Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alkmaar

VTH-Beleidsnota 2023-2026

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlkmaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVTH-Beleidsnota 2023-2026
CiteertitelVTH-Beleidsnota 2023-2026
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de VTH-Beleidsnota gemeente Alkmaar 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-09-2023nieuwe regeling

01-08-2023

gmb-2023-405685

Tekst van de regeling

Intitulé

VTH-Beleidsnota 2023-2026

 

1. Inleiding

De Vergunningen, Toezicht en Handhavingsbeleidsnota (VTH-Beleidsnota 2023-2026) is het kader voor de uitvoering van de gemeentelijke taken voor het omgevingsrecht. Deze beleidsnota vervangt de VTH-Beleidsnota 2022. In de beleidsnota zijn beleidsdoelstellingen opgenomen voor de fysieke leefomgeving. Hierbij is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij het Alkmaars Coalitieakkoord. De doelstellingen zijn onder meer gericht op bedrijfsmatige doelstellingen die bijdragen aan het verbeteren van de dienstverlening, op de constructieve veiligheid, het risicogericht werken, het bijdragen aan de ambities voor woningbouw en duurzaamheid.

 

Afgelopen jaar werd de beleidsnota vastgesteld voor de duur van een jaar. Deze beleidsnota geldt voor de duur van vier jaar zodat na de gemeenteraadsverkiezingen in 2026 de mogelijkheid bestaat om nieuwe beleidsdoelstellingen in te zetten voor uitvoering van de VTH-taken.

 

In het kader van de planning- en controlcyclus is de VTH-beleidsnota het instrument voor het college om de doelstellingen voor de komende periode vast te stellen.

 

Met de VTH-beleidsnota wordt zowel op grond van huidige wetgeving (art. 7.2 Besluit omgevingsrecht) als op grond van de Omgevingswet (art. 13.5 Omgevingsbesluit) voldaan aan de wettelijke verplichting om uitvoerings- en handhavingsbeleid vast te stellen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) van het omgevingsrecht.

 

Deze beleidsnota ziet toe op bouwregelgeving, ruimtelijke regelgeving en regelgeving die gaat over brandveilig gebruik en ziet niet op de milieutaken op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving. Deze milieutaken zijn gemandateerd aan de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. De Omgevingsdienst heeft een VTH-strategie opgesteld waarin vergunningverlening, toezicht en handhaving van milieutaken afzonderlijk zijn opgenomen.

 

1.1 Missie, visie op het gebied van VTH

In het coalitieakkoord is de koers bepaald voor de komende jaren. De gemeente wil een betrouwbare overheid zijn en het algemeen belang bewaken. In het akkoord is opgenomen dat Alkmaar streeft naar een prettige, schone en veilige leefomgeving voor de gehele gemeente. Alkmaar wil ruimte geven aan woningbouw en zich inzetten voor klimaatbestendig en zoveel mogelijk circulair ontwikkelen en daarbij het vergunningenproces vereenvoudigen.

 

Een goede leefbaarheid van Alkmaar hangt samen met de ruimtelijke kwaliteit. Ruimte voor ondernemen en ruimte geven aan woningbouw zijn belangrijke speerpunten en moeten een bijdrage leveren aan de leefbaarheid. Initiatieven voor duurzaamheid worden zoveel mogelijk gestimuleerd. Daarbij worden de mogelijkheden van de nieuwe Omgevingswet intensief benut en gekozen voor goede ruimtelijke inpassing.

 

De missie voor VTH sluit hierop aan. De missie is het komen tot en behouden van een veilige, duurzame en leefbare woon- en werkomgeving waarin de eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners en ondernemers en instellingen centraal staat, ruimte voor ontwikkeling en innovatie wordt geboden, ruimtelijke kwaliteit wordt gestimuleerd en inwoners en ondernemers kunnen rekenen op professionele en transparante dienstverlening.

 

Voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving betekent dit dat de gemeente een goede balans voorstaat tussen de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en ondernemers en instellingen om gezamenlijk tot het oplossen voor onderlinge geschillen te komen en de verantwoordelijkheid van het college om de bereidheid tot naleving te stimuleren en zo nodig handhavend op te treden om de fysieke leefomgeving te beschermen.

 

Inwoners, ondernemers en instellingen zijn in eerste aanleg zelf verantwoordelijk voor het naleven van wetten en regels en worden waar mogelijk gestimuleerd om gezamenlijk een geschil of probleem op te lossen. Het duidelijk en op eenduidige manier communiceren vindt de gemeente een belangrijk speerpunt.

