteiten (bouwen en/of het gebruik van gronden) die niet binnen een bestemmingsplan passen kan de gemeente hiervan afwijken. Om dit te kunnen is het nodig een ruimtelijke procedure te volgen. Binnen de gemeente Staphorst zijn de werkzaamheden op het gebied van uitvoering ruimtelijke ordening onderverdeeld in de volgende hoofdgroepen: concept aanvragen, kruimel afwijkingen, binnenplanse afwijkingen en kleinere buitenplanse afwijkingen1, brokstuk afwijkingen (grotere buitenplanse afwijkingen2) en bestemmingsplannen. De uren en producten voor 2022 zijn opgenomen in bijlage 10.

2.4.2 EPOS

 

Op 1 januari 2019 is het EPOS project geïmplementeerd en heeft Staphorst vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet de processen op het gebied van bouw, milieu en ruimtelijk ordening efficiënt ingericht.

2.4.3 Omgevingskamer

De OK bestaat uit een onafhankelijke voorzitter, senior medewerker RO, adviseur fysieke leefomgeving (stedenbouw, cultuurhistorie, erfinrichting, landschap en monumenten), medewerker RO (behandelaar) en vakspecialisten op afroep. Ook ketenpartners, zoals de provincie, veiligheidsregio, omgevingsdienst en het waterschap schuiven desgevraagd aan. De kamer komt iedere week bij elkaar. Door middel van het invullen van een standaard formulier, die QuickScan (QS) wordt genoemd, wordt een nauwkeurige omschrijving gegeven van de plannen en de meest relevante ruimtelijke aspecten. Op basis van de QS en de toelichting die initiatiefnemer kan geven tijdens de wekelijkse vergadering van de OK, wordt het plan getoetst aan wet- en regelgeving en adviseert de OK het college of een plan aanvaardbaar is. Een positief standpunt ten aanzien van een plan dat mogelijk in later stadium ter besluitvorming naar de raad gaat wordt direct ter consultatie aan de raad aangeboden. Zo krijgen raadsleden voorafgaand aan de procedure gelegenheid een ontwikkeling opiniërend te bespreken. Met deze manier van werken worden initiatieven beter gestroomlijnd en krijgen initiatiefnemers sneller antwoord op de mogelijkheden van hun voornemens.

 

Naast de OK bestaat ook de KOK. De KOK is een overleg waarin kleine vragen over ruimtelijke afwegingen worden besproken met vergunningverleners bouw en medewerkers RO. De KOK is niet formeel ingesteld door het college en heeft ook geen reglement.

2.4.4 Ruimtecoach

Om de burger aan het begin van zijn planontwikkeling goed te helpen, worden ruimtecoaches aangesteld. De ruimtecoaches informeren de initiatiefnemer en zijn professional over de (on)mogelijkheden, de kosten en wat zijn professional moet doen voor een goede en snelle afhandeling van de aanvraag. Een belangrijk aspect van de ruimtecoach is het feit dat er geen oordeel wordt geven over de plannen (dat is aan de Omgevingskamer en het college) maar dat de ruimtecoach de initiatiefnemer op koers zet naar goede en ontvankelijke plannen.

2.4.5 Totale inzet uitvoering ruimtelijk ordening

Het totale aantal benodigde uren voor RO is op basis van bovenstaande gegevens geraamd op 4.125 uur. In de begroting van 2022 zijn in totaal 4.171 productieve uren (2,94 fte) beschikbaar voor ruimtelijke ordening (m.u.v. RO beleid).

 

2.5 APV en bijzondere wetten

De APV omvat een scala aan regels over veel verschillende activiteiten. Veel van deze regels bepalen dat het verplicht is om een vergunning of ontheffing aan te vragen. Voorbeelden hiervan zijn de evenementenvergunning, exploitatievergunning, ontheffing geluidshinder, ontheffing voor het gebruik van de weg etc. Bij de vergunningverlening is een onderscheidt gemaakt tussen eenvoudige en complexe werkzaamheden. De eenvoudige werkzaamheden worden behandeld door medewerkers van het omgevingsloket en de complexe werkzaamheden worden door de vergunningverlener evenementen uitgevoerd. Daar waar de activiteiten op grond van de Wabo specifieke kennis vereisen worden deze aanvragen van advies voorzien van vakspecialisten van de afdeling Ontwikkeling en Beheer en eventueel onze partners (VR, OD en/of waterschap Drentse Overijsselse delta), de administratieve afhandeling ligt bij het omgevingsloket. Ook voor ontheffingen en vergunningen op basis van bijzondere wetten zoals de: Alcoholwet, Winkeltijdenwet en Wet op de kansspelen wordt een vergelijkbare werkverdeling en onderscheid gemaakt in eenvoudige en complexe werkzaamheden. De uren en producten voor 2021 zijn opgenomen in bijlage 10.

 

Het verlenen van een vergunning dan wel ontheffing heeft meerdere doelen zoals het beperken van overlast en het beschermen van:

  • -

    de openbare orde;

  • -

    de openbare veiligheid;

  • -

    de volksgezondheid;

  • -

    het milieu.

3. Programma toezicht en handhaving fysiek leefomgeving

Elke gemeente heeft onvoldoende menskracht en middelen om controles uit te voeren bij (alle onderdelen van) alle verleende vergunningen en om daarnaast ook alle illegale activiteiten, klachten, handhavingsverzoeken en eventuele bestuurlijke interventies te kunnen opsporen, beoordelen en te sanctioneren.

 

De toezicht- en handhavingsinspanningen zijn daarom gericht op de activiteiten waar de risico’s het grootst zijn. Een veel gehoorde kreet in handhavend Nederland luidt “vissen waar de vis zit”. Een manier om te bepalen waar de “vissen zitten” is door een risicoanalyse uit te voeren.

 

In 2022 laat de gemeente Staphorst een nieuwe risicoanalyse uitvoeren voor de taken die zij zelf uitvoert. Tot die tijd wordt gewerkt met de hieronder beschreven risicoanalyse en prioritering.

 

Op basis van een risicoanalyse wordt een onderbouwde prioritering in de werkzaamheden aangebracht. In de risicoanalyse is van alle activiteiten de kans beschreven dat er iets kan gebeuren en wat dit als gevolg kan hebben. Dit leidt vervolgens tot een onderverdeling in hoge, gemiddelde en lage prioriteiten. Voor zowel bouw, sloop, RO, monumenten, milieu als APV en bijzondere wetten geldt dat de hoogte van de prioriteit de mate van intensiteit van het toezicht bepaalt (zie tabel 9).

 

Risico

Intensiteit van het toezicht

Hoog

Er vindt een intensieve en integrale controle plaats op basis van een vooraf opgesteld actieplan. Elke melding van inwoners, ondernemers of handhavingspartners waaruit kan worden afgeleid dat er sprake is van overtreding van een kernbepaling (bepalingen die binnen de regeling of vergunning waarvan zij deel uitmaken, de kern vormen van de bescherming van de belangen waartoe die regeling of vergunning strekt) wordt met prioriteit opgepakt.

Gemiddeld

Het toezicht vindt minder intensief (al dan niet met een lagere controlefrequentie) en vooral steekproefsgewijs plaats, dan wel door geografische-/gebiedsgerichte controles of door surveillance.

Laag

Er is sprake van passief toezicht (al dan niet met een zeer lage controle-frequentie).

Tabel 9: prioritering toezicht

 

Hoewel de risicoanalyse met cijfers werkt, is de uitkomst niet objectief maar subjectief. Het is het gevolg van een keuze. Daarom wordt regelmatig bezien of de prioriteiten nog de juiste zijn.

 

De prioritering is bedoeld om richting te geven aan de inzet van mensen en middelen. Hoe hoger de prioriteit hoe actiever er toezicht wordt gehouden.

 

De prioritering wil zeggen dat overal aandacht aan wordt besteed, alleen met een verschillende toezichts- en handhavingsinzet en tempo.

 

Wet Kwaliteitsborging Bouwen (WKB)

In juli 2022 treedt de Wet Kwaliteitsborging Bouwen (WKB) in werking. Binnen de gemeente Staphorst is de voorbereiding op de WKB belegd in een werkgroep Bedrijfsprocessen.

