Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Orionis Walcheren

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ en WIN Orionis Walcheren 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOrionis Walcheren
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingHandhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ en WIN Orionis Walcheren 2022
CiteertitelHandhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ en WIN Orionis Walcheren 2022
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpTechnische aanpassing Afstemmingsverordening Participatiewet en Handhavingsverordening Participatiewet

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://wetten.overheid.nl/BWBR0044770/2022-01-01

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

De uitvoering van de Participatiewet en de Wet inburgering 2021 zijn gedelegeerd aan de GR-Orionis Walcheren

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022Technische aanpassing van de afstemmingsverordening en Handhavingsverordening door toevoeging van de Wet Inburgering Nieuwkomers 2021

13-07-2023

bgr-2023-923

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ en WIN Orionis Walcheren 2022

Besluit van Orionis Walcheren tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ en WIN Orionis Walcheren 2015.

 

Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren;

 

gelet op:

 

  • artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35, lid 1 sub b van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsgeschikte werkloze werknemers en artikel 35, lid 1 sub b van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 22,23 en 26 van de Wet inburgering 2021

 

overwegende dat:

Wij geloven dat iedereen ertoe doet. En dat werk en ontwikkeling voorwaarden zijn om mee te doen in de maatschappij. We staan voortdurend in verbinding met de inwoners van Walcheren. Vanuit oprechte belangstelling doen we wat nodig is voor een actief en zelfstandig leven voor iedereen die ons nodig heeft.

 

Het gewenst is om een verordening vast te stellen omtrent:

de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van uitkering alsmede het misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet en de daarop berustende bepalingen; Besluit vast te stellen de volgende verordening: Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ en WIN Orionis Walcheren 2022.

 

Deze verordening treedt op 1 januari 2022 in werking.

 

 

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW IOAZ, WIN Orionis Walcheren 2022

 

 

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis in de Participatiewet (Pw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), de Wet Inburgering 2022 (WIN) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Orionis Walcheren;

    • b.

      algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Orionis Walcheren;

    • c.

      wet: de Pw, de Ioaw en de Ioaz en de WIN;

    • d.

      uitkering: uitkering ingevolge de Pw, de Ioaw of de Ioaz;

    • e.

      belanghebbende: de persoon met een uitkering van de Pw, de Ioaw of de Ioaz;

    • f.

      fraude: het verwijtbaar informatie achterhouden, of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering te ontvangen anders dan waar men op grond van de juiste en/of volledige informatie recht op zou hebben;

    • g.

      misbruik: het ontvangen van een uitkering in strijd met de wettelijke voorschriften, waarbij de ten onrecht ontvangen uitkering aan belanghebbende te wijten is;

    • h.

      oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van de wet heeft bestaan;

    • i.

      benadelingsbedrag: het bedrag dat als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van een inlichtingenverplichting ten onrechte is verleend als uitkering;

    • j.

      inburgeringsplichtige: de inwoner die volgens artikel 3 van de Wet inburgering 2021 inburgeringsplichtig is;

    • k.

      Asielstatushouder: de inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 13 eerste lid van de Wet inburgering 2021;

    • l.

      gezinsmigranten en overige migranten: inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19 van de Wet inburgering 2021;

    • m.

      Besluit: het Besluit inburgering 2021.

  •  

Artikel 2. Opdracht aan dagelijks bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur zorgt voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude en het ontmoedigen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • 2.

    Ten aanzien van de taak als bedoeld in het eerste lid stelt het algemeen bestuur een handhavingsplan vast.

 

Artikel 3 Terugvordering

  • 1.

    Daar waar in de wet sprake is van een bevoegdheid tot terugvordering, vordert het dagelijks bestuur de kosten van uitkering terug voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur stelt beleidsregels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

 

Artikel 4. Aangifte

  • 1.

    Als een gedraging van de belanghebbende leidt tot een benadelingsbedrag doet het dagelijks bestuur, onverminderd de verplichting de ten onrechte verstrekte uitkering terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie in overeenstemming met de door de wetgever en het Openbaar Ministerie hiervoor gehanteerde uitgangspunten.

  • 2.

    Als het Openbaar Ministerie besluit om over te gaan tot het seponeren van de aangifte zal door het dagelijks bestuur alsnog worden overgegaan tot het opleggen van een bestuurlijke boete op grond van de wet.