 

Wij voeren onze taken zoveel mogelijk via een klantgedreven benadering en in samenhang uit. Hierbij brengen we lasten voor inwoners, ondernemers en instellingen zoveel mogelijk terug. Wij kijken niet alleen naar wat niet mag, maar adviseren juist ook over wat (wel) mogelijk is. Het achterliggende doel van de regelgeving staat voorop, niet de regelgeving zelf.

 

1.2 Doel van de VTH-beleidsnota

Met deze VTH-beleidsnota wordt inzichtelijk gemaakt hoe de gemeentelijke vergunningverlenende, toezichts- en handhavingstaak wordt uitgevoerd en welke prioriteiten er gesteld zijn. Op basis van de VTH-beleidsnota wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma VTH gemaakt.

 

De provincie Noord-Holland heeft Alkmaar de afgelopen jaren een adequate beoordeling gegeven voor de uitvoering van de VTH-taken. Als gevolg daarvan heeft de provincie het toezicht op de gemeente inmiddels versoberd. Uit de IBT-beoordeling 2022 volgt dat Alkmaar aan de verplichtingen voldoet maar dat het personele en financiële middelen voor het realiseren van de doelstellingen en bijbehorende activiteiten meer inzichtelijk moet maken. Met de provincie is besproken dat de gemeente voortaan informatie uit de programmabegroting en eventuele bijstelling (bestuursrapportage) daarvan aan de provincie toestuurt. Hiermee geeft de gemeente aan welke middelen ze heeft om de VTH-taken uit te voeren en geeft de provincie inzicht in de beschikbaar gestelde middelen.

 

1.3 Relevante ontwikkelingen

De komende periode is een aantal ontwikkelingen dat van invloed is op het samenstellen van het VTH-beleid. In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma wordt verder uitgewerkt wat deze ontwikkelingen voor dat jaar betekenen.

1.3.1 Wet VTH

In de Wet VTH is de vernieuwing van het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving vastgelegd. Deze wet legt de basis voor de omgevingsdiensten en het basistakenpakket omgevingsrecht dat zij uitvoeren. De Wet VTH is de verankering van de afspraken tussen de rijksoverheid, de provincies en gemeenten om vergunningverlening, toezicht en handhaving van het omgevingsrecht te verbeteren en te borgen. Gemeenten dienen een kwaliteitsverordening op te stellen, waarin de gewenste kwaliteit van de vergunningverlening en handhaving van hun omgevingstaken worden opgenomen.

 

De Wet VTH betreft een wijziging van de Wabo. Daarom is het Besluit omgevingsrecht (Bor) aangepast. Hierin zijn verschillende proceseisen die al verplicht waren voor handhaving, ook verplicht gesteld voor vergunningverlening. Het gaat dan onder meer om het opstellen van een beleidsnota en uitvoeringsplan. Onder de Omgevingswet blijven deze eisen vergelijkbaar. Met de VTH-beleidsnota geven wij uitvoering aan deze verplichting.

1.3.2 Omgevingswet

De Omgevingswet behelst een grootschalige transitie van het Omgevingsrecht. Na herhaald uitstel treedt de Omgevingswet vooralsnog op 1 januari 2024 in werking. De wijzigingen in wet- en andere regelgeving vereisen een nieuwe manier van werken van overheden. Namelijk meer integraal, participatief, digitaal en gebruikmakend van lokaal maatwerk. De verantwoordelijkheid voor de leefomgeving wordt een (nog) meer gedeelde verantwoordelijkheid en dat komt onder meer tot uiting in de nadruk op participatie. Het nieuwe participatiebeleid van de gemeente sorteert hierop voor. De gemeente pakt de implementatie van de Omgevingswet programmatisch aan. Vanuit het programma worden alle acties ter voorbereiding op deze wet gecoördineerd.

1.3.3 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) strekt tot het verbeteren van de bouwkwaliteit door het versterken van de privaatrechtelijke positie van de gebruiker van een bouwwerk. Binnen het nieuwe stelsel is de aanvrager van de omgevingsvergunning als eerste verantwoordelijk om aan te tonen dat het bouwwerk voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit. Het bevoegd gezag heeft bij het toetsen van de aanvraag niet meer in alle gevallen een inhoudelijke rol met betrekking tot de bouwtechnische voorschriften en zal in die gevallen daarom niet meer toetsen of het aannemelijk is dat het bouwwerk hieraan voldoet. Het bevoegd gezag toetst nog wel aan welstand, ruimtelijke ordening en omgevingsveiligheid en blijft hier ook toezicht op houden.