 

3.1 Toezicht bouwen, slopen, RO en monumenten

3.1.1 Toezicht bouwen, slopen, RO en monumenten

Nadat een omgevingsvergunning met de activiteit bouwen en/of slopen is verleend of een sloopmelding is beoordeeld, wordt gecontroleerd of de vergunninghouder de vergunning en de daaraan verbonden voorschriften en/of beperkingen naleeft. Met andere woorden of de vergunninghouder bouwt/sloopt in overeenstemming met de verleende vergunning. Dit bouwtoezicht is een kerntaak van de gemeente. Het toezicht op het bouwen en slopen wordt uitgevoerd conform de gemeentelijke risicoanalyse (bijlage 1).

De uren en producten voor 2022 zijn opgenomen in bijlage 10.

 

De doelstelling van het toezicht is dat 30 % van de gevallen dient opgelost te zijn voordat er een hercontrole plaatsvindt, dit willen wij doen door:

  • a.

    nadat een vergunning is verleend, contact te zoeken met de vergunninghouder over de vergunningsvoorwaarden en aandacht te vragen voor veel voorkomende aandachtspunten, zoals: EPC/ventilatie, brandveiligheid en inwerkingtreding van de vergunning. Dit wordt gedaan om tijdig geïnformeerd te worden over de start van de bouw, wie uitvoering geeft aan de bouw (gegevens aannemer) en om handhaving te voorkomen;

  • b.

    tijdens de realisatie fase worden op basis van de prioritering in de risicomodule handhaving omgevingsvergunningen “bouw en woning toezicht” de controles uitgevoerd. Op basis van het Staphorster model van het integraal toezichtprotocol (zie bijlage 4) is de diepgang van de controles bij bouw en sloop vastgelegd. Mede om een vorm van actief gebiedstoezicht te kunnen uitvoeren en om de kans op onomkeerbare afwijkingen te verkleinen, wordt er naar gestreefd om in 2018 bij alle vergunde werken minimaal een eindcontrole te houden;

  • c.

    “oplossen in het veld” bij geconstateerde afwijkingen van de omgevingsvergunning (de toezichthouder gaat in gesprek met de vergunninghouder, om hem/haar alsnog aan te sporen om in overeenstemming met de omgevingsvergunning te bouwen of een wijzigingsaanvraag in te dienen);

  • d.

    het opleggen van een bouwstop of een ander middel. Hierbij is het stroomschema van de handhavings- en gedoogstrategie leidend.

Monumenten

Nadat een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouw en monumenten voor een gemeentelijk- of rijksmonument is afgegeven, zullen de monument specifieke aspecten worden meegenomen in de reguliere bouwinspecties.

 

De werkvoorraad en dus de benodigde uren zijn in belangrijke mate afhankelijk van het aantal verleende omgevingsvergunningen onderdeel monumenten in een jaar. De uren voor ‘toezicht monumenten’ zijn verdisconteerd in de uren voor toezicht en handhaving bouw.

 

De vergunningplicht voor zowel gemeentelijk- als rijksmonumenten geldt onverkort. Bij toezicht en handhaving is de risicomodule bouw en risicomodule RO en het stroomschema van de Handhavings- en gedoogstrategie leidend.

 

BAG & WOZ

Vanuit het team Gegevensbeheer komen er meer vragen richting toezicht. Dit betreffen signalering van locaties waarbij vermoedelijk sprake is van gebruik in afwijking van de bestemming. Daarnaast worden in het kader van de BAG en WOZ door de toezichthouders ondersteunende werkzaamheden uitgevoerd (opstellen BAG verklaring en doorgeven % gereedheid t.b.v. vaststellen WOZ-waarde). Enerzijds betekent dit dat door BAG en WOZ minder partijen hoeven te worden ingehuurd, anderzijds betekent dit meer werk (uren) voor toezicht. Dit komt ten goede aan het integraal werken.

 

Brandveiligheid

Door de inwerkingtreding van de VR, is de gemeente verantwoordelijk voor de brandveiligheid van eenvoudige situaties. Dit betekent dat de taken die voorheen door de brandweer van Staphorst werden uitgevoerd, nu door de gemeente Staphorst worden uitgevoerd. Bij eenvoudige brandveilige situaties neemt de toezichthouder bouw deze aspecten meen (deze uren zitten verdisconteerd in de uren bouwtoezicht). Waar er twijfel is over de juiste voorzieningen of zich onveilige situaties voordoen, wordt dit afgestemd met de VR.

 

Voor het toezicht op complexe situatie is de VR verantwoordelijk. In het jaarplan 2021 heeft de VR aangegeven waar de prioriteiten op gebied van toezicht brandveiligheid liggen. Het is de bedoeling dat de VR in overleg met de gemeente Staphorst zoveel mogelijk locaties gaat bezoeken. Op het Omgevingsplein is zichtbaar in welke situaties de VR en in welke situaties de gemeente controles uitvoert.2

 

Slopen

Op het gebied van slopen is er een tweedeling in de taken die de gemeente uitvoert en taken die de OD uitvoert. Het illegaal slopen en reguliere slopen (zonder asbest) wordt opgepakt door de gemeente. Als in een te slopen gebouw/object asbest aanwezig is, zullen de werkzaamheden op het gebied van de beoordeling van de asbestinventarisatie en het toezicht op de sloopfase door de OD worden uitgevoerd. Bij calamiteiten van illegale sloop met asbest is er een mandaat afgegeven aan de OD voor het uitvoeren van handhaving.

 

Omdat niet alle slooplocaties met de aanwezige capaciteit kunnen worden gecontroleerd, wordt er gelet op signalen van derden, die er op duiden dat er ergens sloopactiviteiten plaatsvinden die niet vooraf zijn gemeld maar die qua omvang wel onder de meldingsplicht vallen. Deze krijgen de hoogste prioriteit. De kans is hier het grootst dat partijen zich niet aan de veiligheids- en asbestverwijderingsvoorschriften houden en daardoor een direct risico kunnen vormen voor de omgeving.

 

Het aantal (gecertificeerde) uitvoerders van sloop- en asbestverwijderingsprojecten is beperkt. De meeste uitvoerders doen daarom meer klussen per jaar in de gemeente. Omdat niet van te voren bekend is of een (gecertificeerde) uitvoerder meer projecten in de gemeente uitvoert, kan niet worden gegarandeerd dat alle uitvoerders ook jaarlijks minimaal één keer worden gecontroleerd. Voor zover sloopwerkzaamheden plaatsvinden in het kader van een verbouwing, vallen ze onder het reguliere bouwtoezicht. (Daarbij wordt het toezicht op de asbestverwijdering gedaan door de OD). De uren voor 2022 zijn opgenomen in bijlage 10.

3.1.2 Handhaving

Handhaving bouw en RO activiteiten

Voor handhaving van illegale bouw en RO strijdigheden wordt gewerkt conform de gemeentelijke risicoanalyse (bijlage 2 en 3) en het referentiejaar 2003. Het referentiejaar 2003 wordt gehanteerd omdat dit het eerste jaar is waarin ‘de gemeente’ op luchtfoto’s is vastgelegd. Dit referentiejaar geldt voor het buitengebied en alle bebouwde kommen binnen de gemeente Staphorst waarbij het gebied “de Streek” wordt uitgesloten. In de Streek (beschermd stads- en dorpsgezicht) vindt ook handhaving plaats op illegale bouwwerken van vóór 2003. Alle illegale bouwwerken worden, per gebiedstype, conform de geprioriteerde strijdigheden opgepakt.

 

Wanneer de toezichthouder strijdigheden constateert, wordt de overtreder verzocht de strijdigheden ongedaan te maken of een omgevingsvergunning aan te vragen waarmee de strijdigheden worden gelegaliseerd.

