Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westland

Verordening op de rekenkamer gemeente Westland 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de rekenkamer gemeente Westland 2023
CiteertitelVerordening op de rekenkamer gemeente Westland 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Westland 2020.

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 81a van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-09-2023nieuwe regeling

13-09-2023

gmb-2023-406585

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de rekenkamer gemeente Westland 2023

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • -

    rekenkamer: gemeentelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet;

  • -

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1.

    Er is een rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit 3 leden, waaronder een voorzitter, welke voor een periode van 6 jaar worden benoemd door de raad.

Artikel 3 Klankbordgroep

  • 1.

    Er is een klankbordgroep voor de rekenkamer.

  • 2.

    De klankbordgroep bestaat uit 2 raadsleden, welke voor een raadsperiode worden benoemd door de raad.

Artikel 4 Herbenoeming

De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal 1 keer voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.

Artikel 5 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De rekenkamer heeft een ambtelijk secretaris.

  • 2.

    De griffier wijst uit de medewerkers van de griffie de ambtelijk secretaris aan, alsmede ook een of meer plaatsvervangers, op voordracht van de rekenkamer.

Artikel 6 Budget

De voorzitter van de rekenkamer is bevoegd binnen zijn budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer.

Artikel 7 Vergoeding

  • 1.

    De leden van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vaste maandelijkse vergoeding.

  • 2.

    De vergoeding bedraagt voor de voorzitter € 603,24 per maand en voor gewone leden € 553,80 per maand. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd met dezelfde indexering die geldt voor de vergoeding voor raadsleden.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    De verordening op de rekenkamercommissie gemeente Westland 2020 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 13 september 2023.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de rekenkamer gemeente Westland 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare raadvergadering van 13 september 2023.

de griffier,

P. van Oosten

de voorzitter,

B.R. Arends

Toelichting

Algemeen

Deze modelverordening is een aanvulling op hetgeen in de Gemeentewet is opgenomen over de gemeentelijke rekenkamer. Zie de tekst van de Gemeentewet, zoals op 1 januari 2023 gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken IVa (De rekenkamer) en XIa (De bevoegdheid van de rekenkamer).

De raad moet een onafhankelijke rekenkamer instellen. Zie artikel 81a van de Gemeentewet. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2023, met een overgangstermijn van een jaar, dus uiterlijk 1 januari 2024 moet de raad een rekenkamer hebben ingesteld.

Daarnaast moet de raad op grond van artikel 81k van de Gemeentewet een verordening opstellen voor een vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Voorts mag de raad op grond van artikel 149 van de Gemeentewet aanvullende regels stellen in het belang van de gemeente en met inachtneming van de wet.

De rekenkamer moet een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststellen (artikel 81i van de Gemeentewet).

 

Artikelsgewijs

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

 

Artikel 2. Rekenkamer

In het eerste lid stelt de raad de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 81a van de Gemeentewet).

 

Artikel 3. Klankbordgroep

Rekenkamers hebben in de praktijk soms behoefte om informatie in te winnen bij een afvaardiging van de raad. Voor vragen als wat leeft er binnen de raad en hoe is de organisatie van de raad geregeld. Ook bestaat soms behoefte om organisatorische wijzigingen binnen de rekenkamer of veranderingen in het rekenkamerbudget te bespreken. De raad kan een klankbordgroep (of andere benaming) instellen die fungeert als het aanspreekpunt voor de rekenkamer. Ook is het mogelijk een al ingesteld gremium, zoals een auditcommissie, als aanspreekpunt aan te wijzen. De raad kan zelf het aantal leden en de taken van de klankbordgroep bepalen, maar is niet verplicht een klankbordgroep in te stellen. Hij kan het bijvoorbeeld ook aan de rekenkamer overlaten.