 

De Wkb gaat in eerste instantie alleen gelden voor nieuwbouwwerken die onder gevolgklasse 1 vallen. Hierbij kan worden gedacht aan de nieuwbouw van eenvoudige bouwprojecten zoals eengezinswoningen en bedrijfspanden. De toets van het bouwplan aan de bouwregelgeving vooraf en het toezicht tijdens de bouw door de gemeente wordt vervangen door toetsing en toezicht door kwaliteitsborgers op het bouwwerk zoals dat wordt gebouwd. De kwaliteitsborger is (privaatrechtelijk) verantwoordelijk is voor het oplossen van afwijkingen maar heeft geen bevoegdheid om handhavend op te treden. Dat blijft een taak van de gemeente.

 

1.4 Wettelijk kader

Bij de uitvoering van onze VTH-taken vormen de volgende wetten, verordeningen en (beleids)documenten onze belangrijkste (beleids)kaders:

 

  • Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Alkmaar

  • Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Besluit omgevingsrecht (Bor) en Regeling omgevingsrecht (Mor);

  • Wet ruimtelijke ordening (Wro);

  • Monumentenwet

  • Verordening op de fysieke leefomgeving

  • Woningwet;

  • Huisvestingswet;

  • Bouwbesluit 2012;

  • Wet natuurbescherming.

Vooruitlopend op de invoering van:

  • Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

2. Doelstellingen

2.1 Inleiding

Op basis van de missie, visie, ontwikkelingen en de risicoanalyse zijn verschillende uitvoeringsdoel-stellingen bepaald. De doelstellingen worden in dit hoofdstuk beschreven. Aan elke doelstelling zijn activiteiten gekoppeld. De activiteiten zijn gericht op het behalen van de doelstelling.

 

Voor de taken rond vergunningverlening, toezicht en handhaving worden de volgende uitgangspunten opgenomen:

  • vergunningverlening op basis van een categorisering conform vastgestelde niveaus (risicogericht);

  • toezicht op basis van categorisering conform vastgestelde niveaus (risicogericht);

  • handhaving op basis van risicoanalyse (prioritering);

  • inwoners, ondernemers en instellingen zijn in eerste aanleg zelf verantwoordelijk voor het naleven van wetten en regels;

  • de kwaliteitseisen, zoals vastgesteld in het Besluit omgevingsrecht (Bor), de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) en de procescriteria uit de Kwaliteitscriteria 2.2 zijn richtinggevend voor het beleid.

2.2 Beleidsdoelstellingen en bijbehorende activiteiten

In onderstaande tabel zijn de beleidsdoelstellingen opgenomen en daarbij zijn activiteiten opgenomen die we komende periode gaan uitvoeren om de beleidsdoelstellingen te halen. De beleidsdoelstellingen komen in grote lijnen overeen met die van vorig jaar en zijn voor de komende periode goed toepasbaar. De activiteiten staan per doelstelling geprioriteerd (van boven naar beneden). We starten met de hoogst geprioriteerde activiteiten en streven ernaar alle activiteiten te hebben uitgevoerd gedurende deze beleidsperiode. In het uitvoeringsprogramma worden meetbare activiteiten opgenomen die bijdragen aan de beleidsdoelstellingen.

 

Beleidsdoelstelling

Activiteiten

 

Dienstverlening

Blijvend verbeteren van proces omgevingsvergunningen

Blijvend verbeteren kwaliteit interne samenwerking

De veranderende rol: werken volgens de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Leefbaarheid en Veiligheid

Constructieve veiligheid gebouwen CC3 publiek toegankelijke gebouwen uit de (hoogste) gevolgklasse 3

Constructieve veiligheid bruggen

Risicogerichte werkwijze

Leefbaarheid en Wonen

Uitvoering geven aan woningbouwversnelling

Optimaliseren woningbouwloket

Bijdrage aan stimuleren binnenstedelijke woningbouwinitiatieven

Leefbaarheid en Ontwikkelgebieden

Verantwoorde bijdrage aan ontwikkeling Alkmaars Kanaal en Stationsgebieden

Duurzaamheid

Handhaving energielabel C kantoorgebouwen

Inzet op energiezuinigheid bij vergunningverlening en toezicht

Stimuleren duurzaamheidsmaatregelen via bouwleges

2.2.2 Verbeteren dienstverlening

Alkmaar blijft inzetten op een toekomstbestendige en innovatieve organisatie en speelt in op ontwikkelingen zoals verdergaande digitalisering, de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. De dienstverlening voor (aanvragen van) omgevingsvergunningen en de kwaliteit van de interne samenwerking is de afgelopen jaren verbeterd. Dit wordt komende periode verder uitgewerkt om te bereiken dat alle VTH-medewerkers (vergunningverleners, bouwinspecteurs en handhavers) volgens vastgestelde werkprocessen (risicogericht en geprioriteerd werken) kunnen werken.