Wanneer op voorhand niet helder is of de strijdigheid kan worden gelegaliseerd, bestaat de mogelijkheid om een concept aanvraag met QS in te dienen. Het is raadzaam om de QS door een professionele partij (bijvoorbeeld een architect of adviesbureau) te laten invullen. Hoe beter de kwaliteit is van het ingediende QS, hoe sneller een antwoord over de legalisatie mogelijkheden kan worden gegeven. Met een QS en bijbehorend collegebesluit wordt getoetst of het past binnen de vigerende bestemming en of er bereidheid bestaat om voor de geconstateerde overtreding af te wijken van het bestemmingsplan. Blijkt uit QS en bijbehorend collegebesluit dat er zicht is op legalisatie, dan kan de handhaving worden opgeschort, zodra er ontvankelijke omgevingsvergunning is aangevraagd. Het handhavingstraject is pas beëindigd op het moment dat de omgevingsvergunning daadwerkelijk is verleend.

 

Handhaving sloop activiteiten

Als sloopwerkzaamheden zonder de benodigde toestemming of asbestinventarisatierapport worden uitgevoerd, dan wordt naar gelang de ernst van de sloopwerkzaamheden, conform de landelijke handhavingsstrategie opgetreden. Indien mogelijk wordt gekozen voor het stilleggen van de sloop, zodat er alsnog toestemming kan worden gevraagd.

3.1.3 Totale inzet werkveld toezicht bouwen, slopen, RO en monumenten

De werkvoorraad en dus de benodigde uren zijn in belangrijke mate afhankelijk van het aantal verleende omgevingsvergunningen bouw en sloop in een jaar. Op basis van de gegevens van de afgelopen jaren is een raming gemaakt van de verwachte aantallen. De uren voor 2022 zijn opgenomen in bijlage 10.

 

3.2 Milieu

Op basis van de gemeenschappelijke regeling en het mandaat is vastgesteld welke milieutaken door de OD worden uitgevoerd. Hieronder vallen alle milieutaken (m.u.v. van de werkzaamheden die op basis van de visie Kop-Romp-Staart bij de gemeente blijven) ook wel het BTP+ genoemd. Milieutoezicht is één van de taken die de OD per 1 januari 2018 voor Staphorst uitvoert. Net als bij vergunningverlening milieu betekent dit dat de OD voor de gemeente Staphorst het toezicht uitvoert en een advies opstelt waarop de gemeente een integrale afweging/besluit neemt.

3.2.1 Toezicht

Op basis van de ingebrachte werkvoorraad wordt de OD gevraagd om controles voor de gemeente Staphorst uit te voeren. Zie hiervoor het uitvoeringsprogramma van de OD.

3.2.2 Handhaving

Handhavingstrajecten worden procedureel (aanschrijving, beantwoorden zienswijze, bezwaar, e.d.) afgehandeld door de specialist juridische handhaving. De benodigde en beschikbare uren zijn weergeven is paragraaf 4.1. De controlebezoeken worden in overleg met de toezichthouders van de OD afgestemd.

 

Alle besluitvorming en de communicatie hieromtrent zal conform de visie Kop-Romp-Staart door de gemeente Staphorst worden uitgevoerd. Dit is in lijn met de wensen van de gemeente Staphorst en de gemaakte afspraken met de OD.

3.2.3 Milieuklachten en -meldingen

In de loop der jaren worden milieuklachten (over bedrijven) vaker gemeld bij de gemeente. De afhandeling van milieuklachten en -meldingen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente en de OD. In veel gevallen wordt de OD gevraagd om te controleren of de er sprake is van een overtreding.

Elk bevoegd gezag is verplicht om een 24-uurs bereikbaarheidsdienst te hebben. Sinds 2018 maakt Staphorst gebruik van de milieuwachtdienst van de OD. Zie hiervoor ook het uitvoeringsprogramma van de OD.

 

3.3 APV en bijzondere wetten

Binnen de gemeente Staphorst wordt het toezicht en de handhaving op het gebied van de APV, de Afvalstoffenverordening (ASV) en bijzondere wetten uitgevoerd door zowel de toezichthouders als een Buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA). De handhavingstrajecten worden procedureel (aanschrijving, beantwoorden zienswijze, bezwaar, e.d.) afgehandeld door de specialist juridische handhaving. De benodigde en beschikbare uren zijn weergeven is paragraaf 4.1. De controlebezoeken worden afgestemd met de toezichthouders/BOA.

3.3.1 APV, ASV en Bomenverordening

De werkwijze binnen het werkveld APV en Afvalstoffenverordening (ASV) is voornamelijk toegespitst op 1) het actief opsporen van illegale activiteiten (welke zeer divers van aard kunnen zijn) en 2) het reageren op meldingen / klachten van burgers en handhavingspartners. De toezichthouders of de BOA houdt daarom niet specifiek op één activiteit toezicht en probeert ‘in het veld’ zoveel mogelijk controles te combineren om zo efficiënt mogelijk te werken.

 

Het merendeel van de taken bestaat uit toezicht dat niet gebonden is aan een inrichting. De APV, de ASV en de Bomenverordening hebben immers grotendeels betrekking op gedragingen in de openbare ruimte. In mindere mate wordt er ook toezicht gehouden binnen inrichtingen. Het toezicht bestaat voornamelijk uit:

 

Niet inrichting gebonden

  • -

    controle bij evenementen;

  • -

    illegale reclame-uitingen (weideborden, spandoeken, aanplakbiljetten);

  • -

    afvalverbrandingen, opslag afvalstoffen en afvaldumpingen;

  • -

    vellen van houtopstand zonder omgevingsvergunning/kapmelding, inclusief controle en een herplantplicht;

  • -

    verkeer (o.a. strijdig gebruik maken van de weg / parkeerexcessen (voornamelijk parkeeroverlast en object(en) op of aan de weg plaatsen in strijd met de publieke functie van de weg) en snelheid verkeer (woonwijken);

  • -

    vernielingen (jeugd – stappen);

  • -

    dempen van sloten.

Inrichting gebonden

  • -

    sluitingstijden, exploitatievergunning horeca (APV);

  • -

    controle schenktijden bij para-commerciële inrichtingen;

  • -

    het hebben van een aanwezigheidsvergunning (voor het aanwezig hebben van speelautomaten);

  • -

    het plaatsen van reclame, die op grond van de Wabo vergunningplichtig is (activiteit bouwen).

In 2018 is er een vreugdevuren beleid opgesteld. Het toezicht op de afgegeven ontheffingen is een samenspel tussen de toezichthouders en de BOA. De controles worden steekproefsgewijs uitgevoerd. De werkvoorraad en dus de benodigde uren voor het werkveld APV is vanwege het hoge ‘ad hoc gehalte’ moeilijk in te schatten. Op basis van ervaringscijfers zijn de werkzaamheden geraamd op een aantal uur, dat vermeld is in bijlage 10.

3.3.2 AW

De gemeente Staphorst zet met name in op alcoholmatiging onder de jeugd. Om dat te bereiken wordt er onder meer gecontroleerd op de bedrijfsmatige alcoholverstrekking aan minderjarigen, de zogenoemde leeftijdsgrenscontroles. Controles worden uitgevoerd door de toezichthouder en de BOA.

 

Naast de leeftijdsgrenscontroles zijn er ook de zogenaamde ‘basiscontroles’. Deze controles zijn gericht op aanwezigheid en actualiteit van de drank- en horecavergunning/-ontheffing, het voldoen aan de voorschriften bij de vergunning/ontheffing en overige bepalingen uit de AW etc.

 

Handhaving op de AW wordt binnen de beschikbare formatie opgevangen, wat concreet inhoudt dat deze taak primair wordt weggezet binnen het werkveld APV en bijzondere wetten. Voor toezicht op de AW is in 2021 in totaal 280 uur geraamd.

3.3.3 Overige werkzaamheden

Naast toezichthoudende taken behoren ook diverse interne en externe overleggen (bijv. project groep Oud en Nieuw), beleidsontwikkeling (bijv. reclame en horecabeleid), coördinatie van BOA’s en ondersteuning van overige werkvelden (bouwen, milieu en ruimtelijke ordening) tot het takenpakket van de medewerker APV en de BOA. In 2021 is de BOA ook ingezet voor de corona maatregelen. Afhankelijk van de maatregelen zal de BOA ook in 2022 worden ingezet om toezicht te houden op deze maatregelen.