 

Artikel 5. Verantwoording

Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur periodiek over de uitvoering en de resultaten.

 

Artikel 6 Handhaving WIN

  • 1.

    De inburgeringsplichtige is verplicht om:

    • a.

      na de oproep te verschijnen bij de brede intake en hieraan mee te werken; en

    • b.

      de afspraken in het PIP na te komen, waaronder deelname aan voortgangsgesprekken en aan activiteiten in het kader van de MAP en het PVT.

  • 2.

    De asielstatushouder is daarnaast ook verplicht deel te nemen aan de taallessen en andere activiteiten van de gevolgde leerroute.

  • 3.

    Handhaving verplichtingen bij de brede intake:

    • a.

      Wanneer de inburgeringsplichtige na de eerste oproep voor de brede intake niet verschijnt of onvoldoende meewerkt, wordt er een schriftelijke waarschuwing gegeven. Er wordt daarbij gewezen op de gevolgen voor de inburgeringsplichtige als hij of zij opnieuw niet verschijnt na een oproep of als hij of zij op een andere manier onvoldoende meewerkt aan de brede intake. De inburgeringsplichtige wordt opnieuw uitgenodigd om te verschijnen binnen 2 weken.

    • b.

      Wanneer de inburgeringsplichtige na deze volgende oproep niet verschijnt of onvoldoende meewerkt, wordt aan de inburgeringsplichtige een boete opgelegd. De hoogte van de boete is vastgesteld in artikel 7.1.1 van het Besluit.

    • c.

      Voordat er een boete wordt opgelegd, wordt onderzocht waarom de inburgeringsplichtige niet komt of onvoldoende meewerkt. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, wordt hem of haar de gelegenheid geboden zijn of haar zienswijze binnen 1 week per [brief en/of digitaal] kenbaar te maken.

    • d.

      Er wordt geen boete opgelegd wanneer aannemelijk is dat iedere verwijtbaarheid ontbreekt.

    • e.

      Er wordt een lagere boete opgelegd dan vastgesteld in artikel 7.1.1 van het Besluit als op basis van de reactie van de inburgeringsplichtige aannemelijk is dat de boete vanwege bijzondere omstandigheden te hoog is.

    • f.

      In de brief (beschikking) waarmee de boete wordt opgelegd, wordt de inburgeringsplichtige opnieuw uitgenodigd om alsnog te verschijnen of mee te werken. Wanneer de inburgeringsplichtige hieraan niet voldoet, wordt een boete opgelegd met inachtneming van artikel 7.1.1 van het Besluit.

  • 4.

    Handhaving tijdens het inburgeringstraject

    • a.

      Er wordt een boete opgelegd op als de inburgeringsplichtige de afspraken in het PIP tijdens het inburgeringstraject verwijtbaar niet of onvoldoende nakomt.

    • b.

      De asielstatushouder wordt een boete opgelegd als hij verwijtbaar niet of onvoldoende deelneemt aan de activiteiten van de gekozen leerroute.

    • c.

      Voordat er een boete wordt opgelegd, wordt onderzocht waarom de afspraken in het PIP of de afspraken over de activiteiten bij de gekozen leerroute niet zijn nagekomen. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, wordt hem of haar de gelegenheid geboden of haar zienswijze binnen 1 week per [brief en/of digitaal] kenbaar te maken.

    • d.

      Op basis van het gesprek met de inburgeringsplichtige dan wel zijn of haar schriftelijke zienswijze wordt de mate van verwijtbaarheid bepaald. Als er sprake is van opzet, van grove schuld, van normale verwijtbaarheid of van verminderde verwijtbaarheid wordt de hoogte van de boete daarop afgestemd met inachtneming van artikel 7.1 van het Besluit.

    • e.

      Er wordt geen boete opgelegd wanneer aannemelijk is dat iedere verwijtbaarheid ontbreekt.

  • 5.

    Samenhang met handhaving op grond van de Participatiewet

  • Als voor dezelfde gedraging de bijstand op grond van artikel 18 of 18b Participatiewet kan worden verlaagd en een boete op grond van de Wet inburgering 2021 op kan worden opgelegd, wordt er voor gekozen een bestuurlijke boete op grond van de Wet inburgering 2021 op te leggen.