2.2.3 Investeren in de veranderende rol

Met de invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen komt er een verandering in de manier van werken. De verantwoordelijkheid voor de leefomgeving wordt een (nog) meer gedeelde verantwoordelijkheid. Daarnaast zijn de inwoners en ondernemers steeds beter geïnformeerd en zien we meer betrokkenheid bij hen.

 

Daarnaast betekent dit voor de medewerkers die zich bezighouden met VTH-gerelateerde taken dat zij meer zorgen voor afstemming in het voortraject met aanvragers/ontwikkelaars/inwoners zodat omwonenden/wijkbewoners meer betrokken worden bij (grote) ontwikkelingen in hun buurt. Het participatiebeleid levert hieraan een grote bijdrage. Voor alle plannen die strijdig zijn met het bestemmingsplan/omgevingsplan moet een participatietraject worden gevolgd.

 

Met de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) wordt het Bouwtoezicht voor gevolgklasse 1 bouwwerken primair belegd bij private kwaliteitsborgers. De Wkb zal eerst alleen gelden voor nieuwbouwwerken die onder gevolgklasse 1 vallen. Renovatie- of verbouwprojecten worden bij de invoering van de Wkb vooralsnog uitgesloten van de toepassing van de Wkb en vallen pas later (zes maanden na inwerkingtreding) onder gevolgklasse 1.

 

De gevolgklasse 1 is van toepassing op eenvoudige bouwprojecten zoals de bouw van eengezinswoningen en bedrijfspanden. De toets van het bouwplan aan de bouwregelgeving vooraf wordt vervangen door toetsing en toezicht door kwaliteitsborgers op het bouwwerk zoals dat wordt gebouwd. De kwaliteitsborger is (privaatrechtelijk) verantwoordelijk is voor het oplossen van afwijkingen maar heeft geen bevoegdheid om handhavend op te treden. Als de kwaliteitsborger aangeeft dat er onderdelen niet voldoen aan de wet- en regelgeving kan de gemeente handhavend optreden. Dit geeft een rolverandering van toezicht vooraf en tijdens de bouw naar handhaving achteraf indien nodig.

 

In het VTH-beleid leggen we vast dat we onder de Wkb volgens een bepaalde prioritering gaan werken. Uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en het gebruik van een bouwwerk ligt bij de burger of ondernemer. De gemeente beziet of die verantwoordelijkheid (voldoende) wordt genomen en onderneemt alleen acties op basis van ingeschat risico en wettelijke voorschriften om daarmee om de grootste risico’s te beperken. Bij risico's die betrekking hebben op de (persoonlijke) veiligheid, zoals constructieve veiligheid of brandveiligheid, gaat de gemeente optreden. Kleinere risico’s worden, zoals landelijk afgesproken, geaccepteerd. Bij deze wijze van geprioriteerd werken wordt gebruik gemaakt van de Landelijke toetsmatrix Bouwbesluit.

Leefbaarheid en veiligheid 2.3.1 Constructieve veiligheid gebouwen bouwklasse CC3, openbaar toegankelijk > 500 p.

Vooruitlopend op de nieuwe wetgeving met betrekking tot APK-keuringen voor grote publiek toegankelijke gebouwen vallend onder gevolgklasse 3 is met de gemeenteraad afgesproken dat er gestart gaat worden met de APK onderzoeken voor de gemeentelijke panden die in deze klasse vallen.

Afgelopen jaar is geïnventariseerd welke panden in Alkmaar vallen onder deze klasse en is het eerste pand (sportpaleis) onderzocht en zijn de geconstateerde gebreken aangepakt.

In de komende jaren gaat de APK-keuring voor de andere gemeentelijke gebouwen die onder de gevolgklasse CC3 vallen plaatsvinden. Zodra de wetgeving (NTA) voor het uitvoeren van APK-keuringen van kracht wordt (gelijktijdig met de Omgevingswet) zal er een onderzoeksplicht gaan gelden voor alle publiekstoegankelijke CC3 gebouwen. Wij gaan dan de eigenaren van niet gemeentelijke panden die tot deze categorie behoren verzoeken te starten met het doen van deze onderzoeken.