3.3.4 Werkzaamheden ACB(crisisbeheersing) & AOV(openbare orde en veiligheid)

De ambtenaar crisisbeheersing is voor de Veiligheidsregio teamleider nazorg en collectieve rouwverwerking. De ambtenaar openbare orde en veiligheid is voor de Veiligheidsregio officier van dienst bevolkingszorg.

4. Programma specialismen

De gemeente Staphorst voert een groot gedeelte van de specialistische taken zelf uit. Er wordt echter ook een deel door externe partners en marktpartijen uitgevoerd. In dit hoofdstuk worden de specialistische taken beschreven en wordt aangegeven wie wat doet.

 

Omgevingswet

De gemeente Staphorst heeft een programma en een programmaleider voor de Omgevingswet. In een separaat programmaplan worden de verschillende werkgroepen, diens werkzaamheden en bijbehorende planning beschreven. Het programma loopt op schema voor invoering van de Omgevingswet per 1 juli 2022.

 

4.1 Specialistische taken gemeente Staphorst

4.1.1 Specialistische deskundigheid gebieden: accent juridisch

De juridische werkzaamheden worden in hoofdzaak uitgevoerd door de eigen organisatie. Daar waar de werkzaamheden vragen om extra deskundigheid of ondersteuning, is in de begroting budget beschikbaar om deze taken door externe partijen uit te laten voeren (zie bijlage 8). De uren voor 2022 zijn opgenomen in bijlage 10.

 

Het totale pakket aan werkzaamheden bestaan uit:

  • -

    het procedureel beoordelen van handhavingsverzoeken, verzoeken om gedoogbeschikkingen, vergunningaanvragen en meldingen;

  • -

    het adviseren over juridische vraagstukken op het terrein van het omgevingsrecht (inclusief RO, Omgevingswet, Duurzaamheid en WKB);

  • -

    het behandelen en begeleiden van handhavingprocedures;

  • -

    het opstellen van (gedoog) beschikkingen ten aanzien van (complexe) aanvragen op grond van de Wabo;

  • -

    het opstellen van aanschrijvingen en beschikkingen in handhavingszaken op het gebied van APV, bouw, RO en milieu;

  • -

    het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, hoger beroep, verzoeken om voorlopige voorzieningen en zienswijzen, het opstellen van verweerschriften en pleitnota’s en het vertegenwoordigen van het bevoegd gezag bij de behandeling hiervan;

  • -

    overige werkzaamheden (gespreksvoering, regionale werkgroepen en beleid schrijven en toetsen).

4.1.2 Cultuurhistorie

De Monumentenwet 1988 is per 1 juli 2016 vervallen. Een deel van de wet is op deze datum overgegaan naar de Erfgoedwet. Het deel dat betrekking heeft op de besluitvorming in de fysieke leefomgeving gaat over naar de toekomstige Omgevingswet. Vooruitlopend op de datum van ingang van de Omgevingswet zijn deze artikelen te vinden in het Overgangsrecht in de Erfgoedwet, waar ze ongewijzigd van toepassing blijven zolang de Omgevingswet nog niet van kracht is. Het betreft:

  • -

    vergunningen tot wijziging, sloop of verwijdering van rijksmonumenten;

  • -

    verordeningen, bestemmingsplannen, vergunningen en ontheffingen op het gebied van archeologie;

  • -

    bescherming van stads- en dorpsgezichten.

De werkzaamheden op het gebied van beleid en een deel van de uitvoeringstaken worden door de beleidsmedewerker cultureel erfgoed van de gemeente Staphorst uitgevoerd. Het gaat dan specifiek om de volgende taken:

  • -

    adviseren ten aanzien van cultuurhistorische aspecten bij omgevingsvergunningen en bij handhaving van de omgevingsvergunning;

  • -

    beoordelen van de aanvraag omgevingsvergunning aan cultuurhistorische waarden;

  • -

    aangeven van effecten van het te nemen afwijkingsbesluit op de cultuurhistorische waarde;

  • -

    opstellen van voorschriften voor een omgevingsvergunning;

  • -

    inhoudelijk adviseren bij bezwaar, beroep en hoger beroep;

  • -

    cultuurhistorische advisering in de Omgevingskamer (in het kader van een EPOS-traject).

  • -

    ruimtecoach gesprekken voeren;

  • -

    het bijhouden van de gemeentelijke erfgoedverordening;

  • -

    het bijhouden van het gemeentelijk erfgoedregister (gemeentelijke monumentenlijst).

Daarnaast geeft het Oversticht advies in de Omgevingskamer, onder andere op het gebied van Cultuur Historisch Landschap.

 

Gezien veel van de werkzaamheden via maatwerk geregeld moeten worden, zijn hiervoor geen uren per product opgenomen. Een gedetailleerd overzicht van de werkzaamheden is weergeven in bijlage 6.

 

Op basis van ervaringscijfers is voor 2022 voor de specialistische deskundigheid cultuurhistorie 1.420 uur geraamd. Deze werkzaamheden hebben zowel betrekking op het geven van advies bij vergunningverlening, toezicht en handhaving als op beleid. In de begroting van 2022 is in totaal 1.420 productieve uren (1 fte) beschikbaar voor de deskundigheid cultuurhistorie.

4.1.3 Groen en ecologie - Soortenmanagementplan

Vanuit de Wet natuurbescherming is het noodzakelijk om bij ruimtelijke ontwikkelingen (zoals: sloop- en bouwwerkzaamheden) rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van beschermde planten en dieren. Beschermde soorten kunnen overal voorkomen, ook in de bebouwde kom (vleermuizen, broedvogels e.a.) en indien aanwezig kan voor de ruimtelijke ontwikkeling die wordt voorzien een ontheffing nodig zijn. Om te weten of er sprake is van beschermde soorten is een onderzoek en Quick scan naar de aanwezigheid van beschermde plant- en diersoorten nodig. Hiermee kan worden bepaald of de werkzaamheden voor de gewenste ontwikkeling mogelijk zijn. Wanneer uit het onderzoek blijkt dat er beschermde soorten aanwezig zijn, moeten er maatregelen worden getroffen waarmee de instandhouding van de soort wordt gewaarborgd.

 

Met het opstellen van een soortmanagementplan (SMP), waarbij veelvoorkomende beschermde soorten vooraf in kaart worden gebracht, kan er doorgaans voor worden gezorgd dat dure, verkennende onderzoeken achterwege kunnen blijven. In de meeste gevallen kan er dan gelijk worden overgegaan tot het treffen van maatregelen, voorafgaand aan de werkzaamheden. Slechts in bijzondere gevallen is er dan nog vervolgonderzoek noodzakelijk.

 

Op dit moment ligt het opstellen van een soortenmanagementplan stil. De provincie heeft aangegeven dat er wijzigingen worden doorgevoerd, waardoor er extra controles worden uitgevoerd en derhalve de toegevoegde waarde van het soortenmanagementplan verloren gaat.

 

4.2 Specialistische taken externe partners

Eén van de externe partners die voor de gemeente Staphorst specialistische taken uitvoert, is de OD op het gebied van milieu. Op basis van de gemeenschappelijke regeling en het mandaat is vastgesteld welke specialistische taken door de OD worden uitgevoerd. Hieronder vallen alle milieutaken (m.u.v. van de werkzaamheden die op basis van de visie Kop-Romp-Staart bij de gemeente blijven) ook wel het BTP+ genoemd. Alle milieudeskundigheden (Externe veiligheid, bodem, lucht, geluid en milieuzonering) worden per 1 januari 2018 voor Staphorst door de OD uitgevoerd. De OD stelt een advies of rapport op, op basis waarvan de gemeente Staphorst een integrale afweging maakt of een besluit neemt. Daarnaast levert de OD als huiseigenaar op het omgevingsplein in het kader van EPOS input voor de informatie die daar is te vinden.

 

Hieronder aangegeven welke deskundigheidgebieden er in 2022 zijn en welke werkvoorraad wordt verwacht.