 

Artikel 4 Herbenoeming

De leden van de rekenkamer worden door de raad benoemd en kunnen door de raad ook worden herbenoemd (artikel 81c, eerste en vierde lid, van de Gemeentewet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld. Een te korte benoemingsperiode kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen, omdat de vraag ‘word ik wel herbenoemd’ dan al te snel weer wordt gevoeld. Voordeel van deze termijn is ook dat over benoeming en herbenoeming in het gewone geval steeds door twee verschillend samengestelde raden wordt beslist. Voorts draagt het feit dat benoeming plaatsvindt na overleg met de rekenkamer ertoe bij dat de leden primair op grond van deskundigheid worden benoemd (artikel 81c, vijfde lid). In de praktijk zal na verloop van tijd door tussentijds aftreden vanzelf de situatie ontstaan dat niet steeds de gehele rekenkamer opnieuw moet worden benoemd. Dit komt de continuïteit en de onafhankelijkheid van de rekenkamer ten goede. Zie Kamerstukken 27 751, nr. 3, p. 68.

 

Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning

Momenteel regelt artikel 81j derde lid Gemeentewet dat ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, niet tevens werkzaamheden verrichten voor een ander orgaan van de gemeente. De wetgever wil een uitzondering maken voor ambtenaren die werkzaam zijn op de griffie. Daarom wordt in het voorstel van wet aan artikel 81j, derde lid Gemeentewet, na «een ander orgaan van de gemeente» ingevoegd «, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren». Artikel 81j vierde lid Gemeentewet blijft ongewijzigd, waardoor ook ambtenaren van de griffie die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, ter zake van die werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig zijn aan de rekenkamer. Dit is ook bevestigd in de Memorie van Toelichting (TK 35 298, nr. 3, p. 14).

Het is dus aan de gemeenteraad en de rekenkamer hoe straks de bemensing van rekenkamers plaatsvindt. Blijft het bij de ondersteuning van een ambtenaar van de raadsgriffie (de zogenaamde secretaris), dan verandert er vrijwel niets ten opzichte van de situatie bij de rekenkamercommissie. De raad blijft immers die ambtenaar benoemen en kan ook aangeven dat deze werkzaamheden verricht voor de rekenkamer (in plaats van de rekenkamercommissie). Besluit het lid/leden van de rekenkamer dat het college de ambtenaar benoemt (op grond van artikel 81j tweede lid Gemeentewet), dan betreft dit echter een bevoegdheid van het college, maar in dat geval kan die ambtenaar niet werkzaam zijn bij de raadsgriffie. In beide gevallen moet de raad zorgen voor het budget van deze ambtenaren (artikel 81j eerste lid Gemeentewet). Het is straks dus niet meer zo dat de secretaris per definitie onder de griffie valt.

 

Artikel 6. Budget

De raad moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j van de Gemeentewet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken.

 

Artikel 7. Vergoeding

De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten (artikel 81k van de Gemeentewet).

 

Artikel 8. Slotbepalingen

Het eerste lid is facultatief, omdat dit alleen voor gemeenten geldt die voor de inwerkingtreding van de Wet versterking decentrale rekenkamers al een rekenkamer hadden. En dus niet voor rekenkamercommissies, daarvoor is geen overgangsrecht mogelijk omdat vanaf 1 januari 2023 de wettelijke plicht geldt om een onafhankelijke rekenkamer in te stellen.

Het eerste lid zorgt ervoor dat besluiten genomen vóór de inwerkingtreding van de Wet versterking decentrale rekenkamers hun rechtskracht behouden als de constructie van rekenkamers wijzigt als gevolg van deze wet. Voorbeelden van dergelijke besluiten zijn het raadsbesluit tot instellen van de rekenkamer en besluiten tot benoeming en herbenoeming van [het lid OF de leden of voorzitter] van de rekenkamer. Deze bepaling voorkomt daarmee dat bestaande rekenkamers opnieuw moeten worden ingesteld en dat daarmee de zittingstermijnen van de zittende leden weer bij nul beginnen terwijl wellicht de gemeente een maximum aantal zittingstermijnen heeft.