2.3.2 Constructieve veiligheid bruggen

Stadswerk072 is bezig met de controle of alle bruggen die zij in beheer hebben voldoen aan de huidige wet- en regelgeving (Eurocodes). Uit dit onderzoek is gebleken dat een aantal bruggen niet voldoet aan de wetgeving. Er zijn maatregelen nodig om ervoor te zorgen dat deze veilig gebruikt kunnen blijven worden. Dit zal in eerste instantie gebeuren door het plaatsen van borden met gewichtsbeperking. Dit betekent echter dat er dan geen zwaar bouwverkeer meer over deze bruggen kan. Omdat er de komende jaren ontwikkelingen plaatsvinden bij het Alkmaars Kanaal onderzoeken we of er versterkende maatregelen nodig zijn zodat dit bouwverkeer weer over deze bruggen kan. Als er bruggen zijn die bijvoorbeeld voor bouwverkeer voor het Alkmaars Kanaal een zwaardere belasting moeten kunnen dragen zal worden gekeken of er versterkingsmogelijkheden zijn.

2.3.3 Risicogerichte werkwijze

Het beheer van gebouwen in Alkmaar is in de eerste plaats de eigen verantwoordelijkheid van de eigenaren en gebruikers hiervan. Het niveau van beheer en de activiteiten die in gebouwen plaatsvinden zijn tegelijkertijd van grote invloed op de uitstraling van woonwijken en bedrijventerreinen.

 

De leefbaarheid in de bebouwde omgeving is belangrijk en wij proberen zoveel mogelijk aantasting hiervan te voorkomen. Dit doen wij door signalen door te geven naar andere afdelingen binnen de gemeente als wij constateren dat bijvoorbeeld op beleidsniveau een aanpassing moet plaatsvinden. Daarnaast willen wij onze capaciteit zoveel mogelijk projectmatig inzetten om een gerichte aanpak in bijvoorbeeld een woonwijk mogelijk te maken.

 

De gemeentelijke organisatie is beperkt in de mogelijkheden om alle VTH-taken volledig uit te voeren en werkt met een risicogerichte benadering waarbij de gemeentelijke inzet afhankelijk is van de risico’s van de gevraagde activiteit. Om hierin verantwoorde afwegingen te maken, wordt op basis van de al vastgestelde categorisering in het Bouwtoezicht (conform landelijk toetsingsprotocol, niveau 0 t/m 4) gewerkt. De werkprocessen zijn hierop ingericht. Dit heeft betrekking op zowel de vergunningverlening als de juridische controle, als ook het toezicht op verleende omgevingsvergunningen. Voor de handhavingstaken worden op basis van de risicoanalyse keuzes gemaakt en prioriteiten bepaald. Dit wordt verder uitgewerkt in de Uitvoeringsnota VTH en Uitvoeringsprogramma 2023.

 

Leefbaarheid en Wonen 2.4 Verantwoorde bijdrage aan stimuleren woningbouwinitiatieven binnenstedelijk gebied

Om een positieve bijdrage te leveren aan de compacte stad wordt het woningbouwloket ingezet om grotere woningbouwplannen verantwoord in te kunnen passen. Vanaf het moment van vooroverleg moet het proces van vergunningverlening daarmee vereenvoudigd worden. Om verder uitvoering te geven aan de ambitie om binnenstedelijk de structurele kwaliteit van de stad te beïnvloeden wordt woningbouwversnelling toegepast door principeverzoeken voor 12 woningen of meer binnen 12 weken te beantwoorden. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de unit Leefgebied.

 

Leefbaarheid en Alkmaars Kanaal 2.5 Verantwoorde bijdrage aan ontwikkeling Alkmaars Kanaal en Stationsgebieden

Het slagen van de ontwikkelingen rond het Alkmaars kanaal en de stationsgebieden is ook afhankelijk van een goed functionerend proces van vergunningverlening en van de kwaliteit van bouwwerken en openbare ruimte die daar ontstaat. Veel initiatieven die in het kader van deze gebieden worden ontwikkeld zijn vergunningplichtig en worden dus door VTH-medewerkers getoetst aan de geldende regels. Ook toezicht en handhaving speelt een belangrijke rol als het gaat om veiligheid en leefbaarheid op en rond het kanaal en de stationsgebieden. Uitgangspunt is dat de plannen zo veel mogelijk aan de voorkant worden getoetst wat betreft vergunbaarheid en handhaafbaarheid. Om de werkzaamheden te kunnen beheersen worden een planning en duidelijke afspraken gemaakt over wie waarvoor en wanneer verantwoordelijkheid is.