4.2.1 Constructieve veiligheid

Door de komst van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen zal het toetsen op de constructieve veiligheid overgaan naar de markt (vooralsnog per 1 juli 2022). In de begroting is budget beschikbaar voor het extern laten uitvoeren van constructieve toetsing (zie bijlage 8). De activiteiten op het gebied van constructieve veiligheid worden in Staphorst uitbesteed aan marktpartijen. Hiervoor heeft de gemeente Staphorst al enkele jaren een raamovereenkomst met een marktpartij. Gezien uit de adviezen blijkt dat er niet of nauwelijks tekortkomingen worden geconstateerd, er zijn vanaf 2017 minder constructieve berekeningen extern getoetst. Vooruitlopend op de komst van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen en de inwerkingtreding van EPOS, worden de constructieve berekeningen steekproefsgewijs/ bij twijfel getoetst. Hierdoor worden jaarlijks circa 15 bouwplannen door het adviesbureau op constructieve veiligheid beoordeeld.

4.2.2 Bouwfysica

Bouwfysica is een specialisme dat wordt genoemd in de kwaliteitscriteria. In diezelfde kwaliteitscriteria is ook vermeld dat dit specialisme mag worden uitbesteed aan marktpartijen, mits vergunningverlening en toezicht door het bevoegde gezag worden uitgevoerd. In voorgaande jaren is de toetsing van bouwplannen op bouwfysica bij eenvoudige situaties uitgevoerd door vergunningverlening bouw. Door ervaringen van de afgelopen jaren met tekortkomingen bij EPC berekeningen (zowel bij vergunningverlening als toezicht), besteden we sinds 2019 meer aandacht aan de toetsing van EPC berekeningen. Om die reden laten we, net als bij constructieve veiligheid, steekproefsgewijs EPC berekeningen beoordelen door marktpartijen. Ook hiermee doen we vanuit EPOS ervaringen op met het steekproefsgewijs toetsen van aanvragen. In de begroting is voor het extern toetsten van EPC berekening budget opgenomen (zie bijlage 8).

4.2.3 Bouwakoestiek

De activiteiten op het gebied van bouwakoestiek zijn ondergebracht bij de OD. Het merendeel van de akoestische onderzoeken zijn benodigd ten behoeve van bouw en/of RO procedures. Deze taken zijn ondergebracht bij de OD en zullen door akoestische deskundigen van de OD worden beoordeeld en voorzien van een advies.

4.2.4 Externe veiligheid

Externe veiligheid is een aspect dat hoofdzakelijk aan de orde komt binnen de procesindustrie, bij transport leidingen en opgeslagen van gevaarlijke stoffen en vervoersbewegingen van gevaarlijke stoffen over de weg, spoor en water. De gemeente Staphorst heeft slechts enkele BEVI-bedrijven in haar bedrijvenbestand. Binnen de gemeente Staphorst komen de werkzaamheden op het gebied van Externe Veiligheid (EV) voornamelijk neer op de coördinatie van het EV-aspect binnen ruimtelijke procedures.

 

In de gemeente Staphorst spelen de volgende activiteiten m.b.t. EV:

  • -

    de inbreng van aspecten van externe- en procesveiligheid in het kader van vergunningverlening, toezicht, handhaving en het nemen van een afwijkingsbesluit (inclusief toepassing PGS richtlijnen);

  • -

    het bijhouden van de EV-situatie (risicokaart);

  • -

    het vaststellen van de EV-situatie op basis van de risiconorm vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS) (relatie kunnen leggen tussen risicobronnen en ruimtelijke situatie en ontwikkelingen).

Voor 2022 is de verwachte werkvoorraad voor de bovenstaande activiteiten beperkt en zal dit tot slecht enkele adviezen leiden.

4.2.6 Bodem, bouwstoffen en water

De OD is onze partner op het gebeid van de deskundigheid bodem. De werkzaamheden binnen de gemeente Staphorst komen neer op het beoordelen van bodemonderzoeken (historisch, verkennend, nader en eind), bodemsaneringen (plan van aanpak en evaluatie), meldingen Besluit bodemkwaliteit, meldingen bodemenergie. De adviezen op het gebied van bodem worden zowel betrokken bij de besluitvorming op het gebied van milieu, bouw als ruimtelijke ordening. Ook het toezicht bij saneringen en grondverzet wordt uitgevoerd door de OD. Meer informatie is te vinden in het Uitvoeringsprogramma van de OD.

4.2.7 Geluid

De meeste akoestische vraagstukken komen voort uit o.a. ruimtelijke procedures, APV-, bouw- en milieuvraagstukken. Voor 2022 verwachten wij 16 adviezen op het gebied van ontvangen akoestische onderzoeken en 7 geluidsmetingen. Deze werkzaamheden worden hoofdzakelijk de OD uitgevoerd. Meer informatie is te vinden in het Uitvoeringsprogramma van de OD.

4.2.8 Lucht

Binnen de gemeente Staphorst komen op jaar basis slechts een beperkt aantal vraagstukken voorbij waarbij het aspect lucht beoordeeld wordt. Deze werkzaamheden zijn ondergebracht bij de OD. Voor 2022 wordt 1 onderzoek verwacht. Meer informatie is te vinden in het Uitvoeringsprogramma van de OD.

4.2.9 Asbestsanering

Op basis van de gemeenschappelijke regeling en het mandaat is vastgesteld welke milieutaken door de OD worden uitgevoerd. Ook de deskundigheid asbest is één van de taken die de OD per 1 januari 2018 voor Staphorst uitvoert. Net als bij de overige taken die de OD voor de gemeente Staphorst uitvoert, stellen zij een advies op, waarmee de gemeente een integrale afweging/besluit neemt. Meer informatie is te vinden in het Uitvoeringsprogramma van de OD.

5. Procescriteria

In het beleidsplan fysieke leefomgeving 2021 is over de procescriteria het volgende geschreven:

De procescriteria beschrijven de eisen die gesteld worden aan de gemeentelijke organisatie om te borgen dat de uitvoering van de VTH-taken structureel op een adequaat niveau plaatsvindt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde ‘Big 8’ waarin de volgende stappen in het beleidsproces worden onderscheiden en waar de gemeente hierin staat.

 

Rapportage en evaluatie

Voor het uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2022 zijn de uitkomsten van de rapportage en evaluatie fase van belang. Deze dienen als input voor het nieuwe programma. Voor het programma 2022 zijn de resultaten van het jaarverslag fysieke leefomgeving 2020 en de trends en ontwikkeling in 2021 van belang.

 

Strategisch beleidskader

Het strategisch beleidskader is vastgelegd in het beleidsplan fysieke leefomgeving 2021.

 

Operationeel beleidskader

Deze fase is vooral in toetsingsprotocollen voor vergunningverlening en de vastgestelde handhavings-/ gedoogstrategieën belegd. Ook het vastleggen van werkprocessen en protocollen hoort in deze fase thuis. In het 4e kwartaal 2020 zijn de werkinstructies voor Powerbrowser 2020 gereed gekomen. Hiermee worden processen met taken en verantwoordelijkheden vastgelegd en wordt helder wie voor welke stappen verantwoordelijk is. Ook vanuit EPOS zijn diverse werkprocessen (Handboek EPOS, huishoudelijke reglement OK, dienstverleningsovereenkomsten, etc.) vastgelegd, waarmee een basis is gelegd voor de operationele fase van EPOS. Het actueel houden en bijsturen van deze processen en bijbehorende documenten is een continu proces.

 

Planning en Control

Deze fase richt zich met name op het hebben van interne methoden waardoor de financiële en personele middelen geborgd zijn om de taken te kunnen uitvoeren. Dit is een continue processen waarbij budgetten en formatie regelmatig worden geëvalueerd. Voor 2020 is de formatie binnen het team uitgebreid om beter in staat te zijn de reguliere processen maar ook de beleidsmatige werkzaamheden uit te kunnen voeren. Om in control te blijven wordt er gewerkt met managementrapportages om een goed beeld te krijgen van de doorlooptijden.

 

Voorbereiden

Met de nieuwe werkprocessen wordt het gemakkelijker een vergunning te verlenen of een controle uit de voeren. In 2020 is gestart met het programma datakwaliteit waarmee ook de data en processen in IJVI worden verbeterd. In 2022 wordt het programma datakwaliteit afgerond.