  • 6.

    Wanneer de inburgeringsplichtige een boete op grond van de wet wordt opgelegd in de periode van het financieel ontzorgen op grond van artikel 56a Participatiewet, dan kan de boete met de uitkering worden verrekend. Hierbij wordt rekening gehouden met een fictieve draagkracht van 5 procent van bijstandsnorm die van toepassing is, inclusief vakantietoeslag.

 

Artikel 7. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

 

Artikel 8. Aanpassen oude verordening

  • 1.

    De "Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW/IOAZ 20157 Orionis Walcheren" wordt aangepast naar "Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, en IOAZ WIN Orionis Walcheren 2022”.

 

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze aangepaste verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: “Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, en IOAZ WIN Orionis Walcheren 2022”.

 

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren op

13-07-2023

De voorzitter,

J.S. Louws

De Secretaris,

H.M.A. Guise

Toelichting

 

Algemene deel

In verband met artikel 8b Participatiewet en de artikelen 35 van de Ioaw en de Ioaz is de gemeenteraad verplicht regels te stellen over het bestrijden van het ten onrechte ontvangen van Participatiewet, IOAW en IOAZ uitkeringen. alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van deze wetten

In de Participatiewet en de Ioaw en Ioaz en de WIN is de verplichting tot handhaving van een aantal regels een “kanbepaling”. Hiermee heeft Orionis Walcheren de mogelijkheid en de bevoegdheid om eigen regels te stellen t.a.v. handhaving. Het algemeen bestuur stelt op hoofdlijnen het beleid rond handhaving vast en op basis van die hoofdlijnen kan nadere invulling gegeven worden aan het (uitvoerings)beleid.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

In dit artikel worden de begrippen die in deze verordening worden gebruikt nader verklaard. En voor zover de begrippen niet worden verklaard, wordt aansluiting gezocht bij de Pw, de Ioaw, de Ioaz, de WIN en de Awb.

 

Artikel 2

Ter nadere uitvoering van deze verordening stelt het algemeen bestuur een handhavings (beleids)plan vast, met daarin het te voeren beleid op het gebied van handhaving, bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

 

Artikel 3.

Terugvordering is een bevoegdheid. Terugvordering van te veel betaalde uitkering als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht is echter een verplichting. Met dit artikel stelt het algemeen bestuur dat van de bevoegdheid tot terugvordering in de overige gevallen gebruik wordt gemaakt. De regels omtrent terugvordering zijn vastgelegd in beleidsregels.

 

Artikel 4.

Dit artikel bepaalt dat de Aanwijzingen Sociale Zekerheidsfraude, zoals opgesteld door het college van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie (OM), moet worden nagevolgd. De Aanwijzing bepaalt onder meer dat sociale zekerheidsfraude door een uitkeringsgerechtigde tot een bepaald bedrag door het dagelijks bestuur wordt bestraft (op grond van artikel 18a van de Participatiewet). Pas bij een hoger nadeel moet aangifte worden gedaan bij het OM, waarna de zaak strafrechtelijk zal worden afgedaan. In dat geval wordt geen bestuurlijke boete opgelegd, tenzij het OM de zaak seponeert.

 

Artikel 5.

Het dagelijks bestuur informeert de het algemeen bestuur periodiek, bij de verantwoording over het beleid en de uitvoering van de wet over de uitvoering en de resultaten op

het gebied van handhaving.

 

Artikel 6.

  • 1.

    De inburgeringsplichtige is verplicht om:

    • a.

      na de oproep te verschijnen bij de brede intake en hieraan mee te werken; en

    • b.

      de afspraken in het PIP na te komen, waaronder deelname aan voortgangsgesprekken en aan activiteiten in het kader van de MAP en het PVT.

  • 2.

    De asielstatushouder is daarnaast ook verplicht deel te nemen aan de taallessen en andere activiteiten van de gevolgde leerroute.

 

In dit artikel is uitgewerkt hoe er met de handhaving die voortvloeit moet worden omgegaan.

Indien gekozen kan worden voor een Boete ogv de WIN en een afstemming ogv de PW wordt gekozen voor een boete. De hoogte van de boetes is geregeld in het Boete Besluit 2021

 

Artikel 7

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

 

Artikel 8.

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.