2.6.1 Energielabel C Kantoren

Volgens het Bouwbesluit 2012 moet elk kantoorgebouw vanaf 1 januari 2023 minimaal energielabel C hebben. De verplichting volgt uit het Energieakkoord 2013 en moet een bijdrage leveren aan een reductie van de CO2-uitstoot met 49% in 2030. Eigenaren van de kantoorgebouwen zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk om te voldoen aan deze wettelijke verplichting. In 2022 heeft de gemeente een inventarisatie uitgezet voor de panden die onder deze verplichting vallen. Komend jaar wordt toegezien op de navolging ervan en neemt de gemeente uiteindelijk handhavende maatregelen als hieraan niet voldaan wordt.

2.6.2 Energiezuinigheid bij vergunningverlening en toezicht

Bij de toetsing en toezicht tijdens de bouw van een bouwwerk werkt Alkmaar volgens het landelijk toetsingsprotocol waarbij de gemeentelijke inzet afhankelijk is van de risico’s van de gevraagde activiteit. Gelet op het streven naar een duurzame leefomgeving wordt het aspect energiezuinigheid extra meegenomen bij zowel de toetsing van een bouwplan als bij het bouwtoezicht.

2.6.3 Stimuleren duurzaamheidsmaatregelen

Duurzaamheidsmaatregelen leiden vaak tot hogere bouw- of aanlegkosten, werken daarmee kostenverhogend voor de leges en vormen een drempel om tot het nemen van duurzaamheidsmaatregelen over te gaan. Alkmaar wil duurzame bouwinitiatieven juist stimuleren. Als het (vergunningplichtige) project past in de door de gemeente gestelde duurzaamheidsprogramma kan aanspraak gemaakt worden op een vermindering van de leges voor de activiteit bouwen.

3. Vergunningverlening analyse van inzichten

3.1 Voorziene ontwikkelingen en ambities

De ontwikkelingen voor vergunningverlening hangen samen met ambities die zijn gesteld door de gemeente, provincie Noord-Holland en het Rijk. In diverse beleidsstukken zijn ontwikkelingen en opgaven verwoord, waaronder de Omgevingsvisie Alkmaar 2040, de duurzaamheidsagenda, Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen.

 

Uit deze stukken is af te leiden dat onze gemeente grote opgaven heeft. Zoals de grote woningbouwbehoefte, het in goede banen leiden van het verkeer, verduurzaming, druk op het landschap en de leefomgeving, circulaire economie, energietransitie, klimaatbestendigheid, luchtkwaliteit, biodiversiteit, vernieuwing omgevingsrecht, verdergaande digitalisering en privatisering bouwtoezicht. Deze ontwikkelingen bieden kansen, maar leiden ook tot gevolgen die om antwoorden vragen.

 

In de Omgevingsvisie Alkmaar 2040 zijn de ambities voor het hele grondgebied vastgelegd. Voor de stad staat het streven naar het ontwikkelen van een aantrekkelijke stedelijke zone rond het Noord-Hollands Kanaal en het compact houden van de stad centraal. In het landelijk gebied ligt de focus op het bieden van plek en kansen voor innovaties in de agrarische sector en het herkenbaar houden van het landschap. Hieronder zijn de ambities samengevat die relevant zijn voor de vergunningverlening in Alkmaar.

 

Ambitie I: Alkmaars Kanaal

 

Langs het kanaal bouwt Alkmaar aan nieuwe leefomgevingen met een uitgesproken stedelijk karakter met een voor de gemeente hoge stedelijke dichtheid. Hiermee versterkt Alkmaar zijn bijzondere rol als stad in het midden van een regio met voornamelijk lage bebouwingsdichtheden. De oevers van het kanaal vormen het uitloopgebied van de stad.

 

Ambitie II: de Compacte stad

 

Alkmaar maakt optimaal gebruik van de schaalgrootte van de stad en houdt het omringende landelijk gebied zoveel mogelijk vrij van stedelijke bebouwing. Verdichting is hierbij geen doel op zich, maar is alleen acceptabel wanneer deze bijdraagt aan de structurele kwaliteit van de stad en daarmee de omgevingskwaliteit positief beïnvloedt.

 

Ambitie III: een Toekomstbestendig en innovatief Landelijk gebied

 

Alkmaar streeft naar behoud van het landschap en faciliteert tegelijkertijd de veranderingen in de landbouw, om het gebied als agrarisch productiegebied te behouden. Kleinschalige woonontwikkelingen binnen de dorpen kunnen de bestaande dorpsstructuur versterken. Als leidraad geldt het dorpseigen ontwikkelen: de oorspronkelijke dorpsstructuur is leidend als ruimtelijk uitgangspunt voor nieuwe kleinschalige ontwikkelingen.