 

Uitvoeren

Deze fase heeft grote overeenkomsten met de voorgaande fase in relatie tot de optimaliseren van processen en verbeteren van koppelingen met andere systemen.

 

Monitoren

Deze stap betreft het handelen op grond van een systematiek van monitoring van het proces, de resultaten en voor zover mogelijk de effecten hiervan. De monitoring is relevant voor bijsturing in de operationele cyclus (bijvoorbeeld het aantal gerealiseerde controles, het bestede aantal uren etc.) of als input voor de beleidsevaluatie (zoals de verbetering of verslechtering van het naleefgedrag van inwoners of bedrijven of de leefkwaliteit in de regio).

 

Met het nieuwe VTH informatiesysteem Powerbrowser 2020 wordt gewerkt aan het verbeteren van de monitoringsgegevens. Deze zijn niet alleen relevant en noodzakelijk voor beleidsontwikkeling,-evaluatie en verantwoording naar college en gemeenteraad (jaarverslag fysieke leefomgeving), maar ook voor de sturing en het genereren van managementinformatie. In het programma datakwaliteit wordt in een deelproject uitvoering gegeven aan de wens om beter stuur- en managementinformatie op te leveren.

Een belangrijk onderdeel is het bouwen van rapportages in Powerbrowser 2020 waarmee inzicht in het proces en de resultaten van handelingen beter inzichtelijk worden.

Om de beleidsdoelen te monitoren zal er maandelijks een rapportage uit het zaaksysteem worden gegenereerd om te monitoren of de beleidsdoelen gehaald worden. Wekelijks heeft de coördinator fysieke leefomgeving een overleg met de verschillende vakgroepen, waar nodig kan er dus gestuurd worden op de indicatoren en streefwaarden. Wij zijn aan het onderzoeken of wij gebruik kunnen maken van een tool voor het maken van rapportages op detailniveau.

6. Samenvatting van het programma, vertaling in budget

Waar Staphorst voldoet aan de kwaliteitscriteria worden de werkzaamheden door de eigen organisatie uitgevoerd. Alle milieutaken (BTP+, m.u.v. van de werkzaamheden die op basis van de visie Kop-Romp-Staart bij de gemeente blijven) worden door de OD uitgevoerd. Werkzaamheden op het gebied van brandveiligheid worden in hoofdzaak door de VR uitgevoerd.

In tabel 17 is het totaal aan benodigde uren voor alle uitvoerende bouw-, RO en APV-taken van de gemeente Staphorst weergegeven. Daarnaast zijn ook de beschikbare productieve uren uit de begroting voor het uitvoeren van alle bouw- RO- en APV-taken van de gemeente Staphorst weergegeven. Hieruit blijkt dat met de uitbreiding van de formatie de gemeente Staphorst meer in balans is om alle werkzaamheden in eigen beheer uit te voeren. Voor het uitbesteden van werkzaamheden spelen frequentie en de deskundigheid van het werk een belangrijke rol. Met deze formatie en middelen wordt voldaan aan de kwaliteitscriteria en kan een deel van het werk daardoor bij externe partners wordt uitbesteed.

 

Programma Onderdeel

Totaal benodigde uren

Totaal beschikbare uren

Beschikbare Fte

Vergunningverlening

Casemanagement

Wabo

APV complex

APV eenvoudig

 

828

194

200

 

828

194

200

 

0,58

0,13

0,14

Bouw, Slopen, RO en monumenten

2.973

1.749

1,23

Milieu

-3

-

-

RO

5.572

4.171

2,94

APV en bijzondere wetten

Eenvoudig

Complex

 

388

71

 

388

71

 

0,27

0,05

Subtotaal

10.226

7.555

5,32

Toezicht en handhaving

Bouw, Slopen, RO en monumenten

2.390

2.390

1,68

Milieu

-4

-

-

APV en bijzondere wetten

2.864

2.864

2,01

Subtotaal

5.254

5.254

3,7

Specialistische taken gemeente Staphorst

Juridische

3.873

2.559

1,82

Cultuurhistorie

1.420

1.420

1,00

Groen en ecologie

1.114

1.114

0,79

Subtotaal

6.407

5.093

3,58

Administratie

1.873

1.873

1,32

Totaal

23.760

20.585

14,5

Inhuur

3.175

2,23

Totaal

23.760

23.760

16,73

Tabel 17: overzicht benodigde en beschikbare uren

 

Bij het onderdeel vergunningverlening zijn minder uren beschikbaar dan benodigd. Middels inhuur kan de formatie op orde worden gebracht zodat er geen producten blijven liggen.

Bijlage 1 Risicoanalyse

 

Algemeen

Het ontbreekt de gemeente aan voldoende menskracht en middelen om alle verleende vergunningen op alle vergunde facetten te controleren en daarnaast ook nog alle illegale activiteiten, klachten, handhavingsverzoeken en eventuele bestuurlijke interventies te kunnen opsporen, beoordelen en te sanctioneren. Bovendien is de maatschappelijke noodzaak hiertoe ook niet aanwezig.

De toezicht- en handhavingsinspanningen dienen zich daarom te richten op die activiteiten waar de risico’s als er problemen ontstaan het grootst zijn. Een veel gehoorde kreet in handhavend Nederland luidt ‘vissen waar de vis zit’. Een manier om te bepalen waar de ‘vissen zitten’ is door een risicoanalyse uit te voeren.

Voor het uitvoeren van de risicoanalyse is gebruik gemaakt van een landelijk geaccepteerd risicomodel dat uitgaat uit van de definitie:

 

Risico = (negatief effect) x (de kans dat dit effect voorkomt)

 

In de analyse is van alle activiteiten de inschatting van het risico voor de aantasting van de leefomgeving centraal gesteld. Het risico is daarbij de kans dat niet-naleving van voorschriften leidt tot ongewenste effecten en de schade die dit voor de leefomgeving oplevert. Hoe groter de kans op niet-naleving en hoe groter de schade voor de leefomgeving hoe meer de gemeente stuurt op naleving.

Per activiteit is op basis van ervaring van betrokken medewerkers en bestuurders daarom een inschatting gemaakt van:

  • het naleefgedrag van de gebruikers van de leefomgeving

  • de schade die kan ontstaan in geval van niet-naleving van gestelde regels

Methodiek risicoanalyse

De aspecten ‘kans’ en ‘effect’ richten zich op een aantal thema’s. Deze thema’s zijn algemeen geformuleerd en kunnen worden toegepast op elk taakveld (Wabo, APV/ASV en bijzondere wetten). Het gaat om de volgende thema’s:

Thema

Toelichting

Fysieke veiligheid

in hoeverre leidt de overtreding tot aantasting van de fysieke veiligheid, en/of veiligheidsrisico’s voor de omgeving of derden? Het gaat hierbij om zaken als brandgevaar, explosiegevaar of instortingsgevaar.

Volksgezondheid

In hoeverre heeft de overtreding gevolgen voor de volksgezondheid? Het betreft vooral effecten op de lange termijn als gevolg van onvoldoende licht of lucht, geluid, vochtigheid en gebruik van of blootstelling aan schadelijke stoffen.

Natuur

In hoeverre leidt de overtreding tot aantasting van de natuur? Aspecten die hier aan de orde komen zijn bodemverontreiniging, aantasting flora en fauna. Duurzaamheid: (bodem, water, afval, verbruik van gas en elektra).

Financieel/ economisch

In hoeverre leidt de overtreding tot financieel- economische schade voor de gemeente.

Leefomgeving

In hoeverre leidt de overtreding tot aantasting van de kwaliteit van de leefomgeving (leefbaarheid, aangezicht en privacy).

Imago

Hoe groot is het politiek-bestuurlijke afbreukrisico als de voorschriften niet worden nageleefd.

 

Om het effect van de overtreding te objectiveren naar ernst is de volgende onderverdeling aangehouden:

 

Effect

Fysieke veiligheid

Gezondheid

Natuur

Financieel / economisch

Leefomgeving

Imago

0

Geen effect

Geen effect

Geen effect

Geen effect

Geen effect

Geen effect

Geen effect

1

Heel klein

Pijn of letsel bij individu

Gering gevaar voor gezondheid

Enige verstoring van natuur/ milieu

€ 1 - €1.000

Enige verstoring aanzien/ nauwelijks toename onveiligheidsgevoel

Nauwelijks bestuurlijk belang/aantasting imago

2

Klein

Pijn of letsel bij meer individuen

Gevaar voor de gezondheid

Aanzienlijke verstoring van natuur/ milieu

€ 1.000 - € 10.000

Aanzienlijke verstoring aanzien/ enige toename onveiligheidsgevoel

Klein bestuurlijk belang/aantasting imago

3

Gemiddeld

Zwaar letsel bij eenenkeling of gering letsel bij velen

Groot gevaar voor gezondheid/ enige ziektegevallen

Aantasting van natuur/ milieu van enige duur

€ 10.000 - € 100.000

Aantasting leefomgeving van enige duur / gemiddelde toename onveiligheidsgevoel

Gemiddeld bestuurlijk belang / aantasting imago

4

Groot

Dood van een enkeling of ernstig letsel bij velen

Veel ziektegevallen, enkel sterfgeval

Aantasting van natuur/milieu van lange duur

€ 100.000 -

€1.000.000

Aantasting leefomgeving van lange duur / grote toename onveiligheidsgevoel

Groot bestuurlijk belang / aantasting imago

5

Zeer groot

Meer doden

Meer sterfgevallen

Onherstelbare schade natuur/ milieu

> € 1.000.000

Onherstelbare schade leefomgeving/zeer grote toename onveiligheidsgevoel

Zeer groot bestuurlijk belang/aantasting imago

 

De kans dat een overtreding plaatsvindt, is als volgt geobjectiveerd:

 

Overtredingskans

0

komt nooit voor

1

komt zelden voor

2

komt af en toe voor

3

komt regelmatig voor

4

komt veelvuldig voor

5

komt erg vaak voor

 

In de analyse is van alle activiteiten de kans geschat dat er iets kan gebeuren. Dit leidt vervolgens tot een onderverdeling in hoge, gemiddelde en lage prioriteiten. De hoogte van de prioriteit bepaalt de mate van intensiteit van het toezicht.

 

Kans

Intensiteit van het toezicht

Hoog

Er vindt altijd intensieve en integrale controle plaats, zo nodig op basis van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma.

Bij een eerste constatering van overtreding van handhavingstaken met een hoge toezichts- en handhavingsprioriteit volgt altijd een reactie, daar waar mogelijk "lik op stuk". Enerzijds om de overtreder direct tot naleving te dwingen, anderzijds om tijdrovende aanschrijvingsprocedures tot een minimum te beperken. Bij constatering van een overtreding van een kernbepaling bij hercontrole volgt een bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke sanctie.

Gemiddeld

Het toezicht vindt minder intensief (al dan niet met een lagere controlefrequentie) en vooral steekproefsgewijs plaats, dan wel door gebiedsgerichte controles of door surveillances. Bij constatering van een overtreding volgt altijd een reactie welke in eerste aanleg bestaat uit een schriftelijke waarschuwing of een PV. Indien bij hercontrole opnieuw een overtreding wordt geconstateerd volgt een sanctie, afhankelijk van de aard van de overtreding bestaande uit een strafrechtelijke geldboete of een bestuurlijke sanctie.

Laag

Er is sprake van passief toezicht (al dan niet met een zeer lage controle-frequentie). In principe wordt alleen naar aanleiding van meldingen, klachten of handhavingsverzoeken toegezien op naleving van de regels.

 

De prioritering is niet bedoeld om een bepaalde volgorde in de handhaving aan te geven. De prioritering is bedoeld om richting te geven aan de inzet van mensen, middelen, de frequenties van toezicht en handhaving en de aspecten waarop tijdens handhavingsbezoeken wordt gelet. Hoe hoger de prioriteit hoe actiever er toezicht gehouden en gehandhaafd wordt.

 

Verder zal de gemeente naar aanleiding van (niet anonieme) meldingen of handhavingsverzoeken altijd actie ondernemen. Dat geldt des te meer als het bestuursrecht ingezet wordt ter ondersteuning van een strafrechtelijk aanpak om (georganiseerde) criminaliteit te bestrijden.

 

Hoewel de risicoanalyse met cijfers werkt, is de uitkomst niet objectief maar subjectief. Het is het gevolg van een keuze. Daarom wordt jaarlijks nagegaan of de prioriteiten niet veranderd zijn. De risicoanalyse wordt jaarlijks getoetst op actualiteit, aangezien zowel problemen als naleefgedrag in de tijd veranderen. In de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s wordt hier op terug gekomen.

 

Risicoanalyses

In onderstaande tabellen is per taakveld de risicoanalyse beschreven en is de prioriteit van iedere toezicht- en handhavingstaak berekend. Hierbij is onderscheid gemaakt in drie soorten prioriteiten. Deze prioriteiten zijn in de tabellen te herkennen aan verschillende kleuren:

  • Rood : taken met een hoge prioriteit

  • Oranje : taken met een gemiddelde prioriteitsscore

  • Geel : taken met een lage prioriteit

De volgende aspecten worden gescoord:

  • Negatief effect: Hoe groot zijn de negatieve gevolgen als regels niet worden nageleefd?

  • Kans op niet-naleving: Hoe groot is de kans dat een doelgroep de regels niet naleeft?

Een overtreding die in de risicomodule ruimtelijke toezicht is gekwalificeerd als prioriteit 1 wordt, ook na het beëindigen van de tekortkomingen, indien feiten en omstandigheden daar aanleiding toe geven, gedurende twee 2 jaar steekproefsgewijs gecontroleerd om te bepalen of de overtreding duurzaam ongedaan is gemaakt en wordt gehouden.

Bijlage 2 Risicoanalyse bouw

 

 

Opmerking:

Wanneer er een verzoek tot handhaving is ingediend, zal deze ongeacht de prioritering worden opgepakt.

 

Bij een overtreding kan ook na het beëindigen van de tekortkomingen, indien feiten en omstandigheden daar aanleiding toe geven, gedurende 2 jaar steekproefsgewijs worden gecontroleerd of de overtreding duurzaam ongedaan is gemaakt en wordt gehouden.

Bijlage 3 Risicoanalyse RO

 

 

Opmerking:

Wanneer er een verzoek tot handhaving is ingediend, zal deze ongeacht de prioritering worden opgepakt.

 

Bij een overtreding kan ook na het beëindigen van de tekortkomingen, indien feiten en omstandigheden daar aanleiding toe geven, gedurende 2 jaar steekproefsgewijs worden gecontroleerd of de overtreding duurzaam ongedaan is gemaakt en wordt gehouden.

Bijlage 4 Risicoanalyse APV/ASV

 

 

 

Bijlage 5 Integraal toezichtprotocol bouw/sloop

 

 

 

 

 

Bijlage 6 werkzaamheden cultuurhistorie

 

Verwachte werkvoorraad 2022

 

Taken

Aantal

Algemeen

  • -

    Adviseren t.a.v. cultuurhistorische aspecten in het kader van omgevingsvergunningen.

25

  • -

    Adviseren t.a.v. cultuurhistorische aspecten in het kader van het handhaven van omgevingsvergunningen.

20

  • -

    Beoordelen van een aanvraag omgevingsvergunning aan cultuurhistorische waarden.

50

  • -

    Effecten van het te nemen afwijkingsbesluit aangeven op de cultuurhistorische waarde.

p.m.

  • -

    Opstellen van voorschriften voor een omgevingsvergunning.

5

  • -

    Inhoudelijk adviseren bij bezwaar en beroep.

2

Aanvullende activiteiten Gebouwde Monumentenzorg

  • -

    Adviseren t.a.v. monumentale aspecten in het kader van omgevingsvergunningaanvragen (activiteit bouwen en slopen) en het handhaven van de omgevingsvergunning.

25

  • -

    Toetsen van de aanvraag aan de Erfgoedwet.

25

  • -

    Toetsen van de aanvraag aan de Erfgoedverordening.