 

Het doel van de ambities is Alkmaar goed te laten fungeren als een gemeente met een complete stad met gezonde stadsvoorzieningen, een innovatief en toekomstbestendig buitengebied, een brede werkgelegenheid, een aantrekkelijk aanbod voor bezoekers en een prettig leefmilieu voor bewoners, inclusief een gezond sport- en recreatieklimaat.

 

Woningbouwversnelling

Alkmaar heeft de ambitie uitgesproken om de komende jaren (vooral rondom het Alkmaars Kanaal en de stationsgebieden) veel woningen te bouwen en wil werk maken van het versnellen van woningbouw. In samenwerking met regionale marktpartijen en de Woningmakers, zijn versnellingskansen voor het woningbouwproces vastgesteld, die ook in 2023 ev. worden opgepakt.

 

3.2 Risicoanalyse vergunningverlening

Vergunningverlening is gebonden aan bij wet gegeven termijnen. Een aanvraag kan pas in behandeling worden genomen als deze volledig is (ontvankelijkheidstoets). Worden de gegevens niet (tijdig) ingediend of zijn deze onvolledig, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

 

Een aanvraag wordt op grond van het omgevingsrecht getoetst aan onder andere het bestemmingsplan, het bouwbesluit, de bouwverordening en de redelijke eisen van welstand. Als een aanvraag niet past binnen de regels van een bestemmingsplan, houdt een aanvraag bovendien in een verzoek om af te wijken van die regels.

 

Soms is er geen omgevingsvergunning nodig en kan worden volstaan met een melding. Dit betreft bijvoorbeeld de sloopmelding en de melding brandveilig gebruik. In het Bouwbesluit is vastgelegd wanneer kan worden volstaan met een melding.

 

De VTH-vergunningverleners en toezichthouders van de gemeente Alkmaar zijn belast met de uitvoering van de VTH-taken op grond van de Wabo. De bouwgerelateerde aanvragen worden door onze medewerkers op uniforme wijze behandeld middels een vergunningen- en toezichtprotocol.

 

Door risicogericht te kijken naar verschillende aanvragen om vergunning en meldingen wordt inzichtelijk welke onderdelen belangrijk zijn en dus een diepgaandere toets wenselijk/noodzakelijk is. Vooruitlopend op de nieuwe wetgeving van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), wordt vormgegeven aan deze risicogerichte werkwijze door gebruik te maken van de Landelijke toetsmatrix Bouwbesluit 2012.

 

Het uitgangspunt voor risicogericht werken is dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en het gebruik van een bouwwerk ligt bij de inwoner of ondernemer. De gemeente beziet of die verantwoordelijkheid (voldoende) wordt genomen en onderneemt alleen acties op basis van ingeschat risico en wettelijke voorschriften en spant als het ware een vangnet om de grootste risico’s te beperken. Kleinere risico’s worden, zoals landelijk is bepaald, geaccepteerd.

 

Het maatschappelijk belang en de ingeschatte risico’s van een bepaald bouwwerk dat op een bepaalde wijze tot stand komt, bepalen de intensiteit van de gemeentelijke inzet.

 

De intensiteit van de toets aan het Bouwbesluit is bepaald in het werkniveau, gekoppeld aan een bouwwerktypologie. Kleine bouwwerken, die straks vallen onder de Bouwbesluittoetsvrije bouwwerken van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) worden niet meer getoetst en de grote projecten worden integraal getoetst.

4. Handhaving

4.1 Inleiding

Het VTH-beleid maakt ook keuzes en stelt prioriteiten voor de uit te voeren taken bij de handhaving van het omgevingsrecht. In beginsel worden prioriteiten gebaseerd op een inschatting van risico’s op het gebied van gezondheid, veiligheid en de leefomgeving en een inschatting van financiële en bestuurlijke risico’s. Aan de hand hiervan maakt de gemeente keuzes ten aanzien van de inzet van capaciteit en middelen. In het VTH-uitvoeringsprogramma is de prioritering opgenomen.

 

4.2 Risicoanalyse handhaving

In de praktijk blijkt dat we onmogelijk alle VTH-taken kunnen uitvoeren met de bestaande formatie. Om de medewerkers zo effectief mogelijk in te zetten, is bepaald welke activiteiten binnen de gemeente prioriteit hebben en welke minder. De prioriteit wordt bepaald door de kans op en het gevolg van slecht naleefgedrag. Deze afweging vindt plaats door de toepassing van een risicomodel. Het model biedt de mogelijkheid om op basis van een risico inschatting en prioritering de inzet te bepalen.