25

  • -

    (Beoordelen van) bouwhistorische onderzoek en waarde stellingen: Interpreteren monumentwaardigheid (van onderdelen).

3

Taken

Aantal

Aanvullende activiteiten Archeologische Monumentenzorg (AMz).

  • -

    Adviseren t.a.v. archeologische aspecten in het kader van omgevingsvergunningen.

4

  • -

    Toetsen van de aanvraag aan de Erfgoedwet.

4

  • -

    Toetsen van de aanvraag aan de Erfgoedverordening.

4

  • -

    Beoordelen van archeologische rapporten.

4

Aanvullende activiteiten Beschermde stads- en dorpsgezichten:

  • -

    Adviseren t.a.v. stedenbouwkundige, historisch-geografische en ruimtelijk aspecten in het kader van omgevingsvergunningen.

10

  • -

    Maken van een cultuurhistorische en ruimtelijke analyse (verankerd in Belvedere-nota).

1

  • -

    Vertalen cultuurhistorische waarden en betekenissen naar ruimtelijke uitgangspunten of toetscriteria voor aanvragen.

6

  • -

    Toetsen van de aanvraag aan de doelstelling van het instrument ‘beschermd gezicht’ en het ter bescherming strekkende bestemmingsplan.

15

  • -

    Toetsen van de aanvraag aan het ruimtelijke kwaliteitsbeleid (welstand) en de erfgoedverordening.

15

Aanvullende activiteiten Cultuurlandschap

  • -

    Adviseren t.a.v. cultuurlandschappelijke aspecten in het kader van omgevingsvergunningen.

6

  • -

    Effecten van het te nemen afwijkingsbesluit aangeven op het landschap.

6

Bijlage 7 concept jaarprogramma VR

 

Staphorst

2022

 

 

 

 

Advies bouw

40

advisering bouw

Controle bouw

25

 

Advies en controle PvE/UPD

10

 

Advies milieu

2

 

Controle milieu

2

 

 

 

 

Advies gebruik

35

advisering gebruik en toezicht

Controle gebruik 

25

 

Advies en controle OMS/STOOM

5

 

Advies evenementen

2

 

Controle evenementen

-

 

 

 

 

Project terug naar de brand

-

uitvoering veilig leven

Voorlichting algemeen

5

 

 

 

 

Advies EV ruimtelijke ordening

4

uitvoering wettelijk taak

 

 

 

Per gemeente:

 

 

 

Per gemeente:

 

  • Speerpunten thema advisering bouw

    • o

      Beoordeling brand- en vluchtveiligheid op basis van wettelijk kader.

    • o

      Risicogericht advies: een eerlijk gesprek over brand- en vluchtveiligheid

    • o

      Deskundige sparringpartner voor vergunningverlener en toezichthouder

    • o

      Actief betrokken vanaf ontwerp tot realisatie

    • o

      Gezamenlijke voorbereiding op de implementatie van de Omgevingswet

  • Speerpunten advisering gebruik en toezicht

    • o

      Controles op basis van risicobepaling en ervaring.

    • o

      Uitwerking brandrisicoprofiel en prioritering t.b.v. handhavingsuitvoeringsplan.

    • o

      Controle brandveiligheidsinstallatie bij bedrijven.

  • Speerpunten uitvoering veilig leven

    • o

      Doelgroepbenadering: risicogroepen en kansgroepen.

    • o

      Focus op: Kinderen van 4 tot 12 jaar, zelfstandig thuiswonende ouderen, zorginstellingen.

    • o

      Uitrol project 'Brandweer op school'.

    • o

      Ondersteuning activiteiten lokale brandweerposten.

  • Speerpunten uitvoering wettelijke taak

    • o

      Reguliere adviezen ruimtelijke ordening, infrastructuur, vuurwerk en externe veiligheid.

    • o

      Signalerende en adviserende rol t.b.v. maatschappelijke ontwikkelingen (bv. energietransitie).

Bijlage 8 Budgetten in begroting 2022

 

Beheersproduct 120.111 APV

Ingeleend personeel € 41.209,20

Kosten derden € 5.151,15

 

Beheersproduct 550.204 Advisering monumenten

Kosten derden € 7.211, -

 

Beheersproduct 740.101 Algemeen Wabo

Inkomensoverdracht GR OD € 537.568,45

 

Beheersproduct 740.103 Toezicht en handhaving milieu

Overige kosten milieu € 20.604.60

 

Beheersproduct 740.107 Specialisme vergunningverlening en handhaving

Inhuur Nysingh advocaten € 50.000,-

Inhuur overige juridische ondersteuning € 10.000,-

Kosten derden € 15.000, -

 

Beheersproduct 830.001 Omgevingsvergunning voor afwijken bouwplan

Overige kosten € 41.209,20

 

Beheersproduct 830.201 Omgevingsvergunning bouw

Automatiseringsapparatuur € 1.545,35

Overige kosten € 1.030,23

Kosten derden € 5.151,15

 

Beheersproduct 830.202 Welstand

Oversticht (welstand) € 15.453,45

 

Beheersproduct 830.203 Bouwcontrole/handhaving

Landmeetkundige werkzaamheden € 7.726,73

Kosten derden € 5.000, -

Bijlage 9 Veelgebruikte afkortingen

 

  • AMvB: Algemene Maatregel van Bestuur

  • APV: Algemeen Plaatselijke Verordening gemeente Staphorst

  • Big-8: beleidscyclus in de vorm van een 8 (plan-do-check-act)

  • BOA: Buitengewoon Opsporingsambtenaar

  • Bor: Besluit omgevingsrecht.

  • BTP: Basistakenpakket. Dit zijn de wettelijke verplichte (milieu)taken die een Omgevingsdienst uit moet voeren.

  • B&W: college van burgemeester en wethouders.

  • Mor: (Ministeriële) Regeling omgevingsrecht.

  • OD: Omgevingsdienst IJsselland. Dit is een gemeenschappelijke regeling per 2018, als opvolger van de RUD IJsselland, voor het uitvoeren van milieutaken.

  • PDC: Producten en Diensten Catalogus. Dit is een document met afspraken tussen de deelnemende gemeenten in de OD IJsselland over de kwaliteitsniveaus per product en de capaciteit die dat mag kosten, in geval men die diensten van de OD IJsselland afneemt.

  • VTH: Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving.

  • VR: Veiligheidsregio IJsselland.

  • Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • Wro: Wet op de Ruimtelijke ordening.

Bijlage 10 Overzicht uren en producten per taakveld 2022

 

Taakveld Openbare Orde en Veiligheid

 

APV

1.135

Evenementen

188

Afval

236

Kappen

180

Reclame

150

Parkeren

170

Aanplakbiljetten

18

Milieu

66

Bijzondere wetten

207

Verkeer

40

Markt

107

Bomen/groen

80

Recreatie/toerisme

107

Totaal

2.864 uur

 

 

 

 

 

 

Taakveld Toezicht

 

APV

50

Handhaving

540

Bouwcontrole

1600

Overig

200

Totaal

2390 uur

 

 

 

 

Taakveld Omgevingsvergunningen

 

Casemanagement bouwen

828

Casemanagement APV complex

194

Casemanagement APV eenvoudig

200

Bouwen

2000

Afwijken bestemmingsplan

745

APV

388

Monument

128

Sloop

100

Bijzondere wetten

46

Markt

25

Totaal

4.654 uur

 

 

 

 

 

 

Taakveld Ruimtelijke Ordening

 

Totaal

5.572 uur

 

 

 

Taakveld Administratieve werkzaamheden

 

Totaal

1.873 uur

 

 

Taakveld juridische werkzaamheden

 

Bezwaar

224

Beroep

40

Bijzondere wetten

114

Juridische vraagstukken / ondersteuning

552

Handhaving bouw / RO

554

Handhaving milieu

1.021

APV

54

Totaal

2.559 uur

 

 

 


1

art. 2.12 Wabo en tijdelijke ontheffing

3

Deze uren zitten verdisconteerd in het budget voor de OD in de begroting

4

Deze uren zitten verdisconteerd in het budget voor de OD in de begroting