 

Om de hierboven genoemde redenen wordt een werkwijze voorgestaan om de VTH-taken te prioriteren op basis van een risicoanalyse. Dit betekent voor toezicht en handhaving dat zaken met een hoge prioriteit direct worden opgepakt. Zaken met een lage prioriteit kunnen later worden opgepakt (bijvoorbeeld door een projectmatige aanpak op een later tijdstip). Voor alle relevante activiteiten die de gemeente in het kader van de Wabo uitvoert is een risico inschatting gedaan. Voor het uitvoeren van de risicoanalyse is gebruik gemaakt van een landelijk geaccepteerd risicomodel van het voormalig Ministerie van Justitie. Dit model gaat uit van de definitie:

 

Risico = (negatief effect) X (de kans dat dit effect voorkomt)

 

Dit risico is bepaald met een vaste methodiek waarbij verschillende beoordelingscriteria in acht zijn genomen, te weten:

  • Gezondheid;

  • Veiligheid;

  • Leefomgeving;

  • Financieel;

  • Bestuur.

Deze vijf beoordelingscriteria zijn gescoord van 0 tot 4. Per activiteit is voor elk criterium een inschatting gedaan van het effect van slecht naleefgedrag en het risico. Deze inschatting is gedaan in samenspraak met de medewerkers die de VTH-taken uitvoeren. Vanuit het bestuur is hierbij aangegeven dat aan het vellen van een houtopstand (kappen) een hogere (gemiddelde) prioriteit moet worden gegeven. Deze nadere prioritering wordt in de werkprocessen aangepast.

 

Zoals aangegeven is het risico bepalend voor de prioriteit. De uitkomsten van de risicoanalyse worden gebruikt om de jaarlijkse prioriteiten vast te stellen in het uitvoeringsprogramma. De volledige prioritering is opgenomen in het uitvoeringsprogramma om jaarlijkse aanpassing mogelijk te kunnen maken. Voor Alkmaar heeft de risicoanalyse geleid tot de navolgende tabellen met hoge en lage prioriteiten:

 

4.3 Prioriteiten

Hoge prioriteit

Prioritering

Voorbeelden

 

Bouwwerk geen gebouw zijnde complex

Hoog

Brug, tunnel, viaduct, mast, steiger, tribune niet overdekt, station

Industriefunctie complex

Hoog

Fabriek (meer dan 250p)

Woonfunctie complex

Hoog

Wooncomplex, appartement, woongebouw niet zelfredzame bewoners

Bijeenkomstfunctie o.a. scholen en kinderopvang

Hoog

Kinderdagverblijf, school, peuterspeelzaal,

Bijeenkomstfunctie complex (bijv. evenementenhallen, sportcomplexen, stadion)

Hoog

Openbaar toegankelijk, > 500 personen, voetbalstadion

Zorgfunctie met bedgebied

Hoog

Ziekenhuis, verpleeghuis, kliniek, verzorgingshuis

Vergunning brandveilig gebruik

Hoog

Logiesfunctie complex

Gemiddeld

Hotel (meer dan 50 p), pension, dagverblijf kinderen/gehandicapten)

Winkelfunctie complex

Gemiddeld

Winkelgebouw (meer dan 250p)

Kantoorfunctie complex

Gemiddeld

Kantoor (meer dan 250p)

Monumenten complex

Gemiddeld

Kerk, openbare gebouwen (meer dan 250p), stolpen

Vellen van een houtopstand

Gemiddeld

Kap van bomen

Lage prioriteit

Prioritering

Voorbeelden

Bouwwerken onder Wkb bouwbesluittoetsvrij

Laag

Eengezinswoning, woonboot, recreatiewoning, bedrijfshal

Woonfunctie eenvoudig

Laag

Woning, portiekwoning, woonwagen

Reclame

Laag

(licht)reclame op gevel

Handelen in strijd met bestemmingsplan tijdelijk

Laag

Tijdelijk afwijken bestemmingsplan

Winkelfunctie eenvoudig

Laag

Winkelgebouw minder dan 250p

Aanleggen

Laag

Wegen, paden, sloten, ophogen/afgraven gronden

Uit- en inritten

Laag

Inrit naar openbare weg

Meldingsplichtige sloop

Laag

Sloop asbest ,

Sloopafval meer dan 10m3